Pagina 2
Bediening Onderhoud Technische gegevens Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van publicatie. Door HYUNDAI's streven naar een doorlopende verbetering van haar producten behouden wij ons tussentijdse wijzigingen voor. Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting.
Pagina 3
We raden u daarom aan de instructies van de fabrikant van de radio nauwkeurig te volgen of uw HYUNDAI-dealer te raadplegen over voorzorgsmaatregelen of speciale instructies met betrekking tot het inbouwen van dergelijke apparatuur.
Pagina 4
WAARSCHUWING INZAKE EILIGHEID EN OERTUIG SCHADE In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Deze koppen geven het volgende aan: GEVAAR GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING WAARSCHUWING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Pagina 6
Inhoudsopgave Voorwoord Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Instrumentenpaneel Handige functies van uw auto Rijden met uw auto Bestuurder hulpsysteem Noodsituaties Onderhoud Index...
Pagina 7
Introductie EEN WOORD OORA Gefeliciteerd en hartelijk dank voor het kiezen van een HYUNDAI. We vinden het fijn u te verwelkomen bij de groeiende groep mensen die zich onderscheiden door HYUNDAI te rijden.We zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige constructie van elke HYUNDAI die we maken.
Pagina 8
GEBRUIK AN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
Pagina 9
Introductie In dit gehele instructieboekje zullen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING, AANWIJZING en het veiligheidswaarschuwingssymbool worden gebruikt Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwij- zingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen. Het waarschuwingssymbool gaat vooraf aan de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING.
Pagina 10
Voeg nooit andere dan de voorgeschreven brandstofadditieven toe aan de brand- stoftank (We raden u aan een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen voor meer informatie.) WAARSCHUWING Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
Pagina 11
Loodhoudend (indien van toepassing) In sommige landen moet er loodhoudende benzine worden gebruikt. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als u loodhoudende benzine gaat gebruiken. Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
Pagina 12
(zie hoofdstuk 9 "Normaal onderhouds- schema"). Uw officiële HYUNDAI-dealer kan u de additieven leveren en kan tevens informatie verstrekken over het gebruik daarvan. Gebruik nooit meerdere additieven tegelijk. Rijden in het buitenland...
Pagina 13
RETOURNEREN AN GEBRUIKTE AUTO S EUROPA Hyundai promoot de milieuvriendelijke verwerking van afgedankte voertuigen. U kunt uw afgedankte voertuig overlaten aan uw Hyundaiverdeler, in overeenstemming met de Europese recyclagerichtlijn voor voertuigen. Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI- importeur.
Pagina 14
2. Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur (I) ..................2-2 Overzicht exterieur (II) ................... 2-3 Overzicht interieur ..................2-4 Overzicht dashboard ..................2-5 Motorruimte ....................2-6 Afmetingen ..................... 2-9 Motor specificatie ..................2-9 Wattage gloeilampen ...................2-10 Banden en velgen ..................2-11 Airconditioningssysteem ................
Pagina 15
Uw auto in één oogopslag Vooraanzicht De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3010001 1. Motorkap ............................5-35 2. Koplamp ............................9-57 3. Mistlampen vóór .......................... 9-61 4. Banden en velgen ........................9-31 5. Buitenspiegel ..........................5-24 6. Voorruitenwisserbladen ......................9-25 7.
Pagina 16
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3010002 1. Antenne ............................5-93 2. Portieren ............................5-13 3. Tankdopklep ..........................5-38 4. Ultrasoonsensoren achter ......................7-126 5. Derde remlicht ..........................9-72 6. Achteruitrijcamera* ........................7-103 7. Achterruitenwisserblad* ......................9-26 8. Achterklep ............................5-36...
Pagina 17
Uw auto in één oogopslag INTERIEUR OVERZICHT De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3010003 1. Portiergreep ..........................5-16 2. Schakelaar buitenspiegelbediening ..................5-25 3. Toets inklapbare buitenspiegel ....................5-26 4. Schakelaar ruitbediening ......................5-27 5. Blokkeertoets ruitbediening .......................5-30 6. Hendel motorkapontgrendeling ....................5-35 7.
Pagina 18
OVERZICHT DASHBOARD De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OBC3010004 1. Bediening verlichting/ 12. Verwarmings- en Richtingaanwijzers schakelaar....5-41 ventilatiesysteem* ......5-56 2. Stuurwielbediening audiosysteem* ..5-94 13. Infotainmentsysteem ......5-93 3. Instrumentenpaneel ....... 4-2 14. Knop waarschuwingsknipperlicht ..8-2 4. Claxon ............ 5-22 15.
Pagina 19
Uw auto in één oogopslag MOTORRUIMTE De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090001 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-14 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3. Rem/koppelingsvloeistofreservoir* .................... 9-18 4. Luchtfilter ............................. 9-22 5. Zekeringkast ..........................9-40 6. Accu .............................. 9-27 7.
Pagina 20
De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090003 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-14 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3. Rem/koppelingsvloeistofreservoir* .................... 9-18 4. Luchtfilter ............................. 9-22 5. Zekeringkast ..........................9-40 6. Accu .............................. 9-27 7. Ruitensproeierreservoir ........................9-21 8. Radiateurdop ..........................9-15 9.
Pagina 21
Uw auto in één oogopslag De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090004 1. Koelvloeistofreservoir ........................9-14 2. Vuldop motorolie ......................... 9-13 3. Rem/koppelingsvloeistofreservoir* .................... 9-18 4. Luchtfilter ............................. 9-22 5. Zekeringkast ..........................9-40 6. Accu .............................. 9-27 7. Ruitensproeierreservoir ........................9-21 8.
Pagina 22
AFMETINGEN Onderwerpen 5 Portier 4,040 Totale lengte 1,775 Totale breedte Totale hoogte 1,450 185/65R15 1,545 195/55R16 1,539 Spoorbreedte vóór 215/45R17 1,531 185/65R15 1,549 Spoorbreedte 195/55R16 1,543 achter 215/45R17 1,536 Wielbasis 2,580 MOTOR SPECIFICATIE Smartstream G 1.0 T-GDi/ Smartstream Smartstream G1.0 T-GDi Benzine 1,4 Onderwerp G1.2...
Pagina 23
Uw auto in één oogopslag WATTAGE GLOEILAMPEN Gloeilamp- Gloeilamp Wattage type Koplampen (dimlicht/ 60/55 grootlicht) Type A Richtingaanwijzerlampen PY21W Parkeerlichten (indien van toepassing) Koplamp (grootlicht/ dimlicht) Richtingaanwijzerlampen Voor Type B Dagrijverlichting & Parkeerlichten (DRL&PSTN) Statisch buiglicht Dagrijverlichting (gloeilamp) P21W Dagrijverlichting (LED) Richtingaanwijzers opzij WY5W Mistlamp (indien van toepassing)
Pagina 24
BANDEN EN VELGEN Aanhaal Bandenspanning, bar (kPa, psi) moment Banden- Velgmaat wielmoeren Normale belasting * Maximum belasting Onderwerp maat kgm (Ib.ft, Voor Achter Voor Achter 2.35 2.15 185/65R15 6.0J X 15 (34, 235) (31, 215) (35, 240) (36, 250) Standaard- 2.35 2.15 195/55R16...
Pagina 25
470 ± 25 g (15.17 ± 0.8) R-1234yf 500 ± 25 g (16.07 ± 0.8) R-134a g (oz.) Compressorolie 110 (3.88) g (oz.) Neem voor meer informatie contact op met een officiële HYUNDAI-dealer. BELASTINGSINDEX EN SNELHEIDSINDEX BANDEN Belastingsindex Snelheidsindex Onderwerp Bandenmaat Velgmaat LI *...
Pagina 26
MAXIMAAL TOELAATBAAR VOERTUIGGEWICHT kg (lbs.) Smartstream G 1.0 Smartstream G 1.0 Smartstream Benzine 1,4 T-GDi T-GDi (48V) MHEV G 1.2 6 M/T 7 DCT 6 M/T 7 DCT 5 M/T 6 M/T 6 A/T 1,600 1,630 1,620 1,650 1,550 1,560 1,590 (3,527) (3,593)
Pagina 27
Automatische - MICHANG ATF SP-IV transmissie- Benzine 1,4 7.2 (7.6 US t.) - NOCA ATF SP-IV vloeistof - Originele Hyundai ATF SP-IV - GS ATF SP-IV API GL-4, SAE 70W Double clutch- Smartstream G 1.0 HK D DCTF TGO-10 (SK) 1.6~1.7...
Pagina 28
Smeermiddel Hoeveelheid Classificatie Smartstream G 1.0 6.37 (6.73 US t.) T-GDi/ Smartstream G1.0 Mengsel van antivries en 6.45 (6.81 US t.) T-GDi (48V) MHEV water (Koelvloeistof op Koelvloeistof ethyleenglycolbasis met Smartstream 5M/T 4.66 (4.92 US t.) fosfaat voor aluminium G 1.2 radiateur) 6A/T 4.50 (4.75 US t.)
Pagina 29
Uw auto in één oogopslag Aanbevolen SAE-viscositeitsindex OPMERKING Zorg ervoor dat u de omgeving rond vuldoppen, aftappluggen en de peilstok altijd goed reinigt alvorens het peil te controleren of de vloeistof af te tappen. Dit is vooral van belang in gebieden met veel stof of zand en als er met de auto over onverharde wegen wordt gereden.
Pagina 30
VOERTUIG VOERTUIGCERTIFICATIE IDENTIFICATIENUMMER LABEL OBC3010022 OBC3010020 Op het voertuigcertificatielabel op de middenstijl aan bestuurderszijde (of Het voertuig-identificatienummer (VIN) voorpassagierszijde) staat het voertuigi- is het nummer dat gebruikt wordt bij de dentificatienummer (VIN). registratie van uw auto en bij alle zaken die te maken hebben met eigendom, enz.
Pagina 31
Uw auto in één oogopslag BANDENSPANNINGSLABEL MOTORNUMMER OBC3010023 OBC3010021 De banden waarmee uw nieuwe auto is uitgerust zijn zorgvuldig geselecteerd voor de beste prestaties onder normale rijomstandigheden. Op het bandenspanningslabel op de middenstijl aan linkerzijde staan de bandenspanningen voor de verschillende gebruiksomstandigheden.
Pagina 32
LABEL BRANDSTOFLABEL AIRCOCOMPRESSOR INDIEN VAN TOEPASSING Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. Een label voor de aircocompressor geeft u informatie over het type compressor A. Octaangetal van loodvrije benzine waarmee uw auto is uitgerust, zoals 1) RON/ROZ: Research Octane model, onderdeelnummer leverancier, Number productienummer, koudemiddel (1) en 2) (R+M)/2, AKI: Anti Knock Index...
Pagina 33
De componenten van het voertuig die werken met een radio fre uentie voldoen aan de eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1995/5/EG. Nadere informatie, inclusief de verklaring van de fabrikant over de conformiteit is beschikbaar op de volgende HYUNDAI website; http://service.hyundai-motor.com 2-20...
Pagina 34
3. Veiligheidssysteem Belangrijke veiligheidsmaatregelen ............. 3-2 Doe uw veiligheidsgordel altijd om ................3-2 Gesp ook alle kinderen vast ..................3-2 Gevaren airbag ......................3-2 Afleiding van de bestuurder ..................3-2 Beheers uw snelheid ....................3-3 Houd uw auto in een veilige toestand ..............3-3 Stoelen ......................
Pagina 35
Veiligheidssysteem BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN U zult in dit hoofdstuk vele veiligheids- Afleiding van de bestuurder maatregelen en aanbevelingen vinden, Afleiding van de bestuurder omvat een alsook in de rest van dit instructieboekje. ernstig en potentieel dodelijk gevaar, De veiligheidsmaatregelen in deze sectie vooral voor onervaren bestuurders.
Pagina 36
Beheers uw snelheid Te hoge snelheid is een belangrijke factor bij ongevallen met verwondingen en dodelijke afloop. In het algemeen geldt, hoe hoger de snelheid, hoe groter het risico, maar ernstige verwondingen kunnen ook optreden bij lagere snelheden. Rijd nooit sneller dan veilig is voor de huidige omstandigheden, ongeacht de aangegeven maximale snelheid.
Pagina 37
Veiligheidssysteem STOELEN Linkse Besturing Bestuurderszijde Passagierszijde Achterstoel De aanwezige functie kan afwijken van de afbeelding. OBC3030001 Voorstoelen Achterstoelen 1. Voorwaartse/achterwaartse richting 6. Hoofdsteun (Buitenzijde en/of midden*) 2. Rugleuning 7. Neerklappen rugleuning 3. Zittinghoogte* 8. Stoelverwarming * 4. Hoofdsteunen 5. Stoelverwarming* *: indien van toepassing...
Pagina 38
Veiligheidsmaatregelen Airbags U kunt maatregelen nemen om het Het aanpassen van de stoelen, zodat u risico op letsel door een opgeblazen op een veilige, comfortabele positie zit, airbag te verminderen. Te dicht bij een speelt een belangrijke rol in de veiligheid airbag zitten verhoogt de kans op letsel van de bestuurder en passagier bij een wanneer de airbag wordt opgeblazen.
Pagina 39
Veiligheidssysteem Veiligheidsgordels Voorstoelen Gesp uw veiligheidsgordel altijd vast De voorstoel kan worden afgesteld voordat u begint te rijden. met de bedieningshendel (of knop) of De passagiers moeten te allen tijde -schakelaars aan de buitenzijde van de rechtop zitten en goed vastgegespt zitkussen.
Pagina 40
Als er inzittenden aanwezig zijn op de Voor- en achterwaartse richting achterstoelen, wees dan voorzichtig bij het afstellen van de voorstoelen. Verzeker u ervan dat de stoel na de afstelling is vergrendeld. Als dit niet het geval is, kan de stoel onverwachts bewegen, wat kan leiden tot een ongeval.
Pagina 41
Veiligheidssysteem Verstellen van de rugleuning Rugleuning Gebruik NOOIT een teruggeklapte zitting terwijl het voertuig in beweging is, deze kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de veiligheidsgordels vast gegespt zijn, de bescherming die het veiligheidssysteem (veiligheidsgordels en airbags) bieden, neemt aanzienlijk af als de rugleuning te ver horizontaal staat.
Pagina 42
Zittinghoogte Rugleuningzak (voor de bestuurdersstoel, indien (indien van toepassing) van toepassing) OBC3030005 In de rugleuningzak van beide voorstoelen OBC3030004 bevindt zich een opbergvak. Om de zittinghoogte te wijzigen: Duw de hendel een aantal maal omlaag OPMERKING om de zitkussen lager af te stellen. Trek de hendel een aantal maal omhoog Plaats geen zware of scherpe voorwer- om de zitkussen hoger af te stellen.
Pagina 43
Veiligheidssysteem Achterstoelen (indien van toepassing) De rugleuning achter kan worden opgeklapt om het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken of de bagageruimte te vergroten. WAARSCHUWING Laat nooit iemand op een neergeklapte rugleuning zitten als de auto rijdt OAC3039006TU omdat dat geen veilige positie is en omdat dan de veiligheidsgordels niet gebruikt kunnen worden.
Pagina 44
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Bij het terugzetten van de rugleuning Lading achter in zijn oorspronkelijke positie Lading moet altijd worden vastgezet nadat de bank is neergeklapt: om te voorkomen dat het bij een aan- Let erop dat het materialen van de rijding door de auto wordt geslingerd, veiligheidsgordel of de gesp niet waardoor de inzittenden letsel kunnen beschadigd worden.
Pagina 45
Veiligheidssysteem Hoofdsteunen De voor en achterstoelen van de auto hebben verstelbare hoofdsteunen. De hoofdsteunen zorgen voor comfort voor de passagiers, maar belangrijker nog, ze zijn ontworpen om passagiers te beschermen tegen een whiplash en andere nek- en ruggengraatletsels tijdens een ongeval, vooral in een aanrijding van achter.
Pagina 46
Hoofdsteunen op de voorstoelen OAC3039039TU OBC3030006 Afstellen van de hoogte De bestuurdersstoel en de voorpassa- De hoofdsteun hoger afstellen: giersstoel zijn voorzien van een verstel- 1. Trek hem omhoog om hem in de bare hoofdsteun voor de veiligheid en gewenste positie (1) te zetten. het comfort.
Pagina 47
Veiligheidssysteem OBC3030008 OBC3030007 Verwijderen/Plaatsen Plaatsen van de hoofdsteun: Verwijderen van de hoofdsteun: 1. Zet de rugleuning rechtop. 1. Stel de rugleuning (2) af met de aftel 2. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) hendel (1). in de gaten terwijl u de ontgrendelknop (1) indrukt.
Pagina 48
Hoofdsteunen op de achterstoelen OBC3030036TU Verwijderen en plaatsen OBC3030009 Verwijderen van de hoofdsteun: Elke achterstoel is voor de veiligheid en 1. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk het comfort van de passagier voorzien omhoog. van een hoofdsteun. 2. Druk de ontgrendelknop (1) in terwijl u omhoog (2) trekt.
Pagina 49
Veiligheidssysteem Stoelverwarming WAARSCHUWING (indien van toepassing) Plaats NOOIT iets op de zitting dat De stoelverwarming is toegepast om de isoleert tegen warmte wanneer de stoelen te verwarmen tijdens koud weer. stoelverwarming in gebruik is, zoals een dekentje of zitkussen. Dit kan ertoe leiden dat de stoelverwarming WAARSCHUWING oververhit geraakt, waardoor iemand...
Pagina 50
Waarschuwing voor de achterpassagier (ROA) (indien van toepassing) De waarschuwing voor de achterpassagier is bedoeld om te voorkomen dat de bestuurder het voertuig verlaat terwijl de achterpassagier nog in het voertuig zit. Systeeminstelling Om de waarschuwing voor de achterpas- OBC3030010 sagier te gebruiken, moet deze vanuit het stoelverwarming worden...
Pagina 51
Veiligheidssysteem WAARSCHUWING Waarschuwing voor de achterpassagier detecteert geen voorwerpen of mensen op de achterstoel. Door gebruik van historische informatie over het openen en sluiten van het achterportier, infor- meert het systeem de bestuurder dat er mogelijk iets op de achterstoel zit. OPMERKING Waarschuwing voor de achterpassagier gebruikt historische informatie over het...
Pagina 52
VEILIGHEIDSGORDELS Dit gedeelte beschrijft hoe de veilig- Gebruik de veiligheidsgordel niet als heidsgordels correct te gebruiken. Het deze gedraaid is. Een gedraaide vei- beschrijft ook een aantal handelingen ligheidsgordel biedt in geval van een die u niet mag doen bij het gebruik van ongeval onvoldoende bescherming.
Pagina 53
Veiligheidssysteem Waarschuwingslampje rende ongeveer 6 seconden, ongeacht of de gordels zijn vastgemaakt. veiligheidsgordel Als de veiligheidsgordel niet is vastge- Bestuurdersgordel maakt wanneer het contactslot wordt ingeschakeld of als deze wordt losgekop- Instrumentenpaneel peld nadat het contactslot is ingeschakeld, gaat het waarschuwingslampje van de vei- ligheidsgordel branden totdat de gordel is vastgemaakt.
Pagina 54
Waarschuwingslampje en gaat het waarschuwingslampje van de desbetreffende veiligheidsgordel knippe- veiligheidsgordel achter ren. (indien van toepassing) iddelste achterstoel indien van toepassing Als herinnering voor de achterpassagier gaat telkens als het contact in de stand ON wordt gezet het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordel van de achter- passagier branden en klinkt de zoemer gedurende ongeveer 6 seconden, onge- acht of de gordels zijn vastgemaakt.
Pagina 55
Veiligheidssysteem Informatie o als er nie and op de achterpassa- giersstoel zit, zal het waarschuwings- la pje van de veiligheidsgordel gedu- rende 6 seconden nipperen of randen Als er agage, een laptop of een ander ele tronisch apparaat op de achterpas- sagiersstoel geplaatst wordt, an het waarschuwingsla pje van de veilig-...
