Pagina 1
Onderhoud Specificaties Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van publicatie. Door HYUNDAI's streven naar een doorlopende verbetering van haar producten behouden wij ons tussentijdse wijzigingen voor. Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting.
Pagina 2
WAARSCHUWING: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI Er mogen geen aanpassingen aan uw HYUNDAI worden gedaan. Aanpassingen kunnen de prestaties, veiligheid of levensduur van uw HYUNDAI in negatieve zin beïnvloeden en kunnen daarnaast in strijd zijn met de bepalingen van de beperkte garantie. Bepaalde aanpassingen kunnen tevens in strijd zijn met de regelgeving van het betreffende ministerie en andere overheidsinstanties in uw land.
Pagina 3
WAARSCHUWING M.B.T. VEILIGHEID EN SCHADE AAN DE AUTO In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Deze koppen geven het volgende aan: GEVAAR OPMERKING GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke OPMERKING verwijst naar situatie die, indien niet vermeden, gevaarlijke situatie die, indien niet ernstig letsel tot gevolg zal hebben.
Pagina 4
VOORWOORD Gefeliciteerd en hartelijk dank voor het kiezen van een HYUNDAI. We zijn blij om u te verwelkomen bij het groeiende aantal vooraanstaande mensen die HYUNDAI rijden. We zijn zeer trots op de geavanceerde techniek en de hoogwaardige constructie van elke HYUNDAI die we maken.
Pagina 5
Inleiding VEILIGHEIDSMELDINGEN GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Uw veiligheid en de veiligheid van In dit instructieboekje worden de anderen is zeer belangrijk. In dit koppen GEVAAR, Wij willen u helpen om het meeste instructieboekje vindt veel WAARSCHUWING, OPMERKING, rijplezier van uw auto te krijgen. Het veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en AANWIJZING instructieboekje kan daar op vele...
Pagina 6
(we raden u aan kan hebben. aan de motor veroorzaken. een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen voor meer informatie). AANWIJZING gebruik LOODVRIJE BENZINE zijn...
Pagina 7
We adviseren u contact op - Brandstofadditieven 1. Gasohol met meer dan 10% nemen officiële (mangaan, Mn) ethanol. HYUNDAI-dealer lood- - Brandstofadditieven met ferroceen houdende benzine gaat gebruiken. 2. Benzine of gasohol die methanol (op basis van ijzer) bevat.
Pagina 8
Inleiding Gebruik van MTBE Gebruik geen methanol Uw officiële HYUNDAI-dealer kan u de additieven leveren en kan tevens HYUNDAI adviseert geen gebruik te Uw auto is niet geschikt voor het informatie verstrekken over het gebruik maken van brandstof die meer dan...
Pagina 9
(EUROPA) • Er mogen geen aanpassingen aan gedurende de eerste 1.000 km de deze auto worden gedaan. Door HYUNDAI stimuleert prestaties, het brandstofverbruik en aanpassingen kunnen milieuvriendelijke afvoer voor auto's de levensduur van uw auto in prestaties, de veiligheid of de einde positieve zin beïnvloeden.
Pagina 10
Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Kenmerken van uw auto Multimediasysteem INHOUDSOPGAVE Rijden met uw auto Wat te doen in een noodgeval Onderhoud Specificaties & consumenteninformatie Index...
Pagina 11
Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur (I) ..........1-2 Overzicht exterieur (II) .........1-3 Interieur, overzicht ..........1-4 Dashboard, oversicht (I) ........1-5 Dashboard, oversicht (II) ........1-6 Motorruimte............1-7...
Pagina 12
Uw auto in één oogopslag OVERZICHT EXTERIEUR (I) ■ Vooraanzicht 1. Portiersloten ...........3-14 2. Panoramadak .........3-37 3. Motorkap..........3-43 4. Buitenspiegel ..........3-28 5. Koplamp ........3-89, 7-57 6. Dagrijverlichting......3-96, 7-57 7. Voorruitenwisserbladen ....3-103, 7-23 8. Parkeerhulp ..........3-113 9. Banden en wielen......7-29, 8-4 De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Pagina 13
OVERZICHT EXTERIEUR (II) ■ Achteraanzicht 1. Tankdopklep..........3-46 2. Achterklep..........3-44 3. Achterruitenwisserblad ....3-103, 7-25 4. Ontwaseming........3-130 5. Antenne ............4-2 6. Achterlichtunit .........7-62 7. Derde remlicht ........7-65 8. Mistachterlicht .......3-95, 7-64 9. Parkeerhulp achter .......3-109 10. Achteruitrijcamera.......3-108 11. Sleepoog ..........6-40 De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OPDEN017002...
Pagina 14
Uw auto in één oogopslag INTERIEUR, OVERZICHT 1. Portiergreep binnen ......3-15 2. Toets inklapbare buitenspiegel ..3-30 3. Schakelaar spiegelbediening ..3-29 4. Blokkeerschakelaar ruitbediening..3-35 5. Schakelaars ruitbediening ....3-32 6. Bedieningstoets dashboardverlichting ......3-51 7. Lane Keeping Assist-systeem (LKAS)/ ..........5-71 Lane Departure Warning-systeem (LDWS) ..........5-80 8.
Pagina 16
Uw auto in één oogopslag DASHBOARD, OVERSICHT (II) 1. 12V-aansluiting ......3-137 ® 2. Aux, USB en iPod -aansluiting ..4-2 3. Draadloos laadsysteem mobiele telefoon ........3-139 4. Stoelverwarming ......2-20 5. Stuurwielverwarming ......3-25 6. Toets ESC OFF ......5-32 7. Toets parkeerhulpsysteem AAN/ ..3-113 Toets parkeerhulpsysteem achter UIT ........3-111 8.
Pagina 17
MOTORRUIMTE 1. Koelvloeistofreservoir /motorkoelvloeistofreservoirdop..7-13 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir..7-17 3. Luchtfilter ..........7-19 4. Peilstok motorolie........7-11 5. Vuldop motorolie .........7-11 6. Sproeierreservoir ........7-18 7. Zekeringkast ........7-43 8. Accu............7-25 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OPDEN077088...
Pagina 18
Veiligheidssysteem van uw auto In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie over hoe u uzelf en uw passagiers kunt beschermen. U krijgt uitleg over het correcte gebruik van de stoelen en veiligheidsgordels en over de werking van de airbags. Bovendien geeft dit hoofdstuk informatie over het op de juiste wijze vervoeren van baby's en kinderen in de auto.
Pagina 19
Veiligheidssysteem van uw auto BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN In dit hoofdstuk en in deze handleiding Gebruik voor alle kinderen Afleiding van de bestuurder vindt talrijke veiligheidsvoor- de juiste veiligheidssystemen Afleiding van de bestuurder vormt zorgsmaatregelen en -aanbevelingen. een ernstige bedreiging voor de Alle kinderen onder de 13 jaar moeten De veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in in uw auto worden vervoerd op de...
Pagina 20
• Uw mobiele apparatuur ALLEEN te Pas uw snelheid aan Houd uw auto in een veilige gebruiken als dit wettelijk is conditie Een te hoge snelheid speelt een toegestaan en de omstandigheden belangrijke aanrijdingen Een klapband of een mechanisch veilig gebruik mogelijk maken. waarbij gewonden en doden vallen.
Pagina 22
Veiligheids- Airbags (Vervolg) voorzorgsmaatregelen kunt voorzorgsmaatregelen • Houd het stuurwiel vast op 9 en nemen om de kans op letsel door Het zo afstellen van de stoelen dat 3 uur, zodat de kans op letsel een zich opblazende airbag te de bestuurder en de passagiers in aan uw armen en handen tot beperken.
Pagina 23
Veiligheidssysteem van uw auto Veiligheidsgordels Voorstoelen (Vervolg) Doe bij elke rit voor het wegrijden De voorstoel kan worden afgesteld • Zet de rugleuning altijd zo eerst de veiligheidsgordel om. met de bedieningshendel (of knop) of veel mogelijk rechtop en -schakelaars aan de buitenzijde van De inzittenden moeten altijd rechtop draag het heupgedeelte van de zitting.
Pagina 24
Handmatige verstelling (Vervolg) OPMERKING • Zorg ervoor dat de rugleuning Om letsel te voorkomen: altijd in de normale positie kan worden gezet en niets de juiste • Verstel uw stoel niet als u de vergrendeling veiligheidsgordel omgedaan rugleuning hindert. hebt. •...
Pagina 25
Veiligheidssysteem van uw auto Verstellen van de rugleuning De veiligheidsgordel moet strak over uw heupen en borst lopen voor een Het tijdens het rijden zitten op een maximale effectiviteit. stoel met een rugleuning die te ver rugleuning te ver achterover staat, achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Pagina 26
Om de lendensteun in dat geval in hoogte te kunnen verstellen, moet hij iets naar voren worden gezet door op de voorzijde van de schakelaar (1) te drukken. OPDEN037004 OPDEN037070 Afstellen van de zittinghoogte Lendensteun (indien van toepassing) (indien van toepassing) Om de zittinghoogte te wijzigen: lendensteun worden...
Pagina 27
Veiligheidssysteem van uw auto Elektrische verstelling WAARSCHUWING Laat kinderen NOOIT alleen achter in de auto. De elektrisch verstelbare stoelen kunnen ook bediend worden als het contact uit staat. AANWIJZING OPDEN037005 OPDEN037006 Verstellen in voor-/achterwaartse Hellingshoek rugleuning Om beschadiging van de stoelen richting te voorkomen: Stel de rugleuning als volgt af:...
Pagina 28
Verstellen van de rugleuning De veiligheidsgordel moet strak over uw heupen en borst lopen voor een Het tijdens het rijden zitten op een maximale effectiviteit. stoel met een rugleuning die te rugleuning te ver achterover staat, verachterover staat kan gevaarlijk kan de schoudergordel zijn werk niet zijn.
Pagina 29
Veiligheidssysteem van uw auto Obergvak in rugleuning (indien van toepassing) OPDEN037071 OPDEN037008 Zittinglengte Lendensteun (indien van toepassing) (indien van toepassing) lendensteun worden OPDEN037074 afgesteld door op de schakelaar voor De zittinglengte wijzigen: rugleuning beide de lendensteun te drukken. 1. Trek de hendel omhoog om de voorstoelen bevindt zich...
Pagina 30
Achterstoelen Neerklappen van de achterstoelen De rugleuningen achter kunnen worden neergeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING OPDEN037018 OPDEN037019 • Laat nooit iemand op een Neerklappen van de rugleuning 3. Plaats veiligheidsgordel neergeklapte rugleuning zitten achter:...
Pagina 31
Veiligheidssysteem van uw auto WAARSCHUWING Zorg ervoor, indien rugleuning achter weer rechtop zet, dat u deze vasthoudt en rustig omhoog klapt. Controleer rugleuning goed vergrendeld is door tegen de bovenzijde van de rugleuning te drukken. Anders kan bij een aanrijding noodstop OPDEN037020 OPDEN037062...
Pagina 32
Armsteun Vervoeren van lange, WAARSCHUWING (indien van toepassing) smalle voorwerpen (indien van toepassing) Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen om te voorkomen dat deze bij een aanrijding gaan schuiven en de inzittenden raken en zo ernstig letsel veroorzaken. WAARSCHUWING motor uit, zet selectiehendel stand...
Pagina 33
Veiligheidssysteem van uw auto Hoofdsteun (Vervolg) OPMERKING De hoofdsteunen voor en achter zijn • verstelbaar. hoofdsteunen • Wees voorzichtig vergroten het comfort voor de plaatsen van bagage op de inzittenden, maar belangrijker is dat achterbank om schade aan ze speciaal ontworpen zijn om de het interieur te voorkomen.
Pagina 34
Hoofdsteunen voorstoelen AANWIJZING Sla, beschadiging voorkomen, NOOIT tegen hoofdsteun en trek er niet aan. OPMERKING Wanneer er geen inzittenden aanwezig zijn achterstoelen, hoofdsteunen in de laagste OPDEN037010 stand. De hoofdsteunen van de Afstellen van de hoogte OPDE036068 achterstoelen kunnen het zicht De hoofdsteun hoger afstellen: naar achteren belemmeren.
Pagina 35
Veiligheidssysteem van uw auto ■ Type A OPDEN037011 ■ Type B OPDEN037009 OLF034015 Verstellen in voor-/achterwaartse AANWIJZING richting Wanneer u de rugleuning naar De hoofdsteun kan in drie standen voren klapt terwijl de hoofdsteun naar wens naar voren worden en zitting in een hoge stand staan, getrokken.
Pagina 36
■ Type A 3. Zet de rugleuning (4) rechtop met 4. Zet de rugleuning (4) rechtop met de knop of de schakelaar voor de de knop of de schakelaar voor de rugleuningverstelling (3). rugleuningverstelling (3). WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laat tijdens het rijden NOOIT Controleer of de hoofdsteunen iemand zitten in een stoel goed vergrendeld zijn nadat ze...
Pagina 37
Veiligheidssysteem van uw auto Hoofdsteunen achterstoelen Stoelverwarming Stoelverwarming voor (indien van toepassing) Met de stoelverwarming kunnen de stoelen bij lage buitentemperaturen worden verwarmd. WAARSCHUWING stoelverwarming ERNSTIGE BRANDWONDEN OPDEN037017 veroorzaken, zelfs lage Afstellen van de hoogte OPDE036069 temperaturen, en in het bijzonder De hoofdsteun hoger afstellen: Elke achterstoel is voor de veiligheid als de stoelverwarming gedurende...
Pagina 38
AANWIJZING (Vervolg) • Kinderen, ouderen, gehandi- beschadiging capten en ziekenhuispatiënten. stoelverwarming en stoelen te voorkomen: • Mensen met een gevoelige huid gemakkelijk • Gebruik voor het reinigen van de verbranden. stoelen geen oplosmiddel, zoals thinner, benzeen, alcohol of • Vermoeide personen. wasbenzine.
Pagina 39
Veiligheidssysteem van uw auto VEILIGHEIDSGORDELS • Iedere keer als u op de toets drukt, In dit hoofdstuk wordt beschreven WAARSCHUWING verandert de temperatuurinstelling hoe de veiligheidsgordels op de juiste voor de stoel als volgt: manier gebruikt worden. Verder ALLE inzittenden moeten de worden er zaken behandeld die →...
Pagina 40
(Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • Vervoer nooit meerdere • Maak veiligheidsgordel Beschadigde veiligheidsgordels kinderen op één stoel of tijdens het rijden NOOIT los. en gordelmechanismen zullen vastgezet één Hierdoor kunt u de controle niet goed werken. Vervang een veiligheidsgordel. over auto verliezen, veiligheidsgordel altijd: waardoor er een ongeval kan...
Pagina 41
Veiligheidssysteem van uw auto Waarschuwingslampje Wanneer de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt als het contact in stand veiligheidsgordel ON wordt gezet of wanneer hij wordt Waarschuwingssysteem losgemaakt nadat het contact in veiligheidsgordels stand gezet, waarschuwingslampje ■ Instrumentenpaneel veiligheidsgordel branden totdat de gordel wordt vastgemaakt.
Pagina 42
Als u gaat rijden terwijl u de Informatie veiligheidsgordel niet hebt • Het waarschuwingslampje voor de vastgemaakt of de veiligheidsgordel voorpassagiersgordel bevindt zich losmaakt terwijl u rijdt met een in de middenconsole. snelheid lager dan 20 km/h, blijft het desbetreffende waarschu- •...
Pagina 43
Veiligheidssysteem van uw auto - De veiligheidsgordel achter wordt Veiligheidsgordels Als u zich langzaam voorover losgemaakt wanneer u langzamer beweegt, rolt de gordel af en hebt u Driepuntsgordel dan 20 km/h rijdt. een maximale bewegingsruimte. Als de veiligheidsgordel achter wordt Bij een noodstop of een aanrijding vastgemaakt, gaat...
Pagina 44
■ Voorstoel (Vervolg) • De schoudergordel moet over de ene arm en onder de andere door lopen, zoals aangegeven in de afbeelding. • Vergrendel bevesti- gingspunt van de schouder- gordel altijd op de juiste hoogte. • Laat de schoudergordel nooit langs uw nek of over uw gezicht lopen.
Pagina 45
Veiligheidssysteem van uw auto Middelste veiligheidsgordel achter (driepuntsgordel middelste zitplaats achter) ODH033057 OPDE036071 Losmaken van de veiligheidsgordel: 2. Trek aan de gesp (B) en steek deze in de gordelsluiting (B') totdat Druk op de ontgrendelknop (1) van een klik hoorbaar is. De klik geeft de gordelsluiting.
Pagina 46
Gordelspanner veiligheidsgordel Wanneer plotseling wordt afgeremd WAARSCHUWING of wanneer de inzittende te snel voorover probeert te buigen, wordt Zorg ervoor dat de metalen de gordel door de blokkeerautomaat gesp altijd vergrendeld. Bij bepaalde frontale gordelsluiting (A') is gestoken. aanrijdingen zal de gordelspanner geactiveerd worden en zal deze de veiligheidsgordel strakker om het Informatie...
Pagina 47
Daarom adviseren OPDE037069 vervangen. Laat dit over aan we u het systeem te laten Het veiligheidsgordelsysteem met een officiële HYUNDAI-dealer. repareren door een officiële gordelspanner bestaat hoofdzakelijk • Stel de veiligheidsgordels niet HYUNDAI-dealer. uit de volgende onderdelen. De bloot aan schokken.
Pagina 48
NOOIT over of airbagmodule dan zo spoedig boven de onderbuik dragen. mogelijk controleren door een officiële Hyundai-dealer. 2-31...
Pagina 49
Veiligheidssysteem van uw auto Kinderen en het gebruik Kleine kinderen zijn bij een ongeval WAARSCHUWING het best beschermd als ze goed van veiligheidsgordels vastgezet achterstoel Baby's en kleine kinderen Zet een baby of kind ALTIJD op vervoerd worden in een wettelijk In de meeste landen zijn regels over de juiste wijze vast in een goedgekeurd kinderzitje.
Pagina 50
Probeer het kind verder naar het Gehandicapten en het gebruik Grotere kinderen midden plaats te laten nemen van veiligheidsgordels Kinderen jonger dan 13 jaar en wanneer het schoudergedeelte over kinderen die te groot zijn voor een Ook gehandicapten die in de auto de hals of het gezicht van het kind zittingverhoging moeten altijd op een vervoerd...
Pagina 51
We adviseren u aanzienlijk toe. contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. • Bestuurder passagiers moeten altijd goed in hun stoel zitten, de gordel op de juiste manier dragen en de rugleuning zo ver mogelijk rechtop zetten.
Pagina 52
Volgens ongevallenstatistieken lopen • Laat een HYUNDAI-dealer na kinderen minder risico in een een ongeval het kinderzitje, de kinderzitje op een achterstoel dan in veiligheidsgordels, de ISOFIX- een kinderzitje op de voorstoel.
Pagina 53
Veiligheidssysteem van uw auto Kiezen van een kinderzitje Soorten kinderzitjes (CRS) Er zijn in grote lijnen drie soorten kinderzitjes: zitjes waarbij het kind kiezen met het gezicht naar achteren kinderzitje altijd het volgende: gericht zit, zitjes waarbij het kind met •...
Pagina 54
Kinderen jonger dan 1 jaar moeten Zittingverhogingen altijd worden vervoerd in een Een zittingverhoging is een zitje dat kinderzitje waarbij het kind met het ervoor zorgt dat de veiligheidsgordel gezicht naar achteren gericht zit. Er van de auto beter aansluit. Bij bestaan verschillende soorten...
Pagina 55
Veiligheidssysteem van uw auto Plaatsen van een kinderzitje Nadat u een goede kinderzitje heb Verstel de hellingshoek van de gekozen voor kind rugleuning en/of schuif de stoel (CRS) gecontroleerd hebt naar voren of achteren om ervoor kinderzitje goed past goed op de te zorgen dat het kinderzitje zo WAARSCHUWING zitplaats, moeten deze drie stappen...
Pagina 56
ISOFIX-bevestigingspunten en Om het ISOFIX-systeem van uw auto te kunnen gebruiken moet u Top Tether-bevestigingspunt over een kinderzitje met ISOFIX- (ISOFIX-bevestigingssysteem) bevestigingspunten beschikken. voor kinderzitjes Aanwijzingen voor de bevestiging Het kinderzitje wordt tijdens het van het kinderzitje aan de ISOFIX- rijden ongeval bevestigingspunten worden door de...
Pagina 57
Veiligheidssysteem van uw auto Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING met het ISOFIX- Positie-indicator ISOFIX- bevestigingspunt bevestigingssysteem Neem bij het gebruik van het Plaats i-Size ISOFIX- ISOFIX-systeem altijd kinderzitje op de volgende wijze op volgende voorzorgsmaat- een van de buitenste zitplaatsen regelen in acht: achter: •...
Pagina 58
Vastzetten van een kinderzitje (Vervolg) met behulp van het Top Tether- • Bevestig NOOIT meer dan één bevestigingssysteem kinderzitje één paar bevestigingspunten. Hierdoor zouden bevestigingspunten van de auto of van het zitje speling kunnen krijgen of kunnen bezwijken. • Laat na een ongeval het ISOFIX-systeem altijd door uw OPDEN037030 dealer...
Pagina 59
Veiligheidssysteem van uw auto (Vervolg) WAARSCHUWING • De bevestigingspunten zijn Neem bij het aanbrengen van de alleen berekend Tether-riem altijd belasting erop wordt volgende voorzorgsmaatregelen uitgeoefend door een juist in acht: gemonteerd kinderzitje. • Lees alle aanwijzingen van de Ze mogen in geen geval fabrikant van het kinderzitje worden gebruikt...
Pagina 60
Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de ISOFIX-kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voorschriften ISOFIX-bevestigingspunten Gewichtsgroep Lengteklasse Bevestiging 2e zitrij Voorpassagier Links Midden Rechts ISO/L1 Reiswieg ISO/L2 0-: tot 10 kg ISO/R1 ISO/R1 0+: tot 13 kg ISO/R2 ISO/R3 ISO/R2 ISO/R3 1: 9 tot 18 kg ISO/F2 IUF, IL IUF, IL...
Pagina 61
Veiligheidssysteem van uw auto Vastzetten van een kinderzitje met een driepuntsgordel Als het ISOFIX-bevestigingssysteem niet wordt gebruikt, moet een kinderzitje altijd met het heupgedeelte van een driepuntsgordel worden vastgezet op een achterstoel. ODH033063 OLMB033046 2. Zet gesp vast 3. Beperk zo veel mogelijk de speling gordelsluiting.
Pagina 62
Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de "universele" categorie kinderzitjes die vastgezet worden met gordels overeenkomstig de ECE-voorschriften Zitpositie Buitenzijde voorpassagier Tweede rij Gewichtsgroep Airbag Airbag Midden Buitenzijde links Buitenzijde rechts geactiveerd gedeactiveerd (DRIEPUNTSGORDEL) Groep. 0 Tot 10kg (0-9 maanden) Groep. 0 + Tot 13kg (0-2 jaar) Groep.
Pagina 63
Veiligheidssysteem van uw auto i-Size kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voorschriften Zitpositie Tweede rij Gewichtsgroep Voorpassagier Buitenzijde links Midden Buitenzijde rechts i-Size kinderzitjes i-U : Geschikt voor i-Size “universele” kinderzitjes waarbij het kind met het gezicht naar voren of naar achteren gericht zit. i-UF : Alleen geschikt voor i-Size “universele”...
