(1) Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning/ Controlelampje sto-
ring TPMS
(2) Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
(Getoond
instrumentenpaneel)
Controlesysteem voor lage
bandenspanning
Een te hoge of een te lage banden-
spanning reduceert de levensduur
van de banden, beïnvloedt de hand-
ling van de auto in negatieve zin en
kan tot onverwachte bandproblemen
OAC3073003TU
OAC3073003TU
leiden, waardoor u de controle over
de auto kunt verliezen met een onge-
val tot gevolg.
Controleer iedere maand bij koude ban-
den of de bandenspanning van alle ban-
den, inclusief het reservewiel (indien
van toepassing), overeenkomt met de
aanbevolen spanning op het voertuig-
plaatje of het bandenspanningslabel.
(Als de bandenmaat van uw auto niet
OAC3073040TU
OAC3073040TU
overeenkomt met de bandenmaat op
het voertuigplaatje of het bandenspan-
ningslabel, dient u de juiste spanning
voor deze banden te bepalen.)
Voor extra beveiliging is uw auto uitge-
rust met een controlesysteem voor lage
op
het
bandenspanning (TPMS) dat ervoor
zorgt dat een waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden
wanneer de bandenspanning van een of
meerdere band(en) aanmerkelijk te laag
is. Wanneer het waarschuwingslampje
lage bandenspanning brandt, dient u de
auto dus stil te zetten, de banden zo
snel mogelijk te controleren en ze op de
juiste spanning te brengen. Rijden op
banden waarvan de bandenspanning te
laag is, heeft oververhitte en mogelijk
beschadigde banden tot gevolg.
Te lage bandenspanning levert een
hoger brandstofverbruik op, verkort de
levensduur van de banden en heeft
mogelijk invloed op de rijeigenschap-
pen van de auto en de remweg.
WAARSCHUWING
08
8-11