Technologische functies programmeren (cycli)
8.2 Draaien
Parameters
LW
of
LW2
of
LW2 = LR
LR
H1
DP
of
αP
D1 of ND
(alleen bij ∇ en
∇ + ∇∇∇)
U
NN
VR
Meergangig
296
Beschrijving
Voorloop schroefdraad (incr.)
Startpunt van de schroefdraad is het met voorloop W naar voor verlegd
referentiepunt (X0, Z0). De schroefdraad voorloop kunt u gebruiken wanneer u de
afzonderlijke sneden iets vroeger wilt beginnen om de lengte van de schroefdraad
nauwkeurig te bereiken.
Inloop schroefdraad (incr.)
De schroefdraadinloop kunt u gebruiken wanneer u de schroefdraad die u wilt
maken niet zijdelings kunt naderen, maar in het materiaal moet induiken
(voorbeeld smeergroef op een as).
Inloop schroefdraad = uitloop schroefdraad (incr.)
Uitloop schroefdraad (incr.)
De schroefdraaduitloop kunt u gebruiken wanneer u aan het schroefdraadeinde
schuin naar buiten wilt bewegen (voorbeeld smeergroef op een as).
Diepte schroefdraad (incr.)
Aanzetschuinte als flank (incr.) - (alternatief voor aanzetschuinte als hoek)
DP > 0: Aanzet langs de achterste flank
DP < 0: Aanzet langs de voorste flank
Aanzetschuinte als hoek - (alternatief voor aanzetschuinte als flank)
α > 0: Aanzet langs de achterste flank
α < 0: Aanzet langs de voorste flank
α = 0: rechthoekig op de snijrichting aanzetten
Wanneer in de lengte van de flanken moet worden aangezet, dan mag de
absolute waarde van deze parameter maximaal de halve flankhoek van het
gereedschap bedragen.
Aanzet langs de flank
Aanzet met wisselende flank (alternatief)
In plaats van langs een flank kunt u ook met wisselende flank aanzetten, om niet
steeds dezelfde snijkant van het gereedschap te belasten. Daardoor kunt u de
gebruikstijd van het gereedschap verhogen.
α > 0: beginnen aan de achterste flank
α < 0: beginnen aan de voorste flank
Eerste aanzetdiepte of aantal voorbewerkingssneden
Voor het omschakelen tussen het aantal voorbewerkingssneden en de eerste
aanzet wordt telkens de bijbehorende waarde weergegeven.
Nabewerkingstoegift in X en Z - (alleen bij ∇ en ∇ + ∇∇∇)
Aantal bewerkingsloze sneden - (alleen bij ∇∇∇ en ∇ + ∇∇∇)
Terugloopafstand (incr.)
Nee
α0
Starthoekoffset
Ja
N
Aantal windingen
De windingen worden gelijkmatig over de omvang van het draaistuk
verdeeld, waarbij de eerste winding steeds bij 0° wordt
gepositioneerd.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Eenheid
mm
mm
mm
mm
mm
graden
mm
mm
mm
Draaien