Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het startpunt
2. Het gereedschap wordt met aanzetvoeding FZ naar het bewerkingsvlak Z1 verplaatst en
3. Het gereedschap wordt met ijlgang op de veiligheidsafstand teruggetrokken en wordt
4. Stappen 2 en 3 worden zolang herhaald tot de volledige tekst is gefreesd.
5. Het gereedschap wordt met ijlgang naar het terugtrekvlak verplaatst.
Procedure
Graveertekst invoeren
374
verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand aangezet.
freest het teken.
over een rechte naar het volgende teken verplaatst.
1.
Het deelprogramma of ShopTurn-programma dat moet worden bewerkt,
is aangemaakt en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Frezen".
3.
Druk op de softkey "Graveren".
Het invoervenster "Graveren" wordt geopend.
4.
Druk op de softkey "Speciaal teken" wanneer u een teken wilt
gebruiken dat niet beschikbaar is op de invoertoetsen.
Het venster "Speciaal teken" wordt geopend.
Plaats de cursor op het gewenste teken.
Druk op de softkey "OK".
Het geselecteerde teken wordt op de cursorpositie in de tekst
ingevoegd.
5.
Druk na elkaar op de softkeys "Tekst wissen" en "Wissen" wanneer u
de volledige tekst wilt wissen.
6.
Druk op de softkey "Kleine letters" wanneer u kleine letters wilt
invoeren. Wanneer u opnieuw op de toets drukt, worden opnieuw
hoofdletters gebruikt.
7.
Druk op de softkey "Variabele" en "Datum" wanneer u de huidige datum
wilt graveren.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien