• Als er inzittenden aanwezig zijn op
de achterstoelen, wees dan voor-
zichtig bij het afstellen van de
voorstoelen.
• Verzeker u ervan dat de stoel na de
afstelling is vergrendeld. Als dit
niet het geval is, kan de stoel
onverwachts bewegen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
OPMERKING
Om letsel te voorkomen:
• Pas uw stoel niet aan tijdens het
dragen van de veiligheidsgordel.
Het naar voor verplaatsen van de
zitkussen kan grote druk op uw
buik veroorzaken.
• Let op dat uw handen of vingers
niet vast geraken in het stoelme-
chanisme terwijl de stoel in bewe-
ging is.
Voor- en achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of
naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsver-
stelling omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste posi-
tie.
3. Laat de hendel los en controleer of
de stoel vergrendeld is. Door naar
voren of achter te bewegen zonder
de hendel te gebruiken. Als de stoel
beweegt, dan is hij niet goed ver-
grendeld.
03
OAC3039002TU
OAC3039002TU
3-7