● Verdere geprogrammeerde adressen
● M-functies
Procedure
4.4.3
Programmaniveau weergeven
Tijdens het uitvoeren van een omvangrijk programma met verschillende
subprogrammaniveaus kunt u op het scherm weergeven op welk programmaniveau de
bewerking zich momenteel bevindt.
Een programma meer dan één keer doorlopen
Wanneer u heeft geprogrammeerd dat programma's meer dan één keer moeten worden
doorlopen, d.w.z. dat subprogramma's door de vermelding van extra parameter P meerdere
malen na elkaar worden uitgevoerd, dan wordt in het venster "Programmaniveaus" tijdens de
bewerking weergegeven hoeveel keer het programma nog moet worden doorlopen.
Programmavoorbeeld
N10 subprogramma P25
Wanneer minimaal in een programmaniveau een programma nog meermaals wordt
doorlopen, dan verschijnt een horizontale scrollbar om de weergave van de doorloopteller P
in het rechtse deel van het venster mogelijk te maken. Wanneer het programma niet meer
meermaals moet worden doorlopen verdwijnt de scrollbar.
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
1.
Een programma is voor uitvoering geselecteerd en in het
bedieningsbereik "Machine" geopend.
2.
Druk op de softkey "Basisblokken".
Het venster "Basisblokken" verschijnt.
3.
Druk op de toets <SINGLE BLOCK> wanneer u het programma per blok
wilt uitvoeren.
4.
Druk op de toets <CYCLE START> om het uitvoeren van het
programma te starten.
In het venster "Basisblokken" worden de reële asposities waarnaar
moet worden verplaatst, de modale G-functies, enz. getoond voor het
programmablok dat op dat moment actief is.
5.
Druk opnieuw op de softkey "Basisblokken" om het venster opnieuw te
sluiten.
Werkstuk bewerken
4.4 Huidig programmablok weergeven
111