Pagina 56
WAARSCHUWING OHI038142 uw veiligheidsgordel los te OHI038182L a en Onjuist geplaatste veiligheidsgordels Druk de ontgrendelknop (1) in van de kunnen ernstige letsels veroorzaken tij- vergrendelingsgesp. dens een ongeval. Neem de volgende Als de gordel losgemaakt is, moet hij voorzorgsmaatregelen bij het aanpas- automatisch oprollen.
Pagina 57
Veiligheidssysteem Middelste veiligheidsgordel achter Veiligheidsgordel met (indien van toepassing) gordelspanners (indien van toepassing) OAC3039044TU Gebruik voor het bevestigen van de mid- OJX1039118 delste veiligheidsgordel achter de gor- delsluiting met de aanduiding “CENTER”. [1]: Oprolmechanisme veiligheidsgordel met gordelspanners Uw voertuig is voor en achter uitgerust Informatie met veiligheidsgordels met gordelspan- ners (oprolmechanisme met gordelspan-...
Pagina 58
HYUNDAI-dealer. Sla niet op de veiligheidsgordel mechanismen. WAARSCHUWING Raak de onderdelen van de veiligheids- gordel met gordelspanners niet aan nadat ze geactiveerd zijn.
Pagina 59
Als de gordelspanner niet goed werkt, zal dit waarschuwingslampje gaan branden. Indien de SRS airbag waar- schuwingslampje niet oplicht, of blijft tijdens het rijden, raden we u aan om de veiligheidsgordel met gordelspanners of het systeem te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-26...
Pagina 60
AANWIJZING Extra veiligheidsmaatregelen veiligheidsgordel Bij bepaalde frontale of zijdelingse aanrijdingen of koprollen kunnen, als Gebruik van veiligheidsgordels bij de auto is voorzien van een rollover- zwangerschap sensor, de veiligheidsgordel met De veiligheidsgordel moet ook altijd tijdens gordelspanners worden geactiveerd. de zwangerschap gedragen worden. De Wanneer de veiligheidsgordel met beste manier om uw ongeboren kind te gordelspanners geactiveerd worden,...
Pagina 61
Veiligheidssysteem Gebruik van de veiligheidsgordel bij rotere inderen kinderen Alle kinderen onder 13 jaar die te groot zijn voor een zitverhoger moeten altijd de uigelingen en leine inderen achterstoelen gebruiken en de beschik- In de meeste landen zijn regels over het bare driepuntsgordels dragen.
Pagina 62
We Gebruik NOOIT een teruggeklapte adviseren u contact op te nemen met rugleuning terwijl het voertuig in een officiële HYUNDAI-dealer. beweging is. Als de rugleuning te ver horizontaal staat, neemt de kans op letsel bij een aanrijding of een noodstop aanzienlijk toe.
Pagina 63
Veiligheidssysteem KINDERBEVEILIGINGSS STEEM Onze aanbeveling: Alle kinderen onder de 13 jaar die in de auto meerijden, moeten altijd op de Vervoer kinderen altijd op de achterstoelen zitten en moeten altijd achterstoelen een-correcte zit hebben om het risico op letsel te verminderen bij een-ongeval, een plotselinge stop of een-manoeuvre.
Pagina 64
Laat een HYUNDAI-dealer na een onge- naar voren gericht zit en zitverhoger. val het kinderzitje, de veiligheidsgor- Ze worden ingedeeld op basis van de...
Pagina 65
Veiligheidssysteem CRS09 OIB034017 inderzitje et het gezicht naar inderzitje waar ij het ind et het achteren gezicht naar voren Een kinderzitje met het gezicht naar ach- Een kinderzitje waarbij het kind met teren zorgt ervoor dat het zittingopper- het gezicht naar voren gericht zit, vlakte tegen de rug van het kind vast zit.
Pagina 66
Het installeren van een Zorg dat het kinderzitje goed vast zit. Duw het kinderzitje na het plaatsen kinderzitje (CRS) naar voren en achteren en naar links en rechts om te controleren of het stevig is vastgezet op de stoel. Een kinderzitje WAARSCHUWING die met een veiligheidsgordel is vast- Lees altijd voor de installatie van het...
Pagina 68
Positie in Zitplaatsnummer Zitplaatsen de auto Voor links Middelste Voor Voor rechts zitplaats links middelste zitplaats zitplaats rechts Wanneer de hoofdsteun een juiste plaatsing van het kinderzitje hindert, verstel of verwijder dan de hoofdsteun van de desbetreffende stoel. Plaats nooit een naar achteren gericht kinderzitje op de voorpassagiersstoel, tenzij de airbag is uitgeschakeld.
Pagina 69
Veiligheidssysteem ISOFIX-bevestigingspunt en Top Tether-bevestigingspunt (ISOFIX- bevestigingssysteem) voor kinderzitjes Het ISOFIX-systeem houdt een kinderzitje op zijn plaats tijdens het rijden en tijdens ongevallen. Dit systeem is ontworpen om het installeren van een kinderzitje te vereenvoudigen en om de kans op het onjuist installeren te verminderen.
Pagina 70
Vastzetten van een kinderzitje met het ISOFIX-bevestigingssysteem Installeren van een ISOFIX compatibele kinderzitje in een van de posities op de achterstoel: 1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt van de ISOFIX-bevestigingspunten. 2. Hall objecten weg van de bevestigingen indien deze een veilige aansluiting tussen het kinderzitje en de ISOFIX- bevestigingspunten voorkomen.
Pagina 71
Hierdoor kan de bevestiging losko- stoelen. men of breken. Zorg dat uw ISOFIX-systeem na een ongeval altijd door uw HYUNDAI dea- ler gecontroleerd wordt. Een ongeval kan het ISOFIX-systeem beschadigen en dit kan ertoe leiden dat het kinder- zitje niet meer goed vastzit.
Pagina 72
Vastzetten van een kinderzitje met WAARSCHUWING een driepuntsgordel Neem bij het aanbrengen van de Als het ISOFIX-systeem niet wordt Top Tether-riem altijd de volgende gebruikt, moet een kinderzitje altijd met voorzorgsmaatregelen in acht: het heupgedeelte van een driepuntsgor- Lees alle aanwijzingen van de fabri- del worden vastgezet op een achterstoel.
Pagina 73
Veiligheidssysteem OHI038146 OHI038183L 2. Zet de gesp vast in de driepuntsgordel. 3. Verwijder zoveel mogelijk speling van Controleer of een klikkend geluid de gordel door het kinderzitje omlaag hoorbaar is. te duwen terwijl u de schoudergordel strak trekt. 4. Trek en duw tegen het kinderzitje om Informatie er zeker van te zijn dat de veiligheids- gordel dit goed op de plek houdt.
Pagina 74
AIRBAG AANV LLEND VEILIGHEIDSS STEEM Het aantal daadwerkelijke airbags aanwezig in uw voertuig kan afwijken van de afbeelding. OAC3039013TU 1. Bestuurdersairbagmodule 2. Airbag voorpassagier* 3. Zijairbag* 4. Gordijn airbag* 5. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier* *: indien van toepassing 3-41...
Pagina 75
Veiligheidssysteem Auto's zijn voorzien van een airbagsys- WAARSCHUWING teem voor de bestuurdersstoel en de voorpassagiersstoel. VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR AIRBAGS De voorste airbags zijn ontworpen als aanvulling op de driepuntsveiligheids- Maak altijd gebruik van de veiligheids- gordels. Deze airbags geven alleen extra gordels en van kinderzitje -iedere keer, bescherming als de veiligheidsgordels bij iedere reis en voor iedereen! Zelfs bij...
Pagina 76
Waar zijn de airbags geplaatst? WAARSCHUWING Bestuurdersairbag en Verminder het risico op ernstig letsel passagiersairbag of overlijden door opgeblazen airbags (indien van toepassing) en houdt u aan de volgende voorzorgs- maatregelen: Airbag bestuurder Veiligheidsgordels moeten altijd gedragen worden. Zet uw stoel zo ver mogelijk naar achteren, waarbij u er wel op moet letten dat u alle bedieningsorganen nog goed kunt bedienen.
Pagina 77
Veiligheidssysteem Type A OBC3030021 Type B OAC3039014TU -scha elaar air ag voorpas- sagier indien van toepassing Het doel van de schakelaar is het uit- schakelen van de airbag voorpassagier zodat mensen die vanwege hun leeftijd, grootte, of medische staat niet blootge- steld worden aan letsel gerelateerd aan airbags.
Pagina 78
ON/OFF- schakelaar airbag voorpassagier is ingesteld op de OFF-stand. Wij adviseren u in dit geval om een officiële HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk de ON/OFF-schakelaar air- bag voorpassagier en SRS-airbag sys- teem te laten inspecteren.
Pagina 79
(een kans op) het te laten repareren door een officiële over de kop slaan van de auto wordt HYUNDAI-dealer. gedetecteerd. De zijairbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij of situaties waarbij de auto over de kop kan slaan opgeblazen te worden.
Pagina 80
Gordijn airbags (indien van WAARSCHUWING toepassing) Verminder het risico op ernstig letsel of overlijden door een opgeblazen gordijn airbags en houdt u aan de volgende voorzorgsmaatregelen: Alle inzittenden op de stoel moeten te allen tijde veiligheidsgordels dragen om de inzittenden op de juiste plaats te houden.
Pagina 81
Wij adviseren u om een officiële contact in stand ON staat, om te bepalen HYUNDAI-dealer zo spoedig mogelijk of een aanrijding zwaar genoeg is om het SRS te laten inspecteren als het de airbags of de veiligheidsgordel met volgende zich voordoet.
Pagina 82
Tijdens een frontale botsing zullen sen- Naast het opblazen tijdens een ernstige soren vertraging van de auto detecteren. aanrijding van opzij worden bij auto's Als deze deceleratie groot genoeg is, zal met een rollover-sensor de zijairbags de regelmodule de airbags voor activeren en/of de curtain airbags opgeblazen als op het juiste tijdstip en met de benodigde deze sensor het over de kop slaan van...
Pagina 83
Veiligheidssysteem Airbag bestuurder (3) Airbag bestuurder (1) ODN8039079L ODN8039077L Airbag voorpassagier Als de SRSCM oordeelt dat de kracht waaraan de voorzijde van de auto wordt blootgesteld een bepaalde drempelwaar- de overschrijdt, activeert hij automatisch de airbags voor. Airbag bestuurder (2) ODN8039080L Nadat de airbag geheel gevuld is, begint hij direct weer leeg te lopen, waardoor...
Pagina 84
Was de huid die hiermee in aanraking is gekomen altijd af met koud water en een milde zeepoplossing. Wij adviseren u het systeem onmid- dellijk te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer nadat de airbag is afgegaan. Airbags kunnen maar een keer worden gebruikt. 3-51...
Pagina 85
Om een correcte werking van het air- bagsysteem te garanderen, raden wij aan om de bumper te vervangen door een origineel HYUNDAI of gelijkwaar- dig (aan het origineel) onderdeel dat voor uw voertuig is gespecificeerd. Plaats het contact in de LOCK/OFF- of...
Pagina 86
OBC3030024/OAI3039024L/OBC3030025/OBC3030037TU/OBC3030026 1. Airbagmodule* 2. Airbagsensor voor 3. Druksensoren opzij* 4. Zijairbagsensoren* *: indien van toepassing 3-53...
Pagina 87
Veiligheidssysteem Voorwaarden voor activeren airbags OBC3030028 OBC3030027 Air ags voor De airbags voor zijn ontworpen om bij frontale aanrijdingen te worden opgebla- zen, afhankelijk van de ernst. OAC3039029TU Zijair ags en gordijn air ags De airbags opzij (zijairbags en gordijn airbags) worden geactiveerd bij een aan- rijding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing.
Pagina 88
Voorwaarden voor met-activeren van de airbags OBC3030031 De airbags voor worden bij zijdelingse aanrijdingen soms niet geactiveerd. De OBC3030029 inzittenden bewegen altijd in de richting Bij bepaalde aanrijdingen met lage van de aanrijding, waardoor het activeren snelheden worden de airbags niet van de airbags voor overbodig kan zijn.
Pagina 89
Veiligheidssysteem Informatie Auto s uitgerust et rollover-sensor e zijair ags en gordijn air ags unnen worden geactiveerd als de auto over de op slaat, wanneer dit door de rollover- sensor wordt gedetecteerd Als de auto is voorzien van een rollover- sensor e zijair ags en/of gordijn air ags, indien...
Pagina 90
ON staat, of continu blijft branden, laat modificaties aan de carrosseriestruc- uw auto dan onmiddellijk controleren tuur kunnen ertoe leiden dat het sys- door een officiële HYUNDAI-dealer. teem niet goed werkt, waardoor letsel We adviseren u alle werkzaamheden kan ontstaan.
Pagina 91
Veiligheidssysteem Extra veiligheidsmaatregelen Waarschuwingslabels airbag (indien van toepassing) De inzittenden dienen tijdens het rijden niet uit hun stoel te komen of van plaats te wisselen. Een inzittende die zijn veilig- heidsgordel niet draagt kan tijdens een aanrijding of een noodstop door de auto geslingerd worden, tegen andere inzit- tenden aan, of zelfs uit de auto geslin- gerd worden.
Pagina 92
4. Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel ..................4-2 Bediening Instrumentenpaneel ................4-4 Meters en tellers ......................4-5 Transmissie schakelindicator..................4-9 Waarschuwings- en controlelampjes ..............4-10 Meldingen LCD-display ..................4-20 LCD-display (Type A) ..................4-24 Bediening LCD-display ..................4-24 LCD-display modi ....................4-25 Modus Gebruikersinstellingen ................4-27 Tripcomputer ......................
Pagina 93
Instrumentenpaneel INSTRUMENTENPANEEL Type A OBC3040001 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. LCD-display (inclusief de tripcomputer) Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 94
Type B OBC3040020 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. LCD-display Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 95
Instrumentenpaneel Bediening Instrumentenpaneel Type A OCN7040019L De helderheid van de verlichting van het dashboard wordt weergegeven. OBC3040002 Als de helderheid het maximale of Wanneer de parkeerlichten of koplampen minimale niveau bereikt, klinkt er een van de auto branden, drukt u op de alarm.
Pagina 96
Meters en tellers Toerenteller Snelheidsmeter 3,5 inch 10,25 inch 3,5 inch km/h OAC3049004TU/OBC3040006 De toerenteller geeft het aantal omwen- telingen per minuut (omw/min) bij bena- OAC3049002TU/OAC3049003TU dering weer. Gebruik de toerenteller om de juiste 10,25 inch schakelmomenten te kiezen en voorkom dat de motor zwaar moet trekken of met km/h te hoge motortoerentallen draait.
Pagina 97
Instrumentenpaneel Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter 3,5 inch 10,25 inch 3,5 inch 10,25 inch OBC3040007/OBC3040008 OBC3040009/OCN7040011L Wanneer het contact in stand ON staat, De brandstofmeter geeft bij benadering geeft deze meter de koelvloeistof-tem- de hoeveelheid brandstof aan die nog in peratuur weer. de tank aanwezig is. AANWIJZING Informatie Als de naald van de meter buiten het...
Pagina 98
Buitentemperatuurmeter Kilometerteller 3,5 inch 10,25 inch 3,5 inch 10,25 inch OBC3040003/OTM040013 OIG046114/OTM040019 De kilometerteller geeft de totale afstand De meter geeft de actuele buitentem- aan die met de auto is gereden en dient peratuur aan in graden Celsius (°C) of ook te worden gebruikt om te bepalen graden Fahrenheit.
Pagina 99
Instrumentenpaneel Brandstofverbruik (voor Informatie instrumentenpaneel van 10,25 inch) n h i n nc i n i n OTM040062L n i h Het gemiddelde brandstofverbruik (1) en het actuele brandstofverbruik (2) wordt onderaan het instrumentenpaneel weergegeven. Automatische reset Om het gemiddelde brandstofverbruik automatisch te resetten, kiest u in het menu Settings (Instellingen) in het scherm van het infotainmentsysteem...
Pagina 100
Transmissie schakelindicator Versnellingsindicator automatische transmissie (indien van toepassing) Versnellingsindicator handgeschakelde/intelligent 3,5 inch handgeschakelde versnellingsbak (indien van toepassing) 3,5 inch OTL045132 10,25 inch OPDE046142 10,25 inch OCN7040013 Deze indicator geeft weer welke stand van de Automatische transmissie ver- snellingshendel is geselecteerd. OCN7040014 Parkeren: P Deze indicator geeft aan welke versnelling...
Pagina 101
Safety Restraint System (SRS). OBC3040011 Als dit gebeurt, raden wij u de auto te Deze indicator geeft weer welke stand van laten controleren door een officiële de versnellingshendel is geselecteerd. HYUNDAI-dealer. Parkeren: P Achteruit: R Waarschuwingslampje Neutraal: N stoel Rijden: D...
Pagina 102
Als dit gebeurt, raden wij u de auto nodig remvloeistof bij (Zie voor meer te laten controleren door een officiële informatie "Remvloeistof” in hoofd- HYUNDAI-dealer. stuk 9.) Controleer na het bijvullen van remvloeistof alle onderdelen van het remsysteem op lekkage. Rijd niet met...
Pagina 103
We adviseren u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officiële een storing is in het ABS voordoet. HYUNDAI-dealer. Als dit gebeurt, raden wij u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 104
OPMERKING Wanneer het Controlelampje Motorma- nagement (MIL) gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen teruglopen. In dat geval adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-13...
Pagina 105
Als de dynamoriem in orde is, bevindt snel mogelijk controleren door een het probleem zich in het laadsysteem. officiële HYUNDAI-dealer als het waarschuwingslampje na het bijvullen Als dit gebeurt, raden wij u de auto te blijft branden of als er geen olie laten controleren door een officiële...
Pagina 106
In dat geval adviseren we u de auto te Assist (indien van toepassing) laten zo snel mogelijk controleren door - Radar van Forward Collision-Avoidance een officiële HYUNDAI-dealer. Assist geblokkeerd (indien van toepas- sing) Zie voor meer informatie "Banden- spanningscontrolesysteem (TPMS)” in - Storing in Blind-Spot Collision Warning hoofdstuk 8.
Pagina 107
Terwijl het ESC in werking is. worden weergegeven), adviseren wij u Zie voor meer informatie "Elektronische om het GPF-systeem te laten controleren Stabiliteitsregeling (ESC)" in hoofdstuk door een erkende Hyundai-dealer. AANWIJZING Controlelampje ESC Indien u gedurende lange tijd blijft (Electronic Stability...
Pagina 108
Zie voor meer informatie “ISG (Idle Stop startblokkeersysteem. & Go) in hoofdstuk 6. In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële Informatie HYUNDAI-dealer. i ch c n n nnin n ni in in h...
Pagina 109
Als een van de volgende condities zich c n n voordoen, wij raden u aan uw auto te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- Wanneer de Smart Key zich niet in de dealer. auto bevindt. - Op dat moment kunt u de motor niet starten.
Pagina 110
5 voor meer informatie. (FCA)-systeem. Als dit gebeurt, raden wij u de auto te laten controleren door een officiële Light ON HYUNDAI-dealer. Controlelampje Zie "Forward Collision-Avoidance Assist (FCA)" in hoofdstuk 7 voor meer infor- matie. Als de parkeerverlichting of het dimlicht wordt ingeschakeld.
Pagina 111
Engine gegeven als bij het in de stand OFF zetten Start/Stop-knop indrukt, raden wij u aan van het contact de batterij van de Smart de auto te laten controleren door een Key bijna leeg is. officiële HYUNDAI-dealer. 4-20...
Pagina 112
Kies N om de motor te starten Portier, motorkap, achterklep open (auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie/Double clutch-transmissie) Deze waarschuwingsbericht wordt weergegeven als u probeert de motor te starten terwijl de selectie knop drukt niet in stand N (neutraal) staat. Informatie c i h n OBC3040012...
