Shop-Turn programma maken
7.8 Gereedschap, correctiewaarde, voeding en toerental spil (T, D, F, S, V)
Voeding (F)
Voeding F, die ook de bewerkingsvoeding wordt genoemd, geeft de snelheid aan waarmee
de assen tijdens de bewerking van het werkstuk worden verplaatst. De bewerkingsvoeding
wordt opgegeven in mm/min, mm/omw of in mm/tand. Bij de freescycli wordt de voeding
zowel bij het omschakelen van mm/min naar mm/omw als ook in omgekeerde richting
automatisch omgerekend.
De invoer van de voeding in mm/tand is alleen bij frezen mogelijk en garandeert dat elke
snijkant van de frees in de best mogelijke omstandigheden verspaant. De voeding per tand
komt overeen met de lineaire afstand die de frees bij de impact van de tand aflegt.
Bij frees- en draaicycli heeft de voeding bij het voorbewerken betrekking op het frees- of
snijkantmiddelpunt. Dit is ook het geval bij het nabewerken, met uitzondering van contouren
met binnenkrommingen; daar heeft de voeding betrekking op het raakpunt tussen
gereedschap en werkstuk.
De maximale voedingssnelheid is in een machinegegeven vastgelegd.
Spiltoerental (S)
Het spiltoerental S geeft het aantal spilomwentelingen per minuut (omw/min) weer en wordt
samen met het gereedschap geprogrammeerd. Het toerental heeft bij draaibewerkingen en
bij centraal boren betrekking op de hoofdspil (S1) of op de tegenspil (S3), en bij boor- en
freesbewerkingen op de gereedschapsspil (S2).
De spil start onmiddellijk na het wisselen van het gereedschap. Bij reset, programma-einde
of gereedschapswissel stopt de spil onmiddellijk. De draairichting van de spil is voor elk
gereedschap in een gereedschapslijst vastgelegd.
Als alternatief voor het spiltoerental kunt u ook de snijsnelheid programmeren. Bij freescycli
wordt het spiltoerental automatisch omgerekend in de snijsnelheid en omgekeerd.
Snijsnelheid (V)
De snijsnelheid V is een omtreksnelheid (m/min), die als alternatief voor het spiltoerental
samen met het gereedschap kan worden geprogrammeerd. De snijsnelheid heeft bij
draaibewerkingen en bij centraal boren betrekking op de hoofdspil (V1) of op de tegenspil
(V3) en komt hier overeen met de omtreksnelheid van het werkstuk op de plaats waar op dat
moment wordt bewerkt.
Bij boor- en freesbewerkingen heeft de snijsnelheid opnieuw betrekking op de
gereedschapsspil (V2) en komt hier overeen met de omtreksnelheid waarmee de snijkant
van het gereedschap het werkstuk bewerkt.
210
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien