Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
Naderen/verwijderen bij insteekfrezen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang verplaatst naar het beginpunt voor de sleuf op
2. De bewerking van de open sleuf wordt met het geselecteerde bewerkingstype steeds
3. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Bewerkingstype voorbewerken trochoïdaal frezen
Het voorbewerken gebeurt in een cirkelvormige beweging van de frees.
Tijdens deze bewegingen wordt de frees voortdurend steeds verder in het vlak aangezet.
Wanneer de frees de volledige sleuf heeft doorlopen, wordt deze opnieuw in een
cirkelvormige beweging opnieuw teruggeplaatst en verwijdert op die manier de volgende
laag (aanzetdiepte) in Z-richting. Deze procedure wordt zo vaak herhaald tot de vooraf
ingestelde sleufdiepte plus nabewerkingstoegift is bereikt.
Trochoïdaal frezen: meelopend of
tegenlopend
Randvoorwaarden bij het trochoïdaal frezen
● Voorbewerken
● Sleufbreedte
● Radiale aanzet
● Maximale aanzetdiepte ≤ snijhoogte van de frees
362
veiligheidsafstand.
uitgevoerd over de volledige lengte van de sleuf.
1⁄2 sleufbreedte W – nabewerkingstoegift UXY ≤ freesdiameter
minimaal 1,15 x freesdiameter + nabewerkingstoegift
maximaal 2 x freesdiameter + 2 x nabewerkingstoegift
minimaal 0,02 x freesdiameter
maximaal 0,25 x freesdiameter
Trochoïdaal frezen: meelopend - tegenlopend:
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien