Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
Parameters
Beschrijving
Z1 (kop) of
Boordiepte (abs) of boordiepte m.b.t. Z0 of X0 (incr.)
X1 (mantel)
Het gereedschap duikt zo diep in tot Z1 of X1 is bereikt. - (alleen bij centrering punt)
(alleen bij
ShopTurn)
DT
8.1.3
Boren (CYCLE82)
Functie
Met de cyclus "Boren" boort het gereedschap met geprogrammeerd spiltoerental en
voedingssnelheid tot de ingevoerde eindboordiepte (schacht of punt).
Het terugtrekken van het gereedschap gebeurt na afloop van een programmeerbare
verblijftijd.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap duikt met G1 en met de geprogrammeerde voeding F in het werkstuk
3. Na afloop van de verblijftijd DT wordt het gereedschap met ijlgang G0 naar het
Procedure
254
Verblijftijd (op eindboordiepte) in seconden
Verblijftijd (op eindboordiepte) in omwentelingen
in, tot de geprogrammeerde einddiepte Z1 is bereikt.
terugtrekvlak verplaatst.
1.
Het deelprogramma of ShopTurn-programma dat moet worden bewerkt,
is aangemaakt en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk op de softkey "Boren ruimen".
4.
Druk op de softkey "Boren".
Het invoervenster "Boren" wordt geopend.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Eenheid
mm
sec
omw
Draaien