Rijden met uw auto
Voorkom bevriezing van de sloten
Spuit een goedgekeurde slotontdooier
of glycerine in het sleutelgat om bevrie-
zing van de sloten te voorkomen.
Verwijder het ijs van een bevroren slot
door het in te spuiten met een goedge-
keurde slotontdooier. Als een slot
inwendig bevroren is, kunt u het probe-
ren te ontdooien met een verwarmde
sleutel. Zorg ervoor dat u zich niet
brandt aan de verwarmde sleutel.
Gebruik goedgekeurde ruitensproei-
erantivries
Vul het ruitensproeierreservoir met
goedgekeurde ruitensproeierantivries,
zoals voorgeschreven op het reservoir,
om bevriezing van de ruitensproeier-
vloeistof te voorkomen. Ruitensproei-
erantivries is verkrijgbaar bij een offi-
ciële HYUNDAI-dealer en de meeste
automaterialenzaken. Gebruik geen
motorkoelvloeistof of andere soorten
antivries omdat deze de lak kunnen
beschadigen.
Voorkom vastvriezen van de par-
keerrem
Onder bepaalde omstandigheden kan
de parkeerrem in geactiveerde toe-
stand vastvriezen.
De kans daar op is het grootst als er
rond de achterremmen sprake is van
een opeenhoping van sneeuw of ijs of
als de remmen nat zijn. Wanneer het
risico bestaat dat uw parkeerrem vast-
vriest, dient u deze tijdelijk in te schake-
len met de versnellingshendel in de
stand N (bij geautomatiseerde hand-
matige transmissie) of in de eerste of
achteruitversnelling
transmissie). Leg ook blokken voor en
achter de achterwielen om te voorko-
men dat de auto weg rolt. Deactiveer
daarna de parkeerrem.
6-54
(bij
handmatige
Voorkom dat ijs en sneeuw zich
ophopen aan de onderzijde van de
auto
In sommige gevallen kunnen sneeuw
en ijs zich ophopen onder de schermen
en de bewegingen van de stuurinrich-
ting belemmeren. Controleer regelma-
tig de onderzijde van de auto om er
zeker van te zijn dat de voorwielen en
onderdelen van de stuurinrichting vrij
kunnen bewegen als onder zware win-
terse omstandigheden wordt gereden.
Neem de benodigde uitrusting voor
noodgevallen mee
Afhankelijk van de weersomstandig-
heden, kan het nodig zijn de benodigde
uitrusting voor noodgevallen mee te
nemen. Onder deze zaken vallen bij-
voorbeeld sneeuwkettingen, een sleep-
kabel of -ketting, een zaklantaarn, een
alarmknipperlicht, zand, een schep,
startkabels, een ruitenkrabber, hand-
schoenen, een stuk zeil of een kleed,
een deken, enz.
Plaats geen voorwerpen of materia-
len in de motorruimte
Het plaatsen van voorwerpen of materi-
alen in de motorruimte die koeling van
de motor verhinderen kan een storing
of brand veroorzaken. De schade die
hierdoor kan ontstaan valt niet onder de
fabrieksgarantie.
Rijd met uw voertuig wanneer water-
damp condenseert en zich in de uit-
laatpijpen ophoopt
Wanneer de auto in de winter lange tijd
stilstaat terwijl de motor draait, kan
waterdamp condenseren en zich in de
uitlaatpijpen verzamelen. Water in de
uitlaatpijpen kan lawaai enz. veroorza-
ken, maar bij rijden met gemiddelde tot
hoge snelheid wordt het afgevoerd.