Pagina 64
AIRBAG - AANVULLEND VEILIGHEIDSSYSTEEM 1. Bestuurdersairbag 2. Voorpassagiersairbag 3. Zijairbag 4. Curtain airbag 5. Knie-airbag* 6. ON/OFF-schakelaar voorpassagiersairbag *: indien van toepassing Het werkelijke aantal airbags kan afwijken van de afbeelding. OPDEN037032/OPDE036066 2-47...
Pagina 65
Veiligheidssysteem van uw auto Auto's zijn voorzien WAARSCHUWING airbagsysteem voor bestuurdersstoel VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN voorpassagiersstoel. MET BETREKKING TOT AIRBAGS De frontairbags zijn ontworpen als Iedere keer, bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs als de auto is aanvulling voorzien van airbags, kunt u bij een aanrijding ernstig gewond raken driepuntsveiligheidsgordels.
Pagina 66
Waar zitten de airbags? ■ Knie-airbag bestuurder WAARSCHUWING Bestuurdersairbag en voorpassagiersairbag Om de kans op ernstig letsel (indien van toepassing) door zich opblazende airbag voor beperken, ■ Bestuurdersairbag moeten de volgende voorzorgs- maatregelen getroffen worden: • Alle inzittenden moeten altijd OPD036041 hun veiligheidsgordel dragen: Uw auto is uitgerust met een...
Pagina 67
Veiligheidssysteem van uw auto (Vervolg) • Er mogen geen voorwerpen (zoals een beschermhoes, een houder voor een mobiele telefoon, een bekerhouder, luchtverfrisser stickers) op of in de buurt van de airbagmodules op het stuurwiel, op het dashboard, op de voorruit of op het dashboardpaneel boven het OPDE036064 OPDE036036...
Pagina 68
• Laat in dat geval de ON/OFF- Informatie schakelaar voor voorpassagiersairbag en het Het controlelampje voorpassagiers- airbagsysteem spoedig airbag ON/OFF brandt gedurende mogelijk controleren door een ongeveer 4 seconden nadat het contact officiële HYUNDAI-dealer. in stand ON is gezet. 2-51...
Pagina 69
Veiligheidssysteem van uw auto Zijairbags De zijairbags zijn ontworpen om (Vervolg) tijdens bepaalde aanrijdingen van • Laat passagiers niet met het opzij geactiveerd worden, hoofd of andere delen van het afhankelijk van de ernst, de hoek, de lichaam tegen portier snelheid en de plaats waarop de leunen, hun armen uit het raam auto wordt geraakt.
Pagina 70
• Alle inzittenden moeten altijd langs de rand van het dak boven de laat systeem hun veiligheidsgordel dragen: voor- en achterportieren. controleren door een officiële de gordel houdt de inzittende HYUNDAI-dealer. zo goed mogelijk op zijn plaats. (Vervolg) 2-53...
Pagina 71
Veiligheidssysteem van uw auto Hoe werkt het airbagsysteem? (8) Airbagmodule (SRSCM)/ (Vervolg) rollover-sensor • Plaats kinderzitjes op de juiste (9) Airbagsensoren voor manier en zo ver mogelijk van (10) Druksensoren opzij het portier vandaan. (11) Controlelampje voorpassa- • Plaats geen voorwerpen op de giersairbag ON/OFF airbag.
Pagina 72
Het lampje knippert als de aanrijdingen van voren of opzij motor draait. geactiveerd om de inzittenden te We adviseren u het aanvullend beschermen tegen ernstig letsel. veiligheidssysteem snel mogelijk door officiële HYUNDAI-dealer laten controleren als een van deze omstandigheden zich voordoet. 2-55...
Pagina 73
Veiligheidssysteem van uw auto • Er is geen bepaalde snelheid • Naast het opblazen tijdens een Het snel opblazen van een airbag waarbij airbags worden ernstige aanrijding opzij echter letsel zoals geactiveerd. Of de airbags worden worden bij auto's met een rollover- schaafwonden in het gezicht, geactiveerd, hangt voornamelijk af sensor de zijairbags en/of de...
Pagina 74
■ ■ ■ Bestuurdersairbag (1) Bestuurdersairbag (2) Bestuurdersairbag (3) OLMB033056 ■ Voorpassagiersairbag OLMB033054 OLMB033055 Als de SRSCM oordeelt dat de Als de airbags worden geactiveerd, kracht waaraan de voorzijde van de scheuren de afdekkappen op vooraf auto wordt blootgesteld bepaalde plaatsen open als gevolg bepaalde drempelwaarde van de zich vullende airbags.
Pagina 75
Curtain airbags kunnen enige tijd water na. Raadpleeg een arts als de officiële HYUNDAI-dealer. gedeeltelijk opgeblazen blijven nadat symptomen aanhouden. Airbags zijn ontworpen voor ze zijn geactiveerd. eenmalig gebruik.
Pagina 76
ERNSTIG LETSEL van het kind zijn ingebouwd en voorkom onnodig wordt geactiveerd. tot gevolg hebben. dat deze plaatsen door een • Laat alle reparaties voorwerp worden geraakt. airbags door een officiële (Vervolg) HYUNDAI-dealer uitvoeren. 2-59...
Pagina 77
Veiligheidssysteem van uw auto 1. Airbagmodule 2. Airbagsensor voor 3. Druksensor opzij (voor)* 4. Zijairbagsensor (achter)* * : indien van toepassing OPDEN037046/OPDEN037047/OPDEN037048/OPD036049/OPD036050 2-60...
Pagina 78
Voorwaarden voor activeren De bestuurders- en voorpassagiers- airbag zijn weliswaar ontworpen om airbags bij frontale aanrijdingen te worden opgeblazen, ze kunnen ook bij andere aanrijdingen, waarbij een bepaalde vertraging lengterichting wordt waargenomen door de sensoren voor, worden opgeblazen. De zijairbags en curtain airbags zijn ontworpen...
Pagina 79
Veiligheidssysteem van uw auto Voorwaarden voor niet-activeren van de airbags OPD036055 OPD036056 De frontairbags zijn niet ontworpen frontairbags worden om te worden geactiveerd bij zijdelingse aanrijdingen soms niet OPD036054 aanrijdingen van achter, omdat de geactiveerd. De inzittenden bewegen Bij bepaalde aanrijdingen met lage inzittenden dan door de botskracht altijd in de richting van de aanrijding, snelheden worden de airbags niet...
Pagina 80
OTL035069 OPD036057 OTL035068 Bij een aanrijding op een helling of Net voor een aanrijding remmen Als de auto over de kop slaat, bieden onder een hoek kan de kracht van de bestuurders vaak sterk af. Door zo airbags vóór geen extra aanrijding de inzittenden in een sterk af te remmen, zakt de voorzijde...
Pagina 81
HYUNDAI-dealer. Een (Vervolg) onjuiste behandeling aanvullend veiligheidssysteem kan leiden tot ernstig letsel. 2-64...
Pagina 82
Neem voor Modificatie van de voorstoelen kan benodigde informatie contact de werking van de sensoren van het op met een officiële HYUNDAI- aanvullend veiligheidssysteem of dealer. Het niet opvolgen van van de zijairbags in negatieve zin deze voorzorgsmaatregelen beïnvloeden.
Pagina 83
Veiligheidssysteem van uw auto Monteren van accessoires of Waarschuwingslabels airbags modificaties aan uw met airbags uitgeruste auto Als u modificaties aan het chassis, bumper, voorzijde, plaatwerk opzij of de rijhoogte aanbrengt of laat aanbrengen, kan dat invloed hebben op de werking van het airbagsysteem van uw auto.
Pagina 84
Kenmerken van uw auto Toegang tot uw auto ..........3-4 Spiegels ..............3-27 Afstandsbediening.............3-4 Binnenspiegel ..............3-27 Smart Key................3-7 Buitenspiegel ..............3-28 Startblokkeersysteem ............3-12 Parkeerhulp bij achteruit inparkeren......3-31 Sloten ..............3-14 Ruiten..............3-32 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ Elektrisch bedienbare ruiten ........3-32 ontgrendelen ..............3-14 Panoramisch schuif-/kanteldak ......3-37 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/ Zonnescherm..............3-38 ontgrendelen ..............3-15...
Pagina 85
LCD-display............3-76 Automatisch verwarmings- en Bediening LCD-display...........3-76 ventilatiesysteem ..........3-116 Modi LCD-display............3-77 Automatische verwarming en airconditioning ..3-117 Tripcomputer............3-86 Handmatig bediende verwarming en Modi tripcomputer ............3-86 airconditioning ...............3-118 Verlichting .............3-89 Werking systeem............3-123 Onderhoud van het systeem........3-125 Verlichting buitenzijde ...........3-89 Statische bochtverlichting..........3-97 Voorruit ontdooien en ontwasemen ....3-128 Welcome-systeem............3-97 Automatisch verwarmings-en ventilatiesysteem..3-129 Interieurverlichting............3-98...
Pagina 87
OPDE046001 4. Als de portieren vergrendeld zijn, zal afstandsbediening Ontgrendelen het controlelampje in de schakelaar HYUNDAI kunt u gebruiken om de Ontgrendelen: voor de centrale vergrendeling/ portieren (en de achterklep) te 1. Druk op de ontgrendeltoets voor ontgrendeling gaan branden.
Pagina 88
Starten Mechanische sleutel Informatie Zie voor meer informatie "Contactslot" Als 30 seconden na het ontgrendelen in hoofdstuk 5. van de portieren niet een van de portieren is geopend, worden ze AANWIJZING automatisch weer vergrendeld. Voorkom beschadiging van de afstandsbediening : Ontgrendelen van de achterklep •...
Pagina 89
• Als de sleutel in het contactslot is bevoegd is om de apparatuur te contact op te nemen met een gestoken. bedienen. Als de portiervergrendeling officiële HYUNDAI-dealer. afstandsbediening door • Als u zich buiten het bereik bevindt Wanneer de afstandsbediening zich wijzigingen of aanpassingen waarvoor (ongeveer 30 m).
Pagina 90
HYUNDAI-dealer. Informatie OPDE046044 onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn De Smart Key van uw HYUNDAI OPD046002 voor het milieu en voor de kunt u gebruiken om de portieren (en gezondheid. Voer de batterij de achterklep) te vergrendelen of Type batterij : CR2032...
Pagina 91
Kenmerken van uw auto Vergrendelen 4. Als de portieren vergrendeld zijn, zal WAARSCHUWING het controlelampje in de schakelaar voor de centrale vergrendeling/ Laat kinderen nooit zonder ontgrendeling gaan branden. toezicht achter terwijl de Smart Key zich in de auto bevindt. Informatie Kinderen die zonder toezicht achterblijven, kunnen op de...
Pagina 92
Ontgrendelen Informatie Informatie • De toets op de portiergreep werkt • Met de ontgrendeltoets voor de alleen als de Smart Key zich binnen achterklep (3) wordt de achterklep een afstand van 0,7 - 1 m van de alleen ontgrendeld. Hij opent het buitenportiergreep bevindt.
Pagina 93
"Startknop" in hoofdstuk 5. ontgrendelen. adviseren we u de auto en de resterende sleutel onmiddellijk naar AANWIJZING een officiële HYUNDAI-dealer te brengen of, indien nodig, de auto te Beschadiging van de Smart Key laten wegslepen. voorkomen : • Houd de Smart Key uit de buurt van water en andere vloeistoffen, en van vuur.
Pagina 94
Smart Key, adviseren we u contact op te nemen met een AANWIJZING officiële HYUNDAI-dealer. Neem de Smart Key altijd met u mee wanneer u de auto verlaat. Als de Smart Key in de buurt van de auto wordt achtergelaten, raakt de accu mogelijk ontladen.
Pagina 95
Het startblokkeersysteem beschermt adviseren we u contact op te nemen uw auto tegen diefstal. Als een met een officiële HYUNDAI-dealer. onjuist gecodeerde sleutel (of ander apparaat) wordt gebruikt, wordt het Informatie brandstofsysteem van de motor uitgeschakeld. onjuist...
Pagina 96
De transponder in uw sleutel is raden we u aan contact op te nemen een belangrijk onderdeel van het met een HYUNDAI-dealer. startblokkeersysteem. Probeer geen wijzigingen aan te ontworpen voor jarenlang pro- brengen aan het systeem of het uit te bleemloos gebruik.
Pagina 97
Kenmerken van uw auto SLOTEN Portiersloten van buitenaf Afstandsbediening Smart Key vergrendelen/ontgrendelen Mechanische sleutel ■ Afstandsbediening ■ Smart Key OPD046005 OPDE046413 Portieren Portieren ontgrendelen vergrendelen Druk, portieren OPD046006 vergrendelen, op de vergrendeltoets Draai sleutel richting voor portieren achterzijde van de auto om te afstandsbediening.
Pagina 98
Druk, portieren Informatie ontgrendelen, op de toets op de Als de voeding naar de schakelaar voor buitenportiergreep terwijl u de Smart de centrale portiervergrendeling is Key bij u draagt of druk op de onderbroken (bijv. lege ontgrendeltoets voor de portieren op voertuigaccu) en de achterklep gesloten de Smart Key.
Pagina 99
Kenmerken van uw auto Met de schakelaar centrale - Als een willekeurig portier wordt Achterportier ontgrendeld, vergrendeling/ontgrendeling Als er eenmaal aan de portiergreep controlelampje van de schakelaar aan de binnenzijde wordt getrokken voor de centrale vergrendeling terwijl het portier is vergrendeld, uitgaan.
Pagina 100
WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laat kinderen en huisdieren nooit Als u uw auto verlaat zonder deze Het openen van een portier als zonder toezicht achter in de auto. te vergrendelen, bestaat de kans iemand of iets de auto nadert, Een afgesloten auto kan binnenin dat hij gestolen wordt of dat zich schade letsel...
Pagina 101
Kenmerken van uw auto Kenmerken van de Kindersloten achterportieren Steek sleutel schroevendraaier) (1) in de opening automatische en draai het kinderslot in de stand portiervergrendeling/ vergrendeld slot -ontgrendeling vergrendelen. Portierontgrendelsysteem Ontgrendel het kinderslot om ervoor (indien van toepassing) te zorgen dat een achterportier van Wanneer bij een aanrijding de binnenuit kan worden geopend.
Pagina 102
ANTIDIEFSTALSYSTEEM Dit systeem helpt uw auto en De alarmknipperlichten knipperen Informatie waardevolle spullen te beschermen. eenmaal om aan te geven dat het • Vergrendel de portieren pas als alle claxon klinkt systeem is ingeschakeld. inzittenden de auto hebben verlaten. alarmknipperlichten knipperen antidiefstalsysteem Als het alarm is ingeschakeld terwijl...
Pagina 103
: opgeslagen en opgeroepen. bestuurdersstoel niet goed werkt, 1. WAARSCHUWING - Stand bestuurdersstoel raden we u aan het systeem te laten 2. VEILIGHEIDSSYSTEEM - Stand buitenspiegels controleren door officiële HYUNDAI-dealer. - Helderheid dashboardverlichting 3-20...
Pagina 104
Opslaan van standen in het Oproepen standen uit het Informatie geheugen geheugen • Als de geheugeninstellingen "1" 1. Zet het contact in stand ON. 1. Zet het contact in stand ON. worden opgeroepen, wordt het 2. Stel stand 2. Druk gewenste aanpassen van de in het geheugen bestuurdersstoel, de stand van de...
Pagina 105
Kenmerken van uw auto Instapfunctie OPMERKING (indien van toepassing) Het systeem beweegt de bestuur- De bestuurder dient voorzichtig te dersstoel als volgt automatisch : werk te gaan bij het gebruik van deze functie om te voorkomen dat • Zonder Smart Key-systeem de passagier of het kind op - De bestuurdersstoel beweegt naar achterbank letsel oploopt.
Pagina 106
Zo wordt het sturen zwaarder houden. Breng uw auto naar een zelfdiagnose voltooid is, gaat het wanneer de rijsnelheid toeneemt en officiële HYUNDAI-dealer en laat draaien aan het stuur weer net zo lichter wanneer de snelheid afneemt. het systeem zo snel mogelijk licht als anders.
Pagina 107
Kenmerken van uw auto In hoogte en lengte (vervolg) verstelbare stuurkolom • Als u bij stilstaande auto het stuurwiel continu van aanslag tot Stel het stuurwiel zo af dat het op uw aanslag draait, neemt de benodigde borst is gericht en niet op uw hoofd. stuurkracht toe.
Pagina 108
Stuurwielverwarming Informatie Informatie (indien van toepassing) Het is mogelijk dat de ontgren- De stuurwielverwarming zal ongeveer delhendel, na het instellen, het 30 minuten na het inschakelen stuurwiel niet blokkeert. automatisch worden uitgeschakeld. Dit duidt niet op een storing. Dit Als de motor wordt afgezet terwijl de gebeurt als twee tandwielen niet stuurwielverwarming is ingeschakeld, correct in elkaar grijpen.
Pagina 109
Kenmerken van uw auto Claxon OPDEN047014 Druk op het gedeelte van het stuurwiel bij het claxonsymbool om te claxonneren. De claxon wordt alleen bediend wanneer op dit gedeelte wordt gedrukt. AANWIJZING Om de claxon te bedienen hoeft u niet op het claxongedeelte te slaan.
Pagina 110
SPIEGELS Binnenspiegel Elektrochromatische spiegel WAARSCHUWING (ECM) Stel voor het rijden de binnenspiegel elektrochromatische binnen- zo af dat u in het midden van de Verstel spiegel NOOIT spiegel voorkomt 's nachts of als er spiegel het midden van de achterruit tijdens het rijden. Hierdoor kunt weinig licht is automatisch ver- ziet.
Pagina 111
Kenmerken van uw auto Buitenspiegel WAARSCHUWING • De rechter buitenspiegel is convergerend. uitvoeringen voor sommige landen linker buitenspiegel convergerend. Objecten in de spiegel zijn daardoor dichterbij dan ze lijken. • Gebruik bij het veranderen OAD045010 rijstrook daarom Bedienen van elektrochromatische binnenspiegel en kijk opzij om OPD046016 binnenspiegel :...
Pagina 112
Afstellen van de buitenspiegels AANWIJZING AANWIJZING • De spiegels stoppen • Gebruik geen krabber om de spiegel ijsvrij te maken, anders beweging maximale kan het spiegelglas beschadigd stelhoek bereikt is. De stelmotor raken. blijft echter draaien zolang de schakelaar ingedrukt blijft. Houd •...
Pagina 113
Kenmerken van uw auto Inklappen buitenspiegel • Met Smart Key-systeem - De spiegels worden uitgeklapt wanneer de portieren worden vergrendeld of ontgren- deld met de Smart Key. - De spiegels worden uitgeklapt wanneer de portieren worden vergrendeld of ontgren- deld toets buitenportiergreep.
Pagina 114
Parkeerhulp bij achteruit Het al dan niet bewegen van de spiegels is afhankelijk van de stand inparkeren van de buitenspiegelschakelaar (1): (indien van toepassing) Links/rechts : Als de schakelaar L (links) of R (rechts) is geselecteerd, bewe- beide buiten- spiegels. Neutraal : Als geen schakelaar is geselecteerd, bewegen de buitenspiegels niet.
Pagina 116
Om de ruiten te kunnen sluiten of Ruiten openen en sluiten Informatie openen, moet het contact in stand • In een koud en nat klimaat werken ON staan. Ieder portier is voorzien de elektrisch bedienbare ruiten schakelaar voor mogelijk niet door bediening van de desbetreffende bevriezingsverschijnselen.
Pagina 117
Als een obstakel gesignaleerd wordt controleren door officiële tijdens het automatisch sluiten van HYUNDAI-dealer. een ruit, stopt de beweging van de ruit en zakt de ruit ongeveer 30 cm, zodat WAARSCHUWING het voorwerp verwijderd kan worden. Als de ruit weerstand ondervindt...
Pagina 118
Blokkeerschakelaar • Kan de elektrisch bedienbare Informatie ruit in het voorpassagiersportier ruitbediening klembeveiliging voor worden bediend met de schakelaar portierruit werkt alleen als de in het voorpassagiersportier. automatische sluitfunctie wordt • Kunnen de elektrisch bedienbare gebruikt door de schakelaar omhoog ruiten in de achterportieren niet te trekken tot de tweede stand.
Pagina 119
Kenmerken van uw auto AANWIJZING (vervolg) • Laat een kind NOOIT zonder • Open of sluit telkens maar één ruit tegelijk. Anders kan de toezicht achter in de auto. Ook elektrische ruitbediening zeer jonge kinderen kunnen beschadigd raken. Hierdoor zal ongeluk auto beweging...
Pagina 120
PANORAMISCH SCHUIF-/KANTELDAK (INDIEN VAN TOEPASSING) Indien uw auto is uitgerust met een Informatie WAARSCHUWING schuif-/kanteldak, kunt u het schuif- • In een koud en nat klimaat werkt /kanteldak met behulp van de hendel in • Verstel het schuif-/kanteldak het schuif-/kanteldak mogelijk niet dakconsole openschuiven zonnescherm...
Pagina 121
Kenmerken van uw auto Zonnescherm Open-/dichtschuiven van het (vervolg) schuif-/kanteldak • Een panoramadak is gemaakt Als het zonnescherm gesloten is van glas en kan daarom bij ongeval breken. Inzittenden die niet op de juiste wijze worden beschermd (door bijvoorbeeld veiligheidsgordel, baby-/kinderzitje enz.), kunnen door het gebroken...
Pagina 122
Als het zonnescherm geopend is Kantelen van het schuif- / Als het zonnescherm geopend is kanteldak Als u de bedieningshendel van het Als u de hendel van het schuifdak schuif-/kanteldak naar achteren omhoog drukt, kantelt het glaspaneel trekt, wordt het glaspaneel geheel open.
Pagina 123
Kenmerken van uw auto Het schuif-/kanteldak sluiten Klembeveiliging WAARSCHUWING (indien van toepassing) ■ Glaspaneel schuifdak Kleine voorwerpen die klem kunnen komen te zitten tussen het glaspaneel van het schuifdak en de sponning worden mogelijk niet gesignaleerd door klembeveiliging. In dat geval zal ■...
Pagina 124
Hierna is het schuifdak gereset. schuifdak is niet op de juiste manier bediend Neem voor meer informatie contact op met een officiële Hyundai-dealer. Voer de volgende stappen uit om het schuifdak te resetten: Informatie 1. Start de motor en sluit het...
Pagina 125
Kenmerken van uw auto Waarschuwing geopend • Als bestuurder motor uitschakelt en het portier opent schuif- /kanteldak wanneer het schuifdak niet volledig (indien van toepassing) gesloten, wordt waarschuwing geopend schuifdak op het LCD-display weergegeven tot het portier wordt gesloten of tot het schuifdak volledig is gesloten.
Pagina 126
EXTERIEUR Motorkap Motorkap openen OPDEN047028 OPD046030 3. Ga naar de voorzijde van de auto 5. Ondersteun de motorkap met de en til de motorkap iets op. Duw steun (1). OPDEN047027 tegen de veiligheidshaak (1) in het midden van de motorkap en trek 1.
Pagina 127
Kenmerken van uw auto Motorkap sluiten Achterklep (vervolg) 1. Controleer de volgende punten Achterklep openen • Controleer altijd nogmaals of alvorens de motorkap te sluiten : motorkap goed Zorg ervoor dat de selectiehendel in • Of alle vuldoppen correct zijn vergrendeld alvorens met de stand P (parkeren) staat en activeer teruggeplaatst.
