i
Informatie
Het wordt geadviseerd het systeem
voornamelijk in de koude buitenlucht
te gebruiken. Gebruik recirculatie
alleen tijdelijk wanneer dat nodig is.
Door langdurig gebruik van de ver-
warming in de recirculatiemodus en
zonder de airco aan, kan de voorruit
beslaan.
Bovendien kan langdurig gebruik van
de airconditioning tijdens gebruik van
de recirculatiemodus leiden tot te
droge, ontvochtigde lucht in de cabine
en kan de vorming van een muffe geur
door stilstaande lucht bevorderen.
WAARSCHUWING
• Als de verwarmings- en ventilatie-
systeem gedurende langere tijd in
de
recirculatiemodus
gebruikt, kan dit leiden tot slape-
righeid van de inzittenden in de
cabine. Dit kan leiden tot verlies
van controle over de auto, wat kan
leiden tot een ongeval.
• Als u de verwarmings- en ventila-
tiesysteem langere tijd in de recir-
culatiemodus met de airconditio-
ning uitgeschakeld gebruikt, kan
de luchtvochtigheid in de cabine
toenemen.
Dit kan leiden tot condensvorming
op de voorruit en een slecht zicht.
• Slaap niet in uw auto of blijf niet
voor langere tijd in uw auto gepar-
keerd met de ramen dicht en de
verwarming of de airconditioning
aan. Dit kan het kooldioxidegehal-
te in de cabine verhogen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
Aanjagerschakelaar
Draai de knop naar rechts om de venti-
latorsnelheid en de luchtstroom te ver-
hogen. Draai de knop naar links om de
ventilatorsnelheid en de luchtstroom te
verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand "0" om de
aanjager uit te schakelen.
wordt
AANWIJZING
Wanneer de aanjager wordt bediend
terwijl het contact in stand ON staat,
kan de accu ontladen raken. Bedien
de aanjager wanneer de motor draait.
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de airconditio-
ning in te schakelen (het controlelamp-
je gaat branden). Druk nogmaals op de
toets om de airconditioning uit te scha-
kelen.
05
OAI3059117
OAI3059117
OAC3059105TU
OAC3059105TU
5-55