Technologische functies programmeren (cycli)
8.7 Andere cycli en functies ShopTurn
Parameters
Beschrijving
Voorhoudafstand
- (alleen bij bewerking "Ontspanen")
manueel
automatisch
V3
Voorhoudafstand - (alleen bij voorhoudafstand "Manueel")
Verblijftijd in seconden
DT
Verblijftijd in omwentelingen
8.7.2
Draad midden
Functie
Met de cyclus "Schroefdraad midden" kunt u een rechtse of linkse draad in het centrum van
het kopvlak boren.
Tijdens de bewerking draait de hoofd- of tegenspil. Het spiltoerental kunt u met de
spiloverride wijzigen; de voedingoverride is niet actief.
U kunt selecteren of u in een snede boort, spanen breekt of voor het ontspanen uit het
werkstuk wilt verplaatsen.
Het gereedschap wordt, rekening houdend met het terugtrekvlak en de veiligheidsafstand,
met ijlgang naar de geprogrammeerde positie verplaatst.
Naderen/verwijderen bij één snede
1. Het gereedschap boort in de richting van de lengte-as met het geprogrammeerde
2. De draairichting van de spil wisselt en het gereedschap wordt met geprogrammeerd
Naderen/verwijderen bij het ontspanen
1. Het gereedschap boort in de richting van de lengte-as met het geprogrammeerde
2. Voor het ontspanen trekt het gereedschap met spiltoerental SR of snijsnelheid VR op
3. Daarna duikt het gereedschap met spiltoerental S of voedingsnelheid V opnieuw in en
4. Stappen 2 en 3 worden zo vaak herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 is
5. De draairichting van de spil wisselt en het gereedschap wordt met spiltoerental SR of
432
spiltoerental S of snijsnelheid V tot op eindboordiepte Z1.
spiltoerental SR of snijsnelheid VR tot op de veiligheidsafstand verplaatst.
spiltoerental S of voedingsnelheid V tot op eindboordiepte Z1 (maximale aanzetdiepte D).
veiligheidsafstand uit het werkstuk terug.
boort tot op de volgende aanzetdiepte.
bereikt.
snijsnelheid VR tot op de veiligheidsafstand verplaatst.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Eenheid
sec
omw
Draaien