WAARSCHUWING
• Behandel halogeenlampen voor-
zichtig. Halogeenlampen bevatten
gas onder druk, zodat er kleine
glasdeeltjes vrijkomen die letsel
kunnen veroorzaken als de lamp
breekt.
• Draag bij het vervangen van een
lamp een veiligheidsbril. Laat de
lamp alvorens hem te vervangen
afkoelen.
• Behandel
halogeenlampen
voorzichtig om krassen te voorko-
men. Voorkom contact met vloeistof-
fen wanneer de lampen branden.
• Raak het glas nooit met de vingers
aan. Door achtergebleven vet kan de
lamp te heet worden en knappen
wanneer deze brandt.
• De lamp mag alleen in gemonteerde
toestand worden ingeschakeld.
• Vervang een beschadigde of gebar-
sten lamp direct en gooi deze niet zo-
maar weg.
Koplampen (grootlicht/dimlicht)
1. Draai het voorwiel naar binnen.
OLMB073042L
OLMB073042L
altijd
2. Verwijder de clips van de wielkastbe-
schermer (B), de bumperbout (A) en
bovenste bumperbouten (C).
3. Druk de wielkastbeschermer opzij
en verwijder de afdekkap van de
koplamp door deze tegen de klok in
te draaien.
09
OAC3089042TU
OAC3089042TU
OAC3089043TU
OAC3089043TU
OAC3089044TU
OAC3089044TU
9-61