8.4.7
Lengtesleuf (SLOT1)
Functie
Met de functie "Lengtesleuf" kunt u elke willekeurige lengtesleuf frezen.
Bij deze functie staan de volgende bewerkingsvarianten ter beschikking:
● Lengtesleuf uit vol materiaal frezen.
● De lengtesleuf eerst in het midden voorboren, wanneer bijv. de frees niet over het midden
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het middelpunt
2. Afhankelijk van de geselecteerde strategie duikt het gereedschap in het materiaal in.
3. De bewerking van de lengtesleuf gebeurt met het geselecteerde bewerkingstype steeds
4. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Bewerkingswijze
Bij het frezen van de lengtesleuf kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:
● Voorbewerken
● Nabewerken
● Nabewerken rand
● Afschuinen
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
snijdt (na elkaar de programmablokken Boren, Lengtesleuf en Positie programmeren).
van de sleuf verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet.
van binnen naar buiten.
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het midden de afzonderlijke vlakken van
de sleuf bewerkt tot diepte Z1 of X1 is bereikt.
Bij het nabewerken wordt steeds eerst de rand bewerkt. Daarbij wordt de rand van de
sleuf in een kwadrant aangelopen die uitloopt in de hoekradius. Bij de laatste aanzet
wordt de bodem vanuit het midden nabewerkt.
Het nabewerken van de rand is identiek aan het nabewerken waarbij alleen de laatste
aanzet (bodem nabewerken) vervalt.
Bij het afschuinen wordt de kant aan de bovenste rand van de lengtesleuf afgeschuind.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
353