Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
Procedure
Opmerking
Instelbare nulpuntverschuivingen
De tekst van de softkeys voor de instelbare nulpuntverschuivingen varieert: de instelbare
nulpuntverschuivingen die aan de machine zijn geconfigureerd, worden weergegeven
(voorbeelden: G54...G57, G54...G505, G54...G599).
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
72
1.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
2.
Druk op de softkey "Nulp. Werkst".
Het venster "Kant instellen" wordt geopend.
3.
Selecteer "Alleen meten" wanneer u de gemeten waarden alleen wilt
weergeven.
- OF -
Selecteer de gewenste nulpuntverschuiving waarin het nulpunt moet
worden opgeslagen (bijv. basisreferentie).
- OF -
Druk op de softkey "Nulpuntversch." en kies in het venster
"Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" de nulpuntverschuiving waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen. Druk op de softkey "In manueel".
U keert terug naar het venster "Kant instellen".
4.
Verplaats het gereedschap in Z-richting en kras het werkstuk aan.
5.
Voer de doelpositie van werkstukkant Z0 in en druk op de softkey "NPV
instellen".
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien