WAARSCHUWING
• Controleer altijd nogmaals o de
motorkap goed is vergrendeld
alvorens met de auto te gaan rij-
den.
• Voer daarna een dubbele controle
uit om er zeker van te zijn dat de
kap beveiligd is. Controleer of er
geen waarschuwingslampje voor
een open kap oplicht of een bericht
weergegeven wordt op het instru-
mentenpaneel. Rijden met motor-
kap geopend kan veroorzaken
voor de bestuurder belemmerd
wordt en een aanrijding het gevolg
kan zijn.
• Verplaats de auto niet als de motor-
kap omhoog staat omdat dan het
zicht belemmerd wordt, hetgeen
kan leiden tot een ongeval, en de
motorkap naar beneden kan vallen
of beschadigd kan worden.
Achterklep
Open van de achterklep
• De achterklep wordt vergrendeld of
ontgrendeld door de sleutel in de
stand "Lock" of "Unlock" te draaien.
(indien van toepassing)
• De achterklep wordt vergrendeld of
ontgrendeld wanneer alle portieren
worden vergrendeld of ontgrendeld
met behulp van de sleutel met
afstandsbediening, de afstandsbe-
diening, de Smart Key of de schake-
laar voor de portiervergrendeling.
(indien uitgerust met een centraal
portiergrendelsysteem)
• Indien ontgrendeld, kan de achter-
klep worden geopend door de buiten-
ste handgreep van de achterklep
omhoog te trekken.
i
Informatie
In een koud en nat klimaat werken de
portiervergrendeling en portiermecha-
nismen mogelijk niet door bevriezings-
verschijnselen.
WAARSCHUWING
De achterklep klapt naar boven
open. Zorg dat er niemand bij de
achterzijde van de auto staat als u de
achterklep opent.
05
OAC3053020TU
OAC3053020TU
5-33