Shop-Turn programma maken
7.4 Basis
7.4.2
Naderen/verwijderen van bewerkingscyclus
Wanneer u geen speciale cyclus voor naderen/verwijderen heeft gedefinieerd, verloopt het
naderen/verwijderen van de bewerkingscyclus steeds volgens hetzelfde patroon.
Wanneer uw machine is uitgerust met een losse kop, dan kunt u daarmee bij het proces
extra rekening houden.
Het terugtrekken voor een cyclus eindigt op de veiligheidsafstand. Pas bij de volgende
cyclus wordt naar het terugtrekvlak verplaatst. Hierdoor is het mogelijk om een speciale
cyclus voor verwijderen/naderen te gebruiken.
Opmerking
Bij de selectie van de verplaatsingswegen wordt steeds uitgegaan van de
gereedschapspunt, d.w.z. met de uitzetting van het gereedschap wordt geen rekening
gehouden. Let er daarom steeds op dat terugtrekvlakken op voldoende afstand van het
werkstuk liggen.
Naderen/verwijderen van een bewerkingscyclus
Beeld 7-5
● Het gereedschap wordt met ijlgang over de kortste weg verplaatst van het
● Daarna wordt het gereedschap met ijlgang naar de veiligheidsafstand verplaatst.
● Aansluitend wordt de bewerking van het werkstuk met de geprogrammeerde
● Na de bewerking trekt het gereedschap met ijlgang op de veiligheidsafstand terug.
● Daarna wordt het gereedschap verder loodrecht met ijlgang naar het terugtrekvlak
● Van daaruit wordt het gereedschap met ijlgang via de kortste weg naar het
De spil (hoofd-, gereedschaps- of tegenspil) begint onmiddellijk na de gereedschapswissel te
draaien.
Het gereedschapswisselpunt, het terugtrekvlak en de veiligheidsafstand moet u in de
programmaheader definiëren.
198
Naderen/verwijderen van bewerkingscyclus
gereedschapswisselpunt naar het terugtrekvlak. Deze verplaatsing gebeurt parallel aan
het bewerkingsvlak.
bewerkingsvoeding uitgevoerd.
verplaatst.
gereedschapswisselpunt verplaatst. Wanneer het gereedschap tussen twee bewerkingen
niet moet worden gewisseld, dan wordt het gereedschap van het terugtrekvlak naar de
volgende bewerkingscyclus verplaatst.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-8CP20-1JA0
Draaien