Voorwoord
• Er mogen geen aanpassingen aan deze auto worden gedaan. Door aanpas-
singen kunnen de prestaties, de veiligheid of de levensduur van uw auto
beïnvloed worden. Aanpassingen kunnen zelfs in strijd zijn met overheidsbe-
palingen en milieuvoorschriften.
Bovendien worden eventuele schade en problemen die door een dergelijke
verandering ontstaan, niet gedekt door de garantie.
• Als u niet-toegestane elektronische apparaten gebruikt, kan de auto zich
abnormaal gedragen, kan schade aan de bedrading ontstaan, raakt de accu
mogelijk ontladen of is er kans op brand. Voor uw veiligheid raden wij u aan
geen ongeautoriseerde elektronische apparaten te gebruiken.
U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende
de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw
auto in positieve zin beïnvloeden.
• Laat de motor niet met te veel toeren draaien.
• Vermijd plotselinge acceleraties tijdens het rijden.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor
goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen
van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Brandstofverbruik en motorprestaties kunnen variëren afhankelijk van het
inrijproces van de auto en zijn na 6.000 km gestabiliseerd. Nieuwe motoren
kunnen tijdens de inrijperiode van de auto meer olie verbruiken.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
Hyundai promoot de milieuvriendelijke verwerking van afgedankte voertuigen. U
kunt uw afgedankte voertuig overlaten aan uw Hyundaiverdeler, in overeenstem-
ming met de Europese recyclagerichtlijn voor voertuigen.
Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI-
importeur.
1-8
AANPASSINGEN AAN DE AUTO
INRIJPROCEDURE