Pagina 128
2. Houd de ontgrendeltoets voor de Achterklep sluiten WAARSCHUWING achterklep op de afstandsbediening of de Smart Key ingedrukt. Druk op Houd de achterklep tijdens het de toets op de achterklepgreep en rijden altijd volledig gesloten. open de achterklep. (gedeeltelijk) 3. Druk toets geopende achterklep...
Pagina 129
Kenmerken van uw auto Tankdopklep WAARSCHUWING WAARSCHUWING Openen van de tankdopklep • Vervoer NOOIT personen in de bagageruimte van de auto. Als de achterklep gedeeltelijk of volledig gesloten is en de persoon niet bagageruimte kan komen, kan ernstig letsel optreden door ventilatiegebrek, uitlaatgassen, snel toenemende warmte of door blootstelling aan kou.
Pagina 130
Sluiten van de tankdopklep Informatie 1. Plaats de dop terug en draai hem Tik zachtjes op de tankdopklep of rechtsom totdat hij eenmaal klikt. druk er voorzichtig tegenaan als deze Open 2. Sluit de tankdopklep en zorg is vastgevroren om het ijs te breken en ervoor dat hij goed dichtzit.
Pagina 131
Kenmerken van uw auto (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • Maak tijdens het tanken geen • Zet wanneer u gaat tanken de Benzine is licht ontvlambaar en gebruik van een mobiele selectiehendel altijd in de 1e explosief. Het niet opvolgen telefoon. Elektrische stroom versnelling als de auto met de van deze richtlijnen kan tot en/of elektronische storing...
Pagina 132
• Controleer altijd HYUNDAI dop of een andere, • Als er tijdens het tanken tankdop goed vastgedraaid is, voor uw auto geschikte dop. Een brand uitbreekt, verlaat dan om morsen van brandstof in verkeerde tankdop kan een...
Pagina 133
Kenmerken van uw auto INSTRUMENTENPANEEL 1. Variabele toerenteller met ledverlichting 2. Snelheidsmeter 3. Ladingstoestandmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. LCD-display (inclusief tripcomputer) Het werkelijke instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie “Meters en tellers” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 134
Bediening instrumentenpaneel Meters en tellers WAARSCHUWING Dashboardverlichting Snelheidsmeter Stel het instrumentenpaneel ■ km/h ■ MPH, km/h nooit af tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade aan de auto het gevolg kan zijn.
Pagina 135
Kenmerken van uw auto Variabele toerenteller met Koelvloeistoftemperatuurmeter ledverlichting OPDEN047154 De gele en rode leds geven het bereik OPDEN047106 aanbevolen OPDEN047104 Wanneer het contact in stand ON motortoerental. Naarmate staat, geeft deze meter De toerenteller geeft het aantal motorolietemperatuur stijgt, wordt het omwentelingen minuut koelvloeistoftemperatuur weer.
Pagina 136
Brandstofmeter (Vervolg) WAARSCHUWING • Bij hellingen en bochten beweegt mogelijk naald Verwijder de koelvloeistofdop brandstofmeter gaat nooit als de motor heet is. De waarschuwingslampje laag koelvloeistof staat onder druk brandstofniveau mogelijk eerder en kan ernstige brandwonden branden dan gebruikelijk, doordat veroorzaken.
Pagina 137
Kenmerken van uw auto Buitentemperatuurmeter De eenheid van de temperatuur kan Kilometerteller als volgt van °C in °F worden gewijzigd of van °F in °C: - Modus Gebruikersinstellingen in het instrumentenpaneel: u kunt de eenheid temperatuur wijzigen bij "Overige functies - eenheid temperatuur".
Pagina 138
Actieradius Schakelindicator transmissie Informatie • Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen losgenomen zijn geweest, kan het gebeuren dat de functie actieradius niet goed werkt. • De weergegeven actieradius is een schatting van de afstand die met de auto gereden kan worden en kan dus afwijken van de werkelijke actieradius.
Pagina 139
Kenmerken van uw auto Schakellampjes In de modus Gebruikersinstellingen : Geeft aan dat terugschakelen kunt u selecteren in welke modus de naar versnelling schakelstandindicator moet worden wenselijk is (de selectiehendel weergegeven. staat in de 4e, 5e of 6e versnelling). Ga naar “User Settings” Als het systeem niet goed werkt, (gebruikersinstellingen) ➝...
Pagina 140
• In het geval van een storing in het reservoir. aanvullend veiligheidssysteem. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-57...
Pagina 141
We adviseren u de Rijden met een auto waarvan het officiële HYUNDAI-dealer. auto te laten nakijken door een waarschuwingslampje brandt, is officiële HYUNDAI-dealer. gevaarlijk. Als het...
Pagina 142
In dat geval adviseren we u de auto zo en plotseling remmen. auto te laten controleren door een snel mogelijk te laten controleren door Wij adviseren u uw auto zo snel officiële HYUNDAI-dealer. een officiële HYUNDAI-dealer. mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 3-59...
Pagina 143
• In het geval van een storing in de In dat geval adviseren we u de elektronische stuurbekrachtiging. auto te laten controleren door een In dat geval adviseren we u de officiële HYUNDAI-dealer. auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING Wanneer u met een brandend...
Pagina 144
Als de dynamoriem goed is 3. Start de motor weer. Zet de Neem zo snel mogelijk contact op afgesteld, bevindt het probleem motor direct weer uit als het met een officiële HYUNDAI-dealer zich in het laadsysteem. waarschuwingslampje blijft en laat uw auto daar controleren In dat geval adviseren we u de branden.
Pagina 145
Kenmerken van uw auto Waarschuwingslampje Hoofdwaarschuwings Waarschuwingslampje laag brandstofniveau lampje lage bandenspanning (indien van toepassing) Dit lampje gaat branden: • Als de brandstoftank bijna leeg is. Dit controlelampje gaat branden : Dit lampje gaat branden: • In het geval van een storing in de Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
Pagina 146
In dat geval adviseren we u de “Elektronisch stabiliteits- auto te laten controleren door een WAARSCHUWING programma (ESC)” in hoofdstuk 5 officiële HYUNDAI-dealer. voor meer informatie. Veilig stoppen Dit lampje knippert: • Het TPMS waarschuwt niet • Terwijl het ESC in werking is.
Pagina 147
• Als er geen Smart Key in de auto informatie. In dat geval adviseren we u de wordt gedetecteerd. auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. - Op dat moment kunt u de motor Informatie niet starten. Als de motor automatisch wordt...
Pagina 148
HYUNDAI-dealer. • In het geval van een storing in het startblokkeersysteem. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 149
In dat geval adviseren we u de auto • Als mistachterlicht wordt Dit waarschuwingslampje gaat te laten controleren door een officiële ingeschakeld. branden: Hyundai-dealer. • Als het grootlicht is ingeschakeld terwijl de lichtschakelaar in de Waarschuwingslampje AANWIJZING stand AUTO staat. LED-koplampen Door blijven rijden terwijl het •...
Pagina 150
Controlelampje SET Controlelampje Indicator N-modus (indien van toepassing) SPORT-modus Dit lampje gaat branden: Dit lampje gaat branden: Dit lampje gaat branden: • Als er een snelheid is ingesteld • Wanneer de SPORT-modus wordt • Wanneer N-modus wordt voor de cruise control. geselecteerd als de rijmodus.
Pagina 151
In dat geval adviseren we u de voor meer informatie. te laten controleren door een officiële auto te laten controleren door een Hyundai-dealer. officiële HYUNDAI-dealer. “Autonomous Emergency Zie “Lane Departure Warning- Braking (AEB)” in hoofdstuk 5 systeem (LDWS)” in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Pagina 152
In dat geval adviseren we u uw auto indrukken van de toets ENGINE te laten controleren door een officiële START/STOP. Informatie HYUNDAI-dealer. Bij het indrukken van de startknop Als het waarschuwingslampje voor moet u het stuurwiel naar rechts en Zie “Lane Keeping Assist-systeem een glad wegdek gaat branden tijdens links draaien.
Pagina 153
ACC gaat indrukt terwijl auto te laten controleren door een doordat u herhaaldelijk op de toets waarschuwingsmelding "Key not officiële HYUNDAI-dealer. drukt zonder het koppelingspedaal in detected" (Sleutel niet gevonden) te trappen. wordt weergegeven. Trap het koppelingspedaal in om de...
Pagina 154
Portier, motorkap, achterklep Zonnedak Open Verlichting open (indien van toepassing) OPDE046120 OPD046115 OPD046116 Dit controlelampje geeft aan welke verlichtingsmodus er is geselecteerd Deze waarschuwing wordt Deze waarschuwing wordt weerge- weergegeven om aan te geven dat geven als u de motor uitschakelt met de lichtschakelaar.
Pagina 155
Kenmerken van uw auto Ruitenwisser Lage spanning Schakel de FUSE SWITCH in (indien van toepassing) ■ Voor ■ Achter OPDE046125/OPDE046126 OPDE046119 OPDEN047202 Dit controlelampje geeft aan welke Deze waarschuwingsmelding wordt wissersnelheid er is geselecteerd weergegeven zekering- Deze waarschuwingsmelding wordt met de ruitenwisserschakelaar. weergegeven banden- schakelaar op de zekeringkast onder...
Pagina 156
Dit betekent dat de motor oververhit met de LED-koplamp. We adviseren is geraakt en schade kan oplopen. u de auto te laten nakijken door een officiële Hyundai-dealer. Zie “Oververhitting” in hoofdstuk 6 wanneer de motor oververhit raakt. 3-73...
Pagina 157
Smart High Beam-systeem. Check LDWS (Check alertheid bestuurder) We adviseren u de auto te laten (Controleer LDWS) (indien van toepassing) nakijken door een officiële Hyundai- (indien van toepassing) dealer. Deze waarschuwingsmelding wordt Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een probleem is Zie “Smart High Beam-systeem”...
Pagina 158
Als het ingaande toerental van de We adviseren u de auto te laten dat er op de vooras en achteras transmissie hoog (boven nakijken door een officiële Hyundai- verschillende banden (maat, type, maximumtoerental) dealer. enz.) gemonteerd zijn. Om het schakelen,...
Pagina 159
Kenmerken van uw auto LCD-DISPLAY Bediening LCD-display De instellingen van het LCD-display kunnen worden gewijzigd met de bedieningstoetsen. : Toets MODE voor selecteren van modi : Toets MOVE voor het wijzigen van functies (3) OK : Toets SELECTEREN/ RES- ETTEN voor het instellen of resetten van de geselec- teerde functie...
Pagina 160
Modi LCD-display Modi Symbool Toelichting Deze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer. Tripcomputer Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. Turn-by-turn (TBT) In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven. In deze modus wordt de status weergegeven van: - Olietemperatuur, koppel, laaddruk - Lap Timer - G-kracht...
Pagina 161
Kenmerken van uw auto Instellingen beschikbaar na Beknopte handleiding Tripcomputer-modus (help, indien van toepassing) inschakelen parkeerrem Deze modus biedt korte handleidingen voor de systemen in de modus Gebruikersinstellingen. Selecteer een item en houd de toets OK ingedrukt. Raadpleeg het instructieboekje voor meer informatie over elk systeem.
Pagina 162
Turn By Turn-modus (TBT) Assistentiemodus OPDEN047195/OPDEN047196 Rondetimer OPDEN047192 OPDEN047173L (1) Totale tijd In deze modus wordt de status van Meters (2) Beste ronde het navigatiesysteem weergegeven. In deze modus wordt, naast een (3) Huidige ronde Overboost-indicator (4), informatie weergegeven met betrekking tot uw motor, zoals motorolietemperatuur Starten (a): (1), actueel koppel (2) en laaddruk...
Pagina 163
Kenmerken van uw auto beste ronde wordt automatisch weergegeven. De opgeslagen rondes kunnen worden gereset wanneer de huidige ronde is gereset. Druk, om een nieuwe ronde te starten, op de toets OK wanneer de huidige ronde is gereset. OPDEN047174L OPDEN047194 Resetten (c): LKAS/LDWS/DAA Houd de toets OK op het stuurwiel...
Pagina 164
Waarschuwingsmeldingmodus Modus Gebruikersinstellingen deze modus kunt instellingen met betrekking tot het instrumentenpaneel, de portieren, de verlichting, enz. wijzigen. 1. Rijbegeleiding 2. Deur 3. Lichten 4. Geluid 5. Handig 6. Volgend onderh. OPDEN047193 Bandenspanning 7. Overige Functies OPDEN047191 In deze modus wordt informatie 8.
Pagina 165
Kenmerken van uw auto • Alertheid bestuurder • Informatie snelh. lim. - On key out (Aan bij afzetten contact): alle portieren worden - Uit/Normaal/Vroeg uitschakelen automatisch ontgrendeld als de snelheidslimietinformatiefunctie. Instellen van de gevoeligheid van het contactsleutel uit het contactslot Driver Attention Alert (DAA).
Pagina 166
3. Lichten 4. Geluid • Draadloos laadsysteem • Opties autom. Knipperen • Volume parkeerhulpsysteem In- en uitschakelen van het draadloze oplaadsysteem in de voorstoel. - Off (Uit): De functie one-touch - Zachter/Luider passeerknipperlicht wordt uitge- Instellen volume parkeerhulpsysteem. Zie “Draadloos laadsysteem” in dit schakeld.
Pagina 167
Neem contact op met een officiële Het gemiddelde brandstofverbruik inschakelen van de zekeringscha- Hyundai-dealer om het service- wordt automatisch gereset nadat kelaar. intervalmenu te gebruiken. er ten minste 6 liter brandstof is - Nadat de accu ontladen is geweest.
Pagina 168
• Temperatuureenheid 8. Reset Selecteren van de eenheid voor U kunt de menu's resetten in de temperatuur. modus Gebruikersinstellingen. Alle menu's modus (°C,°F) Gebruikersinstellingen worden gereset naar de fabrieksinstellingen, • Drukeenheid turbolader uitzondering taal onderhoudsinterval. Selecteren van de eenheid voor laaddruk.
Pagina 169
Kenmerken van uw auto TRIPCOMPUTER tripcomputer voorziet Modi tripcomputer bestuurder via een display van Brandstofverbruik informatie over de rit. • Gemiddeld brandstofverbruik Informatie • Actueel brandstofverbruik Bepaalde rij-informatie die door de tripcomputer is opgeslagen (bijvoor- beeld de gemiddelde rijsnelheid), wordt gereset als de accu wordt Cumulatieve informatie losgekoppeld.
Pagina 170
Brandstofverbruik Handmatig resetten Informatie gemiddelde Er moet minimaal 300 m met de auto brandstofverbruik handmatig gereden zijn nadat het contact AAN wissen moet de toets [OK] op het gezet is voordat het gemiddelde stuurwiel langer dan 1 seconde brandstofverbruik opnieuw wordt worden ingedrukt terwijl...
Pagina 171
Kenmerken van uw auto Display cumulatieve informatie De cumulatieve ritinformatie loopt Digitale snelheidsmeter door motor draait (bijvoorbeeld als u in de file staat of wacht bij een verkeerslicht). Informatie Er moet minimaal 300 m met de auto gereden zijn nadat het contact AAN gezet is voordat het gemiddelde brandstofverbruik opnieuw wordt berekend.
Pagina 172
VERLICHTING Verlichting buitenzijde AANWIJZING Bediening verlichting • Dek de sensor (1) op het dashboard niet af en mors er ook niets op. • Reinig de sensor niet met een ruitenreiniger. Deze laat een dunne laag achter op de sensor, waardoor deze niet meer goed werkt.
Pagina 173
Kenmerken van uw auto Werking grootlicht OAE046469L OAE046467L OAE046453L Stand koplampen ( ) Stand parkeerlicht ( Druk de hendel van u af om het De koplampen, de parkeerlichten, De parkeerlichten, de kentekenplaat- grootlicht in te schakelen. De hendel verlichting en de dashboardver- de kentekenplaatverlichting en de keert terug in zijn oorspronkelijke...
Pagina 174
Smart High Beam Voorwaarden voor gebruik (indien van toepassing) 1. Zet de lichtschakelaar in de stand AUTO. 2. Beweeg de hendel van u af om het grootlicht in te schakelen. Het controlelampje Smart High Beam ( ) gaat branden. 3. De Smart High Beam wordt ingeschakeld wanneer rijsnelheid hoger is dan 45 km/h.
Pagina 175
AUTO staat. verdwenen, gaat het hoofdwaar- - Wanneer de Smart High Beam is schuwingslampje ( ) branden. uitgeschakeld. We adviseren u het systeem te laten - Wanneer de rijsnelheid lager is controleren door officiële dan 24 km/h. Hyundai-dealer. 3-92...
Pagina 176
We adviseren u het systeem te laten de voorligger zichtbaar is op • verlichting controleren door officiële een kruising of in een bocht. tegemoetkomend voertuig of Hyundai-dealer wanneer • Wanneer er een verkeerslicht, voorligger wordt niet gedetec- voorruit of de LDWS/LKAS-camera reflecterend bord, knipperlicht teerd...
Pagina 177
Kenmerken van uw auto Richtingaanwijzers Functie one-touch WAARSCHUWING passeerknipperlicht Beweeg de hendel iets en laat hem • Plaats geen accessoires of dan weer los om de functie one- stickers op de voorruit en en touch passeerknipperlicht in te breng geen gekleurde schakelen.
Pagina 178
Mistachterlicht Energiebesparingsfunctie Follow me home-functie Deze functie voorkomt dat de accu Als u het contact in stand ACC of ontladen raakt. Het systeem schakelt ingeschakelde automatisch de parkeerlichten uit koplampen, blijven de koplampen wanneer de bestuurder de motor (en/of parkeerlichten) gedurende uitschakelt en het bestuurdersportier ongeveer 5 minuten branden.
Pagina 179
1. De koplampen of de mistlampen We adviseren u het systeem te voor zijn ingeschakeld. laten controleren door een 2. De parkeerlichten zijn ingescha- officiële Hyundai-dealer als de keld. functie niet goed werkt. Probeer bedrading niet zelf 3. De motor is uitgeschakeld.
Pagina 180
Statische bochtverlichting Welcome-systeem • Wanneer toets portiergreep aan de buitenzijde (indien van toepassing) (indien van toepassing) wordt ingedrukt. Wanneer u door een bocht rijdt, Welkomstlicht wordt de statische bochtverlichting (indien van toepassing) links rechts automatisch Portiergreepverlichting ingeschakeld voor een beter zicht en (indien van toepassing) meer veiligheid.
Pagina 181
Kenmerken van uw auto Interieurverlichting Interieurverlichting Koplampen en parkeerlichten Wanneer koplampen Wanneer de schakelaar interieur- AANWIJZING (lichtschakelaar in stand koplampen verlichting in stand DOOR staat en Laat de interieurverlichting niet te of AUTO) zijn ingeschakeld en alle alle portieren (en de achterklep) zijn lang branden als de motor niet portieren (en de achterklep) zijn gesloten en vergrendeld, gaat de...
Pagina 182
Verlichting voor Interieurverlichting voor Verlichting voorportier ( • Druk toets interieurverlichting voor leeslampje voor de zitplaatsen zitplaatsen voor/achter wordt automatisch gedurende ongeveer 30 voor/achter in te schakelen. seconden ingeschakeld wanneer een portier wordt geopend. • Het leeslampje voor de zitplaatsen Druk toets voor/achter...
Pagina 183
Kenmerken van uw auto Interieurverlichting achter Bagageruimteverlichting AANWIJZING ■ Type A Laat de verlichting niet gedurende langere tijd aan staan als de motor is uitgeschakeld. OAD045407 ■ Type B OPDEN047042 De bagageruimteverlichting gaat branden zodra achterklep geopend wordt. AANWIJZING bagageruimteverlichting brandt zolang de achterklep is geopend.
Pagina 184
Verlichting make-upspiegel Instapverlichting AANWIJZING (indien van toepassing) (indien van toepassing) Zet de schakelaar altijd in stand uit als de verlichting van de makeupspiegel niet wordt gebruikt. Als de zonneklep wordt teruggeklapt terwijl het lampje nog brandt, kan de accu ontladen raken en de zonneklep bescha- digd worden.
Pagina 185
Kenmerken van uw auto Begeleidingsverlichting Wanneer het contact in stand OFF staat en het bestuurdersportier wordt geopend, gaat de instapverlichting gedurende 30 seconden branden. Als het bestuurdersportier binnen 30 seconden wordt gesloten, dooft de instapverlichting na 15 seconden. Als het bestuurdersportier wordt gesloten en vergrendeld, dooft de instapverlichting direct.
Pagina 186
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers voor ■ Ruitenwissers/-sproeiers voor A : Snelheidsregelknop ruitenwissers De werking is als volgt als het (voor) contact in stand ON staat. · – Eénmaal wissen : Druk voor een enkele wisbe- weging de bedieningsschakelaar · O – Uit omlaag of omhoog en laat hem ·...
Pagina 187
Kenmerken van uw auto Automatische regeling (AUTO) Als de wisserschakelaar in de stand AANWIJZING AUTO is gezet terwijl het contact ON (indien van toepassing) • Zet de schakelaar tijdens het is, zal de wisser eenmaal werken om wassen van de auto in stand O een controle van het systeem uit te (OFF) om te voorkomen dat de voeren.
Pagina 188
Ruitensproeier voorruit AANWIJZING WAARSCHUWING • Gebruik de ruitensproeiers niet Wanneer de buitentemperatuur wanneer het reservoir leeg is, beneden vriespunt beschadiging verwarm voorruit ruitensproeierpomp ALTIJD door deze te ontwa- voorkomen. semen om te voorkomen dat de • Schakel de ruitenwissers niet in ruitensproeiervloeistof op de ruit droog...
Pagina 189
Kenmerken van uw auto Servicestand ruitenwissers voor 3. Plaats ruitenwissers Schakelaar achterruitenwisser voorzichtig terug op de voorruit. en -sproeier (indien van toepassing) 4. Zet de ruitenwisserschakelaar in een willekeurige ingeschakelde stand om de ruitenwissers terug te zetten in de onderste ruststand. OPDE076027 Deze auto...
Pagina 190
Automatische ruitenwisser achter (indien van toepassing) De achterruitenwisser wordt inges- chakeld als de auto achteruit rijdt terwijl de ruitenwissers voor AAN zijn als deze functie geselecteerd is op het LCD- display. gebruikersinstellingen → gebruiks- gemak → automatische ruitenwisser achter (achteruit). OTLE045168 Druk de hendel van u af om vloeistof op de ruit te sproeien en de...
Pagina 191
Kenmerken van uw auto RIJHULPSYSTEEM Achteruitrijcamera Dit is een aanvullend systeem dat de WAARSCHUWING (indien van toepassing) ruimte achter de auto weergeeft binnenspiegel • Vertrouw bij het achteruitrijden navigatiescherm terwijl u achteruitrijdt. nooit alleen op het beeld van de achteruitrijcamera. WAARSCHUWING •...
Pagina 192
Parkeerhulp achter AANWIJZING WAARSCHUWING (indien van toepassing) • Spuit niet • Kijk voordat u achteruitrijdt hogedrukreiniger direct op de ALTIJD om u heen om te sensoren of de omgeving ervan. controleren of de omgeving Schokken door waterstralen uit vrij objecten de hogedrukreiniger kunnen obstakels, om een aanrijding ervoor zorgen dat het apparaat...
Pagina 193
• Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of als de zoemer met tussenpozen klinkt wanneer u de selectiehendel in stand R (achteruit) zet, zit er mogelijk een storing in het parkeerhulpsysteem. In dat geval adviseren we u om uw auto zo snel mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-110...
Pagina 194
Uitschakelen van het Gevallen waarin de parkeerhulp • Als de auto is voorzien van achteraf gemonteerde uitrusting parkeerhulpsysteem niet werkt accessoires achter Assist System De parkeerhulp werkt in de bumperhoogte of de inbouwpositie (indien van toepassing) volgende gevallen mogelijk niet van de sensoren is gewijzigd.
Pagina 195
Kenmerken van uw auto Waarschuwingen parkeerhulp • Spuit niet De volgende voorwerpen worden hogedrukreiniger direct op de mogelijk niet opgemerkt door de • Het waarschuwingssignaal klinkt sensoren: sensoren of de omgeving ervan. mogelijk niet regelmatig als het Schokken door waterstralen uit de •...
Pagina 196
Parkeerhulp Dit systeem is een aanvullend Werking van de parkeerhulp systeem, dat alleen werkt in het (indien van toepassing) gebied dat door de parkeersensoren ■ Sensor voor wordt gedekt. WAARSCHUWING • Kijk voordat u achteruitrijdt ALTIJD om u heen om te controleren of de omgeving vrij objecten...
Pagina 197
• Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of als de zoemer met tussenpozen klinkt wanneer u de selectiehendel in stand R (achteruit) zet, zit er mogelijk een storing in het parkeerhulpsysteem. In dat geval adviseren we u om uw auto zo snel mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-114...
Pagina 198
Gevallen waarin de parkeerhulp • Als de auto is voorzien van Waarschuwingen parkeerhulp achteraf gemonteerde uitrusting of niet werkt • Het waarschuwingssignaal klinkt accessoires of als de bumper- mogelijk niet regelmatig als het De parkeerhulp werkt in de hoogte of de inbouwpositie van de voorwerp de auto beweegt of een volgende gevallen mogelijk niet sensoren is gewijzigd.
Pagina 199
Kenmerken van uw auto AUTOMATISCH VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) 1. Knop temperatuurregeling bestuurderszijde 2. Knop temperatuurregeling passagierszijde 3. Toets AUTO (automatische regeling) 4. Toets OFF 5. Aanjagertoets 6. Luchtcirculatietoet 7. Toets SYNC 8. Toets voorruitontwaseming 9. Toets achterruitverwarming 10.
Pagina 200
Automatische verwarming en Druk op een van de volgende toetsen om de automatische werking airconditioning uit te schakelen: Het automatisch verwarmings- en - Luchtcirculatietoets ventilatiesysteem wordt bediend door de gewenste temperatuur in te - Toets voorruitontwaseming (Druk stellen. de toets nogmaals in om de voorruitontwasemingsfunctie deselecteren.
Pagina 201
Kenmerken van uw auto Handmatig bediende 4.Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. verwarming en airconditioning 5.Zet de aanjager op de gewenste Het verwarmings- en airconditio- snelheid. ningssysteem handmatig worden geregeld met andere toetsen 6.Als u de uitstromende lucht dan de toets AUTO.
Pagina 202
Luchtcirculatie Stand DEFROST (A, D) Het grootste deel van de luchtstroom wordt naar de voorruit geleid. Stand FACE (B, D) De lucht stroomt naar de romp en naar het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de luchtstroom te wijzigen.
Pagina 203
Kenmerken van uw auto Temperatuurregeltoets OPDE046352 OPDEN047309 Stand DEFROST (A) Uitstroomopeningen dashboard OPD046315 De meeste lucht stroomt naar de uitstroomopeningen kunnen Stel de temperatuurtoets in op de afzonderlijk worden geopend ( ) of voorruit en een klein gedeelte gewenste temperatuur. gesloten ( ) met het wieltje.
Pagina 204
Luchttoevoertoets De temperatuur afzonderlijk instellen voor bestuurder en passagier Druk opnieuw op de toets SYNC om temperatuur voor bestuurdersen passagierszijde afzonderlijk stellen. verlichting van de toets gaat uit. Temperatuuraanduiding wijzigen De temperatuureenheid zal worden gereset naar graden Celsius wanneer OPDE046320 de accu te ver ontladen is geraakt of De temperatuur afzonderlijk losgekoppeld is geweest is.
Pagina 205
Kenmerken van uw auto Aanjagerschakelaar Stand RECIRCULATIE (Vervolg) stand Daarnaast kan de lucht in het RECIRCULATIE wordt passagierscompartiment extreem de lucht uit het passa- droog worden bij langdurig gebruik gierscompartiment door van de airconditioning in de stand het systeem gerecir- RECIRCULATIE.
Pagina 206
Airconditioning Stand OFF Werking systeem Ventilatie 1. Zet de luchtcirculatietoets in stand 2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. Verwarmen OPDE046322 OPDE046324 Druk op de toets A/C om de Druk op toets OFF voorin om het...
Pagina 207
Kenmerken van uw auto Airconditioning Tips voor het gebruik AANWIJZING • Om te voorkomen dat stof of HYUNDAI airconditioningssystemen • Onderhoud aircon- onaangename geuren zijn gevuld met koudemiddel R-134a ditioning dient alleen te worden interieur auto of R-1234yf. uitgevoerd door geautoriseerd terechtkomen, kan de schakelaar 1.
Pagina 208
We raden u aan het interieurfilter te componenten kan veroorzaken, laten vervangen door een officiële • Als u de airconditioning overmatig mag de airconditioning alleen Hyundai-dealer overeenkomstig het gebruikt, door worden gebruikt als de ruiten onderhoudsschema. Als er onder temperatuurverschil tussen de gesloten zijn.
Pagina 209
Daarom adviseren we u het systeem onderhoud aan het te laten controleren door een officiële a i r c o n d i t i o n i n g s - HYUNDAI-dealer als het systeem systeem alleen niet normaal werkt.
Pagina 210
Sticker koudemiddel De symbolen en specificaties op de koudemiddelsticker hebben de airconditioning volgende betekenis: ■ Voorbeeld • Type A 1. Type koudemiddel 2. Hoeveelheid koudemiddel 3. Type compressorolie Op het label aan de binnenzijde van motorkap staat welk type koudemiddel wordt gebruikt voor de ODH044365R airconditioning in uw auto.
Pagina 211
Kenmerken van uw auto VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN • Zet de temperatuurregelknop in de Informatie WAARSCHUWING hoogste stand en de aanjagerknop Als de motortemperatuur na het op de hoogste snelheid om de Voorruitverwarming starten nog laag is, moet de motor voorruit maximaal te ontwasemen.
Pagina 212
Automatisch verwarmings- en Als de airconditioning, de stand Buitenzijde voorruit ontdooien BUITENLUCHT hogere ventilatiesysteem aanjagersnelheid niet automatisch Binnenzijde voorruit worden ingeschakeld, druk dan op ontwasemen de desbetreffende knoppen. Als stand geselecteerd wordt, wordt de aanjagersnelheid auto- matisch verhoogd. OPDE046328 1. Zet de aanjager in de hoogste stand.
Pagina 213
Kenmerken van uw auto Ontwaseming Achterruitverwarming Informatie AANWIJZING • Verwijder eerst eventueel aanwezige sneeuw van de achterruit voordat de Gebruik om beschadiging van de achterruitverwarming ingeschakeld verwarmingsdraden te voorkomen wordt. nooit scherpe voorwerpen of • De achterruitverwarming schakelt reinigingsmiddelen na ongeveer 20 minuten automa- schurende bestanddelen om de tisch uit of wanneer het contact in...
Pagina 214
Automatisch ontwasemings- Houd toets voor AANWIJZING voorruitontwaseming gedurende 3 systeem Verwijder de behuizing van de seconden ingedrukt (indien van toepassing) sensor boven aan de voorruit aan automatische ontwasemingssysteem bestuurderszijde niet. Het automatische ontwasemings- uit te schakelen of in te stellen. Het systeem verkleint de kans op het symbool wordt...
Pagina 215
Kenmerken van uw auto EXTRA VOORZIENINGEN VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM Automatische ventilatie Luchtcirculatie (indien van toepassing) (indien van toepassing) Om de luchtkwaliteit in het interieur te Wanneer de verwarming of de verbeteren en beslaan van de voorruit airconditioningssysteem te verminderen, wordt de stand ingeschakeld terwijl het schuifdak is RECIRCULATIE na ongeveer 5 - 30 geopend, wordt automatisch de...
Pagina 216
OPBERGVAK Opbergvak middenconsole Dashboardkastje WAARSCHUWING Bewaar nooit aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange tijd blootgesteld staat aan hoge temperaturen. WAARSCHUWING OPDEN047331 OPD046333 Houd deksels opbergvakken tijdens het rijden Openen : Trek om het dashboardkastje te ALTIJD...
Pagina 217
Kenmerken van uw auto Opbergvak voor zonnebril Sluiten : Duw het opbergvak weer dicht. Controleer of het opbergvak voor de zonnebril goed dicht zit alvorens te gaan rijden. WAARSCHUWING • Bewaar geen andere voorwerpen dan een zonnebril opbergvak. Andere voorwerpen kunnen bij een aanrijding of een noodstop uit OPD046334 opbergvak...
Pagina 218
OVERIGE VOORZIENINGEN Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder Achter (indien van toepassing) Voor OPDEN047336 OPDE046419 Druk de armsteun naar beneden om Open het deksel om de asbak te OPDE046420 bekerhouders kunnen gebruiken. In de bekerhouders kunnen bekers gebruiken. en blikjes frisdrank worden geplaatst. Schoonmaken van de asbak: Het plastic bakje kan worden verwijderd door het op te tillen nadat...
Pagina 219
Kenmerken van uw auto Zonneklep WAARSCHUWING WAARSCHUWING Plaats blikjes en flessen niet in • Vermijd abrupt gas geven en direct zonlicht en laat ze niet remmen als u de bekerhouder achter in een warme auto. Ze gebruikt, morsen kunnen exploderen. voorkomen.
Pagina 220
12V-aansluiting De 12 V-aansluiting is ontworpen Informatie om mobiele telefoons en andere (indien van toepassing) Sluit het afdekkapje van de make- apparaten die in de auto gebruikt ■ Voor upspiegel goed en klap de zonneklep kunnen worden, op te laden. Deze omhoog na gebruik.
Pagina 221
• Plaats het afdekkapje op de buiten en kan hij uit de houder en storingen veroorzaken. aansluiting wanneer deze niet worden genomen. wordt gebruikt. adviseren vervangende (Vervolg) onderdelen gebruiken geleverd zijn door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-138...
Pagina 222
Anders wordt het draadloos In de houder mag alleen een contact in stand ACC/ON staat. laden mogelijk onderbroken. originele HYUNDAI aansteker worden gebruikt. Het gebruik 2. Het controlelampje is oranje als de aansteker telefoon wordt geladen.
Pagina 223
Kenmerken van uw auto 3. U kunt de functie voor draadloos Het systeem waarschuwt u door (Vervolg) middel van een melding op het LCD- laden in- en uitschakelen in de • Bij sommige mobiele telefoons display als de mobiele telefoon nog modus Gebruikersinstellingen in gaat controlelampje...
Pagina 224
Klok Auto's met navigatiesysteem Jashaak (indien van toepassing) Selecteer het instelmenu van het ➟ WAARSCHUWING navigatiesysteem Selecteer ■ Type A [Date/Time] (datum/tijd). Stel het klokje niet af tijdens het • GPS time (tijd via GPS): geeft de rijden. Als u dat wel doet, kunt u tijd weer die via GNSS wordt ontvangen.
Pagina 225
HYUNDAI alleen vloermatten van HYUNDAI te plaatsen die ontworpen zijn voor gebruik in uw auto. 3-142...
Pagina 226
De hoedenplank wordt omhoog We adviseren u voor het aanschaffen getild wanneer de achterklep wordt van een bagagenet contact op te geopend. nemen met een officiële HYUNDAI- Neem de lus (1) los van de houder dealer. wanneer u de hoedenplank in zijn oorspronkelijke...
Pagina 227
Kenmerken van uw auto AANWIJZING beschadiging vervorming te voorkomen geen bagage op de hoedenplank. WAARSCHUWING • Plaats niets op de rolhoes. Dergelijke voorwerpen kunnen bij een ongeval of remmen door auto geslingerd worden inzittenden verwonden. • Laat tijdens rijden niemand in de bagageruimte zitten.
Pagina 228
Multimediasysteem Multimediasysteem ..........4-2 AUX-, USB- en iPod ® -aansluiting........4-2 Antenne ................4-2 Audiobediening op stuurwiel ..........4-3 Bluetooth ® Wireless Technology handsfree ....4-4 Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) ......4-4 Uitleg werking autoradio ..........4-4 Audio (Met Touchscreen) ........4-8 Kenmerken van uw audiosysteem.........4-9 Radio .................4-15 Media..................4-18 Telefoon................4-31 Setup (instellen)...............4-40 Conformiteitsverklaring ........4-43 CE (Europa)...............4-43...
Pagina 229
Multimediasysteem MULTIMEDIASYSTEEM AUX-, USB- en iPod -aansluiting Antenne ® Informatie Haaienvin-antenne • Als u achteraf HID-koplampen monteert, treden mogelijk storingen op in het audiosysteem en de elektronische onderdelen van uw auto. • Voorkom chemicaliën parfum, cosmetische oliën, zonnebrandcrème, handenreiniger en luchtverfrisser in aanraking komen met onderdelen van het interieur, omdat ze beschadiging of verkleuring kunnen veroorzaken.
Pagina 230
Audiobediening op stuurwiel VOLUME (VOL + / - ) (1) Als de schakelaar SEEK/PRESET (indien van toepassing) naar boven of beneden wordt • Druk de VOLUME-schakelaar naar gedrukt, werkt hij in de volgende boven om het volume te verhogen. modi. ■...
Pagina 231
Multimediasysteem Bluetooth Wireless Technology (1) Toets bellen/beantwoorden Uitleg werking autoradio ® handsfree (2) Toets gesprek beëindigen FM-ontvangst (3) Microfoon • Audio: Zie voor meer informatie AUDIO in dit hoofdstuk. • AVN: Meer informatie over Bluetooth ® Wireless Technology handsfree vindt u in het afzonderlijk geleverde instructieboekje.
Pagina 232
Als een krachtig radiosignaal uw AM-(MW-, LW-) ontvangst FM-radiozender auto bereikt, zorgt de moderne techniek van uw audiosysteem voor hoge kwaliteit geluidsweergave. sommige gevallen is het door uw auto ontvangen signaal echter niet krachtig en helder. Dit kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld de afstand tot de radiozender, andere...
Pagina 233
Multimediasysteem • Wegdrukken: Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen, kan dit vervorming of flutter veroorzaken. Dit kan worden veroorzaakt door een direct en een gereflecteerd signaal van dezelfde zender of door signalen van twee zenders met dicht bij elkaar liggende frequenties.
Pagina 234
Bluetooth ® SIG, Inc. en elk gebruik de auto storen en een veilige hiervan door HYUNDAI bediening van de auto nadelig toegestaan onder licentie. beïnvloeden. Andere handelsmerken handelsnamen zijn eigendom van de WAARSCHUWING respectievelijke eigenaren.
Pagina 235
Multimediasysteem AUDIO (Met Touchscreen) ■ ■ Type A Type B ® (Met Bluetooth Wireless Technology) S0H4H0000EE/S0H4H0001EE...
Pagina 236
Kenmerken van uw (1) LCD-display (4) AAN/UIT-/VOLUME KNOP audiosysteem • Raak het scherm aan om een toets • Draaien om het volume aan te te kiezen. passen. Audiosysteem • Indrukken om het systeem in of uit (2) RADIO te schakelen. ■...
Pagina 237
Multimediasysteem ■ Type A (6) MEDIA (8) INSTELLEN ® ® • USB (iPod ), Bluetooth (BT) • Toegang tot instellingen voor audio, Music display, geluid, datum/tijd, selecteren. Bluetooth, systeem, screensaver en uitschakelen display. • Het mediamenu weergeven wanneer er twee of meer media zijn aangesloten of wanneer in de (9) Knop TUNE mediamodus op de toets [MEDIA]...
Pagina 238
Afstandsbediening op het (3) VOLUME Derde keer indrukken: ingevoerde telefoonnummer wordt stuurwiel • Indrukken om het volume aan te gebeld. passen. - Indrukken wanneer het scherm voor (4)OMHOOG/OMLAAG binnenkomende oproepen wordt weergegeven om de oproep aan te • Druk in de radiomodus op de toets nemen.
Pagina 239
Multimediasysteem (6) EINDE (vervolg) (vervolg) ® • Indrukken wanneer de Bluetooth • Als u de telefoon gebruikt • Raak tijdens onweer de antenne Handsfreemodus is ingeschakeld tijdens het rijden, kunt u minder niet aan, omdat dit kan leiden tot telefoongesprek goed op het verkeer letten en een elektrische schok.
Pagina 240
(Vervolg) AANWIJZING WAARSCHUWING • Zet het contact AAN voordat u dit • Als u het apparaat gebruikt apparaat gebruikt. Gebruik het Wanneer u tijdens het rijden tijdens het rijden, kan dit leiden audiosysteem niet gedurende wordt afgeleid, kunt u de ongelukken, omdat langere perioden met het contact...
Pagina 241
Multimediasysteem (Vervolg) Informatie over statusiconen Iconen die de audiostatus aangeven, worden in de rechter bovenhoek weergegeven. • Plaats geen dranken in de buurt van het audiosysteem. Als u Icoon Beschrijving morst met dranken kan dit leiden tot storingen in het systeem. Mute Dempen van geluid ingeschakeld •...
Pagina 242
Radio Schakelen tussen FM en AM Voorkeuzezenders kunnen maximaal • Druk op de toets [RADIO] van het veelbeluisterde zenders worden audiosysteem om te schakelen FM/AM (met RDS) opgeslagen. tussen FM en AM. Selecteer gewenste • Selecteer [Radio] op het scherm voorkeuzezender in de lijst van om te schakelen tussen FM en AM.
Pagina 243
Multimediasysteem DAB/FM (met DAB) Houd het gewenste nummer van 1 Schakelen tussen DAB/FM en AM tot en met 40 ingedrukt. Hierdoor • Druk op de toets [RADIO] van het wordt de zender onder dat nummer audiosysteem om te schakelen opgeslagen. tussen DAB/FM en AM.
Pagina 244
FM/AM (zonder RDS) Schakelen tussen FM en AM Voorkeuzezenders • Druk op de toets [RADIO] van het kunnen maximaal audiosysteem om te schakelen veelbeluisterde zenders worden tussen FM en AM. opgeslagen. • Selecteer [Band] (frequentieband) Selecteer gewenste op het scherm om te schakelen voorkeuzezender in de lijst van tussen FM en AM.
Pagina 245
Multimediasysteem Media 2. Samplefrequentie (Hz) Overzicht van ondersteunde gecomprimeerde bestandstypen 1. Bitrates (Kbps) Informatie - Gebruik van Ondersteunde audio-indelingen Audio-indelingen WAVeform audio format • De geluidskwaliteit gecomprimeerde MP3/WMA- MPEG1 Audio Layer3 bestanden en WAV-bestanden kan, MPEG2 Audio Layer3 Gecomprimeerd afhankelijk bitrate, e audio- MPEG2.5 Audio Layer3...
Pagina 246
4. Maximaal aantal karakters (Unicode) (Vervolg) Informatie • Bestandsnamen: maximaal 64 • Alleen USB-apparaten - Gebruik van USB-apparaten FAT12/16/32-formaat worden • Mapnaam: maximaal 32 • Als u de auto start terwijl er een herkend; bestandssystemen USB-apparaat is aangesloten, kan NTFS en ExFAT worden niet het apparaat beschadigd raken.
Pagina 247
Multimediasysteem (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) • Het is niet toegestaan om USB- • Wanneer u USB-apparaten met een • USB-apparaten van het SD- of CF- apparaten voor andere doeleinden hoge capaciteit gebruikt type en andere USB-apparaten afspelen afzonderlijke logische stations, waarbij een adapter moet worden muziekbestanden te gebruiken.
Pagina 248
(6) Pauze Muziek afspelen of het afspelen pauzeren. (7) Voortgangsbalk afspelen Selecteer de balk en verschuif hem naar de positie vanaf waar u verder wilt gaan met afspelen. Muziekstukken selecteren in een overzicht Afspelen Selecteer [List] (lijst) om een lijst van •...
Pagina 249
Multimediasysteem (4) Save (opslaan): het geselecteerde • herhalen: alle • Categorie in willekeurige bestand/de geselecteerde muziekstukken in de huidige map volgorde afspelen: alle bestanden opslaan. worden herhaald. muziekstukken huidige categorie worden in willekeurige - Selecteer de bestanden die u wilt •...
Pagina 250
(Vervolg) (Vervolg) Informatie • Er kan sprake zijn van ruis wanneer • Als softwareversie - Gebruik van de iPod ® ® uw iPod of een AUX-apparaat communicatieprotocol niet • Gebruik de bij uw iPod ® geleverde ® wordt aangesloten. Koppel het ondersteunt of als uw iPod niet kabel om de bedieningsfunctie van...
Pagina 251
Multimediasysteem ® (Vervolg) iPod (5) Albumhoes • Andere kabels dan die van 1 meter Informatie over het muziekstuk ® ® die met iPod -/iPhone -producten bekijken. worden meegeleverd, worden mogelijk niet herkend. (6) Pauze • Wanneer er andere muziek-apps op Muziek afspelen of het afspelen uw iPod ®...
Pagina 252
• Zoek muziekstukken door aan de In willekeurige volgorde afspelen Wanneer er andere knop TUNE te draaien en druk op muziektoepassingen worden Selecteer [Shuffle] (Willekeurige de knop om af te spelen. gebruikt volgorde) om het in willekeurige volgorde afspelen van de categorie in of uit te schakelen.
Pagina 253
Multimediasysteem Bestanden iPod afspelen (Vervolg) Informatie • Selecteer [iPod Files] (bestanden • Als u iemand belt of zelf wordt - Gebruik van Bluetooth ® ® ® iPod) om op uw iPod opgeslagen gebeld terwijl er in de Bluetooth audio muziekstukken af te spelen. audiomodus muziek wordt...
Pagina 254
Bluetooth -audio (BT) ® AANWIJZING Informatie ® • Bluetooth Handsfree is een • Bepaalde functies worden door functie veiliger rijden sommige mobiele telefoons mogelijk mogelijk maakt. Als u een niet ondersteund. verbinding maakt tussen het • Het volume van Bluetooth ®...
Pagina 255
Multimediasysteem Afspelen herhalen In willekeurige volgorde afspelen Menu Selecteer [Repeat] (Herhalen) om Selecteer [Shuffle] (Willekeurige Selecteer [Menu] en selecteer de alles te herhalen, het huidige volgorde) om het in willekeurige gewenste functie. muziekstuk te herhalen, de categorie volgorde afspelen • Connections (verbindingen): het op te herhalen of deze functie uit te willekeurige volgorde afspelen van moment...
Pagina 256
My Music (mijn muziek) (6) Pauze Muziek afspelen of het afspelen pauzeren. (7) Voortgangsbalk afspelen Selecteer de balk en verschuif hem naar de positie vanaf waar u verder wilt gaan met afspelen. Afspelen Druk op de toets [MEDIA] en AUX uitvoeren selecteer [My Music] (mijn muziek).
Pagina 257
Multimediasysteem Menu • Categorie herhalen: alle muziekstukken huidige Selecteer [Menu] en selecteer de categorie herhalen. gewenste functie. In willekeurige volgorde afspelen Selecteer [Shuffle] (Willekeurige volgorde) om het in willekeurige volgorde afspelen Muziekstukken selecteren in een willekeurige volgorde afspelen van overzicht de categorie in of uit te schakelen.
Pagina 258
(4) Delete (wissen): Telefoon Wissen uit afspeellijst geselecteerde bestand/de Wanneer een muziekstuk uit de geselecteerde bestanden. afspeellijst wordt afgespeeld, Informatie - Selecteer het te wissen bestand selecteert u [Menu] en vervolgens - Gebruik van Bluetooth ® en selecteer vervolgens [Delete] [Delete from playlist] (wissen uit telefoon (BT) (wissen) om het te wissen.
Pagina 259
Multimediasysteem (Vervolg) Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van Bluetooth ® -apparaten • Sommige Bluetooth ® -apparaten • De Bluetooth ® Handsfreefunctie • De volgende Bluetooth ® -functies worden mogelijk niet ondersteund helpt bestuurders veilig te rijden. ® Door een telefoon met Bluetooth ®...
Pagina 260
• Zelfs wanneer apparaat • De kwaliteit en het volume bij Een Bluetooth -apparaat ® Bluetooth ® ondersteunt, kan er geen handsfree bellen verschillen koppelen Bluetooth ® -verbinding worden mogelijk, afhankelijk van het type Informatie over het koppelen van gemaakt als de Bluetooth ®...
Pagina 261
Multimediasysteem 4-1. Voor apparaten waarbij een Het eerste Bluetooth ® -apparaat wachtwoord moet worden koppelen ingevoerd, wordt een scherm Druk op de toets [PHONE] van het voor het invoeren van het audiosysteem of de toets [CALL] wachtwoord op uw Bluetooth ®...
Pagina 262
Verbinding maken met Informatie Informatie Bluetooth ® -apparaten • Bluetooth ® -stand-bymodus duurt 6-cijferige wachtwoord Als er geen apparaten zijn drie minuten. Als een apparaat niet bovenstaande afbeelding verbonden binnen drie minuten wordt voorbeeld. Op het scherm in uw auto Druk op de toets [PHONE] van het gekoppeld, wordt het koppelen wordt...
Pagina 263
Multimediasysteem Aannemen/weigeren van Als er apparaten zijn verbonden Informatie oproepen Druk op de toets [PHONE] van het • Wanneer scherm voor audiosysteem ➟ Selecteer [Settings] Ontvangen van oproepen wanneer er binnenkomende oproepen wordt ➟ (instellingen) Selecteer verbinding is met Bluetooth ®...
Pagina 264
Bediening tijdens (5) Private (privé): de oproep wordt Favorieten telefoongesprekken doorgeschakeld naar Druk op de toets [PHONE] van het mobiele telefoon. ➟ Binnenkomende oproep terwijl er audiosysteem Selecteer is ➟ [Favourites] (favorieten) ➟ De lijst verbinding met Bluetooth ® (6) Microphone Volume (volume microfoon): Afstellen van het...
Pagina 265
Multimediasysteem Oproepgeschiedenis Informatie Informatie Druk op de toets [PHONE] van het • Er kunnen maximaal 20 favorieten • Er worden maximaal 50 gebelde audiosysteem ➟ Selecteer [Call worden opgeslagen voor nummers, ontvangen oproepen en history] (oproepgeschiedenis) ➟ De ® gekoppeld Bluetooth -apparaat.
Pagina 266
Contacts (contacten) Bellen Informatie Druk op de toets [PHONE] van het Druk op de toets [PHONE] van het • Alleen ondersteunde formaten voor ➟ audiosysteem ➟ Selecteer [Dial] audiosysteem Selecteer contacten kunnen worden [Contacts] (contacten) ➟ Selecteer (bellen). gedownload en weergegeven vanaf een een letter (ABC) ➟...
Pagina 267
Multimediasysteem ® Setup (instellen) Display (4) Naam Bluetooth -telefoon - De naam van het aangesloten Druk op de toets [SETUP] van het audiosysteem ➟ Selecteer [Display]. Bluetooth ® -apparaat wordt weergegeven. • Dimming mode (dimmodus): De helderheid wordt automatisch - Er worden contacten aangepast aan het omgevingslicht.
Pagina 268
• Rear parking sensors prioritised Bluetooth Informatie (voorrang voor parkeersensoren Druk op de toets [SETUP] van het • Wanneer gekoppelde apparaten achter): Het geluidsvolume van het ➟ audiosysteem Selecteer worden gewist, worden audiosysteem wordt automatisch [Bluetooth]. oproepgeschiedenis en de contacten lager bij het achteruitrijden.
Pagina 269
Multimediasysteem System (systeem) • Analogue (analoog): Er wordt een Rijmodus analoge klok weergegeven. Druk op de toets [SETUP] van het Instellen van de gedetailleerde audiosysteem ➟ Selecteer [System] • Digital (digitaal): Er wordt een rijmodusinstellingen voor elke digitale klok weergegeven. (systeem).
Pagina 270
Conformiteitsverklaring CE (Europa) 4-43...
Pagina 271
Rijden met uw auto Vóór het rijden............5-4 Elektronisch geregeld differentieel met Voor het instappen ............5-4 beperkte slip ............5-41 Vóór het starten..............5-4 Waarschuwingsmeldingen ..........5-42 Contact ..............5-5 In drive-stand geïntegreerd regelsysteem..5-43 Contactslot ................5-6 Toets DRIVE MODE............5-43 Toets Engine Start/Stop ..........5-9 Toets N................5-45 Handgeschakelde transmissie ......5-15 Eigenschappen auto ............5-47 Bediening handgeschakelde transmissie....5-15...
Pagina 272
Lane keeping assist-systeem (LKAS) ....5-71 Rijden met hoge snelheden........5-101 Werking LKAS ..............5-73 Rijden in de winter ..........5-102 Waarschuwingslampje en -melding......5-76 Sneeuw en ijs..............5-102 Beperkingen van het systeem ........5-78 Voorzorgsmaatregelen voor rijden in de winter...5-105 Wijzigen LKAS-functie ..........5-79 Rijden met een aanhanger (Europa) ....5-108 Lane departure warning-systeem (LDWS) ..5-80 Als u gaat rijden met een aanhanger?....5-109 Werking LDWS ..............5-81...
Pagina 273
Het uitlaatsysteem moet elke keer dat de auto op de brug staat voor olieverversen of voor andere reparaties worden gecontroleerd. Laat uw auto controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 274
Rijden met uw auto VÓÓR HET RIJDEN Voor het instappen Vóór het starten WAARSCHUWING • Zorg ervoor alle ruiten, • Controleer of de motorkap, de buitenspiegel(s) en lampen schoon achterklep en de portieren goed Om de kans op ERNSTIG en onbedekt zijn. gesloten en vergrendeld zijn.
Pagina 275
CONTACT (Vervolg) WAARSCHUWING WAARSCHUWING De kans op een ernstig ongeval Ga NOOIT rijden als u onder Om de kans op ERNSTIG is vele malen groter als u gaat invloed bent van drank of LETSEL te beperken, moeten de rijden onder invloed van alcohol drugs.
Pagina 276
Rijden met uw auto Contactslot AANWIJZING WAARSCHUWING (indien van toepassing) Gebruik nooit niet-originele • Zet het contact NOOIT in stand sleutelafdekplaatjes. Dat kan leiden LOCK of ACC terwijl de auto tot startproblemen als gevolg van START rijdt, uitgezonderd een communicatiestoring. noodgeval.
Pagina 277
Standen contact Stand Actie Opmerkingen contact Om het contact in stand LOCK te zetten, moet de sleutel in stand ACC worden ingedrukt en vervolgens naar stand LOCK worden gedraaid. Als het contact in stand LOCK staat, kan de contactsleutel worden LOCK verwijderd.
Pagina 278
Rijden met uw auto Starten van de motor 1. Controleer of de parkeerrem is AANWIJZING geactiveerd. Om schade aan de auto te WAARSCHUWING 2. Controleer of de selectiehendel in voorkomen: de vrijstand staat. • Houd de contactsleutel niet • Draag altijd geschikte 3.
Pagina 279
Uitzetten van de motor Toets Engine Start/Stop WAARSCHUWING (indien van toepassing) 1. Breng de auto tot stilstand en trap gelijktijdig het koppelingspedaal Uitzetten van de motor in een en het rempedaal in. noodgeval: 2. Zet versnellingspook Houd de startknop gedurende ingetrapt koppelings- langer dan twee seconden...
Pagina 280
Rijden met uw auto WAARSCHUWING • Druk NOOIT op de startknop terwijl auto rijdt, uitgezonderd noodgeval. Als u dat wel doet, wordt motor uitgezet, waardoor stuur- rembekrachtiging wegvallen. Hierdoor kunt u de controle over de besturing verliezen en neemt de remvertraging af, wat tot een ongeval kan leiden.
Pagina 281
Standen startknop Stand startknop Actie Opmerkingen Breng om de motor uit te schakelen de auto Als het stuurwiel niet correct vergrendeld is tot stilstand en druk op de startknop. wanneer u het bestuurdersportier opent, zal er een waarschuwingszoemer klinken. Het stuurslot beschermt de auto tegen diefstal (indien van toepassing).
Pagina 282
Rijden met uw auto Stand startknop Actie Opmerkingen Druk op de startknop terwijl het contact in Laat de startknop niet in stand ON staan als stand ACC staat zonder het de motor niet loopt, om te voorkomen dat de koppelingspedaal in te trappen. accu leegraakt.
Pagina 283
Starten van de motor 1. Zorg ervoor dat u de Smart Key Informatie altijd bij u hebt. • De motor zal starten wanneer u op WAARSCHUWING 2. Controleer of de parkeerrem is de startknop drukt, maar alleen geactiveerd. wanneer de Smart Key zich in de •...
Pagina 284
Rijden met uw auto AANWIJZING AANWIJZING Om schade aan de auto te Om schade aan de auto te voorkomen: voorkomen: • Als verkeers- Druk de toets Engine Start/Stop wegomstandigheden nooit langer dan 10 seconden toelaten kunt behalve wanneer selectiehendel stand remlichtzekering is doorgebrand.
Pagina 285
HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE Uitzetten van de motor Bediening handgeschakelde transmissie 1. Breng de auto tot stilstand en trap gelijktijdig het koppelingspedaal De handgeschakelde transmissie en het rempedaal in. heeft zes versnellingen vooruit. Alle vooruitversnellingen zijn volledig 2. Zet versnellingspook gesynchroniseerd zodat het op- en ingetrapt koppelings- rempedaal in de vrijstand.
Pagina 286
Rijden met uw auto Breng de auto volledig tot stilstand Bedienen van de koppeling AANWIJZING alvorens stand R (achteruit) in te Het koppelingspedaal moet geheel Om onnodige slijtage of schade schakelen, zet de selectiehendel in worden ingetrapt omdat: aan de koppeling te voorkomen: de vrijstand en schakel vervolgens - Starten van de motor stand R (achteruit) in.
Pagina 287
Terugschakelen Goede rijgewoonten AANWIJZING Schakel in druk verkeer of bij het • Laat de auto nooit in zijn vrij een Om schade aan de motor, de oprijden van een steile helling terug helling af rijden. Dit is bijzonder koppeling en de transmissie te om overbelasting van de motor te gevaarlijk.
Pagina 288
• Pas uw snelheid aan voordat u een bocht aansnijdt of gaat • HYUNDAI adviseert u om u Rem op een glad wegdek niet keren. altijd aan de aangegeven snel af op de motor (schakelen snelheidslimieten te houden.
Pagina 289
Rev Matching Rev Matching activeren Het Rev Matching-systeem helpt automatisch toerental synchroniseren met de optimale snelheid van de versnelling die wordt ingeschakeld, waardoor de invloed van het aangrijpen van de koppeling afneemt en de reactie op het schakelen verbetert. Informatie •...
Pagina 290
Rijden met uw auto ■ Toets DRIVE MODE ■ REV-indicator OPDEN057494 OPDEN047447 2. Selecteren van de rijmodus Toets DRIVE MODE Gebruik Rev Matching onder normale rijomstandigheden in onderstaande modi. • Als de ECO-modus is geselecteerd: - Rev Matching kan niet worden geactiveerd, ook niet als de bestuurder de toets REV indrukt. - De REV-indicator is uit.
Pagina 291
■ Toets N ■ REV-indicator Werking Rev Matching motortoerental wordt automatisch gesynchroniseerd met volgende ingeschakelde versnelling. Het gaspedaal hoeft niet ingetrapt worden motortoerental te verhogen. • Koppeling ingetrapt ingeschakelde versnelling motortoerental wordt OPDEN057495 OPDEN047447 automatisch direct verlaagd zodra de Toets N koppeling ontkoppelt, maar...
Pagina 292
Rijden met uw auto • Terugschakelen Waarschuwingsmelding motortoerental wordt automatisch verhoogd en blijft op het beoogde motortoerental. OPDEN047443 Pas op voor schade aan de motor bij het schakelen bij hoog toerental Als het ingaande toerental van de transmissie hoog (boven maximumtoerental) schakelen, verschijnt...
Pagina 293
LAUNCH CONTROL Het Launch Control-systeem regelt Activeren Launch Control de auto om wielspin te verminderen Activeren van de Launch Control: of het slippen van de wielen te verminderen wanneer vanuit stilstand snel wordt geaccelereerd. Voorwaarden voor activeren De Launch Control kan worden geactiveerd als aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Pagina 294
Rijden met uw auto 7. Als de koppeling vlot, maar De melding “Launch Control Active” AANWIJZING geleidelijk wordt losgelaten terwijl (Launch Control actief) en “Release Wanneer Launch Control constant accelerator to stop launch control” het gaspedaal volledig ingetrapt wordt gebruikt, zorgt dit voor een (Laat gaspedaal los om Launch blijft, begint de auto te rijden.
Pagina 295
REMSYSTEEM Rembekrachtiging (Vervolg) WAARSCHUWING auto voorzien • Als de remmen nat zijn, remt bekrachtigde remmen Neem volgende de auto minder dan normaal normaal gebruik automatisch voorzorgsmaatregelen: en kan de auto naar één kant afgesteld worden. trekken tijdens het remmen. • Laat tijdens het rijden uw voet motor niet...
Pagina 296
We de remmen te voorkomen, niet adviseren u de auto te laten rijden met versleten remblokken. controleren door een officiële Hyundai-dealer. Informatie • Als er tijdens het remmen Vervang de remblokken van één as continu trillingen voelbaar zijn altijd gelijktijdig.
Pagina 297
We adviseren u het systeem te WAARSCHUWING wegrolt wanneer u op een laten controleren door een officiële helling parkeert. HYUNDAI-dealer, als de parkeerrem • Gebruik, om ERNSTIG LETSEL Laat kinderen en personen die niet of niet helemaal in de vrijstand...
Pagina 298
Rijden met uw auto Controleer Antiblokkeersysteem (ABS) (Vervolg) waarschuwingslampje • Deactiveer parkeerrem van het remsysteem WAARSCHUWING alleen als u in de auto zit en functioneert door het met uw voet het rempedaal contact in stand ON te Een antiblokkeersysteem (ABS) stevig ingetrapt houdt.
Pagina 299
HYUNDAI- dealer. verandering rijstrook. Rijd altijd met een bij de weg- en weersomstandigheden passende veilige snelheid.
Pagina 300
HYUNDAI-dealer. bestuurder te helpen de auto op de gewenste koers te houden. Het AANWIJZING systeem is geen vervanging voor een veilig rijgedrag.
Pagina 301
Bediening voertuigstabiliteits- • Bij wegrijden vanaf In werking modderige ondergrond of tijdens regeleing (ESC) elektronische het rijden op een gladde weg loopt stabiliteitsregeling in werking treedt, Voertuigstabiliteitsregeling het motortoerental (omwentelingen gaat controlelampje (ESC) ingeschakeld per minuut) mogelijk niet op, zelfs knipperen.
Pagina 302
Rijden met uw auto Deactiveren/activeren ESC In de volgende situaties is het WAARSCHUWING wellicht beter de ESC SPORT- modus te activeren of de ESC te • Als u de ESC deactiveert, deactiveren (ESC UIT): stabiliseert de ESC de auto • Bij gebruik van sneeuwkettingen niet langer.
Pagina 303
- De antidoorslipregeling is nog Deactiveren van ESC (ESC UIT) steeds geactiveerd, maar de Houd de toets ESC OFF wielen worden minder stringent langer dan 3 s ingedrukt. geregeld (meer slip). Het controlelampje ESC - Het motorkoppel kan gedeeltelijk OFF gaat branden, de worden beperkt om de stabiliteit melding "Traction &...
Pagina 304
Rijd nooit met de een officiële HYUNDAI-dealer. auto wanneer er banden en velgen met een verschillende maat zijn gemonteerd. 5-34...
Pagina 305
Rijmodusselectie CUSTOM-modus AANWIJZING Wanneer de ESC is ingeschakeld, U kunt de gewenste rijmodus Om schade aan de transmissie te zijn de eigenschappen van ESC selecteren via het audio- of AVN- voorkomen: scherm. afhankelijk van welke rijmodus is • Laat het/de wiel(en) van een as geselecteerd door het indrukken van •...
Pagina 306
Rijden met uw auto Vehicle Stability Management VSM uitschakelen (VSM) VSM AAN-conditie Het Vehicle Stability Management Het VSM werkt als: (VSM) is een functie van het ESC- • De elektronische stabiliteits- systeem (elektronische stabiliteitsrege- regeling (ESC) geactiveerd is. ling). Het helpt de auto stabiel te •...
Pagina 307
) brandt. spoedig mogelijk laten WAARSCHUWING controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Zorg ervoor dat u altijd in staat bent het gaspedaal te bedienen bij het wegrijden op een helling. AANWIJZING De HAC werkt slechts gedurende Als er banden en/of velgen met ongeveer 2 seconden.
Pagina 308
Rijden met uw auto Noodstopsignaal De alarmknipperlichten gaan UIT: Goede remgewoonten (Emergency Stop Signal-ESS) • Als auto gedurende (indien van toepassing) WAARSCHUWING bepaalde periode met lage snelheid rijdt. Het Emergency Stop Signal-systeem Breng voor het verlaten van de waarschuwt achteropkomende De bestuurder kan de alarmknip- auto of het parkeren de auto...
Pagina 309
HYUNDAI-dealer voor hulp. Laat tijdens het rijden uw voet NIET op het rempedaal rusten. Zelfs een...
Pagina 310
OPDEN047433 Storing ECS Wanneer de waarschuwingsmelding voor het ECS wordt weergegeven, is er mogelijk een probleem met het ECS. We adviseren u het systeem te laten nakijken door een officiële Hyundai-dealer. 5-40...
Pagina 311
ELEKTRONISCH GEREGELD DIFFERENTIEEL MET BEPERKTE SLIP (INDIEN VAN TOEPASSING) Elektronisch geregeld differentieel met Rijmodusselectie CUSTOM-modus beperkte slip verwijst naar een functie eigenschappen U kunt de gewenste rijmodus die is voorzien van een mechanisme elektronisch geregelde differentieel selecteren via het audio- of AVN- dat de differentieelwerking van de met beperkte slip zijn afhankelijk van scherm.
Pagina 312
Wacht totdat de auto uitgerust met dezelfde banden voor. slip. We adviseren u het systeem te afgekoeld is. laten nakijken door een officiële Hyundai-dealer. 5-42...
Pagina 313
IN DRIVE-STAND GEÏNTEGREERD REGELSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Toets DRIVE MODE De modus wijzigt wanneer de toets ECO-modus DRIVE MODE wordt ingedrukt. Als de ECO-modus als rijmodus is geselecteerd, worden de motor en de transmissie aangestuurd brandstofverbruik zo veel mogelijk wordt beperkt. •...
Pagina 314
Rijden met uw auto Als de ECO-modus geactiveerd is: Beperking werking ECO-modus: SPORT-modus • Accelereert auto mogelijk Indien onderstaande situaties zich De SPORT-modus zorgt minder snel wanneer het gaspedaal voordoen terwijl de ECO-modus in voor dynamisch geleidelijk wordt ingetrapt. werking is, wordt de werking van de rijgedrag door modus beperkt zonder dat dit aan...
Pagina 315
Toets N De modus wijzigt wanneer de toets N N-modus wordt ingedrukt. De N-modus zorgt ervoor dat de juiste rijmodus ■ ■ N Custom-modus N-modus (SPORT of SPORT+) wordt geselecteerd voor onderdeel dat de prestaties van een high-performance auto beïnvloedt. •...
Pagina 316
Rijden met uw auto CUSTOM-modus AANWIJZING In de CUSTOM-modus In de SPORT/SPORT+-modus kan kan de bestuurder de het brandstofverbruik toenemen. rijmodus voor elk gewenst onderdeel selecteren op het audio- of AVN-scherm. - Motor: NORMAL/SPORT/SPORT+ - Rev Matching: UIT/NORMAL/ SPORT/SPORT+ - E-LSD (Elektronisch geregeld differentieel met beperkte slip): NORMAL/SPORT - Veersysteem: NORMAL/SPORT/...
Pagina 317
Eigenschappen auto De eigenschappen van elk onderdeel zijn afhankelijk van welke rijmodus is geselecteerd door het indrukken van de toets DRIVE MODE of N op het stuurwiel. Toets DRIVE MODE Toets N Onderdeel ECO-modus NORMAL-modus SPORT-modus N-modus CUSTOM-modus NORMAL / SPORT / Motor NORMAL SPORT...
Pagina 318
Dat wijst geel branden. echter niet op een storing in het ISG- • Als het bovenstaande controle- systeem. lampje blijft branden in het instrumentenpaneel, raden we u aan het ISG-systeem te laten controleren door een officiële Hyundai-dealer. 5-48...
Pagina 319
Automatisch uitzetten Informatie Om de motor uit te zetten wanneer Nadat de motor automatisch uitgezet deze stationair draait is, moet de snelheid van de auto weer minstens 10 km/h bedragen om de motor weer uit te kunnen zetten in de Idle Stop-modus.
Pagina 320
Rijden met uw auto Automatisch starten De motor wordt automatisch opnieuw gestart in de volgende Starten van de motor in de Auto situaties. Stop-modus - De aanjagersnelheid van het • Trap het koppelingspedaal in met handbediende verwarmings- en transmissie stand ventilatiesysteem staat in een (neutraal).
Pagina 321
2. Als het controlelampje in de toets ISG OFF blijft branden, adviseren we u contact op te nemen met een officiël HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Als de motor in de Auto Stop- modus staat, kan de motor mogelijk...
Pagina 322
Laat de motor gedurende 4 uur UIT uitsluitend originele staan en probeer daarna 3 tot 4 HYUNDAI ISG-accu. Als u dat keer de motor te starten om de niet doet, werkt het ISG-systeem accusensor te reactiveren. mogelijk niet goed.
Pagina 323
AUTONOMOUS EMERGENCY BRAKING (AEB) - TYPE MET CAMERA (INDIEN VAN TOEPASSING) Het Autonomous Emergency Braking- Systeeminstelling en WAARSCHUWING systeem (AEB) is ontworpen te helpen -activering de auto voor u te signaleren en te Systeeminstelling Neem volgende volgen behulp voorzorgsmaatregelen bij het •...
Pagina 324
AEB geactiveerd is, geselecteerd, lijkt de aanvankelijke adviseren we u het systeem te laten Voorwaarden voor activeren waarschuwings-activeringstijd nakijken door een officiële Hyundai- De AEB kan worden geactiveerd als mogelijk niet snel wanneer uw dealer. AEB is geselecteerd in het LCD- voorligger plotseling stopt.
Pagina 325
AEB-waarschuwingsmelding Waarsch. Voorz. WAARSCHUWING en systeemregeling (1e waarschuwing) geeft waarschuwings- • Breng de auto op een veilige meldingen waarschuwingsg- plaats volledig tot stilstand eluiden overeenkomstig het risico op voordat u de schakelaar op het een aanrijding, zoals bij het plotseling stuurwiel bedient om het AEB- stoppen van de auto vóór u, een te systeem in/uit te schakelen.
Pagina 326
Rijden met uw auto Botsing waarsch. Noodremmen Werking remsysteem (2e waarschuwing) (3e waarschuwing) • In een noodsituatie bereidt het remsysteem zich voor op een directe reactie zodra de bestuurder het rempedaal intrapt. • De zorgt voor extra remvermogen voor een maximale remvertraging zodra de bestuurder het rempedaal intrapt.
Pagina 327
In dit geval wordt er mogelijk geen invloed op de werking van het waarschuwingsmelding weerge- AEB-systeem. geven. Laat de auto nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Rijd nooit opzettelijk gevaarlijk om het systeem in te schakelen. 5-57...
Pagina 328
Informatie waarschuwingslampje • Plaats GEEN accessoires of We adviseren u het systeem te laten stickers op de voorruit en breng controleren door een officiële Hyundai- geen getinte coating aan op de dealer als: voorruit. • De voorruit is vervangen. • Plaats...
Pagina 329
In dat geval adviseren we u Deze eerste de auto te laten controleren door waarschuwingsmelding ver- een officiële HYUNDAI-dealer. schijnt op het LCD-display en er klinkt een waarschuwings- • Als de AEB-waarschuwingsmelding zoemer. wordt weergegeven, gaat mogelijk ook het waarschuwingslampje ESC...
Pagina 330
Rijden met uw auto (Vervolg) (Vervolg) WAARSCHUWING • wordt bepaalde Als de voorligger plotseling gevallen voorligger stopt, hebt u mogelijk minder • Het AEB-systeem werkt alleen mogelijk niet gesignaleerd controle over om voorliggers te signaleren. door het cameraherkennings- remsysteem. Bewaar daarom •...
Pagina 331
Beperkingen van het systeem • De lens van de camera wordt • De helderheid gehinderd door een getinte of omgevingslicht verandert plotseling, AEB-systeem (Autonomous gecoate voorruit, een beschadigde bijvoorbeeld wanneer u een tunnel Emergency Braking) is ontworpen om voorruit verontreinigingen in- of uitrijdt de voorligger in de gaten te houden (sticker,...
Pagina 332
Rijden met uw auto • De herkenning door de sensor Bewaar in deze gevallen altijd wijzigt plotseling wanneer over een voldoende afstand tot de voorligger, verkeersdrempel wordt gereden zodat u de auto veilig tot stilstand kunt brengen en trap indien nodig •...
Pagina 333
OAE056101 OPDE056102 OAE056103 Mogelijk herkent het AEB-systeem - Rijden op een helling - Wisselen van rijstrook bij het rijden op een bochtige weg De prestaties van de AEB nemen af Wanneer een voorligger van rijstrook een voertuig op de andere rijstrook. bij het op- of afrijden van een helling wisselt, wordt de auto mogelijk niet In dit geval alarmeert het systeem de...
Pagina 334
Rijden met uw auto WAARSCHUWING • Gebruik Autonomous Emergency Braking-systeem niet tijdens het slepen van een auto. Het gebruik van het AEB- systeem tijdens het slepen kan de veiligheid van uw auto of de auto die wordt getrokken negatief beïnvloeden •...
Pagina 335
Informatie In sommige gevallen wordt het AEB- systeem mogelijk uitgeschakeld wanneer systeem wordt blootgesteld aan elektromagnetische interferentie. 5-65...
Pagina 336
• SLIF signaleert controleren door officiële voorruit. verkeersborden Hyundai-dealer als: camera om informatie over de De SLIF gebruikt ook navigatie- • De voorruit vervangen is. snelheidslimiet weer te geven. informatie om informatie over de • De camera bijbehorende snelheidslimiet weer te geven.
Pagina 337
Systeeminstelling en Display Activering systeem -activering • De SLIF geeft informatie over de ■ Geen betrouwbare informatie over snelheidslimiet weer Systeeminstelling snelheidslimieten waarschuwt voor een inhaalverbod • De bestuurder kan de SLIF als uw voertuig de desbetreffende activeren door 'User Settings' verkeersborden passeert.
Pagina 338
De SLIF werkt niet zolang het object niet verwijderd is. Controleer de voorruit rondom de camera. Als het probleem blijft bestaan wanneer het object verwijderd is, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 5-68...
Pagina 339
We adviseren u het systeem te laten controleren door officiële systeem onjuist zijn. • De verkeersborden hebben een HYUNDAI-dealer. afwijkende vorm, enz. • De camera onjuist signaleert. • De camera is na aflevering van de auto gekalibreerd, enz. 5-69...
Pagina 340
Hyundai-dealer. • Plaats geen reflecterende objecten (bijv. wit papier, spiegel) op het dashboard. Elke lichtreflectie kan een storing veroorzaken in het SLIF.
Pagina 341
Hyundai-dealer. hoorbaar gewaarschuwd, terwijl • Het LKAS helpt te voorkomen (Vervolg) tegelijkertijd...
Pagina 342
Hyundai-dealer. bestuurder moet zich altijd • Houd uw handen altijd op het snelheidslimiet • systeem signaleert...
Pagina 343
Werking LKAS Onthoud dat de rijsnelheid ten LKAS minste ongeveer 60 km/h moet zijn om de status van het LKAS te laten overschakelen naar ENABLE (inschakelen). Het controlelampje in het instrumentenpaneel gaat groen branden. De kleur van de indicator is afhankelijk van de conditie van het LKAS.
Pagina 344
Rijden met uw auto • Als uw rijsnelheid hoger wordt dan ■ ■ Rijstrookmarkering Rijstrookmarkering WAARSCHUWING niet gesignaleerd gesignaleerd 60 km/h en de toets LKAS aan is, wordt het systeem ingeschakeld. Als Lane Keeping Assist uw auto de rijstrook verlaat, werkt System is een systeem dat het LKAS als volgt: moet...
Pagina 345
■ Linker ■ Rechter WAARSCHUWING rijstrookmarkering rijstrookmarkering De waarschuwingsmelding kan later worden weergegeven, dat afhankelijk wegcondities. Houd stuurwiel daarom tijdens het rijden altijd met beide handen vast. OPDEN057056/OPDEN057057 OAEE056129L verschijnt visuele Houd handen op stuur waarschuwing op het LCD-display in Als de bestuurder enkele seconden het instrumentenpaneel.
Pagina 346
Rijden met uw auto Waarschuwingslampje en WAARSCHUWING -melding Controleer LKAS • bestuurder zelf verantwoordelijk voor een nauwkeurige besturing. • Schakel onderstaande situaties het systeem uit en bedien de auto zelf. - Bij slecht weer - Onder slechte wegomstan- OPDEN057130 digheden Geen bestuur- dersgrip.
Pagina 347
• De auto maakt een scherpe bocht. Is het probleem niet opgelost, dan • De rijsnelheid is lager dan 60 km/h raden we u aan het systeem door of hoger dan 200 km/h. een officiële HYUNDAI-dealer na te • De auto wisselt abrupt laten kijken.
Pagina 348
Rijden met uw auto Beperkingen van het systeem • Het aantal rijstroken neemt toe of Als externe condities wijzigen af of de rijstrookmarkeringen lopen • De helderheid van het omgevings- Het LKAS treedt mogelijk vroegtijdig door elkaar heen. licht verandert plotseling, bijvoor- in werking, ook al verlaat de auto de •...
Pagina 349
• U rijdt op een steile helling, over Wijzigen LKAS-functie Standard LKA een heuvel of op een bochtige De Standard LKA-modus helpt de De bestuurder kan overschakelen van weg. bestuurder de auto op de rijstrook te het LKAS naar het Lane Departure •...
Pagina 350
Hyundai- LDWS u waarschuwt dat de dealer. auto de rijstrook verlaat. WAARSCHUWING •...
Pagina 351
Werking LDWS De kleur van de indicator (Vervolg) is afhankelijk van de • Plaats tijdens het rijden geen conditie van het LDWS. voorwerpen op het dashboard die licht reflecteren. - Wit: De sensor signaleert geen rijstrookmarkeringen • Bevestig geen accessoires in rijsnelheid is lager dan 60 km/h.
Pagina 352
Rijden met uw auto ■ Rijstrookmarkering ■ Rijstrookmarkering • Als uw rijsnelheid hoger wordt dan Waarschuwingslampje en niet gesignaleerd gesignaleerd 60 km/h en de LDWS-toets AAN is, melding wordt het systeem ingeschakeld. Controleer LDWS Als uw auto de rijstrook verlaat, werkt het LDWS als volgt: ■...
Pagina 353
Is het probleem niet opgelost, dan gesignaleerd. • De rijstrook houdt plotseling op, raden we u aan het systeem door • De rijstrookmarkering gaat op in zoals op een kruising. een officiële HYUNDAI-dealer na te andere splitst zich laten kijken. (bijvoorbeeld bij een tolpoort).
Pagina 354
Rijden met uw auto Als externe condities wijzigen • U rijdt op een steile helling, over een heuvel of op een bochtige • De helderheid van het omgevings- weg. licht verandert plotseling, bijvoor- beeld wanneer u een tunnel in of uit •...
Pagina 355
DRIVER ATTENTION ALERT-SYSTEEM (DAA) (INDIEN VAN TOEPASSING) Het Driver Attention Alert-systeem • De bestuurder kan de modus van Weergave van aandachtsniveau (DAA) geeft het vermoeidheidsniveau het Driver Attention Alert-systeem bestuurder van de bestuurder en onoplettend selecteren ■ Systeem uit rijgedrag weer. - Off (Uit): Het Driver Attention Alert-systeem is gedeactiveerd.
Pagina 356
Rijden met uw auto • De bestuurder kan zijn rijgedrag Neem een pauze Resetten van het systeem bekijken op het LCD-display. • Het laatste pauzetijdstip wordt Het DAA-scherm verschijnt als u ingesteld 00:00 Assist-modus aandachtsniveau selecteert op het LCD-display als bestuurder wordt ingesteld op 5 het systeem geactiveerd is.
Pagina 357
Hyundai-dealer. - De rijsnelheid blijft lager dan 60 moeten nemen, ook al wordt er km/h of hoger dan 200 km/h. door het Driver Attention Alert- systeem niet voorgesteld een pauze te nemen.
Pagina 358
• De rijstrook wordt slecht opgevolgd: laten controleren door herkend. (Zie “Lane Keeping officiële Hyundai-dealer. • Plaats GEEN accessoires of Assist-systeem (LKAS)” of stickers op de voorruit en breng “Lane Departure Warning geen getinte coating aan op de System (LDWS)”...
Pagina 359
(Vervolg) • auto rijdt slingerende weg. • De auto rijdt op een slechte weg. • De auto rijdt door een gebied waarin het hard waait. • De volgende rijbegeleidings- systemen zijn actief: - Lane Keeping Assist- systeem (LKAS) - Autonomous Emergency- Braking-systeem (AEB) OPMERKING...
Pagina 360
Rijden met uw auto SNELHEIDSBEGRENZINGSSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING) Bediening snelheidsbegrenzer Schakelaar snelheidsbegrenzer Informatie ■ Stand-by ■ Ingeschakeld Wanneer de snelheidsbegrenzer in werking is, kan het cruise control- systeem niet worden geactiveerd. OPDEN047201/OPDEN047200 OPDEN057114 1. Controlelampje snelheidslimiet : Wijzigt de modus tussen cruise control en snelheid- 2.
Pagina 361
Snelheidslimiet instellen Als u harder wilt rijden dan de ingestelde snelheidslimiet en u het gaspedaal minder dan ongeveer 50% intrapt, zal de ingestelde snelheidslimiet geactiveerd blijven en de auto niet versnellen. Als u het gaspedaal echter meer dan ongeveer 70% intrapt, kunt u de snelheidslimiet overschrijden.
Pagina 362
Rijden met uw auto U kunt de snelheidsbegrenzer op een van de volgende manieren uitschakelen: OPDEN057115 • Druk op de toets • Als u eenmaal op de toets O (annuleren) drukt, wordt ingestelde snelheidslimiet geannuleerd, maar wordt het systeem niet uitgeschakeld.
Pagina 363
CRUISE CONTROL (INDIEN VAN TOEPASSING) Werking cruise control (Vervolg) WAARSCHUWING - Bij rijden tijdens grote Neem volgende verkeersdrukte of bij rijden voorzorgsmaatregelen: met wisselende snelheden. • Stel de rijsnelheid altijd lager - Op gladde (natte, met ijs toegestane of sneeuw bedekte) wegen. maximumsnelheid.
Pagina 364
Rijden met uw auto Informatie Informatie • Tijdens de normale werking van de cruise control zal deze na ongeveer 3 seconden in werking treden wanneer de toets SET wordt ingedrukt opnieuw wordt ingedrukt nadat geremd is. Deze vertraging is normaal. •...
Pagina 365
Rijsnelheid instellen: Verhogen van de cruise control-snelheid OPDEN057119 3. Beweeg de selectieschakelaar OPDEN057118 omlaag (SET-) en laat hem los. OPDEN057120 Het controlelampje SET gaat 1. Druk op de toets op het • Beweeg de selectieschakelaar branden. stuurwiel cruise omhoog (RES+), houd hem vast 4.
Pagina 366
Rijden met uw auto • Beweeg de selectieschakelaar Verlagen van de • Trap licht op het rempedaal. omhoog (RES+) en laat hem Beweeg de selectieschakelaar cruise control-snelheid onmiddellijk weer los. omlaag (SET-) als de auto de rijsnelheid wordt elke keer dat de gewenste snelheid heeft bereikt.
Pagina 367
De cruise control wordt • De rijsnelheid wordt verlaagd tot Terugkeren naar ingestelde een snelheid lager dan ongeveer uitgeschakeld als: rijsnelheid 30 km/h. • De (elektronische stabiliteitsregeling) in werking is. Informatie Door bovenstaande handelingen wordt de werking van de cruise control onderbroken (het controlelampje SET op het instrumentenpaneel gaat uit), maar het systeem wordt alleen...
Pagina 368
Rijden met uw auto Uitschakelen van de - Als bij ingeschakelde Cruise Control één keer op de toets wordt cruise control gedrukt, wordt de Cruise Control uitgeschakeld en wordt de Speed Limit Control ingeschakeld. - Als Cruise Control uitgeschakeld is en de Speed Limit Control ingeschakeld is, zullen beide systemen worden uitgeschakeld als op de toets...
Pagina 369
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken WAARSCHUWING omstandigheden van de auto Neem onderstaande voorzorgsmaat- Verdraai eerst het stuurwiel een Als de auto vast is komen te regelen als er sprake is van aantal keren naar rechts en naar zitten en de wielen hevig gevaarlijke omstandigheden, zoals links om de voorwielen vrij te maken...
Pagina 370
Rijden met uw auto Vloeiend nemen van bochten Rijden in de regen Informatie Pas uw snelheid zo aan dat u in Regen en natte wegen kunnen het Het ESC-systeem (indien van toe- rijden gevaarlijk maken. Hier volgt bochten niet hoeft te remmen of te passing) moet worden uitgeschakeld een aantal aandachtspunten voor schakelen,...
Pagina 371
• Trap het rempedaal tijdens het Doorwaden van water Informatie rijden licht in totdat de remmen Vermijd het doorwaden van water Breng de banden nooit op een hogere weer normaal werken wanneer u tenzij u er zeker van bent dat het spanning dan de maximale spanning vermoedt dat uw remmen nat water niet hoger komt dan de...
Pagina 372
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER De slechtere weersomstandigheden Sneeuw en ijs Winterbanden in de winter leiden tot meer slijtage Houd voldoende afstand tot uw banden andere WAARSCHUWING voorligger. problemen. Om problemen bij het Trap het rempedaal met beleid in. rijden in de winter tot een minimum De maat en het type van de Rijden...
Pagina 373
Als u winterbanden op uw auto laat Sneeuwkettingen Gebruik, indien sneeuwkettingen monteren, zorg er dan voor dat deze moeten worden gebruikt, originele banden dezelfde bandenspanning HYUNDAI-onderdelen en lees voor hebben als de originele banden. montage eerst Monteer sneeuwbanden op alle vier sneeuwkettingen...
Pagina 374
Rijden met uw auto Aanbrengen van sneeuwkettingen Informatie WAARSCHUWING Volg voor het plaatsen van de • Breng de sneeuwkettingen aan op sneeuwkettingen de aanwijzingen Het rijgedrag van de auto kan de voorwielen. Het monteren van van de fabrikant en trek de kettingen door het gebruik van kettingen sneeuwkettingen zorgt wel voor een zo strak mogelijk aan.
Pagina 375
0,5 - 1,0 km gereden voor meer informatie. Neem contact bevriezing biedt voor heeft schade op met een officiële HYUNDAI- verwachten winterse temperaturen. carrosserie te voorkomen. dealer als u niet weet welk type winterolie u moet gebruiken. • Monteer geen sneeuwkettingen auto’s lichtmetalen velgen.
Pagina 376
Ruitensproeierantivries is verkrijgbaar opeenhoping van sneeuw of ijs of als van beschadiging. bij een officiële HYUNDAI-dealer en de remmen nat zijn. meeste automaterialenzaken. Zet de selectiehendel in de 1e Gebruik geen koelvloeistof of andere...
Pagina 377
Voorkom dat ijs en sneeuw zich Plaats geen voorwerpen of ophopen aan de onderzijde van materialen in de motorruimte de auto Het plaatsen van voorwerpen of In sommige gevallen kunnen sneeuw materialen in de motorruimte die en ijs zich ophopen onder de koeling van de motor verhinderen schermen en de bewegingen van de storing...
Pagina 378
Vraag een officiële met een aanhanger. over de auto verliezen. Als de HYUNDAI-dealer meer aanhanger bijvoorbeeld informatie voordat zwaar beladen is, kunnen de aanhanger gaat rijden.
Pagina 379
HYUNDAI-dealer over voor dat het maximale draagver- benodigde zaken zoals mogen van de banden wordt trekhaak, enz.
Pagina 380
Rijden met uw auto Aanhangergewicht Kogeldruk WAARSCHUWING Neem volgende voorzorgsmaatregelen: • Zorg ervoor dat de aanhanger voorzijde altijd zwaarder is dan aan de achterzijde. De verhouding tussen de belading voor en achter dient ongeveer 60/40 te Maximale Maximaal toelaatbaar zijn. Totaal Kogeldruk asbelasting...
Pagina 381
Informatie Maximaal gewicht en maximale kogeldruk bij het rijden met een aanhanger De prestaties van de motor worden minder op grotere hoogte. Vanaf 1000 Onderdeel Theta 2,0 T-GDI m boven de zeespiegel en voor iedere 1000 m daarna moet 10% van het 1600 (3527) Geremd Maximaal aanhangergewicht...
Pagina 382
Monteer nooit een trekhaak los trekhaak bevinden zich op de bumper. Gebruik alleen een bodemplaat achter de achterwielen. trekhaak die op het chassis moet worden bevestigd. • Een HYUNDAI trekhaak verkrijgbaar officiële HYUNDAI-dealer. 5-112...
Pagina 383
Remsysteem aanhanger Rijden met een aanhanger Afstand Controleer of uw aanhanger voldoet Houd tenminste tweemaal zo veel Voor het rijden met een aanhanger is aan de wettelijke voorschriften als afstand als tijdens het rijden zonder enige ervaring vereist. Ga, voordat u uw aanhanger is uitgerust met een aanhanger.
Pagina 384
Zodoende kunt u Neem voor assistentie contact denken achteropkomende op met een offici ële HYUNDAI- bestuurders zien dat u richting dealer. aangeeft, terwijl dit niet het geval is. 5-114...
Pagina 385
(Vervolg) Parkeren op een helling AANWIJZING • Als uw auto een aanhanger Als u een aanhanger achter de auto Om oververhitting van de motor trekt, kan de rijsnelheid veel hebt gekoppeld is het niet verstandig en/of transmissie te voorkomen: lager zijn dan die van de andere om uw auto op een helling te •...
Pagina 386
Rijden met uw auto 5. Start de auto, houd de rem Wegrijden vanuit stilstand op WAARSCHUWING ingetrapt, schakel in de vrijstand, een helling zet de parkeerrem los en laat het 1. Zet de selectiehendel in de Om ernstig letsel te voorkomen: rempedaal langzaam opkomen tot vrijstand, houd het rempedaal •...
Pagina 387
Onderhoud bij het rijden met AANWIJZING een aanhanger Om schade aan de auto te Uw auto heeft vaker onderhoud voorkomen: nodig wanneer u regelmatig met een • Vanwege de hogere belasting aanhanger rijdt. Belangrijke zaken tijdens rijden die speciale aandacht verdienen zijn: aanhanger, kan bij warm weer of bij de motorolie, de automatische- helling...
Pagina 388
Rijden met uw auto MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de dorpel van het GAW (maximale asbelasting) Overbeladen bestuurdersportier geven aan voor Dit is het totaalgewicht op elke as welke belading uw auto ontworpen WAARSCHUWING (voor en achter) - opgebouwd uit het informatielabel rijklaar gewicht...
Pagina 389
Wat te doen in een noodgeval Alarmknipperlichten..........6-2 Lekke band (met tire mobility kit) - type A ..6-23 Introductie.................6-23 Wat te doen in een noodgeval tijdens Aanwijzingen voor een veilig gebruik van de het rijden..............6-2 Tire Mobility Kit...............6-24 Als de motor afslaat tijdens het rijden .......6-2 Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) ..6-25 Als de motor afslaat op een kruising of splitsing ..6-2 Gebruik van de Tire Mobility Kit .........6-26...
Pagina 390
HYUNDAI-dealer als de motor niet waarschuwen extra start. voorzichtigheid in acht te nemen bij het naderen, inhalen of passeren Als de motor afslaat op een van uw auto.
Pagina 391
ALS DE MOTOR NIET GESTART KAN WORDEN Als u tijdens het rijden een • Druk, als de auto tot stilstand is gekomen, de schakelaar van de lekke band krijgt Als de motor niet of langzaam alarmknipperlichten in, zet de ronddraait Als tijdens het rijden een band selectiehendel in de vrijstand, leegloopt:...
Pagina 392
Wij adviseren u zeer licht een officiële HYUNDAI-dealer. met klem om een monteur of de ontvlambare waterstof in de accucellen. Dit wegenwacht te raadplegen als u...
Pagina 393
Startprocedure met behulp van AANWIJZING (Vervolg) een hulpaccu • Bij het optillen van een accu Om schade aan uw auto te 1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar met een kunststof behuizing voorkomen: dat de startkabels de afstand kan door de druk accuzuur •...
Pagina 394
5. Sluit het andere uiteinde van de van uw auto (1). controleren door officiële startkabel aan op de rode, HYUNDAI-dealer als de oorzaak van positieve pool de lege accu niet duidelijk is. accu/hulpstartaansluiting van de andere auto (2). 6. Sluit de tweede startkabel aan op...
Pagina 395
HYUNDAI- verwijderen. dealer. draait. Zet de motor uit als de koelventilator niet draait.
Pagina 396
7. Rijd voorzichtig verder en wees alert op verdere tekenen van oververhitting. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als de OPD066009 motor opnieuw oververhit raakt. OPMERKING OPDEN047205 • U...
Pagina 397
• De weergegeven waarden voor de Bandenspanningscontrole- Voor extra beveiliging is uw auto bandenspanning verschillen uitgerust systeem mogelijk bandenspanningscontrolesysteem bandenspanningsmeter gemeten (TPMS) dat ervoor zorgt dat een WAARSCHUWING waarden. waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden • U kunt de eenheid waarin de Een te hoge of een te lage wanneer de bandenspanning van bandenspanning...
Pagina 398
In de volgende situaties raden we juiste spanning zijn, ook al is de bandenspanning u aan het systeem door een bandenspanning nog niet zo laag dat officiële HYUNDAI-dealer na te waarschuwingslampje lage laten kijken. Waarschuwings- bandenspanning gaat branden.
Pagina 399
Wanneer deze AANWIJZING WAARSCHUWING waarschuwingslampjes gaat Het reservewiel is niet uitgerust branden, verminder Schade door lage met een bandenspanningssensor. onmiddellijksnelheid, vermijd scherp bandenspanning aansnijden bochten anticipeer op een langere remweg. OPMERKING Een te lage bandenspanning Zet de auto zo snel mogelijk stil en zorgt ervoor auto...
Pagina 400
We raden u aan het systeem door tions, militaire installaties, een officiële HYUNDAI-dealer na te Gebruik NOOIT bandenrepara- luchthavens, zendmasten, enz. laten kijken om het probleem te laten tiemiddel om de band met een te Dit kan de normale werking van vaststellen.
Pagina 401
Wanneer u ongeveer 10 minuten rijdt U kunt de bandenspanning niet WAARSCHUWING met een snelheid hoger dan 25 km/h beoordelen door alleen naar de na het vervangen van de band met banden te kijken. Gebruik altijd een • Het TPMS waarschuwt niet een te lage bandenspanning door bandenspanningsmeter van een voor ernstige en plotselinge...
Pagina 402
TPMS vervalt mogelijk door een officiële HYUNDAI- de garantie voor dat deel van de dealer. auto. • Als u universele wielen onder uw auto monteert, moet u...
Pagina 403
LEKKE BAND (MET RESERVEWIEL, INDIEN VAN TOEPASSING) Krik en gereedschap WAARSCHUWING Het verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit hoofdstuk bij het verwisselen van een band om de kans op ernstig letsel te beperken. OPMERKING OPDEN067037 Draai de vleugelbout waarmee het Pak de krikslinger niet vast bij...
Pagina 404
Wat te doen in een noodgeval Verwisselen van wielen (Vervolg) • Plaats de krik ALTIJD onder WAARSCHUWING de speciale kriksteunpunten en NOOIT onder de bumpers De auto kan van de krik of andere onderdelen bij het afglijden of rollen, waardoor u opkrikken van de auto.
Pagina 405
Volg deze stappen verwisselen van een band van uw auto: 1. Zet de auto op een stevige en vlakke ondergrond. 2. Zet de selectiehendel in de vrijstand, activeer de parkeerrem en zet het contact in stand LOCK/OFF. 3. Druk op de schakelaar van de alarmknipperlichten.
Pagina 406
Wat te doen in een noodgeval 9. Draai de wielmoeren los met de wielmoersleutel en verwijder ze met de hand. Verwijder het wiel van de tapeinden en leg het wiel plat neer op een plaats waar het niet in de weg ligt. Verwijder vuil en andere verontreinigingen van ■...
Pagina 407
HYUNDAI-dealer de wielmoeren metrische draad gebruikt met het juiste aanhaalmoment AANWIJZING worden om beschadiging van vastzetten. wielmoeren de tapeinden te voorkomen en moeten vastgedraaid worden •...
Pagina 408
Wat te doen in een noodgeval Bel de wegenwacht en probeer niet • Gebruik dit reservewiel niet onder (Vervolg) zelf de band te verwisselen als de een andere auto omdat het • Overschrijd het laadvermogen krik, de wielmoeren, de tapeinden of speciaal ontworpen is voor uw auto niet...
Pagina 409
Kriklabel OPMERKING ■ Voorbeeld beschadiging compacte reservewiel en uw auto te voorkomen: • Rijd langzaam genoeg gezien de wegcondities om gevaren, zoals putdeksels en afval, te kunnen ontwijken. • Rijd niet over objecten heen. OHYK065011 De diameter van het compacte Het werkelijke label op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding.
Pagina 410
Wat te doen in een noodgeval EG-conformiteitsverklaring voor krik JACKDOC14F 6-22...
Pagina 411
We raden u aan het systeem te laten WAARSCHUWING gebeuren dat het lek niet afdoende controleren door officiële gedicht kan worden. HYUNDAI-dealer. Laat de band zo snel mogelijk Een te lage bandenspanning heeft repareren. De bandenspanning negatieve invloed kan, nadat de band met de prestaties van de band.
Pagina 412
HYUNDAI-dealer als de band niet passerende verkeer. kunt repareren. Lees het hoofdstuk gerepareerd kan worden met de • Activeer de parkeerrem, ook als de 'Aanwijzingen voor een veilig gebruik Tire Mobility Kit.
Pagina 413
• Laat de compressor niet langer Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) dan 10 minuten achter elkaar draaien, omdat anders oververhit kan raken. • Gebruik de Tire Mobility Kit niet bij een buitentemperatuur lager dan -30°C. • Spoel als uw huid in contact met de bandenreparatievloeistof is gekomen de desbetreffende plek af met veel water.
Pagina 414
Wat te doen in een noodgeval De stekkers, kabel en vulslang Gebruik van de Tire Mobility Kit kunnen opgeborgen worden in de compressorbehuizing. OPMERKING Volg hieronder beschreven procedure nauwgezet, omdat het afdichtingsmiddel anders onder hoge druk kan ontsnappen. WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel waarvan OIGH067042 houdbaarheidsdatum is verstreken.
Pagina 415
OPMERKING Sluit de vulslang voor de bandenreparatievloeistof goed aan op het ventiel. Wanneer dit niet gebeurt, kan de banden- reparatievloeistof terugvloeien waardoor de vulslang verstopt kan raken. OPDEN067015 OPDEN067017 4. Schroef de ventieldop van de 5. Steek de aansluiting van de compressor 12V- defecte band los en schroef de...
Pagina 416
Wat te doen in een noodgeval 6. Zet het contact in stand ON, zet 7. Schakel de compressor uit. Het dichtmiddel verdelen de compressor aan en laat de 8. Verwijder de vulslang van de fles compressor gedurende 5 - 7 dichtmiddel en het ventiel van de minuten lopen, zodat de band tot band.
Pagina 417
Controleren van de - De bandenspanning verlagen: Druk knop (9) op de compressor bandenspanning 1. Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km (of ongeveer 10 minuten) hebt AANWIJZING gereden, op een veilige plaats. Gebruik compressor niet langer dan 10 minuten, omdat het apparaat anders oververhit raakt en beschadigd kan raken.
Pagina 418
We adviseren u contact op te een officiële HYUNDAI-dealer nemen officiële worden gecontroleerd. HYUNDAI-dealer als de band niet gerepareerd kan worden Informatie met de Tire Mobility Kit. Draai bij het plaatsen van de gerepareerde band met velg op de...
Pagina 419
We raden u aan het systeem te laten WAARSCHUWING gebeuren dat het lek niet afdoende controleren door officiële gedicht kan worden. HYUNDAI-dealer. Laat de band zo snel mogelijk Een te lage bandenspanning heeft repareren. De bandenspanning negatieve invloed kan, nadat de band met de prestaties van de band.
Pagina 420
HYUNDAI-dealer als de band niet passerende verkeer. kunt repareren. Lees het hoofdstuk gerepareerd kan worden met de • Activeer de parkeerrem, ook als de 'Aanwijzingen voor een veilig gebruik Tire Mobility Kit.
Pagina 421
• Laat de compressor niet langer Componenten van het Tire Mobility Kit (TMK) dan 10 minuten achter elkaar draaien, omdat anders oververhit kan raken. • Gebruik de Tire Mobility Kit niet bij een buitentemperatuur lager dan -30°C. • Spoel als uw huid in contact met bandenreparatievloeistof gekomen de desbetreffende plek af met veel water.
Pagina 422
Wat te doen in een noodgeval De stekkers, kabel en vulslang Gebruik van de Tire Mobility Kit kunnen opgeborgen worden in de compressorbehuizing. OPMERKING Volg hieronder beschreven procedure nauwgezet, omdat het afdichtingsmiddel anders onder hoge druk kan ontsnappen. WAARSCHUWING Afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum OPD067014 verstreken.
Pagina 423
OPMERKING Sluit de vulslang voor de bandenreparatievloeistof goed aan op het ventiel. Wanneer dit niet gebeurt, kan de banden- reparatievloeistof terugvloeien waardoor de vulslang verstopt kan raken. OPDEN067015 OPDEN067017 4. Schroef de ventieldop van de 5. Steek de aansluiting van de compressor 12V- defecte band los en schroef de...
Pagina 424
Wat te doen in een noodgeval 6. Zet het contact in stand ON, zet 7. Schakel de compressor uit. Het dichtmiddel verdelen de compressor aan en laat de 8. Verwijder de vulslang van de fles compressor gedurende 5 - 7 dichtmiddel en het ventiel van de minuten lopen, zodat de band tot band.
Pagina 425
Controleren van de - De bandenspanning verlagen: Druk knop (9) op de compressor bandenspanning 1. Stop, nadat u ongeveer 7 - 10 km (of ongeveer 10 minuten) hebt AANWIJZING gereden, op een veilige plaats. Gebruik compressor niet langer dan 10 minuten, omdat het apparaat anders oververhit raakt en beschadigd kan raken.
Pagina 426
We adviseren u contact op te een officiële HYUNDAI-dealer nemen officiële worden gecontroleerd. HYUNDAI-dealer als de band niet gerepareerd kan worden Informatie met de Tire Mobility Kit. Draai bij het plaatsen van de gerepareerde band met velg op de...
Pagina 427
Dollies een auto-ambulance of een OPD066018 bril. Laat de auto bij voorkeur wegslepen door officiële HYUNDAI Erkend Reparateur of een erkend bergingsbedrijf. De juiste procedures voor het slepen zijn noodzakelijk om beschadigingen OPD066020 aan uw auto te voorkomen. Wij bevelen het gebruik van dollies aan.
Pagina 428
Wat te doen in een noodgeval Afneembare trekhaak ■ Voor WAARSCHUWING Zet het contact in de stand OFF wanneer auto gesleept wordt als de auto voorzien is van zij- en gordijnai bags. zij- gordijnairbags kunnen worden geactiveerd wanneer het contact in de stand OPDEN067021 ■...
Pagina 429
We raden u aan contact • Bevestig de kabel of ketting goed op te nemen met een officiële aan de sleepogen. HYUNDAI-dealer of een deskundig bergingsbedrijf voor hulp. • Voorkom schokbewegingen tijdens slepen. Sleep gelijkmatige kracht.
Pagina 430
Wat te doen in een noodgeval OPMERKING Om schade aan uw auto en onderdelen ervan te voorkomen bij het slepen: • Trek alleen lengterichting van de auto bij gebruik van de sleepogen. Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan het sleepoog.
Pagina 431
NOODUITRUSTING (INDIEN VAN TOEPASSING) Uw auto is uitgerust met een Eerstehulpset Neem de volgende stappen om de nooduitrusting waarmee u kunt bandenspanning te controleren: De EHBO-set bevat spullen voor het inspelen op noodsituaties. 1. Draai de ventieldop, die zich op de verlenen van eerste hulp, zoals een velg van de band bevindt, los.
Pagina 432
Onderhoud Motorruimte............7-3 Interieurfilter ............7-21 Controle filter..............7-21 Onderhoudswerkzaamheden ........7-4 Filter vervangen ..............7-21 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ......7-4 Ruitenwisserbladen..........7-22 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud uitgevoerd door eigenaar..............7-4 Controle bladen ...............7-22 Vervangen van bladen ...........7-23 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ........7-5 Accu ..............7-25 Schema voor door de eigenaar uit te Voor een optimale werking van de accu....7-26 voerenonderhoudswerkzaamheden......7-6...
Pagina 433
Zekeringen ............7-40 Vervangen zekering zijpaneel........7-42 Vervangen zekering motorruimte .......7-43 Zekering-/relaiskast ............7-46 Gloeilampen ............7-56 Vervangen van gloeilamp koplamp, statische bochtverlichting, parkeerlicht, richtingaanwijzer en dagrijverlichting............7-57 Afstellen van koplamp (Europa)........7-57 Lamp richtingaanwijzer opzij vervangen ....7-62 Vervangen van lamp achterlicht........7-62 Vervangen lamp mistachterlicht ........7-64 Gloeilamp derde remlicht vervangen......7-65 Vervangen van gloeilamp kentekenplaatverlichting ...7-65 Gloeilamp interieurverlichting vervangen ....7-66...
Pagina 434
MOTORRUIMTE 1. Koelvloeistofreservoir/ motorkoelvloeistofreservoirdop 2. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir 3. Luchtfilter 4. Peilstok motorolie 5. Vuldop motorolie 6. Sproeierreservoir 7. Zekeringkast 8. Accu De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OPDEN077088...
Pagina 435
HYUNDAI krijgt technische De garantievoorwaarden vindt u in kunnen de prestaties, veiligheid of ondersteuning van HYUNDAI om het onderhoudsboekje. levensduur van uw auto in negatieve ervoor te zorgen dat u tevreden bent Reparaties en afstellingen die nodig zin eïnvloeden en kunnen daarnaast met de service.
Pagina 436
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De eigenaar of officiële HYUNDAI- (Vervolg) WAARSCHUWING dealer moet onderstaande controles • Leg blokken voor de wielen volgens het aangegeven interval Het uitvoeren van onderhouds- (voor en achter) om te voor- uitvoeren veilige...
Pagina 437
Onderhoud Schema voor door de eigenaar Tijdens het rijden: Ten minste maandelijks: uit te voerenonderhoudswerk- • Let op veranderingen in het • Controleer het koelvloeistofniveau zaamheden uitlaatgeluid en let erop dat u in het in het expansievat. interieur geen uitlaatgassen ruikt. Bij het tanken: •...
Pagina 438
Twee keer per jaar: Ten minste eenmaal per jaar: (in het voorjaar en in het najaar) • Reinig de afvoeropeningen aan de onderzijde van de portieren en de • Controleer de radiateurslangen en dorpels. de slangen van de verwarming en de airconditioning op lekkage en •...
Pagina 439
We adviseren u het luchtfilter te laten Aandrijfriemen Laat de dieselmotor na het plaatsen vervangen door officiële van een nieuw brandstoffilter enkele HYUNDAI-dealer. Controleer alle aandrijfriemen op minuten draaien en controleer de tekenen van sneetjes, scheurtjes, aansluitingen lekkage. overmatige slijtage of verzadiging...
Pagina 440
Vervang beschadigde remklauwen op vloeistoflekkage. onderdelen. Rem-/Koppelingsvloeistof Zie de website van HYUNDAI voor meer informatie over het controleren Controleer het vloeistofniveau in het Koelvloeistof remblokken rem-/koppelingsvloeistofreservoir. Het remvoeringen. koelvloeistof...
Pagina 441
Onderhoud Stuurhuis, stuurstangen Koudemiddel airconditioning/ en stofhoezen/ aircocompressor onderste fuseekogel Controleer leidingen aansluitingen van de airconditioning Breng de auto tot stilstand, zet de op lekkage en beschadigingen. motor controleer overmatige speling in het stuurwiel. Controleer de stuurstangen op knikken beschadigingen. Controleer stofhoezen fuseekogel...
Pagina 442
MOTOROLIE Controle van het motoroliepeil 1. Neem alle voorzorgsmaatregelen van de oliefabrikant in acht. 2. Controleer of de auto horizontaal staat. 3. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur komen. 4. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar het carter terug kan lopen.
Pagina 443
We adviseren u de motorolie en het • Vul niet te veel motorolie bij. Vul oliefilter te laten vervangen door een olie in kleine hoeveelheden bij officiële HYUNDAI-dealer. en controleer het peil opnieuw om ervoor te zorgen dat er niet te veel wordt bijgevuld.
Pagina 444
HYUNDAI-dealer. tegen bevriezing. Het reservoir is in de fabriek gevuld. Controleer de vorstbescherming en het koelvloeistofpeil ten minste één...
Pagina 445
Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd water en vul het Verwijder De elektromotor voor koelsysteem niet bij met gewoon koelvloeistofreser- de koelventilator blijft kraanwater. onjuist voirdop mogelijk draaien of koelvloeistofmengsel aftapplug NOOIT als wordt mogelijk storingen en schade aan de motor...
Pagina 446
Zie de volgende tabel voor de (Vervolg) WAARSCHUWING mengverhouding. Zorg ervoor Mengverhouding Buiten koelvloeistofreservoirdop (hoeveelheid) temperatuur het bijvullen van koelvloeistof Antivries Water goed wordt vastgedraaid. -15°C (5°F) Anders kan de motor tijdens het -25°C (-13°F) rijden oververhit raken. -35°C (-31°F) ■...
Pagina 447
Onderhoud Vervangen van de koelvloeistof We adviseren u de koelvloeistof te laten verversen door een officiële Hyundai-dealer overeenkomstig het in het begin van dit hoofdstuk beschreven onderhoudsschema. AANWIJZING Leg, om schade aan onderdelen van de motor te voorkomen, een dikke...
Pagina 448
/koppelingssysteem. Laat de een officiële HYUNDAI-dealer. auto controleren door officiële Hyundai-dealer. Informatie Gebruik alleen de voorgeschreven WAARSCHUWING remvloeistof.
Pagina 449
Onderhoud RUITENSPROEIERVLOEISTOF Ruitensproeiervloeistofniveau AANWIJZING (Vervolg) controleren • Gebruik geen koelvloeistof of • Zorg ervoor dat rem-/koppelings- antivries in het ruitensproeier- vloeistof niet in contact komt met vloeistofreservoir. Koelvloei- het lakwerk van de auto. De lak kan stof kan het zicht ernstig hierdoor beschadigd raken.
Pagina 450
Vervang het luchtfilter als het voorgeschreven, adviseren we u het vervuild is. systeem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. Slag: 5~6 klikjes bij een kracht van 20 kg (44 lbs, 196 N). 7-19...
Pagina 451
(2) op de oorspronkelijke positie. • Gebruik originele HYUNDAI- 5. Bevestig het deksel met de onderdelen, door het gebruik bevestigingsclips. van niet-originele HYUNDAI- 6. Controleer of het deksel goed onderdelen vastzit. luchtmassameter beschadigd raken. 7-20...
Pagina 452
INTERIEURFILTER Controle filter Filter vervangen Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Als u als eigenaar het filter zelf wilt vervangen, volg dan onderstaande procedure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 453
Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Controle bladen AANWIJZING AANWIJZING Verontreiniging van de voorruit of de Plaats het interieurfilter in de juiste schade ruitenwisserbladen door bepaalde ↓ stand, met het pijlsymbool ( ) naar ruitenwisserbladen, - armen of substanties kan het effect van de beneden, anders kunnen er te veel andere onderdelen te voorkomen uitenwissers verminderen.
Pagina 454
Vervangen van bladen Servicestand ruitenwissers voor AANWIJZING Als de ruitenwissers de ruit niet • Om schade aan de motorkap en langer goed schoonmaken, kan het ruitenwisserarmen zijn dat ze versleten of gescheurd zijn voorkomen, mogen ruitenwisserarmen alleen van de en dienen ze te worden vervangen. ruit getrokken worden als ze in de bovenste wispositie staan.
Pagina 455
Onderhoud 3. Plaats de ruitenwissers voorzichtig terug op de voorruit. 4. Zet de ruitenwisserschakelaar in een willekeurige ingeschakelde stand om de ruitenwissers terug te zetten in de onderste ruststand. OAD075074L OAD075076L 3. Verwijder het ruitenwisserblad van de ruitenwisserarm (5). 4. Plaats een nieuw ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van het verwijderen.
Pagina 456
Laat ruitenwisserbladen ontvlambare waterstof vervangen door officiële in de accucellen. Dit HYUNDAI-dealer om schade aan de kan ontploffen als er ruitenwisserarmen andere ontstekingsbron onderdelen te voorkomen. aanwezig is. Houd accu's buiten het bereik van kinderen. (Vervolg) 7-25...
Pagina 457
Onderhoud Voor een optimale werking van (Vervolg) (Vervolg) de accu • Accu’s bevatten Laad NOOIT een accu bij zwavelzuur dat uitermate terwijl de accukabels nog corrosief Laat aangesloten zijn. accuzuur niet in contact • Het ontstekingssysteem werkt komen met uw ogen, met hoogspanning.
Pagina 458
Houd open vuur, vonken en rijden, moet deze gedurende 2 uur rokende materialen uit de met een stroomsterkte van 20 - 30 1. CMF60L-BCI : De door HYUNDAI buurt van de accu. A opgeladen worden. gebruikte naam van de accu •...
Pagina 459
(3) Neem de klem los van de Voer de batterij volgens de wettelijke door een officiële Hyundai- pluspool. voorschriften af. dealer. • Gebruik voor het vervangen • Open verwijder...
Pagina 460
BANDEN EN VELGEN Te resetten onderdelen (Vervolg) WAARSCHUWING De volgende onderdelen moeten • Vervang banden nadat de accu is ontladen of na het Door bandproblemen kunt u de (ongelijkmatig) versleten of weer aansluiten van de accukabels controle over de auto verliezen, beschadigd zijn.
Pagina 461
Voor uw veiligheid, een maximale Bij het vol accelereren vanuit stilstand levensduur van de banden en een zo spanning banden kan bij de i30 N een trilling in de laag mogelijk brandstofverbruik, (inclusief die van het reservewiel) voorbanden ontstaan die “Power Hop”...
Pagina 462
HYUNDAI-dealer. over de auto kunt verliezen met bandenspanning te laag is. een ongeval tot gevolg. • Een te hoge bandenspanning Verwijder de ventieldop. Druk de...
Pagina 463
Zorg bij verlies van een ventieldopje HYUNDAI aan de wielen iedere zo snel mogelijk voor een nieuw 12.000 km of eerder, indien het exemplaar. slijtagepatroon daartoe aanleiding Druk als de bandenspanning te hoog geeft, te verwisselen.
Pagina 464
Wielen uitlijnen en balanceren Banden vervangen Informatie De wielen van uw auto zijn af fabriek De binnenzijde en de buitenzijde van zorgvuldig uitgelijnd Slijtage-indicator asymmetrische band zijn gebalanceerd voor lange verschillend. Bij het monteren van een levensduur van de banden en asymmetrische band moet...
Pagina 465
Het gebruik van een HYUNDAI adviseert andere banden bij normaal gebruik voorgeschreven bandenmaat over het algemeen na zes (6) kan een negatieve invloed...
Pagina 466
Band compact reservewiel Velgen vervangen WAARSCHUWING vervangen Als u om de een of andere reden de (indien van toepassing) velgen wilt vervangen, dient u erop Repareer vervang De levensduur van de band van een te letten dat de nieuwe velgen originele band spoedig...