Pagina 113
Instrumentenpaneel Verlichtingsmodus Lage bandenspanning (indien van toepassing) OIK047163L OBC3040013 Dit controlelampje geeft aan welke verlichtingsmodus er is geselecteerd met Deze waarschuwingsbericht wordt de lichtschakelaar. weergegeven als de bandenspanning te laag is. Aangegeven wordt in welke band de spanning te laag is. Ruitenwisser Zie voor meer informatie "Banden- spannings-controlesysteem (TPMS)”...
Pagina 114
HYUNDAI-dealer. Controleer remlicht (indien van toepassing) Deze waarschuwing wordt weergegeven als de remlichten niet goed werken. Er moet wellicht een lamp worden vervan- gen.
Pagina 115
Instrumentenpaneel ISPLA T PE A Bediening LCD-display OBC3050050 De instellingen van het LCD-display kunnen worden gewijzigd met de bedieningstoetsen. : Toets MODE voor het selecteren van modi : VERPLAATS de schakelaar voor het wijzigen van items (3) OK: SELECT/RESET knop voor het instellen of het opnieuw instellen van het geselecteerde item 4-24...
Pagina 116
Modi LCD-display Modi Symbool Toelichting Deze modus geeft rij-informatie weer zoals de tripmeter, het Tripcom- brandstofverbruik, enz. puter Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. Turn By Turn Deze modus toont de status van het navigatiesysteem. (TBT) Smart Cruise Control (SCC) Rijassis- - Waarschuwing oplettendheid bestuurder (Driver Attention Warning - tentie...
Pagina 117
Instrumentenpaneel Modus tripcomputer Rijassistentiemodus OIK047124L OBC3070041 De tripcomputermodus geeft de infor- matie weer met betrekking tot de rijpa- Deze modus geeft de toestand van Smart rameters, waaronder brandstofverbruik, Cruise Control (SCC), Speed Limit Assist dagteller en rijsnelheid. (ISLA) weer. Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk Zie de desbetreffende systemen in voor meer informatie.
Pagina 118
Master Waarschuwing Modus Gebruikersinstellingen Via deze modus kunt u de instellingen met betrekking tot het instrumentenpaneel, de portieren, de verlichting, enz. wijzigen. 1. Bestuurdershulp 2. Instrumentenpaneel 3. Verlichting 4. Portier 5. Gemak 6. Eenheden 7. Taal OTM050218L 8. Resetten Dit waarschuwingslampje informeert de De gegeven informatie kan verschillen, bestuurder over de volgende situaties.
Pagina 119
Instrumentenpaneel Onderwerpen Toelichting Auto highway speed control (Automatische snelheidsregeling op de snelweg) Rijgemak Om de Auto highway speed Control te activeren of te deactiveren. Zie voor meer details de "Navigatie gebaseerde Smart Cruise Control (NSCC)'' in hoofdstuk 7. Om de snelheidslimiet aan te passen. Tolerantie snelheidslimiet Automatische snelheidsverandering Snelheidslimiet assist...
Pagina 120
Onderwerpen Toelichting Waarschuwing parkeerafstand automatisch aan Zie voor meer informatie "Forward/Reverse Parking Distance Warning (PDW)” in hoofdstuk 7. Veiligheid van achterlangs kruisend verkeer Om de functie Rear Cross-Traffic Collision- Avoidance Assist te activeren of Parkeerveiligheid te deactiveren. Active assist Alleen waarschuwing Off (Uit) Zie voor meer details "Rear Cross-Traffic Collision- Avoidance Assist (RCCA)"...
Pagina 121
Instrumentenpaneel ich in Toelichting Onderwerpen Om het verlichtingsniveau aan te passen. Verlichting Niveau 1~20 Off (Uit): De n druk richtingaanwijzerfunctie zal worden gedeactiveerd. 3, 5, 7 Flitsen: De richtingaanwijzers zullen 3, 5, of 7 keer knipperen One touch-draai- wanneer de hendel van de richtingaanwijzers lichtjes wordt bewogen. indicator Zie voor meer informatie "Verlichting”...
Pagina 122
Toelichting Onderwerpen Om de waarschuwing voor de achterpassagier te activeren of te deactiveren. Waarschuwing Zie "Rear Occupant Alert (Waarschuwing voor de achterpassagier -ROA)" achterpassagier in hoofdstuk 5 voor meer informatie. Portier ontgrendelen: De buitenspiegels worden automatisch uitgevouwen wanneer de portieren worden ontgrendeld. Op benadering van de bestuurder: De buitenspiegels worden automatisch Welcome-spiegel uitgeklapt wanneer de auto met de smart key wordt benaderd.
Pagina 123
Instrumentenpaneel Toelichting Onderwerpen Om de snelheidseenheid te selecteren. (km/h, MPH) Snelheidseenheid Temperatuur- Selecteren van de eenheid voor temperatuur. (°C, °F) eenheid Brandstofverbruik Selecteren van de eenheid voor brandstofverbruik. (km/L, L/100km, MPG) eenheid Eenheid Om de eenheid bandenspanning te selecteren. (psi, kPa, bar) bandenspanning in i n Onderwerpen...
Pagina 124
Tripcomputer De boordcomputer voorziet de bestuur- der via een display van informatie over de rit. Informatie i n h i OBC3050050 Druk de toets " " op het stuurwiel in om de modus van de tripcomputer te Tripmodi wijzigen. Brandstofverbruik Brandstofverbruik Gemiddeld Brandstofverbruik Actueel Brandstofverbruik...
Pagina 125
Instrumentenpaneel Handmatig resetten Display cumulatieve informatie Om het gemiddelde brandstofverbruik Type A handmatig te wissen, druk langer dan 1 seconde op de [OK] knop op het stuur- wiel wanneer het gemiddelde brandstof- verbruik wordt weergegeven. Automatisch resetten gemiddelde brandstofver- bruik sinds het tanken automatisch te resetten, selecteer "Brandstofverbruik modus "Na het tanken"...
Pagina 126
De informatie wordt vanaf de laatste Display Ritinformatie reset gecumuleerd. Type A Houd om de informatie handmatig te resetten de knop OK ingedrukt terwijl u de cumulatieve ritinformatie bekijkt De gereden afstand, het gemiddelde brandstofverbruik en de totale reisduur worden gelijktijdig gereset. De cumulatieve ritinformatie loopt door als de motor draait (bijvoorbeeld als u in de file staat of wacht bij een verkeers-...
Pagina 127
Instrumentenpaneel De informatie wordt voor elke ontste- Digitale snelheidsmeter kingscyclus gecombineerd. Echter, als de motor echter ten minste 4 uur uitge- schakeld is geweest, wordt het scherm Ritinformatie gereset. Om de informatie handmatig te resetten, houdt u de knop OK ingedrukt tijdens het bekijken van de Ritinformatie.
Pagina 128
ISPLA T PE Bediening LCD-display OBC3050046 De instellingen van het LCD-display kunnen worden gewijzigd met de bedieningstoetsen. Stand Bediening Functie MODE-knop voor het wijzigen van de weergavemodi Druk op OMHOOG-, OMLAAG-schakelaar voor het wijzigen van items Druk op in Utility weergave en Optiemenu SELECT/RESET-schakelaar voor het openen van het Druk op optiemenu...
Pagina 129
Instrumentenpaneel Bekijk modi Bekijk modi Functie Weergave Utility geeft rij-informatie weer zoals de ritafstand, het Utility brandstofverbruik en etc. De weergave rijassistentie geeft de status van de Rijassistentie- Rijassistentie systemen van de auto weer. Turn By Turn Turn By Turn-weergave geeft de status van de navigatie weer. (TBT) De gegeven informatie kan verschillen, afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.
Pagina 130
Utility-overzicht Type A Type B In de Utility-weergave kunt u met de schakelaar (OMHOOG, OMLAAG) de items in de volgende volgorde wijzigen. OJX1049011L/OJX1049065L i in Ritafstand (1), gemiddeld brandstofver- bruik (2) en totale rijtijd (3) worden weer- gegeven. De informatie wordt voor elke ontste- OCN7040045L kingscyclus gecombineerd.
Pagina 131
Instrumentenpaneel Type A Type B OJX1049012L/OJX1049067L OTM070191L h i ni in i n De gecumuleerde ritafstand (1), het gemiddelde brandstofverbruik (2) en de Het alertheidsniveau van de bestuurder totale rijtijd (3) worden weergegeven. wordt getoond op basis van het rijgedrag van de bestuurder.
Pagina 132
Weergave van extra informatie Type A Type B OJX1079237L n h i in i n OJX1049042L/OJX1049069L i -in i -in De bestuurder kan de informatie van de De rij-informatie wordt gedurende 4 Intelligent Speed Limit Assist (intelligente seconden weergegeven nadat de motor snelheidslimietassistent) controleren.
Pagina 133
Instrumentenpaneel Weergave rijassistentie Voertuiginstellingen (infotainmentsysteem) OBC3070041 De status van de Manual Speed Limit OBC3050047 Assist, Cruise Control, Smart Cruise Voertuiginstellingen in het infotain- Control, Lane Following Assist, enz. wordt mentsysteem biedt gebruikersopties weergegeven wanneer de weergave voor verschillende instellingen, waaron- rijassistentie is geselecteerd.
Pagina 134
Het instellen van uw auto OBC3050053 1. Druk op de SETUP-knop op de hoofdunit van het infotainmentsysteem. OBC3050048 2. Selecteer 'Auto' en wijzig de instelling van de functies. OBC3050049 Gedetailleerde informatie kunt u vinden in een apart bijgeleverd instructieboekje. 4-43...
Pagina 136
5. Handige functies van uw auto Toegang tot uw auto ..................5-4 Afstandsbediening ....................5-4 Smart Key ........................5-7 Startblokkeersysteem ....................5-12 Portiersloten ....................5-13 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ........5-13 Portiersloten van binnenuit ..................5-15 Automatische deurvergrendeling en -ontgrendeling ........... 5-16 Kinderslot op portierslot achter ................
Pagina 137
Interieurverlichting ..................5-51 Ruitenwissers en ruitensproeiers ..............5-53 Ruitenwissers voor ....................5-53 Ruitensproeier voorruit ................... 5-53 Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ............5-55 Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend ........5-56 Verwarming en airconditioning ................5-57 Werking systeem ......................5-61 Onderhoudssysteem ....................5-63 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ........5-65 Automatische verwarming en airconditioning ............
Pagina 138
5. Handige functies van uw auto Infotainmentsysteem ..................5-93 USB-aansluiting ....................... 5-93 Antenne ........................5-93 Audiobediening op stuurwiel ................. 5-94 Spraakherkenning ....................5-96 Bluetooth® Wireless Technology handsfree ............5-96 Uitleg werking autoradio ..................5-97...
Pagina 139
Informatie Na het ontgrendelen van de portieren, OIB034040 zal de portieren automatisch vergrendelen Uw HYUNDAI maakt gebruik van een tenzij ze na 30 seconden wordt geopend. sleutel met afstandsbediening, die u kunt gebruiken om een portier (en de achter- klep) te vergrendelen of ontgrendelen en Ontgrendelen van de achterklep zelfs om de motor te starten.
Pagina 140
Starten Mechanische sleutel Zie voor meer informatie "Standen con- Type A tactslot" in hoofdstuk 6. AANWIJZING Om beschadiging aan de sleutel met afstandsbediening te voorkomen: org ervoor dat de afstandsbediening niet nat wordt en brand. Als het bin- nenste van de sleutel met afstandsbe- diening vochtig wordt (door vloeistof OED036001A of damp) of te heet wordt, kan er een...
Pagina 141
Als u een probleem hebt met de afstands- bediening, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Wanneer de sleutel met afstandsbedie- ning zich erg dicht bij uw mobiele tele-...
Pagina 142
Als de sleutel met afstandsbediening niet goed werkt, probeer de batterij te vervangen door een nieuwe. OIB044179 Uw HYUNDAI maakt gebruik van een sleutel met afstandsbediening, die u kunt OLM042302 gebruiken om een portier (en de achter- Type batterij: CR2032...
Pagina 143
Handige functies van uw auto Vergrendelen Als u op de knop aan de buitenkant van de portiergrepen drukt, zullen in de onderstaande gevallen de portieren niet worden vergrendeld en zal de waarschu- wingszoemer drie seconden klinken: De Smart Key bevindt zich in de auto. De toets Engine Start/Stop staat in de stand ACC of ON.
Pagina 144
Ontgrendelen Ontgrendelen van de achterklep Om te ontgrendelen: 1. Neem de smart key mee. 2. Druk langer dan een seconde op de knop op de handgreep van de achter- klep of druk op de achterklep ontgren- delknop op de Smart Key. 3.
Pagina 145
Er kunnen per auto maximaal 2 Smart Keys ontladen raken. worden geregistreerd. Als u toevallig uw Smart Key verliest, is het raadzaam dat u onmiddellijk de auto en de resterende sleutel naar uw erkende HYUNDAI-dealer brengt of de auto sleept, indien nodig. 5-10...
Pagina 146
Smart Key niet goed werkt, is het van e-mailberichten. Bewaar de Smart raadzaam contact op te nemen met een Key daarom niet in dezelfde broek- of erkende HYUNDAI-dealer jaszak als uw mobiele telefoon of smart- phone; zorg dat er voldoende afstand is Informatie tussen beide apparaten.
Pagina 147
Als het systeem nog steeds de code van de sleutel niet herkent, is het raadzaam contact op te nemen met uw HYUNDAI- dealer. Probeer niet om dit systeem te wijzigen of er andere apparaten aan toe te voe- gen.
Pagina 148
PORTIERSLOTEN Portiersloten van buitenaf Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om het portier te openen. vergrendelen/ontgrendelen Druk het portier met de hand dicht om het Mechanische sleutel te sluiten. Zorg ervoor dat de portieren goed dicht zitten. Afstandsbediening Informatie ees voorzichtig ij het vergrendelen van de deur met een mechanische sleutel,...
Pagina 149
Handige functies van uw auto Afstandsbediening Smart Key OIB034040 OBC3050001 (1) Portier vergrendelen Om de portieren te vergrendelen, druk op de knop portiervergrendeling (1) op de (2) Portier ontgrendelen sleutel met afstandsbediening. (3) Achterklep ontgrendelen Om de portieren te openen, druk op de knop portierontgrendeling (2) op de Om de portieren te vergrendelen, druk sleutel met afstandsbediening.
Pagina 150
Portiersloten van binnenuit Met de centrale de portiervergrendeling/- Met de portiergreep ontgrendelingsschakelaar OBC3050004 OBC3050005 Voorportieren Met een niet-vergrendeld portier Als langs de binnenzijde aan de por- - Als u op de centrale deurvergren- tiergreep wordt getrokken (1) als het delingsschakelaar drukt, worden portier op slot is, zal het portier ont-...
Pagina 151
Handige functies van uw auto WAARSCHUWING WAARSCHUWING De portieren moeten ti dens het ri den Als u gedurende langere ti d in de auto alti d volledig gesloten en vergrendeld verbli ft terwi l het buiten zeer heet bli ven. Als de portieren ontgrendeld of koud is, kan een levensgevaarli ke zi n, neemt het risico van uit de auto situatie ontstaan.
Pagina 152
Kinderslot op portierslot achter Het vergrendelen van de deur in (indien van toepassing) geval van nood OBC3050012 OBC3050006 Het kinderslot zorgt ervoor dat kinderen In geval van nood (lege accu, enz.). kunt de achterportieren niet per ongeluk van u de deur handmatig vergrendelen met binnenuit kunnen openen.
Pagina 153
Handige functies van uw auto Waarschuwing voor de WAARSCHUWING achterpassagier (ROA) Het alarmsysteem voor passagiers op (indien van toepassing) de achterbank geeft informatie aan Deze functie voorkomt dat de bestuurder de bestuurder om de achterbank te een passagier op de achterbank laat controleren, maar het detecteert niet of zitten.
Pagina 154
Wi adviseren u de service met betrek- door te drukken op de knop op de bui- king tot het inbraakalarmsysteem door tenkant van de handgrepen met de Smart een officiële HYUNDAI-dealer uit te Key in uw bezit. laten voeren. Willekeurige wi ziging De alarmknipperlichten knipperen twee-...
Pagina 155
Hyundai-dealer om ls u ij stilstaande auto het stuurwiel het systeem zo snel mogeli k te laten continu van aanslag tot aanslag draait, controleren.
Pagina 156
Kantelbesturing / Telescoopbesturing (indien van toepassing) WAARSCHUWING Stel het stuurwiel NOOIT af ti dens het ri den. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waar- door ongevallen en letsel kunnen wor- OBC3050007 den veroorzaakt. De hoek en hoogte van het stuurwiel wijzigen: Informatie...
Pagina 157
Handige functies van uw auto Stuurwielverwarming Claxon (indien van toepassing) OBC3050051 Om te claxonneren, drukt u het gedeelte OBC3050013 van het stuurwiel bij het claxonsymbool Wanneer het contactslot in de AAN- (zie afbeelding). De claxon wordt alleen positie staat of wanneer de motor draait, bediend wanneer op dit gedeelte wordt drukt u op de verwarmingsstuurwielknop gedrukt.
Pagina 158
SPIEGELS innenspiegel Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing) Stel de binnenspiegel zo af dat u in het midden van de spiegel het midden van de achterruit ziet voordat u gaat rijden. WAARSCHUWING org ervoor dat de li n van uw zicht niet wordt belemmerd.
Pagina 159
Handige functies van uw auto Elektronische spiegel (ECM) uitenspiegels (indien van toepassing) OAI3059018 OBC3050014 Stel de spiegels af voordat u gaat rijden. De elektrochromatische binnenspiegel Uw auto is uitgerust met zowel een linker voorkomt automatisch verblinding door als een rechter buitenspiegel. achteropkomend verkeer.
Pagina 160
AANWIJZING Gebruik geen krabber om de spiegel i svri te maken; hierdoor kan het spiegelglas beschadigd raken. Forceer de buitenspiegel niet als deze vastgevroren is. Gebruik een goedge- keurd ontdooiingsproduct (geen radi- ator antivries), of een spons of een zachte doek met zeer warm water, of verplaats de wagen naar een warme plaats en laat het i s te smelten.
Pagina 161
Handige functies van uw auto Buitenspiegel inklappen Als 'Convenience Welcome mirror On door unlock' is geselecteerd in de gebruikersinstellingen op het LCD- display, zal de buitenspiegel als volgt automatisch inklappen of uitklappen: - De spiegel klapt in of uit wanneer het portier op slot gaat of ontgrendeld wordt door de smart key.
Pagina 162
RUITEN Elektrisch bedienbare ruiten (indien van toepassing) OBC3050017 (1) Schakelaar ruitbediening bestuurdersportier (2) Schakelaar ruitbediening passagiersportier (3) Schakelaar ruitbediening achterportier (Rechts)* (4) Schakelaar ruitbediening achterportier (Links)* (5) Ruiten openen en sluiten (indien van toepassing (6) Automatische ruitbediening* (7) Blokkeertoets ruitbediening* *: indien van toepassing 5-27...
Pagina 163
Handige functies van uw auto Om de ruiten te kunnen sluiten of ope- Ruiten openen en sluiten nen, moet het contact in stand staan. Leder portier is voorzien van een schakelaar voor de bediening van de des- betreffende ruit. De bestuurder beschikt over een blokkeerschakelaar waarmee de ruitbediening op de overige portie- ren uitgeschakeld kan worden.
Pagina 164
1 seconde omhoog. Als de elektrisch bedienbare ruiten na het resetten niet goed werken, raden we u aan het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OIB024001 Als een obstakel gesignaleerd wordt tij- WAARSCHUWING dens het automatisch sluiten van een...
Pagina 165
Handige functies van uw auto AANWIJZING AANWIJZING Plaats geen accessoires op de ruiten. Open of sluit telkens maar n ruit De klembeveiliging werkt dan mogeli k tegeli k. Anders kan de elektrische niet. ruitbediening beschadigd raken. Hierdoor zal bovendien de zekering langer meegaan.
Pagina 166
UIFDA INDIEN AN TOEPASSING WAARSCHUWING erstel het schuif-/kanteldak of het zonnescherm niet ti dens het ri den. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zi n. org ervoor dat er hoofden, andere lichaamsdelen of voorwerpen in de weg zitten voordat u het schuifdak OBC3050020...
Pagina 167
Handige functies van uw auto Schuifdak openen en sluiten Klembeveiliging (indien van toepassing) OBC3050021 ODH043039 Om het schuifdak te openen of te sluiten Als tijdens het automatisch sluiten van (handmatige schuiffunctie), duwt u de het schuif-/kanteldak het dak weerstand bedieningshendel van het schuifdak ondervindt omdat er een voorwerp of naar achteren of naar voren in de eerste lichaamsdeel door het dak naar buiten...
Pagina 168
Kantelen van het schuifdak onnescherm OBC3050022 OCN7050029 Het schuifdak open kantelen: Het zonnescherm opent automatisch met het schuifdak wanneer het glaspaneel Duw de bedieningshendel van het schuif- beweegt. Als u deze wilt sluiten, kan dak naar boven totdat het schuifdak in de het zonnescherm met de hand worden gewenste stand staat.
Pagina 169
Handige functies van uw auto Resetten van het schuifdak Waarschuwing geopend schuifdak Het is mogelijk dat het schuifdak (indien van toepassing) moet worden gereset als de volgende omstandigheden zich voordoen: Als de bestuurder de contactsleutel ver- - De accu is ontladen of losgekoppeld of wijdert (smart key: schakelt de motor de schuifdakzekering is vervangen of uit) wanneer het schuifdak niet volledig...
Pagina 170
MOTORKAP Motorkap Openen van motorkap OBC3050024 4. Trek de Motorkapsteun uit de kap. 5. Ondersteun de motorkap met de OBC3050008 Motorkapsteun. 1. Parkeer het voertuig en zet de par- keerrem erop. WAARSCHUWING 2. Trek aan de ontgrendelknop om de Motorkapsteun motorkap te ontgrendelen.
Pagina 171
Handige functies van uw auto Sluiten van motorkap Achterklep 1. Controleer volgende punten Open van de achterklep alvorens de motorkap te sluiten: Of alle vuldoppen correct terugge- plaatst zijn. Of er geen handschoenen, doeken of andere brandbare materialen in de motorruimte zijn achtergebleven.
Pagina 172
AANWIJZING WAARSCHUWING Controleer of de achterklep gesloten is Houd de achterklep ti dens het ri den voordat u met de auto gaat ri den. Er alti d volledig gesloten. Als met een kan schade ontstaan aan de gasveren (gedeelteli k) geopende achterklep van de achterklep en de bevestigings- wordt gereden, kunnen schadeli ke materialen, als u de achterklep niet sluit...
Pagina 173
Handige functies van uw auto Tankdopklep Openen van de tankdopklep OBC3050028 3. Open de tankdopklep (1) volledig. 4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen. U kan een sissend OBC3050027 geluid horen als de druk binnen in de 1.
Pagina 174
Sluiten van de tankdopklep Stap niet in de auto nadat u begonnen bent met tanken. U kunt statische 1. Plaats de tankdopklep, terug en draai elektriciteit opwekken door het hem rechtsom totdat deze klikt. aanraken, wri ven of schuiven tegen 2.
Pagina 175
Indien vervanging van de brandstof- dit kan leiden tot het morsen van vuldop nodig is, gebruik een originele benzine. HYUNDAI dop voor uw voertuig. Een Als er ti dens het tanken brand verkeerde tankdop kan een ernstige uitbreekt, verlaat dan onmiddelli k...
Pagina 176
E TERIEUR ERLI TING Bediening verlichting OBC3050029 tand automatische verlichting OPDE046065 Draai, om de verlichting te bedienen, de indien van toepassing) knop op het uiteinde van de combischa- Als de lichtschakelaar in stand AUTO kelaar naar een van de volgende standen: staat, worden het parkeerlicht (positie) (1) OFF (O) stand en de koplampen automatisch in- of...
Pagina 177
Handige functies van uw auto Grootlicht OAE046469L ar eerlicht tand) OAE046453L Druk de combischakelaar van u af om het Het parkeerlicht, de kentekenplaatver- grootlicht in te schakelen. lichting en dashboardverlichting gaan Het controlelampje voor het grootlicht aan. gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
Pagina 178
Richtingaanwijzers OAE046455L Om met de grootlicht koplampen te OTLE045284 knipperen, trek de hendel naar u toe, Als u richting wilt aangeven, beweeg de en laat vervolgens de hendel weer los. hendel dan omlaag als u links afslaat en Het grootlicht blijft branden zolang u de omhoog als u rechts afslaat, in stand (A).
Pagina 179
Handige functies van uw auto Mistlampen voor (indien van Mistachterlicht (indien van toepassing) toepassing) OPDE046064 OPDE046066 uto met mistlampen vooraan De mistlampen dienen voor een beter Om de mistlampen achteraan aan te zicht en ter voorkoming van ongevallen zetten: onder omstandigheden waarbij het zicht sterk verminderd wordt door mist, regen, Plaats de lichtschakelaar in de parkeer- sneeuwval enz.
Pagina 180
Energiebesparingsfunctie Deze functie voorkomt dat de accu ont- laden raakt. Het systeem schakelt auto- matisch de parkeerlichten uit wanneer de bestuurder de motor uitschakelt en het bestuurdersportier opent. De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker langs de kant van de weg geparkeerd wordt.
Pagina 181
Handige functies van uw auto AANWIJZING Koplampverstelling Als de bestuurder de auto verlaat via een ander portier dan het bestuurdersportier, werkt de energiebesparingsfunctie niet en worden de follow me home-functie niet automatisch uitgeschakeld. Hierdoor zal de accu ontladen raken. Schakel om ontlading van de accu te voorkomen voordat u de auto verlaat de koplampen handmatig uit met de koplampschakelaar.
Pagina 182
WAARSCHUWING We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Probeer de bedrading niet zelf te controleren of vervangen. Statische verlichting Low Beam Assist (indien van toepassing) Wanneer u door een bocht rijdt, wordt de statische verlichting van de Low...
Pagina 183
Handige functies van uw auto EAM ASSIST A INDIEN AN TOEPASSING Functie-instelling De bestuurder kan de HBA active- ren door het contact in stand ON te zetten en het volgende te selecteren: ‘Gebruikersinstellingen Verlichting HBA (High Beam Assist)’. Als u deze instelling uitschakelt, zal de HBA niet werken.
Pagina 184
) branden. Wij raden u aan zich tot een erkende In de volgende gevallen wordt, wanneer HYUNDAI-dealer te wenden om het systeem te laten controleren. de High Beam Assist in werking is, van grootlicht overgeschakeld op dimlicht. - Wanneer de koplampen van een...
Pagina 185
Probeer de frontcamera niet te Wanneer de koplampen van de auto demonteren zonder de hulp van een niet goed zi n afgesteld. monteur van een erkende HYUNDAI- Wanneer met de auto op een dealer. smalle bochtige of ruwe weg wordt Als de frontcamera om welke reden gereden.
Pagina 186
INTERIEUR ERLI TING AANWIJZING amp voorportier Laat de interieurverlichting niet te lang De voorste of achterste compartiment- branden als de motor niet draait of zal verlichting gaat branden wanneer de de accu ontladen raken. voorste of achterste portieren worden geopend of de motor nu loopt of niet. Als de deuren met Afstandsbediening Automatisch uitschakelen of Smart Key worden ontgrendeld, gaat...
Pagina 187
Handige functies van uw auto Achterlichten Verlichting dashboardkastje (indien van toepassing) OCN7050057 cha elaar voor de achterste OBC3050033 interieurlamp De verlichting in het dashboardkastje gaat branden als het dashboardkastje Druk op deze knop om de interieurlamp wordt geopend. in en uit te schakelen. Lamp bagageruimte OBC3050032 De bagageruimteverlichting gaat branden...
Pagina 188
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Ruitenwissers voor Ruitenwisser/-sproeier voorruit De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. MIST ( ): Voor een enkele wiscyclus, duw de hendel omhoog en laat los. De ruitenwissers zul- len blijven werken zolang de schakelaar in deze stand wordt gehouden.
Pagina 189
Handige functies van uw auto AUTO (automatische) bediening Ruitensproeier voorruit (indien van toepassing) De regensensor bovenaan op de voorruit registreert de hoeveelheid neerslag en regelt de wiscyclus voor het juiste interval. De tijd dat de ruitenwisser in werking is, wordt automatisch geregeld, afhankelijk van de regenval.
Pagina 190
OPMERKING Gebruik de ruitensproeiers niet wan- neer het reservoir leeg is, om bescha- diging van de ruiten-sproeierpomp te voorkomen. Schakel de ruitenwissers niet in als de ruit droog is om beschadiging van de wissers en de voorruit te voorkomen. Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen om beschadiging OTLE045168 van de ruitenwisserarmen en van...
Pagina 191
Handige functies van uw auto AND EDIEND ERWARMINGS EN ENTILATIESYSTEEM INDIEN AN TOEPASSING OBC3050100 1. Temperatuurregelknop 2. Aanjagerknop 3. Luchtcirculatietoets 4. Toets A/C (stand recirculatie of stand buitenlucht) 5. Toets A/C (Airco) (indien van toepassing) 6. Toets achterruitverwarming (indien van toepassing) 5-56...
Pagina 192
erwarming en airconditioning 1. Start de motor. 2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand. Voor een effectieve verwarming en koeling: - Verwarmen: - Koelen: 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Stel de luchttoevoerbediening in op koud. 5.
Pagina 193
Handige functies van uw auto tand loor , , ) De meeste lucht stroomt naar de vloer en een klein gedeelte stroomt door de voorruit, de zijruitontwaseming en de uitstroomopeningen opzij. OBC3050103TU tand loor efrost De luchtcirculatietoets regelt de circulatie , , ) van de lucht door het ventilatiesysteem.
Pagina 194
Luchttoevoertoets OBC3050010 itstroomopeningen dash oard OBC3050105TU De luchtstroom uit de uitstroomopening De luchtinlaatregelknop wordt gebruikt van het dashboard kan naar boven/ om de koude lucht- (buitenlucht) of beneden gericht worden of naar links/ de recirculatiemodus (cabinelucht) te rechts door de hendel te gebruiken. selecteren.
Pagina 195
Handige functies van uw auto Aanjagerschakelaar Informatie et wordt geadviseerd het systeem voornamelij in de oude luchtmodus te ge rui en. e rui recirculatie alleen tijdelij wanneer dat nodig is. oor langdurig ge rui van de verwar- ming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, an de voorruit eslaan.
Pagina 196
Werking systeem Airconditioning HYUNDAI-airconditioningssystemen Ventilatie zijn gevuld met koudemiddel R-134a of 1. Selecteer de gezichtsniveau R-1234yf. modus. 1. Start de motor. 2. Stel de luchttoevoerbediening in op 2. Druk op toets A/C. koud. 3. Selecteer de gezichtsniveau 3. Stel de temperatuur in op de gewenste modus.
Pagina 197
Handige functies van uw auto AANWIJZING anwijzingen voor ge rui aircondi- tioning Onderhoud aan de airconditioning dient alleen te worden uitgevoerd Open de ruiten een tijdje wanneer de auto tijdens warm weer in de volle door geautoriseerd personeel om zon geparkeerd is geweest, zodat de uiste en veilige werking te warme lucht naar buiten kan.
Pagina 198
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het systeem niet normaal werkt. AANWIJZING OIK047401L Het is belangri k het systeem bi te vullen...
Pagina 199
Handige functies van uw auto Voorbeeld WAARSCHUWING Auto s uitgerust met R- 234yf Omdat het koudemiddel licht ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onderhoud aan het airconditioningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde gecertificeerde technici (zie OHYK059004 SAE J2 4 ). Het is belangri k dat het uiste type en de uiste hoeveelheid olie en koudemiddel worden gebruikt.
Pagina 200
AUTOMATIS ERWARMINGS EN ENTILATIESYSTEEM INDIEN AN TOEPASSING OBC3050108 1. Schakelaar temperatuurregeling 2. Aanjagerschakelaar 3. Toets AUTO (automatische regeling) 4. Toets OFF 5. Ontdooiknop voorruit 6. Luchtcirculatietoets 7. Achterruitverwarming toets 8. Luchttoevoertoets 9. A/C (Airconditioning) Toets 10. Informatiescherm klimaatregeling 5-65...
Pagina 201
Handige functies van uw auto Automatische verwarming en - Regeling ventilatorsnelheid airconditioning De geselecteerde functie wordt handmatig bediend terwijl de andere functies automatisch werken. Voor uw gemak kunt u de toets AUTO gebruiken en de temperatuur instellen op 22°C. OBC3050110 1.
Pagina 202
Handmatig bediende verwarming en airconditioning Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook handmatig geregeld worden met drukknoppen dan de toets AUTO. In deze stand werkt het systeem sequentieel, afhankelijk van de gekozen knoppen. Wanneer u een willekeurige knop indrukt, behalve de AUTO-knop tijdens het gebruik van de automatische werking, zullen de niet geselecteerde functies automatisch gecontroleerd worden.
Pagina 203
Handige functies van uw auto OBC3050113 OBC3050112 De luchtcirculatietoets regelt de circulatie tand efrost van de lucht door het ventilatiesysteem. De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de tand ace zijruitontwaseming. De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het gezicht.
Pagina 204
Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OBC3050111 OBC3050114 De temperatuur zal stijgen door de Hiermee kan de stand BUITENLUCHT schakelaar naar boven te duwen. of de stand RECIRCULATIE worden gekozen. De temperatuur zal dalen door de schakelaar naar beneden te drukken. Druk op de desbetreffende toets om de stand van de luchttoevoer te wijzigen.
Pagina 205
Handige functies van uw auto Aanjagerschakelaar Informatie et wordt geadviseerd het systeem voorna- melij in de oude luchtmodus te ge rui- e rui recirculatie alleen tijdelij wanneer dat nodig is. oor langdurig ge rui van de verwar- ming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, an de voorruit eslaan.
Pagina 206
Airconditioning Werking systeem Ventilatie 1. Selecteer de gezichtsniveau modus. 2. Stel de luchttoevoerbediening in op koud. 3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. OBC3050116 Verwarmen Druk op de toets A/C handmatig om 1.
Pagina 207
Airconditioning uw voertuig is toegepast. HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R-134a of R-1234yf. 1. Start de motor. 2. Druk op toets A/C. 3. Selecteer de gezichtsniveau modus.
Pagina 208
AANWIJZING anwijzingen voor ge rui aircondi- tioning Onderhoud aan de airconditioning dient alleen te worden uitgevoerd Open de ruiten een tijdje wanneer de auto tijdens warm weer in de volle door geautoriseerd personeel om zon geparkeerd is geweest, zodat de uiste en veilige werking te warme lucht naar buiten kan.
Pagina 209
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als het systeem niet normaal werkt. AANWIJZING Het is belangri k het systeem bi te vullen...
Pagina 210
Voorbeeld WAARSCHUWING Auto s uitgerust met R- 234yf Omdat het koudemiddel licht ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, mag onderhoud aan het airconditioningssysteem alleen worden uitgevoerd door geschoolde gecertificeerde technici (zie OHYK059004 SAE J2 4 ). Het is belangri k dat het uiste type en de uiste hoeveelheid olie en koudemiddel worden gebruikt.
Pagina 211
Handige functies van uw auto OORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN erwarmings- en WAARSCHUWING ventilatiesysteem, handbediend oorruitverwarming Binnenzijde voorruit ontwasemen Gebruik de standen niet in combinatie met koelen bi een extreem hoge luchtvochtigheid. Door het tempe- ratuurverschil tussen de buitenlucht en de voorruit, kan de voorruit plotseling beslaan, waardoor het zicht wegvalt.
Pagina 212
Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem Binnenzijde voorruit ontwasemen OBC3050119 1. Stel de ventilatorsnelheid in op de hoogste (uiterst rechtse) stand. OBC3050120 2. Stel de temperatuur in op maximaal. 1. Selecteer de gewenste ventilatorsnel- 3. Kies stand heid. 4. Het systeem schakelt de toevoer van 2.
Pagina 213
Handige functies van uw auto Buitenzijde voorruit ontdooien Automatisch ontwasemingssysteem (alleen voor automatisch klimaatregelsysteem, indien van toepassing) OBC3050121 1. Zet de aanjager in de hoogste stand. 2. Stel de temperatuur in op maximaal (HI). 3. Druk op de toets voorruitontwaseming OBC3050124 De automatische ontwaseming helpt 4.
Pagina 214
Ontwaseming m het automatische ontwasemings- systeem te annuleren of opnieuw in te stellen AANWIJZING Druk de ontdooiknop van de voorruit 3 seconden in wanneer het contactslot in Gebruik om beschadiging van de ver- de stand ON staat. warmingsdraden te voorkomen nooit scherpe voorwerpen of reinigingsmid- Wanneer het automatische ontwase- delen met schurende bestanddelen om...
Pagina 215
Handige functies van uw auto Achterruitverwarming Informatie Verwarmings- en ventilatiesysteem, erwijder eerst eventueel aanwezige handbediend sneeuw van de achterruit voordat de achterruitverwarming ingescha eld wordt. e achterruitverwarming scha elt na ongeveer 20 minuten automatisch uit of wanneer het contact in stand staat.
Pagina 216
OP ERG AK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING ewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange ti d blootgesteld staat aan hoge temperaturen. WAARSCHUWING Houd ALTIJD de deksels van de opbergvakken ti dens ri den...
Pagina 217
Handige functies van uw auto Dashboardkast e OBC3050036 Het dashboardkastje gaat automatisch als er aan de hendel getrokken wordt. Sluit het dashboardkastje na gebruik. WAARSCHUWING Sluit ALTIJD het dashboardkast e na gebruik. Een open handschoenkast e kan bi een ongeval ernstig letsel aan de passagier veroorzaken, zelfs wanneer de passagier een veiligheidsgordel draagt.
Pagina 218
O ERIGE OOR IENINGEN Asbak (indien van toepassing) ekerhouder OBC3050037 OGB044046 Open het deksel om de asbak te In de bekerhouders kunnen bekers en gebruiken. blikjes frisdrank worden geplaatst. Om de asbak schoon te maken: Het plastic bakje moet worden verwijderd WAARSCHUWING door deze naar boven te tillen nadat het ermi d abrupt starten en afremmen...
Pagina 219
Handige functies van uw auto AANWIJZING onneklep Houd uw drank es gesloten ti dens het ri den om zo het morsen van uw drank e te voorkomen. Als er vloeistof gemorst is, kan deze in de elektrische/elektronische systemen van de auto terechtkomen en de elektrische/elektronische onderdelen beschadigen.
Pagina 220
AANWIJZING Aansluiting (indien van toepassing) Om schade aan de aansluiting voorkomen: Gebruik de 2 -aansluiting alleen als de motor draait en verwi der de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Het gebruik van de 2 -aansluiting gedurende langere ti d als de motor niet draait, kan ertoe leiden dat de accu te ver ontladen raakt.
Pagina 221
Handige functies van uw auto US -lader Draadloos laadsysteem mobiele (indien van toepassing) telefoon (indien van toepassing) OBC3050055 OBC3050040 De USB-lader bevindt zich in de [A]: Oplaadvlak Opbergvak middenconsole tussen de bevindt zich draadloos bestuurdersstoel en de passagiersstoel. laadsysteem voor de mobiele telefoon in Steek de USB-lader in de USB-poort om de voorconsole.
Pagina 222
Opladen van een mobiele telefoon Als uw telefoon niet wordt geladen: - Verander de positie van de mobiele Het draadloze laadsysteem voor mobiele telefoon op de laadunit iets. telefoons kan alleen mobiele telefoons die compatibel zijn met de Qi-standaard - Controleer of het controlelampje oranje ) opladen.
Pagina 223
Handige functies van uw auto AANWIJZING i bepaalde mobiele telefoon met een eigen beveiliging neemt de Het draadloze laadsysteem voor mo- draadloze-laadsnelheid mogeli k af en biele telefoons ondersteunt bepaalde wordt het draadloze laden mogeli k mobiele telefoons die niet compatibel onderbroken.
