Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
8.4
Frezen
8.4.1
Vlakfrezen (CYCLE61)
Functie
Met de cyclus "Vlakfrezen" kunt u elk willekeurig werkstuk vlak frezen.
Daarbij wordt steeds een rechthoekig vlak bewerkt. Het rechthoekig vlak wordt bepaald door
hoekpunten 1 en 2, die vooraf zijn ingesteld met de waarden van de afmetingen van het
basismateriaal in de programmaheader.
Werkstukken kunnen worden vlak gefreesd met of zonder begrenzingen.
Opmerking
Wanneer het vlakfrezen via de softkey wordt geopend, dan worden de hoekpunten X en Y
uit de programmaheader overgenomen. Bovendien worden Z0 en de abs/incr selectie van
X1, Y1 overgenomen.
Naderen/verwijderen
1. Bij een loodrechte bewerking ligt het startpunt steeds boven- of onderaan. Bij horizontale
2. De bewerking gebeurt vanuit de buitenkant.
Bewerkingswijze
In de cyclus wordt onderscheid gemaakt tussen voorbewerken en nabewerken:
● Voorbewerken:
● Nabewerken:
De diepte-aanzet wordt steeds buiten het werkstuk uitgevoerd.
Wanneer u een werkstuk van een uitstekend gedeelte heeft voorzien, kies dan de cyclus
voor een rechthoekige tap.
Bij het vlakfrezen is de effectieve freesdiameter voor gereedschap van het type "Frezen" in
een machinegegeven opgeslagen.
332
bewerking ligt het startpunt rechts of links.
In het hulpscherm wordt het startpunt aangegeven.
Frezen van het vlak
Het gereedschap draait over de werkstukkant
Eenmalig frezen van het vlak
Het gereedschap draait bij veiligheidsafstand in het X/Y-vlak
De frees naar een veilige positie verplaatsen
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien