Bestuurder hulpsysteem
Camera-instellingen
U kunt de Content selection (Inhoud
selectie) van de achteruitkijkmonitor wij-
zigen door het instellingspictogram (
op het scherm aan te raken terwijl de
achteruitkijkmonitor in werking is, of door
Settings > Vehicle > Driver assistance
> Parking safety > Camera settings te
selecteren in het instellingenmenu te
selecteren terwijl de motor draait.
Uitgebreide Achteruitkijkmonitor
Selecteer met de motor aan Camera
settings > Content selection >
Extended rear camera use in het
instellingenmenu om de functie uitge-
breide achteruitkijkmonitor in te scha-
kelen of te deselecteren om de functie
uit te schakelen.
Parkeerlijnen achter (Rear View
Parking Lines)
Indien Rear view parking lines is
geselecteerd, worden links op het
scherm van het infotainmentsysteem
de hulplijnen voor parkeren achter en
de hulplijnen voor bovenaanzicht ach-
ter weergegeven.
Informatie
• De horizontale richtlijn van de Rear
View Parking Guidance toont de
afstand van 0,5 m, 1 m en 2,3 m tot
het voertuig.
• De horizontale richtlijn van de
Parking Guidance Rear Top View
toont de openingsafstand van de ach-
terklep, op 1,5 m van het voertuig.
7-46
Werking van de achteruitkijk-
monitor
Achteruitrijcamera
OAC3073074TU
OAC3073074TU
)
Werking
• Zet de versnelling in R (Achteruit),
het achteruitrijcamera verschijnt op
het scherm.
• Raak de
verschijnt op het scherm.
Voorwaarden voor uitschakelen
• Het beeld van de achteruitrijcamera
kan niet worden uitgeschakeld wan-
neer de versnelling in R (Achteruit)
staat.
• Als u de parkeerrem inschakelt terwijl
u de versnellingshendel in neutraal
zet of naar een andere versnelling
schakelt, gaat de achteruitrijcamera
uit.
Het beeld van de achteruitrijcamera
kan niet worden uitgeschakeld wan-
neer de versnelling in R (Achteruit)
staat.
aan, het achteraanzicht
Informatie
OAC3059040TU
OAC3059040TU