3.5
Werkstuk eenvoudig verspanen
Sommige basismaterialen hebben geen glad of vlak oppervlak. U kunt de verspaancyclus
gebruiken om bijv. het kopvlak van het werkstuk voor de eigenlijke bewerking vlak te
draaien.
Wanneer u met de verspaancyclus een spankop wilt kotteren, dan kunt u in de hoek een
ondersnijding (XF2) programmeren.
Gevaar voor botsingen
Het gereedschap wordt op een rechtstreekse baan naar het startpunt verplaatst voor het
verspanen. U moet het gereedschap eerst naar een veilige positie verplaatsen om bij het
naderen botsingen te vermijden.
Opmerking
De functie "Repos" kunt u tijdens het gewoon verspanen niet gebruiken.
Voorwaarde
Om een werkstuk eenvoudig te kunnen verspanen in manueel bedrijf moet er zich een
opgemeten gereedschap in bewerkingspositie bevinden.
Procedure
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
VOORZICHTIG
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Machine".
2.
Druk op de toets <JOG>.
3.
Druk op de softkey "Verspanen".
4.
Voer de gewenste waarden voor de parameters in.
5.
Druk op de softkey "OK".
Het parametervenster wordt gesloten.
6.
Druk op de toets <CYCLE START>.
De cyclus "Verspanen" wordt gestart.
U kunt op elk moment terugkeren naar het parametervenster om
ingevoerde waarden te controleren en te corrigeren.
Handmatig bedrijf
3.5 Werkstuk eenvoudig verspanen
99