Pagina 224
Klok WAARSCHUWING WAARSCHUWING Probeer nooit de klok ti dens het ri den te verstellen. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen waar- door ongevallen en letsel veroorzaakt kunnen worden. Raadpleeg voor meer gegevens het instructieboek e van uw auto.
Pagina 225
Om te voorkomen dat de vloermat de bediening van de pedalen belemmert, adviseert HYUNDAI vloermatten van HYUNDAI te plaatsen die ontworpen zi n voor gebruik in uw auto. OAC3059049TU Gebruik ALTIJD de vloermatankers om de voorste vloermatten aan de auto te bevestigen.
Pagina 226
Indien nodig adviseren we u contact op Maak de band (1) los van de houder als u te nemen met een officiële HYUNDAI- de afdekking in de oorspronkelijke positie dealer om een bagagenet. wilt terugbrengen. Om de afdekking van...
Pagina 227
Handige functies van uw auto EXTERIEUR Roof rack (indien van WAARSCHUWING toepassing) Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat kan worden geladen op het roof rack. erdeel de lading geli kmatig over het roof rack en zet de lading goed vast. ROOF 70 kg (154 lbs) RACK...
Pagina 228
INFOTAINMENTSYSTEEM Antenne Informatie Staafantenne (indien van toepassing) USB-poort OBC3050057 De staafantenne ontvangt zowel AM- als FM-zendsignalen. Deze antenne is afneembaar. Draai de dakantenne linksom om hem te verwijderen. Draai hem rechtsom om hem weer aan te brengen. AANWIJZING OBC3050039 U kunt een USB-poort gebruiken om een r et etre en an een om e in USB-apparaat aan te sluiten.
Pagina 229
Handige functies Haaienvinantenne (indien van io e ienin op t r ie toepassing) in ien an toepa in OBC3050056 OBC3050042 De haaienvinantenne ontvangt de ver- De audiobedieningsschakelaars op het zonden data. GPS) stuurwiel dienen voor uw gemak. Informatie AANWIJZING Be ien nooit meer ere a e aar et a a e aarpanee te e i er-...
Pagina 230
VOLUME (VOL + / VOL -) (1) MODE ( ) SCHAKELAAR (3) Beweeg de VOLUME-schakelaar naar Druk op de toets MODE om radio/media/ boven om het volume te verhogen. Bluetooth Audio, enz. te selecteren. Beweeg VOLUME-schakelaar omlaag om het volume te verlagen. MUTE ( ) (4, indien van toepassing)
Pagina 231
Handige functies Spraa er ennin in ien an B etoot raa o e ® toepa in no o ie an free in ien an toepa in OBC3050043 Er is een breed scala aan infotainment- OBC3050044 functies dat met spraakherkenning kan worden bediend (1).
Pagina 232
e er in an een a tora io AM (MW, LW)-ontvangst FM-ontvangst OJF045309L In het algemeen is de ontvangst van OJF045308L AM signalen beter dan van FM signalen. AM en FM radiosignalen worden door het Dit komt doordat AM radiogolven met radiostation uitgezonden.
Pagina 233
Handige functies FM radiostation JBM004 Vervorming - Tijdens het rijden kan de OJF045310L afstand ten opzichte van het radiostati- FM signalen worden met een hoge fre- on gewijzigd worden, het signaal wordt quentie uitgezonden en volgen hierbij zwakker en er treedt vervorming op. In niet het aardoppervlak.
Pagina 234
Gebruik van een mobiele telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in de auto kan de audio apparatuur storen- de geluiden voortbrengen. Dit betekent niet dat er iets verkeerd is met de audio- apparatuur. In dat geval moet de mobie- le telefoon op een zo groot mogelijke afstand van de audioapparatuur worden gebruikt.
Pagina 235
Handige functies ON E TO S teemin e in - e ienin panee Type A (met Bluetooth® raa o e te no o ie (1) AUDIO toets (2) Toets HONE Druk hierop om het radio-/media Druk op de knop om het verbinden modusselectievenster weer te geven.
Pagina 236
Type A (met Bluetooth® Draa o e te no o ie (5) Toets SEE TRAC Druk tijdens het zoeken door aan de knop te draaien, op deze knop Wijzig de zender/nummer/bestand. om het huidige nummer/bestand te Tijdens het luisteren naar de radio, selecteren (behalve in de Bluetooth- druk en houd de knop ingedrukt om audiomodus).
Pagina 237
Handige functies Type B (met Bluetooth® Draa o e te no o ie (1) Toets SEE TRAC Druk tijdens het zoeken door aan de knop te draaien, op deze knop Wijzig de zender/nummer/bestand. om het huidige nummer/bestand te Tijdens het luisteren naar de radio, selecteren (behalve in de Bluetooth- druk en houd de knop ingedrukt om audiomodus).
Pagina 238
Type B (met Bluetooth® Draa o e te no o ie (5) Toets HONE (8) N mmertoetspen ( R T Druk op de knop om het verbinden Tijdens het luisteren naar de radio, van een mobiele telefoon via drukt u op de knop om te luisteren Bluetooth te starten.
Pagina 239
Handige functies S steemin e in - (4) Hen e om oo om aa io e ienin op st r ie Wijzig de zender/nummer/bestand. Tijdens het luisteren naar de radio, drukt u op de knop om te luisteren naar de vorige/volgende opgeslagen radiozender.
Pagina 240
WAARSCHUWING WAARSCHUWING - O er ri en - O er et om aan met et Be ien et s steem niet ti ens systeem ri en Ri en ter i af e ei Demonteer et systeem niet en an ei en tot er ies ontro e i i in en aan A s...
Pagina 241
Handige functies Het systeem in- of its a e en Informatie - O er et om aan Start de motor om de radio in te met et systeem schakelen. Als u het systeem tijdens het rijden niet wilt gebruiken, kunt u het systeem uitschakelen door op de toets [ WR] op het bedieningspaneel te drukken.
Pagina 242
Het isp ay in- of its a e en Draai de knop [TUNE] om het gewenste Om verblinding te voorkomen, kunt u item te selecteren en druk vervolgens de het scherm uitschakelen. Het scherm knop in. kan alleen worden uitgeschakeld als het systeem is ingeschakeld.
Pagina 243
Handige functies A IO AANWIJZING De ra io ins a e en Af an eli an e oert i mo ellen 1. Op het bedieningspaneel, drukt u op of specificaties nnen esc i - de gewenste [AUDIO] toets. are opties ari ren 2.
Pagina 244
AANWIJZING Af an eli an e oert i mo ellen of specificaties nnen esc i - are opties ari ren Af an eli e systeem- of er- ster erspecificaties ie op oer- or en toe epast nnen esc i are opties ari ren (1) Ingeschakelde radiomodus op- p mo s: Stel in om het modus-...
Pagina 245
Handige functies AANWIJZING Af an eli an e oert i mo ellen of specificaties nnen esc i - are opties ari ren Af an eli e systeem- of er- ster erspecificaties ie op oer- or en toe epast nnen esc i are opties ari ren (1) Ingeschakelde radiomodus op- p mo...
Pagina 246
De ra iomo s i i en Scannen oor esc i ra io en ers 1. Op het bedieningspaneel, drukt u op de gewenste [AUDIO] toets. U kunt een paar seconden naar elke radiozender luisteren om de ontvangst 2. Wanneer het modusselectievenster te testen en degene die u wenst te wordt weergegeven, draai de knop selecteren.
Pagina 247
Handige functies Ra io en ers opslaan isteren naar op esla enra io en ers U kunt uw favoriete radiozenders opslaan en ernaar luisteren door ze te selecteren uit de voorkeuzelijst. 1. Bevestig voorkeuzenummer voor de radiozender waarnaar u wilt De huidige radiozender opslaan luisteren.
Pagina 248
ME IAS E E Ge r i an e me iaspeler er in een smartp one of een -apparaat niet sim ltaan met U kunt muziek afspelen die is opgesla- et systeem ia meer ere met o en gen op verschillende media-opslagap- oals USB en Bl etoot An ers paraten, zoals USB-opslagapparaten of...
Pagina 249
Handige functies AANWIJZING Af an eli an e oert i mo ellen of specificaties nnen esc i - are opties ari ren Af an eli e systeem- of er- ster erspecificaties ie op oer- or en toe epast nnen esc i are opties ari ren (1) Huidig bestandsnummer en totaal aantal bestanden...
Pagina 250
AANWIJZING Herstarten van het huidige afspelen Druk op de toets [< SEE ] op het bedie- Af an eli er on en Bl e- ningspaneel nadat het nummer geduren- toot -apparaat of mo iele telefoon de 2 seconden is afgespeeld. or en er alin en en comman o s ille e ri e ol or e mo eli...
Pagina 251
Handige functies ETOOT AANWIJZING er in in ma en met Bl etoot -apparaten Ge r i een erlen a el anneer een USB-opsla apparaat er in t Bluetooth is een draadloze netwerktech- er in et rec tstree s met nologie met een kort bereik. Via Bluetooth USB-poort Als een USB- kunt u draadloze apparaten in de buurt...
Pagina 252
e Bl etoot - er in in niet sta iel is ol t e e stappen om et opnie te pro eren Deacti eer Bl etoot en reacti eer et op et apparaat er in t er ol ens et apparaat opnie Sc a el et apparaat it en eer in 5.
Pagina 253
Handige functies e a tomatisc e Bl etoot - De verbinding met een apparaat er in in sf nctie e r i t an een verbreken espre or en oor esc a el naar Als u het gebruik van een Bluetooth- e an sfree an et oert i anneer apparaat wilt stoppen of een ander...
Pagina 254
AANWIJZING Ge r i an een Bl etoot a ioapparaat Af an eli an e oert i mo ellen of specificaties nnen esc i - U kunt via de luidsprekers van uw are opties ari ren voertuig naar muziek luisteren die is opgeslagen op het verbonden Bluetooth- Af an eli e systeem- of er-...
Pagina 255
Handige functies AANWIJZING Afspelen pauzeren/Hervatten Om het afspelen te pauzeren, drukt u op Af an eli er on en de knop [TUNE] op het bedieningspaneel. Bl etoot -apparaat mo iele telefoon Om het afspelen te hervatten, drukt u ie speler e r i t nogmaals op de knop [TUNE].
Pagina 256
AANWIJZING Ge r i an een Bl etoot - telefoon eeft een toe an telefoonsc erm als er een er on en U kunt Bluetooth gebruiken om handsfree mo iele telefoon is Om e Bl etoot - over de telefoon te praten. Bekijk telefoonf nctie te e r i en er in oproepinformatie op het systeemscherm...
Pagina 257
Handige functies Bellen 1. Vanop het telefoonscherm draait u Als uw mobiele telefoon met het aan de knop [TUNE] op het bedie- systeem is verbonden, kunt u een ningspaneel om a orieten te selec- gesprek aangaan door een naam uit uw teren, en vervolgens drukt u op de oproepgeschiedenis of contactenlijst te knop.
Pagina 258
Toestemmin ereist om oproep esc ie enis an it e mo ie- 1. Vanop het telefoonscherm draait u le telefoon te o nloa en Wanneer aan de knop [TUNE] op het bedie- pro eert e e ens te o nloa- ningspaneel om Oproep esc ie enis en moet mo eli...
Pagina 259
Handige functies AANWIJZING Wanneer er in in maa t met een e mo iele telefoon or en e Contactpersonen nnen alleen contacten ie anaf e ori e mo ie- or en e e en als et Bl etoot - le telefoon aren e o nloa niet...
Pagina 260
AANWIJZING Gebruik van opties tijdens een telefoongesprek Als e ellerinformatie in li st met Tijdens een gesprek zult u het oproep- contactpersonen is op esla en al e scherm dat hieronder wordt weerge- naam en et telefoonn mmer an e geven zien.
Pagina 261
Handige functies AN E O EES E A IN IEN AN TOE ASSIN Het pan-Europees eCall-systeem is een automatische noodoproepservice voor verkeersongevallen of andere ongevallen op de weg. De bestuurder of passagier kan handma- tig een noodoproep in het noodoproe- psysteem, door op de SOS-toets te druk- ken om de benodigde hulpdiensten te bellen.
Pagina 262
SYSTEEMSTAT S I TO AMMEN AANWIJZING Statuspictogrammen verschijnen aan de bovenkant van het scherm om de huidige atteri ni ea eer e e en op systeemstatus weer te geven. et sc erm an af i en Maak uzelf vertrouwd met de statuspic- atteri ni ea at or t eer e e en togrammen die verschijnen wanneer u...
Pagina 263
Handige functies S E IFI ATIES INFOTAINMENTSYSTEEM AANWIJZING Bestan en ie niet in een on er- Ondersteunde audio-indelingen ste n formaat i n or en mo eli niet er en of af espeel of infor- Audiobestand specificaties matie o er oals estan s- - WAVeform-audioformaat...
Pagina 264
Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik hier- - USB-opsla apparaten van door HYUNDAI is toegestaan onder plastic ste er or en mo eli niet licentie. er en - USB-opsla apparaten...
Pagina 265
Handige functies A IN AN ONFO MITEIT 5-130...
Pagina 266
Cate orie Tec nisc e e e ens ACB10SWEP, ACB10SWEG, ACB11SWEP, ACB11SWEG, ACBC0SWEP, ACBC0SWEG, ACB10SWTP, ACB12SWEP, Model ACB12SWEG, ACB13SWEP, ACB13SWEG, ACBC1SWEP, ACBC1SWEG H UNDAI OBIS Co Fabrikant 203, Teheran-ro, Gangnam-gu, Seoul, 06141, Korea Productiedatum Controleer product op data 5-131...
Pagina 268
6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-4 Vóór het instappen ....................6-4 Vóór het starten ......................6-4 Contactslot .....................6-5 Sleutel contactslot ....................6-5 Toets Engine Start/Stop ................... 6-8 Handgeschakelde versnellingsbak ...............6-13 Handgeschakelde versnellingsbak ................6-13 Goed rijgedrag ......................6-15 Intelligente handgeschakelde transmissie (IMT) .........6-16 Intelligente handgeschakelde transmissie ( ) ..........6-16...
Pagina 269
Start Stop Coasting (SSC) (voor 48V MHEV) ..........6-53 SSC-bedrijfscondities ..................... 6-53 Voorwaarden voor het opnieuw starten van de motor ......... 6-53 Geïntegreerd regelsysteem voor de rijmodus ..........6-54 Rijden onder speciale rijomstandigheden ..........6-57 Rijden onder moeilijke omstandigheden .............. 6-57 Op eigen kracht lostrekken van de auto ............... 6-57 Rijden in het donker ....................6-58 Vloeiend nemen van bochten ................6-58 Rijden in de regen ....................6-58...
Pagina 270
We adviseren u het uitlaatsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 271
Rijden met uw auto VOOR HET RIJDEN Vóór het instappen WAARSCHUWING Zorg ervoor dat alle ruiten, buitenspie- Om Verminder het risico op ERNSTIG gel(s) en lampen schoon zijn en onbe- LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt u lemmerd. aan de volgende voorzorgsmaatregelen: Verwijder vorst, sneeuw of ijs.
Pagina 272
CONTACTSLOT Contactsleutel WAARSCHUWING (indien van toepassing) Om Verminder het risico op ERNSTIG LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt u aan de volgende voorzorgsmaatregelen: Laat kinderen of anderen die niet ver- trouwd zijn met de auto nooit het contactslot of aanverwante onderde- len aanraken.
Pagina 273
Rijden met uw auto Standen contactslot Schakelaar Actie Aanwijzing Stand De contactsleutel kan uit het Het stuurslot beschermt tegen contact worden verwijderd als het diefstal. LOCK contact in stand LOCK staat. (indien van toepassing) Het stuurwiel wordt ontgrendeld. Draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts om het contact Elektrische accessoires zijn gemakkelijker in stand ACC te...
Pagina 274
Motor starten Informatie WAARSCHUWING Draag altijd geschikte schoenen tij- dens het rijden. Ongeschikt schoei- sel, zoals hoge hakken, skibotten, sandalen, teenslippers, etc., kunnen het gebruik van rem- en gaspedaal belemmeren. Start de auto niet terwijl het gaspedaal wordt ingetrapt. De auto kan in beweging komen, wat kan leiden tot een ongeval.
Pagina 275
Rijden met uw auto Toets Engine Start/Stop WAARSCHUWING (indien van toepassing) Om zet de motor uit in een noodgeval: Houd de Motor Start/Stop knop langer dan twee seconden ingedrukt OF druk snel drie keer achter elkaar op de Motor Start/Stop knop (binnen drie seconden). Als de auto nog rijdt, kunt u de motor opnieuw starten door het rempedaal in te drukken (bij automatische trans-...
Pagina 276
Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met handgeschakelde transmissie/Intelligent Handgeschakelde Transmissie Positie van de knop Actie Aanwijzing Om de motor uit te schakelen, Als het stuurwiel niet correct brengt u de auto tot stilstand vergrendeld is wanneer u het en drukt u op de Engine Start/ bestuurdersportier opent, zal Stop knop.
Pagina 277
Rijden met uw auto Positie van de Engine Start/Stop knop - Auto met automatische transmissie / Double clutch-transmissie: Actie Aanwijzing Positie van de knop Als het stuurwiel niet correct Om de motor uit te schakelen, drukt u op de Engine vergrendeld is wanneer u het Start/Stop knop in met de bestuurdersportier opent, zal...
Pagina 278
Motor starten Auto met handgeschakelde versnellingsbak: 1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u WAARSCHUWING dragen. 2. Controleer of de parkeerrem is Draag altijd geschikte schoenen tij- geactiveerd. dens het rijden. Ongeschikt schoei- sel, zoals hoge hakken, skibotten, 3.
Pagina 279
Rijden met uw auto AANWIJZING Om beschadigingen aan uw auto te voorkomen: Druk de Engine Start/Stop knop nooit langer dan 10 seconden in, behalve wanneer de stoplichtzekering is door- gebrand. Wanneer de remlichtzekering is door- gebrand, kunt u de motor niet normaal starten.
Pagina 280
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK INDIEN VAN TOE ASSING Type A WAARSCHUWING Zorg dat u, voordat u de bestuurders- stoel verlaat, zet de versnellingshendel in de 1e versnelling als de auto op een vlakke ondergrond of opwaartse hel- ling staat, of schakel de R (Achteruit) in als de auto op een neerwaartse helling staat, zet de parkeerrem op, en plaats het contactslot in LOCK/OFF-positie.
Pagina 281
Rijden met uw auto Bedienen van de koppeling (indien Terugschakelen van toepassing) U moet terug schakelen als u bij veel verkeer moet vertragen of als u een steile Het koppelingspedaal moet geheel helling op rijdt zodat u voorkomt dat u de worden ingetrapt alvorens: motor belast.
Pagina 282
HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle aangedreven velgen, waardoor u de aanwezige snelheidslimieten opvolgt. controle over uw auto kunt verliezen.
Pagina 283
Rijden met uw auto INTELLIGENTE HANDGESCHAKELDE TRANS ISSIE I T Het Intelligente handgeschakelde trans- Als uw auto is uitgerust met een contact- missie (IMT)-systeem maakt gebruik van slotschakelaar, zal de motor niet starten E-Clutch (Electronic Clutch) en SSC (Start zonder het rempedaal en het koppe- Stop Coasting)-technologie.
Pagina 284
Om voortijdige slijtage en beschadi- Bedienen van de koppeling ging van de koppeling te voorkomen, De koppeling moet voor het schakelen mag u niet rijden met uw voet op het helemaal tot aan de vloer worden inge- koppelingspedaal. Gebruik de koppe- trapt en vervolgens langzaam worden ling ook niet om het voertuig stil te losgelaten.
Pagina 285
Rijden met uw auto Goed rijgedrag WAARSCHUWING Laat de auto nooit in zijn vrij een helling Altijd de gordels vast! Bij een aanrij- af rijden. Dit is bijzonder gevaarlijk. ding lopen inzittenden die hun vei- Laat het voertuig altijd in de versnelling ligheidsgordel niet dragen een veel staan.
