Wanneer het invoerveld leeg blijft, dan worden de parameters, de hulpschermen en de
lijngrafiek in het defaultvlak (instelbaar via machinegegevens) weergegeven:
● Draaien: G18 (ZX)
Het vlak wordt aan de cycli als nieuwe parameter overgedragen. In de cyclus wordt het vlak
uitgegeven, d.w.z. dat de cyclus in het ingevoerde vlak afloopt. Het is ook mogelijk de
vlakvelden leeg te laten en op die manier een programma te maken dat vlak-onafhankelijk is.
Het ingevoerde vlak is alleen actief voor deze cyclus (niet modaal)! Na het einde van de
cyclus is opnieuw het vlak uit het hoofdprogramma actief. Hierdoor kan een nieuwe cyclus in
een programma worden ingevoegd zonder het vlak voor de verdere programma-afloop te
wijzigen.
6.4.3
Programmeren van gereedschap (T)
Gereedschap oproepen
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
1.
U bevindt zich in het deelprogramma.
2.
Druk op de softkey "Gereedschap selecteren".
Het venster "Gereedschapselectie" wordt geopend.
3.
Plaats de cursor op het gewenste gereedschap en druk op de softkey
"Naar programma".
Het geselecteerde gereedschap wordt in de G-code-editor
overgenomen. Op de huidige cursorpositie in de G-code-editor
verschijnt bijv. volgende tekst: T="SCHRUPPER100"
- OF -
4.
Druk de softkeys "Gereedschapslijst" en "Nieuw gereedschap" in.
5.
Selecteer daarna met de softkeys op de verticale softkeybalk het
gewenste gereedschap, voer de parameters in en druk op de softkey
"Naar programma".
Het geselecteerde gereedschap wordt in de G-code-editor
overgenomen.
6.
Programmeer daarna de gereedschapswissel (M6), de draairichting van
de spil (M3/M4), het toerental van de spil (S...), de voeding (F), het type
voeding (G94, G95,...), het koelmiddel (M7/M8) en eventueel verdere
gereedschapsspecifieke functies.
G-code programma maken
6.4 Basis
175