Bestuurder hulpsysteem
Emergency braking (noodrem)
• Om de bestuurder te waarschuwen
dat er een noodstop zal plaatsvinden,
verschijnt het waarschuwingsbericht
'Emergency Braking' op het instru-
mentenpaneel en klinkt er een
geluidssignaal.
• Als er een voetganger voor de auto
wordt gedetecteerd, werkt de functie
wanneer de snelheid van uw voertuig
tussen ongeveer 10-60 km/u ligt.
• Het bereik van de functie kan afne-
men als gevolg van de verkeerssitua-
tie aan de voorzijde of de omgeving
van het voertuig
• Als er een voetganger of een fietser
voor de auto wordt gedetecteerd,
werkt het systeem wanneer de snel-
heid van uw voertuig tussen onge-
veer 10-60 km/u ligt.
• In noodgevallen wordt het remmen
met sterke remkracht ondersteund
door de functie om een aanrijding
met het voertuig, de voetganger of de
fietser die zich voor u bevinden te
helpen voorkomen.
7-6
OAC3073045TU
OAC3073045TU
Stoppen van het voertuig en
rembediening
• Wanneer het voertuig vanwege een
noodremmen tot stilstand komt, ver-
schijnt
'Drive carefully' (voorzichtig rijden) op
het instrumentenpaneel.
• Voor uw veiligheid moet de bestuurder
onmiddellijk het rempedaal intrappen
en de omgeving controleren.
• De rembediening eindigt nadat het
voertuig gedurende over 2 seconden
door een noodstop is gestopt.
Neem bij het gebruik van de Forward
Collision-Avoidance Assist altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
• Wijzig voor uw veiligheid de instel-
lingen nadat u het voertuig op een
veilige plaats hebt geparkeerd.
• Forward Collision-Avoidance Assist
werkt niet in alle situaties en kan
niet alle aanrijdingen voorkomen.
• De bestuurder blijft verantwoor-
delijk voor de bediening van de
auto. Vertrouw niet blindelings op
het Forward Collision-Avoidance
Assist. Bewaar altijd voldoende
remafstand tot de voorligger, zodat
u de auto veilig tot stilstand kunt
brengen en trap indien nodig het
rempedaal in om de rijsnelheid te
verlagen of om de auto te stoppen.
het
waarschuwingsbericht
WAARSCHUWING
OAC3073056TU
OAC3073056TU