i
Informatie
• Houd de temperatuurmeter nauw-
lettend in de gaten wanneer de air-
conditioning wordt gebruikt als u
lange hellingen oprijdt of als u in
druk verkeer rijdt bij hoge buiten-
temperaturen. Door het gebruik van
het airconditioningssysteem kan de
motor oververhit raken. Blijf de aan-
jager gebruiken en schakel het air-
conditioningssysteem uit wanneer de
temperatuurmeter aangeeft dat de
motor oververhit raakt.
• Bij het openen van de ruiten bij
vochtig weer kan de airconditioning
druppelvorming in het interieur ver-
oorzaken. Omdat te veel vocht in het
interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken, mag
de airconditioning alleen worden
gebruikt als de ruiten gesloten zijn.
Aanwijzingen voor gebruik aircon-
ditioning
• Open de ruiten een tijdje wanneer de
auto tijdens warm weer in de volle
zon geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
• Nadat het interieur voldoende is
gekoeld, schakelt u vanuit de stand
RECIRCULATIE terug naar de stand
BUITENLUCHT.
• Om het beslaan van de ruiten tijdens
regenachtige of vochtige dagen te
verminderen, kunt u de vochtigheids-
graad in het interieur terugbrengen
door de airconditioning in te schake-
len terwijl de ruiten en het schuifdak
gesloten zijn.
• Tijdens de werking van de airconditi-
oning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
• Schakel de airconditioning iedere
maand enkele minuten in om het sys-
teem in een optimale staat te houden.
• Na gebruik van de airconditioning
kan onder de rechterzijde van de
auto een plas heldere vloeistof gelekt
zijn. Dit is een normaal verschijnsel
tijdens de werking van het systeem.
• Als u de airconditioning overmatig
laat werken, kan het verschil in tem-
peratuur tussen de buitenlucht en de
voorruit damp veroorzaken op het
buitenoppervlak van de voorruit, wat
kan leiden tot verminderde zichtbaar-
heid. Zet in dat geval de luchtcircula-
tietoets in de stand en
gerknop op de laagste stand.
Onderhoudssysteem
Interieurfilter
[A]: Buitenlucht, [B]: Gerecirculeerde lucht
[C]: Interieurfilter, [D]: Aanjager
[E]: Kachelradiateur, [F]: Verdamper
Deze filter bevindt zich achter het dash-
boardkastje. Hij filtert stof of andere
vervuilende stoffen die in de auto bin-
nendringen via het verwarmings- en
airconditioningssysteem.
05
de aanja-
OIK047401L
OIK047401L
5-57