Rijden met uw auto
REMSYSTEEM
Rembekrachtiging
Uw auto is voorzien van bekrachtigde
remmen die bij normaal gebruik auto-
matisch afgesteld worden.
Als de motor tijdens het rijden niet
loopt, of uitgeschakeld is, dan zal de
vermogensassistentie voor de remmen
niet werken. U kunt uw auto wel tot stil-
stand brengen door een grotere pedaal-
kracht uit te oefenen dan normaal.
Geblokkeerde wielen zijn onbestuur-
baar en de remweg is langer.
Als de motor niet draait, wordt de mate
van bekrachtiging steeds minder naar-
mate u vaker het rempedaal indrukt. Als
de rembekrachtiging uitvalt, probeer
dan niet "pompend" te remmen.
Rem alleen "pompend" als de wielen
dreigen te blokkeren.
i
Informatie
• Wanneer het rempedaal onder bepaal-
de rij- of weersomstandigheden wordt
ingetrapt, kunt u tijdelijk een geluid
horen. Dit is normaal en duidt niet op
een probleem met de remmen.
• Tijdens het rijden op een weg met
strooimiddelen kunnen remgeluiden
of abnormale bandenslijtage optre-
den als gevolg van ontdooimiddelen.
Gebruik bij veilige verkeerssituaties
bovendien de remmen om de ont-
dooimiddelen op de remschijven en
remblokken te verwijderen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaat-
regelen:
• Laat tijdens het rijden uw voet niet
op het rempedaal rusten. Hierdoor
kan de temperatuur van de rem-
men abnormaal hoog worden, kun-
nen de remblokken en -schoenen
overmatig slijten en kan de rem-
weg vergroot worden.
6-32
• Schakel bij het afdalen van een
lange of steile helling terug naar
een lagere versnelling om uw snel-
heid onder controle te houden
zonder het rempedaal overmatig te
gebruiken. Door langdurig achter
elkaar te remmen, zullen de rem-
men oververhit raken en kan een
tijdelijk verlies van remprestaties
het gevolg zijn.
• Als de remmen nat zijn, remt de
auto minder dan normaal en kan
de auto naar één kant trekken tij-
dens het remmen. Door het rempe-
daal licht in te trappen, kunt u con-
troleren of het remvermogen door
het nat worden is verminderd.
Controleer uw remmen altijd op
deze manier nadat u door water-
plassen bent gereden. Druk voor
het drogen van de remmen het
rempedaal licht in terwijl u met een
lage snelheid rijdt, totdat het rem-
vermogen weer op het normale
niveau is. Vermijd het rijden op
hoge snelheid totdat de remmen
weer correct werken.
Remblokslijtage-indicatoren
Wanneer de remblokken vóór of achter
versleten zijn, hoort u als waarschu-
wing een piepend geluid van de rem-
men. Dit geluid kan af en toe hoorbaar
zijn of op het moment dat u het rempe-
daal intrapt.
AANWIJZING
Blijf, om kostbare reparaties aan de
remmen te voorkomen, niet rijden
met versleten remblokken.
i
Informatie
Vervang de remblokken van één as
altijd gelijktijdig.