Pagina 467
Onderhoud Onderhoud van banden Voorbeeld aanduiding bandenmaat: (Deze maat dient slechts Naast een juiste bandenspanning, illustratie; de bandenmaat van uw draagt een juiste wieluitlijning bij tot auto is afhankelijk van de uitvoering.) het beperken van de bandenslijtage. 235/35R19 91Y Laat uw dealer de wieluitlijning controleren band ongelijkmatig afgesleten is.
Pagina 468
3. Controleren van de leeftijd Aanduiding velgmaat Snelheidsclassificatie banden van de banden (TIN: Tire velgen zijn voorzien In het onderstaande overzicht staan Identification Number, informatie die van belang kan zijn bij meest gebruikte snelheids- bandenidentificatienummer) eventuele vervanging. De letters en classificaties voor autobanden...
Pagina 469
Onderhoud 4. Structuur en materiaal 6. Maximale belasting Slijtage loopvlak van de band Dit getal geeft het maximale gewicht slijtageclassificatie in kilo's en ponden aan die de band loopvlak is een relatieve classificatie Het aantal lagen rubber van de band. gebaseerd op de mate van slijtage kan dragen.
Pagina 470
Grip - AA, A, B en C Temperatuur - A, B en C WAARSCHUWING De gripclassificaties zijn van hoog Er zijn drie temperatuurclassificaties naar laag: AA, A, B en C. De mogelijk: A (de hoogste), B en C. De temperatuurclassificatie van gripclassificatie geeft aan in hoeverre Deze classificaties geven aan in deze band geldt voor een band...
Pagina 471
■ Cartridge-type /breedteverhouding zorgt voor betere stoot, controleer dan de staat handling remprestaties. van de band. Of neem contact Dergelijke banden kunnen dus op met een officiële HYUNDAI- minder comfort bieden tijdens een rit dealer. meer geluiden produceren, • Controleer de staat van de vergeleken met een normale band.
Pagina 472
Als de vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing. Probeer het betreffende systeem niet te gebruiken en neem onmiddellijk contact op met een officiële HYUNDAI-dealer. 7-41...
Pagina 473
(of in zekering te lokaliseren. de zekeringkast in de motorruimte). 7. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte controleer of hij stevig in de klemmen zit. Neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als de zekering niet goed vastzit. 7-42...
Pagina 474
Zekeringschakelaar Vervangen zekering Informatie motorruimte ■ Steekzekering OPDEN077032 OPDEN077036 OPDE046119 ■ Cartridge-type zekering Zet de zekeringschakelaar altijd in Als de zekeringschakelaar in stand stand ON. OFF staat, verschijnt de melding Als u de schakelaar in stand OFF "Turn on FUSE SWITCH" (zet zet, moeten sommige onderdelen, zekeringschakelaar in stand ON).
Pagina 475
Als de hoofdzekering is doorgebrand, doorgebrand. Gebruik adviseren we u contact op te nemen zekeringtrekker in de zekeringkast met een officiële Hyundai-dealer. in de motorruimte om de zekering te verwijderen of te plaatsen. 5. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde...
Pagina 476
Multizekering Als de multizekering of hoofdzekering is doorgebrand, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. OPDEN0770031 1. Zet de auto uit. 2. Neem de minkabel van de accu los. 3. Verwijder het deksel van de zekeringkast door de lip in te drukken en het deksel omhoog te trekken.
Pagina 477
Onderhoud Zekering-/relaiskast Zekeringkast bestuurderszijde OPDEN077039 Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto.
Pagina 481
Onderhoud Zekeringkast bestuurderszijde Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beschermd circuit zekering REAR WIPER Relais ruitenwisser achter MIRROR Elektrisch verstelbare buitenspiegel bestuurder/passagier, module klimaatregeling HEATED POWER POWER 12V-aansluiting achter #2 OUTLET OUTLET HEATED STEERING 7-50...
Pagina 482
Zekeringkast motorruimte OPDEN077037 Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op OPDEN077038 uw auto.
Pagina 485
Onderhoud Zekeringkast motorruimte Stroomsterkte Naam zekering Symbool Beschermd circuit zekering POWER 12V-aansluiting achter POWER OUTLET 3 OUTLET POWER 12V-aansluiting voor POWER OUTLET 2 OUTLET VACUUM Vacuümpomp VACUUM PUMP PUMP 1 FUEL PUMP FUEL Relais 7 PUMP IGPM (Leak Current Autocut Device, Fuse : F21, F24, F27, F33) BURGLAR ICM-relaiskast (relais claxon alarmsysteem) ALARM HORN...
Pagina 486
Zekeringkast motorruimte (afdekkap accupool) OPDEN077066 Aan de binnenzijde van het deksel van de zekering-/relaiskast vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en de capaciteit. Informatie OPD076065 Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen AANWIJZING van de zekeringkast van toepassing op uw auto;...
Pagina 487
De koplamp moet na een ongeval of na verlichting contact op met een lamp vervangen wordt door een opnieuw monteren worden officiële Hyundai-dealer. Het zelf met dezelfde wattage. Anders kan afgesteld door officiële vervangen van gloeilampen kan de zekering of het elektrische HYUNDAI-dealer.
Pagina 488
We adviseren u, als de gloeilamp dagrijverlichting niet werkt, auto laten controleren door officiële HYUNDAI-dealer. OPDE077086 1. Breng banden voorgeschreven spanning OPDEN077041 verwijder alle lading uit de auto (1) Koplamp (dimlicht) behalve het reservewiel en het gereedschap. Laat iemand in auto...
Pagina 489
Onderhoud 4. Controleer of de accu voldoende geladen is, schakel de koplampen in en stel de koplampen zo af dat het helderste gedeelte van de lichtbundel op de horizontale en verticale lijnen valt. 5. Draai schroevendraaier rechtsom of linksom om de dimlichtbundel naar links of rechts verstellen.
Pagina 490
Richtpunt SCHERM H1: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (dimlicht) (GROOTLICHT) (MISTLAMPEN) H2: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond (grootlicht) (DIMLICHT) H3: Hoogte tussen hart gloeilamp en grond W1: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (dimlicht) W2: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen (grootlicht) W3: Afstand tussen het hart van beide gloeilampen OPDE076081 Eenheid: mm...
Pagina 491
Onderhoud Dimlicht (links) ■ Gebaseerd op een scherm van 10 meter Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp linker koplamp Verticale lijn door hart gloeilamp rechter koplamp Horizontale lijn door hart gloeilamp koplamp Begrenzingslijn (dimlicht) (dimlicht) Grond OPDE076082 1. Stel het dimlicht af zonder dat er iemand in de auto zit. 2.
Pagina 492
Dimlicht (rechts) ■ Gebaseerd op een scherm van 10 meter Hartlijn auto Verticale lijn door hart gloeilamp linker koplamp Verticale lijn door hart gloeilamp rechter koplamp Horizontale lijn door hart gloeilamp koplamp Begrenzingslijn (dimlicht) (dimlicht) Grond OPDE076083 1. Stel het dimlicht af zonder dat er iemand in de auto zit. 2.
Pagina 493
(2) Richtingaanwijzer bevestigingsschroeven van de controleren door officiële (3) Achteruitrijlicht lichtunit. HYUNDAI-dealer. 4. Draai de bevestigingsschroeven Remlicht/achterlicht van de lichtunit los met een kruiskopschroevendraaier. We adviseren u, als de ledverlichting niet werkt, auto laten controleren door officiële...
Pagina 494
9. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te Richtingaanwijzer brengen met de uitsparingen in de lichtunit. Duw de fitting in de lichtunit draai fitting rechtsom. 10. Plaats lichtunit carrosserie. OPD076048 OPD076064 5. Verwijder de achterlichtunit uit de 6.
Pagina 495
Onderhoud Vervangen lamp mistachterlicht Achteruitrijlicht OPDEN077072 OPD076053 Achteruitrijlicht 4. Trek de lamp recht naar buiten. OPDE076095 1. Zet de motor uit. 5. Plaats een nieuwe lamp in de 1. Draai de bevestigingspennen en fitting en draai de lamp tot hij 2.
Pagina 496
Neem, als het derde remlicht niet 1. Wrik het afdekkapje van de lens werkt, contact op met een officiële met een platte schroevendraaier HYUNDAI-dealer. voorzichtig los van het huis van de verlichting. 2. Trek de lamp recht naar buiten. 3. Plaats een nieuwe lamp.
Pagina 497
■ Leeslampje ■ Lampje make-upspiegel ■ Interieurverlichting - met schuifdak OPD076056 OPD076063 ■ Interieurverlichting - zonder schuifdak ■ Bagageruimteverlichting OPDE076057 We adviseren u, als de LED- verlichting niet werkt, de auto te laten controleren door officiële Hyundai-dealer. OAD075045 OPD076059 7-66...
Pagina 498
1. Wrik de lens met een platte schroevendraaier voorzichtig l huis interieurverlichting. 2. Trek de lamp naar buiten. 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de interieurverlichting en klik de lens vast.
Pagina 499
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Exterieur, onderhoud Insecten, teer, sap van bomen, (Vervolg) uitwerpselen van vogels, industrieel • Reinig kunststof onderdelen en Onderhoud exterieur - vuil en dergelijke kunnen de lak van lichting niet met chemische Algemeen uw auto aantasten als ze niet direct oplosmiddelen sterke Het is van groot belang bij gebruik...
Pagina 500
Wassen met een hogedrukreiniger In de was zetten • Houd bij het gebruik van een Een goede waslaag vormt een hogedrukreiniger voldoende afstand barričre tussen tot de auto. Wanneer u onvoldoende verontreinigingen. Het behoud van afstand houdt of de druk te hoog is, een goede waslaag draagt bij tot de kunnen onderdelen...
Pagina 501
Onderhoud Bijwerken van Onderhoud van verchroomde AANWIJZING lakbeschadigingen onderdelen • Als u stof of vuil met een droge Repareer diepe krassen • Gebruik een teerverwijderaar en doek wegveegt, komen steenslagbeschadigingen in de lak geen schraper of ander scherp krassen op de lak. direct.
Pagina 502
Onderhoud van de onderzijde Onderhoud van lichtmetalen WAARSCHUWING velgen Zand en pekel kunnen zich ophopen onderzijde De lichtmetalen velgen zijn voorzien Test na het wassen bij lage carrosserie. Als deze middelen niet van een transparante beschermende snelheid de remmen van uw verwijderd worden, kan versnelde laklaag.
Pagina 503
Onderhoud Bescherming tegen roest Hoge temperaturen versnellen ook Roestgevoelige gebieden het roesten van delen die niet goed Als u in een gebied woont waar uw Bescherming van uw auto geventileerd waardoor het vocht niet tegen roest auto regelmatig wordt blootgesteld wordt afgevoerd.
Pagina 504
Houd uw auto schoon • Zorg er bij het reinigen van Uitwerpselen van vogels : Uitwerpselen portieren en dorpels voor dat de van vogels bevorderen roestvorming in De beste manier om roest tegen te afvoeropeningen openblijven zodat hoge mate en beschadigen gelakte gaan is uw auto schoon te houden het vocht er altijd uit kan.
Pagina 505
Onderhoud Onderhoud interieur Stoffen (indien van toepassing) AANWIJZING Verwijder stof en los vuil van de Onderhoud interieur - Algemeen Gebruik voor het reinigen van stoffen bekleding met een plumeau Voorkom chemicaliën lederen onderdelen (stuurwiel, of een stofzuiger. Reinig met een parfum, cosmetische oliën,...
Pagina 506
• Verzorgen lederen Leder (indien van toepassing) OPMERKING stoelbekleding • Kenmerken van leder - Reinig de stoel regelmatig met een - Leder wordt vervaardigd van de • Plooien of slijtplekken die stofzuiger om stof en zand van de opperhuid van een dier, die via duidelijk het gevolg zijn van het stoel te verwijderen.
Pagina 507
Onderhoud • Reinigen van lederen bekleding Veiligheidsgordels reinigen - Verwijder alle verontreinigingen Reinig de gordels met een zachte direct. onderstaande zeepoplossing die speciaal geschikt aanwijzingen voor is voor het reinigen van bekleding en verwijderen elke soort tapijt. Volg de aanwijzingen op het verontreiniging.
Pagina 508
(3) Emissieregelsysteem brandstofdampen in de atmosfeer terechtkomen. Om de goede werking van de emissieregelsystemen te garanderen, is het aan te raden uw auto door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur te laten controleren en onderhouden volgens onderhoudsschema in dit boekje. 7-77...
Pagina 509
Onderhoud Reservoir 3. Emissieregelsysteem Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen De brandstofdampen die vrijkomen Het emissieregelsysteem is een (koolmonoxide) brandstoftank worden uiterst effectief systeem dat de geabsorbeerd en opgeslagen in een • Koolmonoxide kan samen met uitstoot van schadelijke stoffen tot reservoir.
Pagina 510
• Laat de motor in een afgesloten Voorzorgsmaatregelen (Vervolg) ruimte (bijvoorbeeld een garage) katalysator Verwijder het hitteschild van niet langer draaien dan nodig is om (indien van toepassing) het uitlaatsysteem niet, maak de auto naar binnen of naar buiten de onderkant van de auto niet te rijden.
Pagina 511
• Laat de motor niet langdurig (5 minuten of langer) met een hoog stationair toerental draaien. • Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het emissieregelsysteem. adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-80...
Pagina 512
Specificaties & Consumenteninformatie Afmetingen .............8-2 Motor ...............8-2 Wattage gloeilampen ..........8-3 Banden en wielen ..........8-4 Belastingsindex en snelheidsindex banden (Europa) ..............8-5 Airconditioningssysteem ........8-5 Voertuiggewicht en inhoud bagageruimte ..8-5 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden..8-6 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex........8-7 Voertuig-identificatienummer (VIN) ....8-8 Voertuigcertificatie label ........8-8 Bandenspanningslabe..........8-9 Motornummer ............8-9 Label aircocompressor ..........8-9 Koudemiddelsticker..........8-10...
Pagina 513
Specificaties & Consumenteninformatie AFMETINGEN Onderwerp Totale lengte 4335 zonder buitenspiegels 1795 Totale breedte met buitenspiegels 2039 Totale hoogte 1451 * / 1447 * 225/40 ZR18 1557 Spoorbreedte voor 235/35 R19 1556 225/40 ZR18 1566 Spoorbreedte achter 235/35 R19 1564 Wielbasis 2650 : 18 inch band : 19 inch band...
Pagina 514
WATTAGE GLOEILAMPEN Lamp Gloeilamp Wattage Dimlicht Koplamp Grootlicht Parkeerlicht Voor Richtingaanwijzer Statische bochtverlichting (SBL) Dagrijverlichting Richtingaanwijzer opzij Remlicht/Achterlicht Richtingaanwijzer PY21W Achteruitrijlicht W16W Achter Mistachterlicht PY21W Derde remlicht Kentekenplaatverlichting FESTOON Leeslampje W10W Type A FESTOON Interieurverlichting Type B Interieur Lampje make-upspiegel FESTOON Lamp dashboardkastje FESTOON...
Pagina 515
Specificaties & Consumenteninformatie BANDEN EN WIELEN Bandenspanning kPa (bar, psi) Aanhaalmoment Onderwerp Bandenmaat Velgmaat Normale belasting Maximale belasting wielmoeren kgm (lbf·ft, Nm) Voor Achter Voor Achter 225/40 ZR18 7,5J X 18 (2,5, 36) (2,3, 33) (2,5, 36) (2,3, 33) Standaardband 11~13 235/35 R19 8,0J X 19...
Pagina 516
Classificatie R-1234yf (Europa) Koudemiddel 475 ~ 525 R-134a (behalve Europa) Compressorolie 100 ~ 120 Neem voor meer informatie contact op met een officiële Hyundai-dealer. VOERTUIGGEWICHT EN INHOUD BAGAGERUIMTE Inhoud agageruimte Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht Min. Max. 1950 395 / 381 *...
Pagina 517
Specificaties & Consumenteninformatie AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN EN HOEVEELHEDEN Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijflijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een gunstiger brandstofverbruik oplevert. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto.
Pagina 518
Aanbevolen SAE- De viscositeit (vloeibaarheid) van de motorolie is van invloed op het brandstofverbruik en op de werking onder koude weersomstandigheden viscositeitsindex (starten en oliecirculatie). Motoroliën met een lagere viscositeit geven een lager brandstofverbruik en betere prestaties onder koude weersomstandigheden, OPMERKING terwijl motoroliën met een hogere viscositeit echter wenselijk zijn voor een goede smering bij warme buitentemperaturen.
Pagina 519
Specificaties & Consumenteninformatie VOERTUIG-IDENTIFICATIENUMMER (VIN) VOERTUIGCERTIFICATIE ■ Framenumber LABEL ■ VIN label (Indien van toepassing) OPD086001 OPD086002 voertuig-identificatienummer Het VIN staat ook op een plaatje dat OPDE086007 (VIN) is het nummer dat gebruikt is bevestigd aan de bovenzijde van Op het voertuigcertificatielabel op wordt bij de registratie van uw auto het dashboard.
Pagina 520
BANDENSPANNINGSLABE MOTORNUMMER LABEL AIRCOCOMPRESSOR OPDEN087012 OHC081001 OPD086007 Het motornummer is in het motorblok Een label voor de aircocompressor De banden waarmee uw nieuwe ingeslagen op de plaats die in de geeft u informatie over het type auto is uitgerust zijn zorgvuldig afbeelding is aangegeven.
Pagina 521
Het label bevindt zich aan de voldoen aan de eisen en de andere onderzijde van de motorkap. relevante bepalingen van richtlijn 1995/5/EG. Meer informatie, waaronder de conformiteitsverklaring fabrikant, kunt u vinden op deze website van HYUNDAI: http://service.hyundai-motor.com 8-10...
Pagina 523
Index Als de motor oververhit raakt.........6-7 Antidiefstalsysteem............3-19 Audio (Met Touchscreen)..........4-8 Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ....8-6 Kenmerken van uw audiosysteem .......4-9 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ......8-7 Media .................4-18 Accu................7-25 Radio................4-15 Accu opladen .............7-27 Setup (instellen) ............4-40 Accucapaciteitsticker ..........7-27 Telefoon ..............4-31 Te resetten onderdelen ..........7-29 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..3-116 Voor een optimale werking van de accu....7-26 Automatische verwarming en airconditioning..3-117...
Pagina 524
Banden en velgen ............7-29 Conformiteitsverklaring..........4-43 Aanbevolen bandenspanning bij koude banden ..7-30 CE (Europa) ...............4-43 Aandacht voor de banden ..........7-30 Conformiteitsverklaring..........8-10 Banden met een kleine hoogte-/breedteverhouding ..7-40 Contact................5-5 Banden vervangen .............7-33 Contactslot ..............5-6 Bandenspanning controleren ........7-31 Toets Engine Start/Stop ..........5-9 Grip ................7-35 Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS) ....6-8 Informatie op de wang van de band ......7-36 Bandenspanningscontrolesysteem .......6-9...
Pagina 525
Index Driver attention alert-systeem (DAA)......5-85 Geheugen bestuurdersstoel ...........3-20 Resetten van het systeem...........5-86 Instapfunctie...............3-22 Storing in het systeem..........5-87 Oproepen standen uit het geheugen......3-21 Systeem standby ............5-87 Opslaan van standen in het geheugen......3-21 Systeeminstelling en -activering........5-85 Gloeilampen..............7-56 Afstellen van koplamp (Europa) .......7-57 Gloeilamp derde remlicht vervangen ......7-65 Gloeilamp interieurverlichting vervangen....7-66 Elektronisch geregeld differentieel met beperkte slip..5-41...
Pagina 526
In drive-stand geïntegreerd regelsysteem.....5-43 Kinderzitjes (CRS) ............2-35 Eigenschappen auto ...........5-47 Kiezen van een kinderzitje (CRS) ......2-36 Toets DRIVE MODE..........5-43 Onze aanbeveling: Vervoer kinderen altijd op de achterstoelen ............2-35 Toets N...............5-45 Plaatsen van een kinderzitje (CRS) ......2-38 Instrumentenpaneel............3-50 Koelvloeistof..............7-13 Bediening instrumentenpaneel........3-51 Controleren van het koelvloeistofpeil .......7-13 Meldingen LCD-display ..........3-69 Vervangen van de koelvloeistof.........7-16...
Pagina 527
Index Voorwaarden voor activeren ........5-23 LCD-display ..............3-76 Bediening LCD-display ..........3-76 Motor ................8-2 Modi LCD-display.............3-77 Motornummer ..............8-9 Lekke band (Met reservewiel)........6-15 Motorolie ..............7-11 EG-conformiteitsverklaring voor krik .......6-22 Controle van het motoroliepeil ........7-11 Krik en gereedschap ..........6-15 Motorolie verversen en filter vervangen ....7-12 Kriklabel ..............6-21 Motorruimte..............1-7 Verwisselen van wielen ..........6-16...
Pagina 528
Overzicht exterieur (I) ............1-2 Overzicht exterieur (II)...........1-3 Onderhoud exterieur .............7-68 Exterieur, onderhoud..........7-68 Onderhoud interieur...........7-74 Panoramisch schuif-/kanteldak........3-37 Onderhoudswerkzaamheden...........7-4 Het schuif-/kanteldak sluiten ........3-40 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ......7-4 Kantelen van het schuif-/kanteldak ......3-39 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud uitgevoerd Open-/dichtschuiven van het schuif-/kanteldak ..3-38 door eigenaar .............7-4 Schuifdak resetten............3-41 Opbergvak..............3-133...
Pagina 529
Index Noodstopsignaal (Emergency Stop Signal-ESS)..5-38 Parkeerhulp ..............3-113 Parkeerrem ..............5-27 Parkeerhulp achter ...........3-109 Rembekrachtiging ............5-25 Ruiten................3-32 Remblokslijtage-indicatoren ........5-26 Elektrisch bedienbare ruiten ........3-32 Vehicle Stability Management (VSM) ......5-36 Ruitensproeiervloeistof..........7-18 Rijden in de winter .............5-102 Ruitensproeiervloeistofniveau controleren ....7-18 Sneeuw en ijs ............5-102 Ruitenwisserbladen............7-22 Voorzorgsmaatregelen voor rijden in de winter ..5-105 Controle bladen............7-22 Rijden met een aanhanger (Europa) ......5-108...
Pagina 530
Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ ontgrendelen ............3-14 Snelheidsbegrenzingssysteem........5-90 Toegang tot uw auto ............3-4 Bediening snelheidsbegrenzer ........5-90 Afstandsbediening ............3-4 Snelheidslimietinformatiefunctie (SLIF)......5-66 Smart Key ..............3-7 Beperkingen van het systeem ........5-69 Startblokkeersysteem ..........3-12 Display ...............5-67 Tripcomputer ..............3-86 Systeeminstelling en -activering........5-67 Modi tripcomputer .............3-86 Waarschuwingsmelding ..........5-68 Spiegels.................3-27 Binnenspiegel.............3-27 Buitenspiegel .............3-28...
Pagina 531
Index Voertuigcertificatie label..........8-8 Voertuiggewicht en inhoud bagageruimte ......8-5 Voertuig-identificatienummer (VIN) ......8-8 Vóór het rijden..............5-4 Voor het instappen ............5-4 Vóór het starten ............5-4 Voorruit ontdooien en ontwasemen ......3-128 Automatisch ontwasemingssysteem ......3-131 Automatisch verwarmings-en ventilatiesysteem ..3-129 Ontwaseming ............3-130 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ....6-2 Als de motor afslaat op een kruising of splitsing..6-2 Als de motor afslaat tijdens het rijden......6-2 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt....6-3...