Rijden met uw auto
Type A
Type A
Type B
Type B
De versnellingshendel kan worden ver-
plaatst door de knop (1) in te drukken.
Werking van de handmatige
transmissie
De handmatige transmissie heeft vijf
versnellingen vooruit. Alle vooruitver-
snellingen zijn volledig gesynchroni-
seerd zodat het schakelen naar een
hogere of lagere versnelling soepel ver-
loopt.
6-14
Zorg dat u, voordat u de bestuur-
dersstoel verlaat, zet de versnelling-
shendel in de 1e versnelling als de
auto op een vlakke ondergrond of
opwaartse helling staat, of schakel
de (R) achteruitversnelling in als de
auto op een neerwaartse helling
staat, zet de parkeerrem op, en
plaats het contactslot in LOCK/OFF-
OAC3N060068TU
OAC3N060068TU
positie. Als deze voorzorgsmaatre-
gelen niet worden opgevolgd, kan de
auto
komen.
Om naar R (Achteruit) te schakelen,
zorgt u dat het voertuig volledig gestopt
is en plaatst u de versnellingshendel
vervolgens naar neutraal voordat u
naar R (Achteruit) gaat.
Als u volledig gestopt bent, en het is
moeilijk om de versnellingshendel te
OAC3N060072TU
OAC3N060072TU
plaatsen in de 1e versnelling of in R
(Achteruit):
1. Plaats de versnellingshendel naar
neutraal en laat de koppelingspe-
daal los.
2. Trap het koppelingspedaal weer in
en schakel vervolgens de 1e ver-
snelling of de R (Achteruit) in.
i
Bij zeer lage buitentemperaturen kan
het schakelen wat moeizamer gaan
zolang de transmissieolie nog koud is.
WAARSCHUWING
onverwacht
in
Informatie
beweging