Pagina 286
A TO ATISCHE TRANS ISSIE INDIEN VAN TOE ASSING Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. De versnellingshendel kan ongehinderd bewegen. OBC3060001 Automatische transmissie De automatische transmissie heeft zes versnellingen vooruit en één achteruit.
Pagina 287
Rijden met uw auto Standen versnellingshendel De schakelstandindicator in het instru- Gebruik deze stand om de auto achteruit te rijden. mentenpaneel geeft, als het contact in stand ON staat, aan in welke stand de versnellingshendel staat. AANWIJZING Breng de auto altijd helemaal tot stilstand alvorens de selectiehendel in Zorg ervoor dat de auto volledig tot of uit stand R (Achteruit) te zetten;...
Pagina 288
Informatie + (OPSCHAKELEN) - (TERUGSCHAKELEN) OBC3060002 De modus voor handmatig schakelen kan vanuit stilstand of tijdens het rijden worden ingeschakeld door de versnellingshendel vanuit stand (Rijden) naar rechts te bewegen. Druk de versnellingshendel terug naar links om stand D (Rijden) weer in te schakelen. In de modus voor handmatig schake- len, verplaats de versnellingshendel naar achteren en naar voren om de gewenste...
Pagina 289
3. Druk op toets Schakelblokkeersysteem. 4. Druk en houd de ontgrendelknop op de versnellingshendel in. 5. Verzet de versnellingshendel. Als u de schakelblokkering moet gebrui- ken, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 6-22...
Pagina 290
Sleutelblokkeersysteem Goed rijgedrag (indien van toepassing) Houd het gaspedaal nooit ingetrapt De contactsleutel kan alleen uit het als de versnellingshendel van stand P contact worden genomen (Parkeren) of N (Neutraal) in een ande- versnellingshendel in stand P (Parkeren) re stand wordt gezet. staat.
Pagina 291
Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder in plaats daarvan snelheid voordat u de auto terug de weg op stuurt. HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle aanwezige snelheidslimieten opvolgt. 6-24...
Pagina 292
DO BLE CL TCH TRANS ISSIE INDIEN VAN TOE ASSING Trap het rempedaal in en druk de schakelknop in bij het verplaatsen van de versnellingshendel. Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. De versnellingshendel kan ongehinderd bewegen. OBC3060001 Bediening double clutch-transmissie De double clutch-transmissie heeft zes versnellingen vooruit en één achteruit.
Pagina 293
Rijden met uw auto De Double clutch-transmissie maakt Als u het contact aan en uit zet, kunt gebruik van een droge dubbele koppe- u een klikkend geluid horen. Dit wordt ling. Deze zorgt tijdens het rijden voor veroorzaakt door de zelftest die het een betere acceleratie en een lager systeem uitvoert.
Pagina 294
(D, P) in het instrumentenpaneel gaan knipperen. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer te wenden om het systeem te laten OBC3070112TU controleren. Helling op rijden of rijden op een steile...
Pagina 295
Neem voor uw veiligheid contact op Als u deze waarschuwing negeert, verslechtert het rijgedrag mogelijk. De met een officiële HYUNDAI-dealer als een waarschuwingsmelding op het LCD- transmissie gaat dan mogelijk abrupt display blijft knipperen en laat het sys- schakelen, te vaak schakelen of stotend schakelen.
Pagina 296
Standen versnellingshendel Gebruik deze stand om de auto achteruit De schakelstandindicator in het instru- mentenpaneel geeft, als het contact in te rijden. stand ON staat, aan in welke stand de versnellingshendel staat. AANWIJZING Breng de auto altijd helemaal tot stilstand alvorens de selectiehendel in Zorg ervoor dat de auto volledig tot of uit stand R (Achteruit) te zetten;...
Pagina 297
Rijden met uw auto Informatie + (OPSCHAKELEN) - (TERUGSCHAKELEN) OBC3060002 De modus voor handmatig schakelen kan vanuit stilstand of tijdens het rijden worden ingeschakeld door de versnel- lingshendel vanuit stand D (Rijden) naar rechts te bewegen. Druk de versnelling- shendel terug naar links om stand D (Rijden) weer in te schakelen.
Pagina 298
Schakelflippers Schakelblokkeersysteem (indien van toepassing) De Double clutch-transmissie heeft een schakelblokkeersysteem dat voorkomt dat de selectiehendel uit de stand van P (Parkeren) naar R (Achteruit) kan wor- den gezet zonder dat het rempedaal is ingetrapt. In stand R (Achteruit) zetten van de automatische transmissie uit stand P (Parkeren): 1.
Pagina 299
5. Verzet de versnellingshendel. Als u de schakelblokkering moet gebrui- ken, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Sleutelblokkeersysteem (indien van toepassing) De contactsleutel kan alleen uit het con- tact worden genomen als de versnelling- shendel in stand P (Parkeren) staat.
Pagina 300
Ook kan de lagere versnelling auto terug de weg op stuurt. niet gekoppeld zijn als het toerental HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle van de motor buiten het toegestane aanwezige snelheidslimieten opvolgt. bereik valt.
Pagina 301
Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging Als de remmen nat zijn, remt de auto minder dan normaal en kan de auto Uw auto is voorzien van bekrachtigde naar één kant trekken tijdens het remmen die bij normaal gebruik automa- remmen. Door het rempedaal licht tisch afgesteld worden.
Pagina 302
Laat de parkeerrem (2) zakken terwijl u op de vrijgaveknop (1) drukt. Als de parkeerrem niet of niet helemaal in de vrijstaand terugkeert, raden we u aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. OAC3069002TU Trek de parkeerrem van het voertuig...
Pagina 303
Rijden met uw auto Waarschuwingslampje Antiblokkeersysteem (ABS) ingeschakelde parkeerrem Controleer de werking van de WAARSCHUWING Waarschuwingslampje Parke- errem door het contact in de Antiblokkeersysteem (ABS) of Elekt- ON positie te zetten (start de ronische Stabiliteitsregelingsysteem motor niet). (ESC) kan geen ongelukken voorkomen Dit lampje gaat branden wanneer het die het gevolg zijn van gevaarlijk rijge- contact in stand START of ON wordt...
Pagina 304
ABS. We adviseren u contact op leiden dat uw voertuig op de verkeerde te nemen met een officiële HYUNDAI- baan terecht komt of van de weg raakt. dealer zo snel mogelijk. Op wegen met los grind of wegen die...
Pagina 305
Rijden met uw auto Elektronische Bediening stabiliteitsregeleing (ESC) Stabiliteitsregeling (ESC) Als het contact in stand ON wordt gezet, gaan de controlelampjes ESC en ESC OFF gedurende ongeveer 3 seconden branden. Na beide lampjes uitgaan is de ESC ingeschakeld. Als de elektronische stabili- teitsregeling (ESC) in wer- king treedt, gaat het contro- OBC3060007...
Pagina 306
‘Traction & Stability Control disabled’ te laten controleren door een officiële (Tractie- & Stab. controle uitgeschakeld) HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk. wordt weergegeven en er klinkt een waarschuwingszoemer. In deze status Het controlelampje ESC OFF gaat bran-...
Pagina 307
Rijden met uw auto Elektronische Stabiliteitsregeling Vehicle Stability Management (ESC) uitschakelen (VSM) Het Vehicle Stability Management (VSM) De ESC OFT stand mag alleen kort is een functie van het ESC- systeem gebruikt worden als het voertuig vast (Elektronische Stabiliteitsregeling). Het zit in sneeuw of modder, zodat het ESC helpt te garanderen dat het voertuig systeem tijdelijk gestopt wordt met als...
Pagina 308
Dit is normaal en het voertuig wordt gecontroleerd door een betekent dat het VSM actief is. officiële HYUNDAI-dealer. Informatie AANWIJZING Als er banden en velgen met een ver- schillende maat onder de auto gemon- teerd zijn, kan dat een storing in het ESC-systeem veroorzaken.
Pagina 309
Rijden met uw auto Hill-Start Assist Control (HAC) Noodstopsignaal (ESS - (indien van toepassing) Emergency stop signal) De HAC (Hill-Start Assist Control) helpt Het Noodstopsignaal systeem waar- voorkomen dat het voertuig terug rolt schuwt de bestuurder door het remlicht als het voertuig gestart wordt vanuit een te laten knipperen als de auto hard remt.
Pagina 310
Multi-Collision Brake (MCB) Systeem uit (indien van toepassing) Multi-Collision Brake wordt geannuleerd in de volgende situaties: Multi-Collision Brake bedient de rem - Het gaspedaal wordt dieper dan een automatisch bij een ongeval waarbij de bepaald niveau ingedrukt. airbag uitklapt om het risico op extra - Het voertuig stopt.
Pagina 311
Wanneer de auto wordt geparkeerd en tot stilstand en neem voor hulp contact de parkeerrem niet of niet goed wordt op met een officiële HYUNDAI-dealer. geactiveerd, kan de auto onbedoeld in Laat tijdens het rijden uw voet NIET beweging komen, waardoor de bestuur- op het rempedaal rusten.
Pagina 312
ISG IDLE STO GO SYSTEEM INDIEN VAN TOE ASSING Uw auto kan met het ISG-systeem zijn Deactiveren van de ISG uitgerust, dat het brandstofverbruik Type A vermindert door de motor automatisch te stoppen en opnieuw te starten. De motor start automatisch zodra aan de startvoorwaarden is voldaan.
Pagina 313
Rijden met uw auto Automatisch uitzetten Handgeschakelde versnellingsbak/ Intelligente handgeschakelde transmissie Er zijn drie versies van de stationaire stop beschikbaar voor MHEV die is uitgerust met een handgeschakelde versnellings- bak of een intelligente handgeschakelde transmissie. - Conventionele stationaire STOP Verlaag de snelheid van het voertuig OBC3060009 tot minder dan 7 km/u.
Pagina 314
5. Als u de veiligheidsgordel losmaakt Automatisch starten of het bestuurdersportier (motorkap) Om de motor te herstarten vanuit de opent, wordt het ISG-systeem gede- stationaire stopmodus (met uitzondering activeerd. van 48V MHEV) Auto met handgeschakelde versnellings- Automatische transmissie/Double bak/Intelligente handgeschakelde trans- clutch-transmissie missie - Conventionele stationaire STOP...
Pagina 315
Rijden met uw auto AANWIJZING Automatische transmissie/Double clutch-transmissie 1. Late herstartfunctie wordt alleen - Laat het rempedaal los. gebruikt als het voertuig op een De motor zal starten en de groene AUTO vlakke ondergrond staat en stabiel is. STOP-indicator ( ) op het instrumen- 2.
Pagina 316
Toestand van het ISG-systeem ISG-systeem werkt onder volgende voorwaarde: De veiligheidsgordel van de bestuurder De remdruk is te laag. is vastgemaakt. U heeft de maximale uitschakeltijd van Het bestuurdersportier en de motorkap de motor overschreden zijn gesloten. De airconditioning is ingeschakeld met De remdruk is toereikend.
Pagina 317
Rijden met uw auto Type A ISG-aanduiding Het ISG-systeem wordt aangegeven met een lampje op het instrumentenpaneel. Als uw voertuig is uitgerust met een controlepaneel, zal het bericht op het LCD-display oplichten. OBC3060008 Type B OBC3060009 Het systeem kan vereisen dat de motor handmatig opnieuw wordt...
Pagina 318
2de positie hebt gezet. Laat uw voertuig zo snel mogelijk door een professionele garage controleren als het ISG OFF- lampje ondanks de procedure blijft branden. Wij adviseren u contact op te nemen met een officiële Hyundai- dealer. 6-51...
Pagina 319
Rijden met uw auto AANWIJZING Als u de ISG-functie wilt gebruiken, moet de accusensor ongeveer 4 uur worden gekalibreerd met het contact uit en zet dan de motor 2 of 3 keer aan en uit. WAARSCHUWING Wanneer de motor in de ruststand staat, is het mogelijk om de motor te herstarten zonder dat de bestuurder enige actie onderneemt.
Pagina 320
START STO COASTING SSC VOOR V MHEV Start Stop Coasting helpt het brandstof- Voorwaarden voor het opnieuw verbruik te verminderen door de motor starten van de motor automatisch te stoppen terwijl het voer- De motor zal handmatig herstarten tuig in beweging is. De motor wordt wanneer: gestopt wanneer de snelheid van het voertuig kan worden gehandhaafd zon-...
Pagina 321
Rijden met uw auto GEÏNTEGREERD REGELSYSTEEM VOOR DE RIJFMODUS Wanneer de COMFORT-modus is gese- lecteerd, wordt deze niet weergegeven op het instrumentenpaneel. ECO-modus: De ECO-modus helpt de brandstofefficiëntie te verbeteren voor milieuvriendelijk rijden. COMFORT-modus: De COMFORT-modus zorgt voor soepel en comfortabel rijden. De SPORT-modus: De SPORT-modus zorgt voor sportief maar stevig rijden OBC3060013...
Pagina 322
ECO-modus (indien van toepassing) Wanneer de ECO-modus is geactiveerd: De acceleratierespons kan enigszins Wanneer de rijmodus op de worden verminderd doordat ECO-modus is ingesteld, wor- gaspedaal matig wordt ingedrukt. den de regellogica van de motor en de transmissie De prestaties van de airconditioner gewijzigd om de brandstofef- kunnen beperkt zijn.
Pagina 323
Rijden met uw auto SPORT-modus (Sportief Rijden) De SPORT-modus beheert de rijdynamiek door stuurinspanning, de motor- en transmissieregelingslogica automatisch aan te passen voor betere rijprestaties. Wanneer de modus SPORT wordt gese- lecteerd door op de knop DRIVE MODE te drukken, zal de SPORT-indicator oplichten.
Pagina 324
RIJDEN ONDER S ECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken van omstandigheden de auto Neem onderstaande voorzorgsmaatre- Verdraai eerst het stuurwiel een aantal gelen als er sprake is van gevaarlijke keren naar rechts en naar links om de omstandigheden, zoals water, sneeuw, voorwielen vrij te maken wanneer de auto ijs, modder of zand op het wegdek:...
Pagina 325
Rijden met uw auto Rijden in de regen Informatie Regen en natte wegen kunnen het rijden gevaarlijk maken. Hier volgen een aantal aandachtspunten voor het rijden in de regen en natte wegen: Rijd voorzichtig en bewaar extra afstand tot het overige verkeer. Door hevige AANWIJZING regenval zal het zicht beperkt worden en de remafstand groter worden.
Pagina 326
Aquaplanning Rijden op de snelweg Uw voertuig maakt nog maar weinig Banden contact met de weg, en rijdt eigenlijk op Verhoog de bandenspanning aan zoals het water, als er veel water op de weg is aangegeven. Een te lage spanning kan tot en u snel genoeg hiervoor gaat.
Pagina 327
Rijden met uw auto RIJDEN IN DE WINTER De slechtere weersomstandigheden in Winterbanden de winter leiden tot meer slijtage van de banden en andere problemen. Om WAARSCHUWING problemen bij het rijden in de winter tot een minimum te beperken adviseren we maat type u het volgende:...
Pagina 328
Als het gebruik van sneeuwkettingen verplicht is, raden we aan om gebruik te maken van ori- ginele HYUNDAI onderdelen en om de sneeuwketting te installeren nadat u de instructies hierover gelezen hebt. Schade aan uw auto die het gevolg is van het...
Pagina 329
Als u lawaai hoort veroorzaakt door 2 voor meer informatie. Neem contact contact van de kettingen met de op met een officiële HYUNDAI- dealer als behuizing, zet dan de ketting verder u niet weet welk type winterolie u moet vast zodat contact met de carrosserie gebruiken.
Pagina 330
Plaats geen voorwerpen of materialen te voorkomen. Ruitensproeierantivries is in de motorruimte verkrijgbaar bij een officiële HYUNDAI- Het plaatsen van voorwerpen of mate- dealer en de meeste automaterialenzaken. rialen in de motorruimte die koeling van Gebruik geen motorkoelvloeistof of...
Pagina 331
Rijden met uw auto MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de deur van de bestuur- GVW (Maximaal Toelaatbare der tonen hoeveel gewicht uw voertuig Totaalgewicht) mag trekken: Het band en lading infor- Dit is het rijklaar gewicht plus het gewicht matielabel en het certificaatlabel.
Pagina 333
Als de detectiesensor is vervangen of gerepareerd, raden wij u aan uw voertuig te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. OBC3070121TU Plaats geen accessoires of stickers op Forward Collision-Avoidance Assist is de voorruit of breng getinte coating ontworpen om de voorligger te helpen aan op de voorruit.
Pagina 334
De bestuurder kan de AAN/UIT-status van Forward Collision-Avoidance Assist controleren via het menu Instellingen. Als het -waarschuwingslampje blijft branden als het systeem is ingeschakeld, adviseren wij het systeem door een HYUNDAI-dealer te laten inspecteren.
Pagina 335
Bestuurder hulpsysteem OTM070140L OTM070141L Waarschuwingstiming Waarschuwingsvolume Als de motor is ingeschakeld, selecteert u Selecteer met draaiende motor 'Driver 'Driver Assistance Warning timing' in het assistance Warning volume' in het instel- instellingenmenu om de activeringstijd lingenmenu om het waarschuwingsvolu- voor de eerste waarschuwing voor me te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low' Forward Collision-Avoidance Assist te voor het Forward Collision-Avoidance...
Pagina 336
Werking systeem Basisfunctie Systeemwaarschuwing en -controle De basisfunctie van Forward Collision- Avoidance Assist is het helpen waar- schuwen en controleren van het voer- tuig afhankelijk van het botsingsniveau: 'Collision warning' (botsingswaarschu- wing), 'Emergency braking' (noodrem) en 'Stopping vehicle and ending brake con- OBC3070003 trol' (voertuig en rembediening stoppen).
Pagina 337
Bestuurder hulpsysteem Forward Collision-Avoidance Assist werkt niet in alle situaties en kan niet alle aanrijdingen voorkomen. De bestuurder blijft verantwoordelijk voor de bediening van de auto. Vertrouw niet blindelings op het Forward Collision-Avoidance Assist. Bewaar altijd voldoende remafstand tot de voorligger, zodat u de auto veilig tot stilstand kunt brengen en trap indien nodig het rempedaal in OBC3070004...
Pagina 338
We adviseren u het het systeem niet. systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie In een situatie waarin een aanrijding dreigt, kan het remmen worden ondersteund door Forward Collision-Avoidance Assist wanneer de bestuurder niet voldoende remt.
Pagina 339
Uw voertuig wordt gesleept materiaal) is verwijderd, raden wij aan De omgeving is erg licht het systeem te laten inspecteren door De omgeving is erg donker, zoals in een een officiële HYUNDAI-dealer. tunnel, enz. De helderheid van het omgevingslicht WAARSCHUWING verandert...
Pagina 340
Rijdend door stoom, rook of schaduw U verlaat of keert terug naar de rijstrook Slechts een deel van het voertuig, Onstabiel rijden de voetganger of de fietser wordt U bent op een rotonde en het voertuig gedetecteerd voor u wordt niet gedetecteerd Het ervoor rijdende voertuig is een bus, U rijdt voortdurend in een cirkel vrachtwagen, vrachtwagen met een...
Pagina 341
Bestuurder hulpsysteem Er is een groep voetgangers, fietsers of WAARSCHUWING een grote menigte voor de auto Rijden in bochten De voetganger draagt kleding die gemakkelijk opgaat in de achtergrond, waardoor het moeilijk te detecteren is De voetganger is moeilijk te onder- scheiden van de gelijkvormige struc- tuur in de omgeving U rijdt langs een voetgangersbord,...
Pagina 342
Rijden op een helling OADAS006 OADAS005 Forward Collision-Avoidance Assist OADAS009 kan een voertuig, voetganger of fietser op de volgende rijstrook of buiten de rijstrook detecteren bij het rijden op een bochtige weg. Als dit gebeurt, kan het systeem de bestuurder onnodig waarschuwen en de rem bedienen.
