Shop-Turn programma maken
7.5 ShopTurn-programma aanmaken
7.5
ShopTurn-programma aanmaken
Voor elk nieuw werkstuk dat u wilt bewerken, moet u een afzonderlijk programma maken.
Dat programma bevat alle afzonderlijke bewerkingsstappen die voor het bewerken van het
werkstuk moeten worden uitgevoerd.
Wanneer u een nieuw programma maakt, worden automatisch een programmaheader en
een programma-einde gedefinieerd.
ShopTurn-programma's kunnen in een nieuw werkstuk of in de map "Deelprogramma's"
worden opgeslagen.
Procedure
ShopTurn-programma aanmaken
Programmaheader invullen
204
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer de geheugenplaats waar u het programma wilt opslaan en
plaats de cursor op de map "Deelprogramma's" of in de map
"Werkstukken" op het werkstuk waarvoor u een programma wilt maken.
3.
Druk op de softkeys "Nieuw" en "ShopTurn".
Het venster "Nieuw stappenreeksprogramma" wordt geopend.
4.
Voer de gewenste naam in en druk op de softkey "OK".
De naam mag maximaal 28 tekens lang zijn (naam + punt + 3 tekens
voor de extensie). Alle letters (met uitzondering van umlauten), cijfers
en underscores (_) zijn toegelaten. Het programmatype "ShopTurn" is
geselecteerd.
De editor wordt geopend en het parametervenster "Programmaheader"
wordt weergegeven.
5.
Selecteer een nulpuntverschuiving.
6.
Voer de afmetingen van het basismateriaal en de parameters in die
over het volledige programma actief zijn, bijv. maateenheid in mm of
inch, gereedschapsas, terugtrekvlak, veiligheidsafstand en draairichting
van de bewerking.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien