8.1.7
Draadtappen (CYCLE84, 840)
Functie
Met de cyclus "Draadtappen" kunt u een binnendraad snijden.
Het gereedschap wordt met actief toerental en ijlgang op veiligheidsafstand verplaatst. Er
wordt een spilstop uitgevoerd; de spil en de voeding worden gesynchroniseerd. Daarna duikt
het gereedschap met het geprogrammeerde toerental (afhankelijk van %S) in het werkstuk
in.
U kunt selecteren of u in een snede boort, spanen breekt of voor het ontspanen uit het
werkstuk wilt verplaatsen.
Afhankelijk van de selectie in het veld "Modus compensatiespankop" worden alternatief de
volgende cyclusoproepen gegenereerd:
● met compensatiespankop: CYCLE840
● zonder compensatiespankop: CYCLE84
Bij het draadtappen met compensatiespankop wordt de draad in één snede gemaakt. Bij
CYCLE84 is het draadtappen in meerdere sneden mogelijk, wanneer de spil met een
meetsysteem is uitgerust.
Naderen/verwijderen CYCLE840 - met compensatiespankop
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap boort met G1 en geprogrammeerd spiltoerental en -draairichting tot op
3. De draairichting wordt omgekeerd.
4. Verblijftijd op eindboordiepte.
5. Terugtrekbeweging tot op veiligheidsafstand met G1.
6. Omdraaien van de draairichting of spilstop.
7. Terugtrekken op terugtrekvlak met G0.
Naderen/verwijderen CYCLE84 - zonder compensatiespankop
1 snede:
1. verplaatsen met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. De spil wordt gesynchroniseerd en met geprogrammeerd toerental (afhankelijk van %S)
3. Draadtappen bij spil-voeding synchronisatie tot Z1.
4. Spilstop en verblijftijd op boordiepte.
5. Achteruit verplaatsen spil na afloop van de verblijftijd.
6. Terugtrekken met actief spilterugtrektoerental (afhankelijk van %S) op veiligheidsafstand
7. Spilstop.
8. Terugtrekken op terugtrekvlak met G0.
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
diepte Z1. Voeding F wordt uit het toerental en de spoed cyclusintern berekend.
ingeschakeld.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
263