Pagina 343
Bestuurder hulpsysteem Wisselen van rijstrook OADAS033SD [A]: Uw voertuig, OADAS032SD [B]: Voertuig wisselt van rijstrook [A]: Uw voertuig, [C]: Voertuig in dezelfde rijstrook [B]: Voertuig wisselt van rijstrook Wanneer een voertuig voor u de Wanneer een voertuig vanaf een rijstrook verlaat, is het mogelijk dat aangrenzende rijstrook op uw rijstrook Forward Collision-Avoidance Assist komt, kan het niet door de sensor...
Pagina 344
Signaleren van voertuigen WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een ander voertuig sleept, raden wij u om veiligheidsredenen aan Forward Collision-Avoidance Assist uit te schakelen. Forward Collision-Avoidance Assist kan werken als er objecten worden gedetecteerd die qua vorm of eigenschappen vergelijkbaar zijn met auto's, voetgangers en fietsers.
Pagina 345
Bestuurder hulpsysteem Basisfunctie Detectiesensor OCN7060112L OBC3070001 Forward Collision-Avoidance Assist is ontworpen om de voorligger te helpen detecteren en te bewaken of om een voetganger of fietser op de weg te helpen detecteren en de bestuurder te waarschuwen dat er een aanrijding dreigt met een waarschuwingsbericht en een geluidssignaal en indien nodig een noodstop toe te passen.
Pagina 346
Demonteer NOOIT de detectiesensor We adviseren u de auto te laten con- of de sensormodule, oefen er geen troleren door een officiële HYUNDAI- kracht op uit. dealer. Als de detectiesensor is vervangen Gebruik alleen originele onderdelen...
Pagina 347
De bestuurder kan de AAN/UIT-status van Forward Collision-Avoidance Assist controleren via het menu Instellingen. Als het -waarschuwingslampje blijft branden als het systeem is ingeschakeld, adviseren wij het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer laten inspecteren. 7-16...
Pagina 348
OTM070140L OTM070141L Waarschuwingstiming Waarschuwingsvolume Als de motor is ingeschakeld, selecteert u Selecteer draaiende motor instellingenmenu om de activeringstijd instellingenmenu voor de eerste waarschuwing voor waarschuwingsvolume te wijzigen in Forward Collision-Avoidance Assist te 'High', 'Medium' of 'Low' voor het Forward wijzigen. Collision-Avoidance Assist.
Pagina 349
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Basisfunctie Systeemwaarschuwing en -controle De basisfunctie voor Forward Collision- Avoidance Assist is het helpen waar- schuwen en controleren van het voer- tuig, afhankelijk van het botsingsniveau: 'Collision warning' (botsingswaarschu- wing), 'Emergency braking' (noodrem) en 'Stopping vehicle and ending brake con- OBC3070003 trol' (voertuig en rembediening stoppen).
Pagina 350
Junction Turning-functie (indien van toepassing) Systeemwaarschuwing en -controle De Junction Turning-functie helpt bij het waarschuwen en controleren van het voertuig, afhankelijk van het botsingsni- veau: 'Collision warning' (botsingswaar- schuwing), 'Emergency braking' (nood- stop) en 'Stopping vehicle and ending brake control' (voertuig en rembediening stoppen).
Pagina 351
Bestuurder hulpsysteem OBC3070010 OBC3070004 Emergency braking Stoppen van het voertuig en rembediening Om de bestuurder te waarschuwen dat de noodstop wordt ondersteund, Wanneer het voertuig vanwege een verschijnt het waarschuwingsbericht noodremmen stilstand komt, 'Emergency braking' op het instrumen- verschijnt het waarschuwingsbericht tenpaneel en klinkt er een geluidssig- 'Drive carefully' (voorzichtig rijden) op naal.
Pagina 352
Afhankelijk van de weg en de rijom- WAARSCHUWING standigheden kan Forward Collision- Avoidance Assist de bestuurder te laat Neem bij het gebruik van de Forward of niet waarschuwen. Collision-Avoidance Assist altijd de volgende voorzorgsmaatregelen Tijdens de werking van het Forward acht: Collision-Avoidance Assist...
Pagina 353
We adviseren u het In een situatie waarin een aanrijding dreigt, systeem te laten controleren door een kan het remmen worden ondersteund officiële HYUNDAI-dealer. door Forward Collision-Avoidance Assist wanneer de bestuurder niet voldoende remt. 7-22...
Pagina 354
Rijden in zware regen, sneeuw, of dikke een officiële HYUNDAI-dealer. mist Het gezichtsveld van de frontcamera wordt belemmerd door zonneschijn Straatverlichting of licht van een tegen-...
Pagina 355
Bestuurder hulpsysteem Uw voertuig wordt gesleept Rijden door een tunnel of op een ijzeren brug De omgeving is erg licht Rijden in grote gebieden waar weinig De omgeving is erg donker, zoals in een auto's of structuren zijn (bijv. woestijn, tunnel, enz.
Pagina 356
De voetganger of fietser wordt niet De voetganger of fietser draagt goed gesignaleerd door het camer- kleding die gemakkelijk opgaat in de aherkenningssysteem als de voetgan- achtergrond, waardoor het moeilijk te ger bijvoorbeeld voorover buigt of niet detecteren is volledig rechtop loopt De voetganger of fietser is moeilijk te De voetganger of fietser draagt kleding onderscheiden van de gelijkvormige...
Pagina 357
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING Rijden in bochten OADAS015 OADAS014 OADAS017 OADAS019 Forward Collision-Avoidance Assist kan een voertuig, voetganger of fietser op de volgende rijstrook of OADAS016 OADAS018 buiten de rijstrook detecteren bij het Forward Collision-Avoidance Assist rijden op een bochtige weg. detecteert mogelijk geen andere Als dit gebeurt, kan het systeem de auto's, voetgangers of fietsers voor u...
Pagina 358
Rijden op een helling Wisselen van rijstrook OADAS012 OADAS030 OADAS010 OADAS011 [A]: Uw voertuig, Forward Collision-Avoidance Assist [B]: Voertuig wisselt van rijstrook detecteert mogelijk geen andere Wanneer een voertuig vanaf een aan- auto's, voetgangers of fietsers voor u grenzende rijstrook op uw rijstrook tijdens het op- of afrijden van hellin- komt, kan het niet door de sensor gen die de prestaties van de sensoren...
Pagina 359
Bestuurder hulpsysteem Signaleren van voertuigen OBC3070011 Als uw voorligger een grote, naar achteren uitstekende lading heeft of een grotere bodemvrijheid heeft dan uw auto, moet u extra goed opletten. Mogelijk wordt de naar achteren uitstekende lading niet door het FCA gesignaleerd. Bewaar in deze gevallen altijd voldoende remafstand tot het object dat het dichtst voor u is, zodat u de auto veilig tot stilstand...
Pagina 360
WAARSCHUWING Wanneer u een aanhanger of een Lane Keeping Assist is ontworpen om te ander voertuig sleept, raden wij u helpen bij het detecteren van rijstrook- om veiligheidsredenen aan Forward markeringen (of wegranden) tijdens het Collision-Avoidance Assist uit te rijden boven een bepaalde snelheid. Het schakelen.
Pagina 361
Bestuurder hulpsysteem Systeeminstelling Inschakelen/uitschakelen van het systeem (knop Lane Driving Assist) Instelfuncties voor het systeem OBC3070012 OTM070184L Wanneer de motor wordt aangezet, wordt Rijbaanveiligheid Lane Keeping Assist altijd ingeschakeld. Het witte of groene controlelampje Selecteer of deselecteer met draaiende op het instrumentenpaneel gaat branden. safety' in het instellingenmenu om in te Als de Lane Keeping Assist is ingescha- stellen of u elke functie al dan niet wilt...
Pagina 362
Werking systeem Systeemwaarschuwing en -controle Lane Keeping Assist helpt het voertuig te waarschuwen en te controleren met Lane Departure Warning en Lane Keeping Assist. Links Rechts OTM070141L Waarschuwingsvolume Met draaiende motor selecteert u instellingenmenu waarschuwingsvolume te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low' voor de Lane Keeping Assist.
Pagina 363
Bestuurder hulpsysteem Lane Keeping Assist WAARSCHUWING Om de bestuurder te waarschuwen Het stuurwiel wordt mogelijk niet dat het voertuig de geprojecteerde rij- ondersteund als het stuurwiel zeer strook verlaat, gaat het groene strak wordt vastgehouden of als het controlelampje op het instrumenten- stuurwiel onder een bepaalde hoek paneel knipperen en het stuurwiel zal wordt gestuurd.
Pagina 364
Lijnen rijstrook controlelampje op het instrumen- gedetecteerd gedetecteerd tenpaneel branden. We adviseren u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OBC3070017 OBC3070016 Hoewel het stuurwiel wordt ondersteund door Lane Keeping Assist, kan de bestuurder ook zelf het stuurwiel bedienen.
Pagina 365
Bestuurder hulpsysteem Beperkingen van het systeem Er is een wegrand zonder rijstrook Er is een grensstructuur in de rijbaan, Lane Keeping Assist werkt mogelijk niet zoals een tolpoort, trottoir, stoep, enz. normaal functioneert of onverwachts onder de volgende omstandigheden: De afstand tot het ervoor rijdende voertuig is extreem kort of het De baan is vervuild of moeilijk te ervoor rijdende voertuig bedekt de...
Pagina 366
Als het waarschuwingsbericht van een ander systeem wordt weergege- ven of als er een geluidssignaal wordt gegenereerd, wordt het waarschu- wingsbericht van het Lane Keeping Assist mogelijk niet weergegeven en wordt er mogelijk geen geluidssignaal gegenereerd. Het is mogelijk dat u het waarschu- wingsgeluid van het Lane Keeping Assist niet hoort als de omgeving lawaaierig is.
Pagina 367
Bestuurder hulpsysteem Blind-Spot Collision Warning is ontworpen om naderende voertuigen te detecteren en te controleren en de bestuurder te waarschuwen voor een mogelijke botsing met een waarschuwingsbericht en een geluidssignaal. OJX1079026 Blind-Spot Collision Warning helpt bij het detecteren en informeert de bestuurder dat een voertuig met hoge snelheid vanuit de dode hoek nadert.
Pagina 368
We advi- het aanrijdingsrisiconiveau. Remmen seren u het systeem te laten con- wordt niet ondersteund. troleren door een officiële HYUNDAI- - Als 'Off' is geselecteerd, wordt het dealer. systeem uitgeschakeld. Gebruik alleen originele onderdelen...
Pagina 369
Bestuurder hulpsysteem OTM070097L OTM070140L Wanneer de motor opnieuw wordt gestart Waarschuwingstiming terwijl het systeem uitgeschakeld is, Selecteer met draaiende motor 'Driver verschijnt de melding 'Blind spot safety system is Off' op het instrumentenpaneel. lingenmenu om de aanvankelijke active- Als u de instelling wijzigt van 'Off' naar ringstijd van de waarschuwing voor het 'Active assist' of 'Warning only', knippert Blind-Spot Safety-systeem te wijzigen.
Pagina 370
Werking systeem Systeemwaarschuwing OTM070141L Waarschuwingsvolume Met draaiende motor selecteert u ORG3070025 Voertuigdetectie in het instellingenmenu om het waar- schuwingsvolume te wijzigen in 'High', Om de bestuurder te waarschuwen 'Medium' of 'Low' voor de Blind-Spot dat een voertuig wordt gedetecteerd, Safety-systeem. gaat het waarschuwingslampje op de Als u het Waarschuwingsvolume wijzigt, buitenspiegel branden.
Pagina 371
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING Het detectiebereik van de achterste Neem de volgende voorzorgsmaatre- hoekradar wordt bepaald door de gelen bij het gebruik van het Blind-Spot standaard wegbreedte, dus op een Safety-systeem: smalle weg kan het systeem andere Wijzig voor uw veiligheid de instel- auto's in de volgende rijstrook detec- lingen nadat u het voertuig op een teren en u waarschuwen.
Pagina 372
Als het systeem niet normaal werkt nadat het is verwijderd, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten inspecteren. OTM070100L Wanneer waarschuwingslampje...
Pagina 373
Bestuurder hulpsysteem Er bevindt zich in de buurt van het WAARSCHUWING voertuig een vast object, zoals geluids- schermen, hekwerken, centrale Hoewel het waarschuwingsbericht scheidingswanden, toegangsbarriè- niet op het instrumentenpaneel res, straatlantaarns, borden, tunnels, verschijnt, is het mogelijk dat het muren, enz. (inclusief dubbele con- Blind-Spot Safety-systeem niet goed structies) werkt.
Pagina 374
Het is mogelijk dat het Blind-Spot Safety- WAARSCHUWING systeem niet normaal werkt, of dat het systeem onverwacht werkt wanneer de Rijden in bochten volgende objecten worden gedetecteerd: Een motorfiets of fiets Een voertuig zoals een platte aanhanger Een groot voertuig zoals een bus of vrachtwagen Een bewegend obstakel zoals een voetganger, een dier, een winkelwagen...
Pagina 375
Bestuurder hulpsysteem Rijden waar de weg samenkomt/ Rijden waar de hoogtes van de splitst rijstroken verschillend zijn OJX1079059 OBC3070020 Het Blind-Spot Safety-systeem werkt Het is mogelijk dat het Blind-Spot mogelijk niet goed bij het rijden op Safety-systeem niet goed werkt bij plaatsen waar de weg samenkomt of het rijden op plaatsen waar de hoog- zich splitst.
Pagina 376
Blind-Spot Collision-Avoidance Assist is ontworpen om naderende voertuigen in de dode hoek van de bestuurder te detecteren en te volgen en de bestuurder te waarschuwen voor een mogelijke botsing met een waarschuwingsbericht en een geluidssignaal. Als er bovendien een risico op een aanrijding bestaat bij het veranderen van rijstrook of bij het vooruit uit een parkeerplaats rijden, helpt het systeem...
Pagina 377
Blind-Spot Safety- systeem mogelijk niet goed. We advi- seren u het systeem te laten con- troleren door een officiële HYUNDAI- dealer. 7-46...
Pagina 378
Als de achterste hoekradars zijn ver- vangen of gerepareerd, adviseren wij Instelfuncties voor het systeem het voertuig te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. Gebruik alleen originele onderdelen om de achterbumper te repareren op de plaats waar de achterste hoekradar zich bevindt.
Pagina 379
Bestuurder hulpsysteem OTM070097L OTM070140L Waarschuwingstiming Wanneer de motor opnieuw wordt gestart terwijl het systeem uitgeschakeld is, Selecteer met draaiende motor 'Driver verschijnt de melding 'Blind spot safety system is Off' op het instrumentenpaneel. instellingenmenu om de aanvankelijke Als u de instelling wijzigt van 'Off' naar activeringstijd van de waarschuwing 'Active assist' of 'Warning only', knippert voor het Blind-Spot Safety-systeem te...
Pagina 380
Werking systeem Systeemwaarschuwing en -controle OTM070141L Waarschuwingsvolume Met draaiende motor selecteert u ORG3070025 Voertuigdetectie in het instellingenmenu om het waar- schuwingsvolume te wijzigen in 'High', Om de bestuurder te waarschuwen 'Medium' of 'Low' voor de Blind-Spot dat een voertuig wordt gedetecteerd, Safety-systeem.
Pagina 381
Bestuurder hulpsysteem Collision warning De Collision warning werkt wanneer de richtingaanwijzer in de richting van het gedetecteerde voertuig. Als 'Warning only' is geselecteerd in het instellingenmenu, zal de botswaar- schuwing werken wanneer uw auto de rijstrook nadert en de dode hoek wordt gedetecteerd.
Pagina 382
WAARSCHUWING Collision-Avoidance Assist wordt onder de volgende omstandigheden geannuleerd: - Uw voertuig komt met een bepaalde afstand de volgende rijstrook binnen - Uw voertuig loopt geen aanrijdings- risico - Het stuurwiel wordt scherp OBC3070021 gestuurd Collision-Avoidance Assist (tijdens - Het rempedaal wordt ingetrapt. het vertrek) - Forward Collision-Avoidance Assist Om de bestuurder te waarschuwen...
Pagina 383
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatre- gelen bij het gebruik van het Blind-Spot Safety-systeem: Wijzig voor uw veiligheid de instel- lingen nadat u het voertuig op een veilige plaats hebt geparkeerd. Als het waarschuwingsbericht van een ander systeem wordt weerge- geven of als er een geluidssignaal OBC3070004 wordt gegenereerd, wordt het waar-...
Pagina 384
Afhankelijk van de status van ESC We adviseren u het systeem te laten (Elektronische Stabiliteitsregeling) is controleren door een officiële HYUNDAI- het mogelijk dat de rembediening niet dealer. goed werkt. Er zal alleen een waarschuwing volgen...
Pagina 385
Als het systeem niet normaal werkt scheidingswanden, toegangsbarriè- nadat het is verwijderd, raden wij aan res, straatlantaarns, borden, tunnels, het systeem door een officiële HYUNDAI- muren, enz. (inclusief dubbele con- dealer te laten inspecteren. structies) Rijden in grote gebieden waar weinig WAARSCHUWING auto's of structuren zijn (bijv.
Pagina 386
De snelheid van het andere voertuig Het is mogelijk dat de rembediening niet is zo hoog dat het in korte tijd aan uw werkt, de aandacht van de bestuurder is voertuig voorbij gaat vereist onder de volgende omstandig- heden: Uw voertuig passeert het andere voertuig Het voertuig trilt hevig tijdens het rijden over een hobbelige weg, een...
Pagina 387
Bestuurder hulpsysteem Rijden waar de weg samenkomt/ WAARSCHUWING splitst Rijden in bochten OJX1079059 Het Blind-Spot Safety-systeem werkt OJX1079057 mogelijk niet goed bij het rijden op Het is mogelijk dat het Blind-Spot plaatsen waar de weg samenkomt of Safety-systeem niet goed werkt bij zich splitst.
Pagina 388
Rijden waar de hoogtes van de rijstroken verschillend zijn OBC3070020 Het is mogelijk dat het Blind-Spot Safety-systeem niet goed werkt bij het rijden op plaatsen waar de hoogte van de rijstroken anders is. Het systeem mag het voertuig niet detecteren op een weg met verschillende rijstrookhoogten (onderdoorgang,...
Pagina 389
Bestuurder hulpsysteem OTM070111L OBC3070023 (1) Indicator voor Manual Speed Limit 2. Druk op de + schakelaar omhoog of Assist ingeschakeld - schakelaar omlaag op de gewenste snelheid en houd deze ingedrukt. (2) Ingestelde snelheid Druk op de + schakelaar omhoog of - U kunt de snelheidslimiet instellen als u schakelaar omlaag en houd hem vast.
Pagina 390
Het systeem hervatten Informatie Wanneer het gaspedaal niet voorbij het drukpunt wordt ingedrukt, blijft de snelheid van het voertuig binnen de snelheidslimiet. Er kan een klikkend geluid te horen zijn van het terugslagmechanisme, wanneer het gaspedaal voorbij het drukpunt wordt ingedrukt. Het systeem tijdelijk pauzeren OBC3070023 Om de Manual Speed Limit Assist te her-...
Pagina 391
Bestuurder hulpsysteem Om het systeem uit te schakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatre- gelen bij het gebruik van het Manual Speed Limit Assist: Stel de snelheid van de auto altijd in op de snelheidslimiet in uw land. Houd de Manual Speed Limit Assist uit wanneer het systeem niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u per ongeluk een snelheid instelt.
Pagina 392
Intelligent Speed Limit Assist maakt Systeeminstelling gebruik van informatie van het gedetec- Instelfuncties voor het systeem teerde verkeersbord en het navigatiesys- teem om de bestuurder te informeren over de snelheidslimiet en aanvullen- de informatie over de huidige weg. Ook helpt het systeem de bestuurder om zich binnen de snelheidslimiet van de weg te houden.
