Advertenties
Bestuurder hulpsysteem
Waarschuwingsmethoden
De waarschuwingsmethoden kunnen
worden ingesteld wanneer het voertuig
in de stand ON staat.
• Waarschuwingsvolume: Selecteer
User settings > Driver assistance >
Warning volume op het instrumen-
tenpaneel of Settings > Vehicle >
Driver
assistance
methods > Warning volume op het
infotainmentsysteem en pas het
waarschuwingsvolume aan.
• Prioriteit
rijveiligheid:
Settings
>
Vehicle
assistance > Warning methods >
Driving safety priority op het info-
tainmentsysteem en het audiovolume
wordt verlaagd terwijl er een waar-
schuwing klinkt.
Informatie
• Als u het Waarschuwingsmethoden
wijzigt, kan de Waarschuwingsme-
thoden van andere systemen daar-
door veranderen.
• De waarschuwingsmethode behoudt
de laatste instelling, zelfs als het
voertuig opnieuw wordt gestart.
• Het instellingsmenu is mogelijk
niet beschikbaar voor uw voertuig,
afhankelijk van de kenmerken en
specificaties van het voertuig.
7-16
Werking van de Lane Keeping
Assist
Lane Keeping Assist
in-/uitschakelen
OAC3073075TU
OAC3073075TU
Wanneer het voertuig uit- en ingescha-
keld wordt, wordt de Lane Keeping
Assist altijd ingeschakeld en verschijnt
het grijze (
>
Warning
instrumentenpaneel.
Houd de knop Lane Driving Assist inge-
drukt om de Lane Keeping Assist uit te
schakelen.
Selecteer
>
Driver
Als de motor opnieuw wordt gestart,
zal Lane Keeping Assist de laatste
instelling handhaven.
) controlelampje op het
Informatie
OAC3073058TU
OAC3073058TU
Advertenties