Pagina 393
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Snelheidslimietmarge Met de Start/Stop-knop van de motor Systeemwaarschuwing en -controle in de stand ON, kan de tolerantie van De Intelligent Speed Limit Assist waar- de snelheidslimiet worden gewijzigd schuwt en controleert het voertuig door de 'Displaying speed limit', 'Warning overspeed' en 'Changing set speed'.
Pagina 394
WAARSCHUWING Als de tolerantie voor de snelheids- limiet boven '0' is ingesteld, zal de ingestelde snelheid veranderen in een hogere snelheid dan de snelheids- limiet van de weg. Als u onder de snelheidslimiet wilt rijden, stelt u de tolerantie voor de snelheidslimiet in onder '0' of gebruikt u de - schakelaar op het stuurwiel in om de ingestelde snelheid te verlagen.
Pagina 395
Als het systeem niet normaal werkt nadat het is verwijderd, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten inspecteren. WAARSCHUWING Hoewel het waarschuwingsbericht of waarschuwingslampje niet op het...
Pagina 396
Beperkingen van het systeem Het gezichtsveld van de frontcamera wordt belemmerd door zonneschijn Intelligent Speed Limit Assist Rijden op een weg met scherpe boch- werkt mogelijk niet of geeft niet de ten of doorlopend bochtig juiste informatie onder de volgende omstandigheden: Rijdend over verkeersdrempels of op en neer of van links naar rechts op...
Pagina 397
Bestuurder hulpsysteem Basisfunctie Systeeminstelling Driver Attention Warning zal helpen bij Instelfuncties voor het systeem het vaststellen van de alertheid van de bestuurder door rijgedrag, rijtijd, enz. te analyseren terwijl de auto rijdt. Het systeem zal een pauze aanbevelen wanneer de aandacht van de bestuurder onder een bepaald niveau daalt.
Pagina 398
Werking systeem Basisfunctie Weergave en waarschuwing van het systeem De basisfunctie van Driver Attention Warning is het informeren van de bestuur- der over hun 'Alertheidsniveau' en het waarschuwen van de bestuurder om een pauze te houden (Consider taking a break). Alertheidsniveau OTM070140L Waarschuwingstiming...
Pagina 399
Bestuurder hulpsysteem Het alertheidsniveau van de bestuurder OPMERKING wordt weergegeven op een schaal van 1 - 5. Hoe lager het niveau, hoe Driver Attention Warning kan een onoplettender de bestuurder is. pauze suggereren, afhankelijk van het rijpatroon of de rijgewoonten van de Het niveau wordt lager als de bestuurder, zelfs als de bestuurder bestuurder gedurende een bepaalde...
Pagina 400
We adviseren u het sys- weer te geven en zal er een geluidssignaal teem te laten controleren door een offici- klinken. ele HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING Beperkingen van het systeem Als het waarschuwingsbericht van Driver Attention Warning werkt in de...
Pagina 401
Bestuurder hulpsysteem Leading Vehicle Departure Alert- Wanneer het voertuig scherp stuurt functie Wanneer het voertuig een OADAS034 [A]: Uw voertuig, [B]: Ervoor rijdend voertuig afsnijdt Als het ervoor rijdende voertuig een OADAS021 scherpe bocht maakt, bijvoorbeeld om naar links of rechts te draaien of een U-bocht te maken, etc., is het mogelijk dat de Leading Vehicle Departure Alert niet goed werkt.
Pagina 402
Als er een voetganger of fietser tussen Bij het rijden door een tolpoort of op u en het voorliggende voertuig staat een kruispunt, enz. OADAS025 OADAS026 Als er een voetganger(s) of fietser(s) Als u een tolpoort of een kruispunt tussen u en het voertuig voor u staat/ met veel auto's passeert of als de staan, is het mogelijk dat de Leading rijstroken vaak worden samengevoegd...
Pagina 403
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Snelheid instellen 1. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/u. OTM070111 (1) Controlelampje CRUISE (2) Ingestelde snelheid Het Cruise Control stelt u in staat om harder te rijden dan 30 km/h zonder dat u het gaspedaal hoeft aan te raken.
Pagina 404
Rijsnelheid verhogen Rijsnelheid verlagen: OBC3070027 OBC3070028 Duw de schakelaar naar boven + en Duw de schakelaar naar beneden laat hem los direct. De rijsnelheid zal (SET-) en laat hem onmiddellijk los. iedere keer als u de schakelaar op deze De kruissnelheid zal 1 km/h afnemen manier omhoog beweegt (naar RES+) telkens wanneer de schakelaar op deze met 1 km/h toenemen.
Pagina 405
Bestuurder hulpsysteem Het systeem tijdelijk pauzeren Het systeem hervatten OBC3070029 OBC3070030 Cruise Control zal worden gepauzeerd Druk op de +, - schakelaar of -knop. wanneer: Als u de + schakelaar omhoog of - scha- Intrappen van het rempedaal. kelaar omlaag duwt, wordt de voertuig- snelheid op de huidige snelheid op het De knop wordt ingedrukt.
Pagina 406
Om het systeem uit te schakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatre- gelen bij het gebruik van het Cruise Control: Stel de snelheid van de auto altijd in op de snelheidslimiet in uw land. Houd de Cruise Control uit wanneer het systeem niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u per ongeluk een snelheid instelt.
Pagina 407
Bestuurder hulpsysteem Smart Cruise Control is ontworpen om de OPMERKING voorligger te detecteren en de gewenste snelheid en minimale afstand tot de Houd de frontcamera en de frontradar voorligger te behouden. altijd in goede conditie om de optimale prestaties van de Smart Cruise Control te behouden.
Pagina 408
Systeeminstelling Instelfuncties voor het systeem OBC3070031 Instellen van de afstand tot de voor- ligger OBC3070022 Elke keer dat er op de knop wordt Om het systeem in te schakelen gedrukt, verandert de afstand tot het voertuig als volgt: Druk op de Driving Assist-knop om het systeem in te schakelen.
Pagina 409
Bestuurder hulpsysteem OBC3070071 OBC3070072 Rijsnelheid verhogen Rijsnelheid verlagen: Duw de schakelaar naar boven + en Duw de schakelaar naar beneden laat hem los direct. De rijsnelheid zal (SET-) en laat hem onmiddellijk los. iedere keer als u de schakelaar op deze De kruissnelheid zal 1 km/h afnemen manier omhoog beweegt (naar RES+) telkens wanneer de schakelaar op deze...
Pagina 410
WAARSCHUWING Controleer de rijconditie voordat u de -schakelaar gebruikt. De rijsnelheid kan sterk toenemen of afnemen wanneer u op de -schakelaar drukt. OBC3070073 Het systeem tijdelijk pauzeren Druk op de -schakelaar of trap het rempedaal in om de Smart Cruise Control tijdelijk te annuleren.
Pagina 411
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Gebaseerd op DRIVE MODE (rijmodus) Werking Smart Cruise Control wijzigt de accelera- Smart Cruise Control werkt wanneer aan tie op basis van de rijmodus die is gese- de volgende voorwaarden is voldaan. lecteerd in het Drive Mode Integrated Control-systeem.
Pagina 412
Weergave en controle van het Overtaking Acceleration Assist systeem De Overtaking Acceleration Assist werkt wanneer de richtingaanwijzer naar links Basisfunctie (links stuur) of naar rechts (rechts stuur) U kunt de status van de Smart Cruise wordt ingeschakeld terwijl de Smart Control zien in de Driving Assist-modus Cruise Control in werking is en aan de op het instrumentenpaneel.
Pagina 413
Bestuurder hulpsysteem Om tijdelijk te versnellen Scherm "Driving Scherm Assist" geselecteerd "Driving Assist" gedeselecteerd OTM070155 Wanneer tijdelijk geannuleerd OBC3070033 OBC3070035 Als u tijdelijk wilt versnellen als de Smart - indicator wordt weergege- Cruise Control is ingeschakeld, drukt u ven. het gaspedaal in. Terwijl de snelheid toe- (2) De vorige ingestelde snelheid is neemt, knipperen de ingestelde snelheid, gearceerd.
Pagina 414
Systeem tijdelijk geannuleerd Niet aan systeemvoorwaarden voldaan OTM070113L De Smart Cruise Control wordt automa- OTM070112L tisch tijdelijk geannuleerd wanneer: Als de Driving Assist-knop, + schakelaar, - schakelaar of -schakelaar wordt inge- De voertuigsnelheid boven 190 km/u drukt wanneer niet aan de bedrijfsom- (120 mph) is.
Pagina 415
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwing wegcondities Collision warning verderop OBC3070002 OBC3070036 Wanneer de Smart Cruise Control actief is en het aanrijdingsrisico met de voorligger In de volgende situatie verschijnt het hoog is, verschijnt het waarschuwingsbe- waarschuwingsbericht 'Watch for sur- richt 'Collision warning' op het instrumen- rounding vehicles' op het instrumenten- tenpaneel en klinkt er een geluidssignaal paneel en klinkt er een geluidssignaal om...
Pagina 416
Smart Cruise Control werkt mogelijk WAARSCHUWING niet normaal als het wordt gehinderd door sterke elektromagnetische gol- Neem de volgende voorzorgsmaatrege- ven. len bij het gebruik van het Smart Cruise Het kan voorkomen dat Smart Cruise Control: Control een obstakel aan de voorkant Smart Cruise Control is geen vervan- niet detecteert en dit leidt tot een bot- ging voor goed en veilig rijden.
Pagina 417
We adviseren u het sys- disabled. 'Radar blocked' gedurende een teem te laten controleren door een offici- bepaalde periode op het instrumenten- ele HYUNDAI-dealer. paneel. Het systeem werkt normaal wanneer dergelijke sneeuw, regen of vreemd materiaal wordt verwijderd.
Pagina 418
Beperkingen van het systeem Het ervoor rijdende voertuig heeft geen achterlichten, de achterlichten Het is mogelijk dat Smart Cruise Control bevinden zich op een ongebruikelijke niet normaal werkt, of dat het systeem plaats, enz. onverwacht werkt onder de volgende Het licht buiten is schemerig en de omstandigheden: achterlichten branden niet aan of zijn De detectiesensor of zijn omgeving is...
Pagina 419
Bestuurder hulpsysteem Het ervoor rijdende voertuig is ver- Rijden in bochten vormd De snelheid van het ervoor rijdende voertuig is hoog of laag Met een ervoor rijdend voertuig verandert uw voertuig van rijstrook bij lage snelheid Het ervoor rijdende voertuig is bedekt met sneeuw Onstabiel rijden U bent op een rotonde en het voertuig...
Pagina 420
Rijden op een helling Wisselen van rijstrook OADAS012 Tijdens het hellingen op of af rijden is het mogelijk dat de Smart Cruise Control een bewegend voertuig op uw rijstrook niet detecteert en uw voertuig tot de ingestelde snelheid laat accelereren. Ook kan de snelheid van het voertuig snel afnemen wanneer het voorliggende voertuig plotseling wordt gedetecteerd.
Pagina 421
Bestuurder hulpsysteem Signaleren van voertuigen OBC3070011 In de volgende gevallen wordt het OJX1079181 ervoor rijdende voertuig mogelijk niet In de volgende gevallen worden auto's door de sensor gedetecteerd: op uw rijstrook mogelijk niet door de - Auto's met een grotere bodemvrijheid sensor gedetecteerd: of auto's met ladingen die uit de - Auto's die aan één kant rijden...
Pagina 422
OTM058119 Wanneer een voertuig voor u de rij- strook verlaat, is het mogelijk dat Smart Cruise Control het nieuwe voertuig dat nu voor u rijdt niet onmiddellijk detec- teert. Let tijdens het rijden altijd op de wegen rijomstandigheden. OTM058119 Kijk altijd uit voor voetgangers als uw voertuig afstand houdt tot het voertuig dat voor u rijdt.
Pagina 423
Bestuurder hulpsysteem De op navigatie gebaseerde Smart Cruise Systeeminstelling Control helpt de snelheid van het voertuig Instelfuncties voor het systeem automatisch aan te passen wanneer u op de autosnelweg rijdt door gebruik te maken van de weginformatie van het navigatiesysteem terwijl Smart Cruise Control in werking is.
Pagina 424
Werking systeem Werking systeem Werking De op navigatie gebaseerde Smart Cruise Control is klaar voor gebruik als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: Smart Cruise Control is in werking Rijden op hoofdwegen van snelwegen Informatie ie voor meer details over de bediening van OBC3070039 de Smart Cruise Control hoofdstuk "Smart Als er een tijdelijke vertraging nodig is...
Pagina 425
Bestuurder hulpsysteem Als de Highway Set Speed Auto Informatie Change-functie in de stand-bystand is gegaan door het rempedaal in te Highway Curve one Auto Slowdown drukken of door het indrukken van de en Highway Set Speed Auto Change- -schakelaar op het stuurwiel, drukt functie maakt gebruik van hetzelfde u op de -schakelaar om de functie...
Pagina 426
Beperkingen van het systeem Het voertuig komt een servicestation of rustplaats binnen De op navigatie gebaseerde Smart Cruise snelheidslimiet sommige Control werkt mogelijk niet normaal trajecten verandert afhankelijk van de onder de volgende omstandigheden: wegsituatie De navigatie werkt niet goed Android Auto of Car Play is in werking Snelheidslimiet en weginformatie in de De navigatie kan de huidige positie...
Pagina 427
Bestuurder hulpsysteem OJX1070280L OJX1070281L [1]: Ingestelde route, [2]: Afsplitsing, [3]: Rijroute, [1]: Ingestelde route, [2]: Afsplitsing, [3]: Rijroute, 4 Hoofdweg, [5]: Bochtige weg gedeelte 4 Hoofdweg, [5]: Bochtige weg gedeelte Wanneer er een verschil is tussen de Wanneer er een verschil is tussen de ingestelde navigatieroute (afsplitsing) navigatieroute (hoofdweg) en de rijrou- en de rijroute (hoofdweg), is het...
Pagina 428
WAARSCHUWING De op navigatie gebaseerde Smart Cruise Control is geen vervanging voor een veilig rijgedrag, maar dient slechts als hulpmiddel. Houd uw ogen altijd op de weg gericht en het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om het overtreden van de verkeersregels te voorkomen.
Pagina 429
Bestuurder hulpsysteem Nadat u een door tolpoort op een Informatie snelweg bent gegaan, zal de op navigatie gebaseerde Smart Cruise Er kan een tijdsverschil ontstaan tussen Control werken op basis van de eerste de begeleiding van de navigatie en het rijstrook.
Pagina 430
Systeeminstelling Lane Following Assist is ontworpen om rijstrookmarkeringen en/of auto's op de Instelfuncties voor het systeem weg te helpen detecteren, en helpt de bestuurder bij het sturen om het voertuig op de rijstrook te helpen centreren. Detectiesensor OBC3070012 Inschakelen/uitschakelen van het sys- teem Druk met draaiende motor kort op de knop Lane Driving Assist op het stuurwiel...
Pagina 431
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Waarschuwing en bediening Type A Type B OTM070141L Waarschuwingsvolume Selecteer met draaiende motor 'Driver OBC3070040 OBC3070041 lingenmenu om het waarschuwingsvolu- Lane Following Assist me te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low' Als het voorliggende voertuig en/of beide voor de Hands-off-waarschuwing.
Pagina 432
WAARSCHUWING Lane Following Assist werkt niet altijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om het voertuig veilig te besturen en in zijn rijstrook te houden. De hands-off waarschuwingsbericht kan te laat verschijnen, afhankelijk van de toestand van de weg. Houd het stuurwiel daarom tijdens het rijden OBC3070015 altijd met beide handen vast.
Pagina 433
Assist) system' op het instrumentenpa- van het voertuig. neel. We adviseren u het systeem te laten Hoewel het stuurwiel wordt onder- controleren door een officiële HYUNDAI- steund door Lane Following Assist, kan dealer. de bestuurder ook zelf het stuurwiel bedienen.
Pagina 434
Detectiesensor OBC3070042 OBC3070043 [1]: Achteruitrijcamera Zie de bovenstaande afbeelding voor de gedetailleerde locatie van de detectie- sensor. OBC3060002TU De achteruitkijkmonitor toont het gebied achter het voertuig om u te helpen bij het parkeren of achteruitrijden. 7-103...
Pagina 435
Bestuurder hulpsysteem Systeeminstelling Systeeminstelling Camera-instellingen (indien van Bedieningsknop toepassing) OBC3070044 Parkeer-/weergaveknop OBC3070078 Druk op de Parkeer-/weergaveknop (1) om de achteruitkijkmonitor in te scha- de achteruitkijkmonitor wijzigen door kelen. het instellingspictogram ( ) op het Druk nogmaals op de knop om het scherm aan te raken terwijl de achter- systeem uit te schakelen.
Pagina 436
Handhaving van beeld van de Voorwaarden voor uitschakelen achteruitrijcamera Druk nogmaals op de Parkeer-/weer- gaveknop (1), het beeld van de achter- Het beeld van de achteruitrijcamera blijft uitrijcamera wordt uitgeschakeld. op het scherm om u te helpen bij het parkeren. Druk op een van de knoppen van het infotainmentsysteem (2), het beeld achteruitrijcamera...
Pagina 437
HYUNDAI-dealer. Beperkingen van het systeem Wanneer het voertuig in de winter lang stilstaat of wanneer het voertuig...
Pagina 438
De Rear Cross-Traffic Collision Warning Detectiesensor Assist is ontworpen om te helpen bij het detecteren van auto's die van links en rechts naderen terwijl uw auto achteruit rijdt en om de bestuurder te waarschuwen dat er een aanrijding op handen is met een waarschuwingsbericht en een geluidssignaal.
Pagina 439
Bestuurder hulpsysteem Systeeminstelling Instelfuncties voor het systeem OTM070140L Waarschuwingstiming Selecteer met draaiende motor 'Driver OTM070194L Veiligheid bij achterlangs kruisend instellingenmenu om de aanvankelijke verkeer activeringstijd van de waarschuwing voor het Rear Cross-Traffic Safety-systeem te Selecteer met draaiende motor 'Driver wijzigen. Wanneer het voertuig voor het eerst cross-traffic safety' in het instellingen- wordt afgeleverd, is de waarschuwingsti-...
Pagina 440
Werking systeem Systeemwaarschuwing Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem waarschuwt de bestuurder wanneer er een aanrijding dreigt. OTM070141L Waarschuwingsvolume Met draaiende motor selecteert u in het instellingenmenu om het waar- schuwingsvolume te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low' voor de Rear Cross- ORG3070025 OBC3070046TU Traffic Safety-systeem.
Pagina 441
Bestuurder hulpsysteem Het systeem werkt wanneer aan alle WAARSCHUWING volgende voorwaarden is voldaan: Neem de volgende voorzorgsmaatrege- - De versnelling wordt in R geschakeld len bij het gebruik van het Rear Cross- (Achteruit) Traffic Safety-systeem: - De rijsnelheid is lager dan 8 km/h. Wijzig voor uw veiligheid de instel- - Het naderende voertuig bevindt zich lingen nadat u het voertuig op een...
Pagina 442
Het systeem werkt normaal wanneer der- gelijk vreemd materiaal of een aanhanger enz. wordt verwijderd. Als het systeem niet normaal werkt nadat het is verwijderd, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten inspecteren. OTM070100L Wanneer waarschuwingslampje...
Pagina 443
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING WAARSCHUWING Hoewel het waarschuwingsbericht Rijden in de buurt van een voertuig of niet op het instrumentenpaneel bouwwerk verschijnt, is het mogelijk dat het Rear Cross-Traffic Safety-systeem niet goed werkt. Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem werkt mogelijk niet goed in een bepaald gebied (bijvoorbeeld: open terrein), waar na het inschakelen van de motor geen enkel object wordt...
Pagina 444
Wanneer het voertuig zich in een Wanneer het voertuig diagonaal is complexe parkeeromgeving bevindt geparkeerd OJX1079112 OJX1079113 Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem [A]: Voertuig kan auto's detecteren die in de buurt Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem van uw voertuig een parkeerplaats kan beperkt zijn wanneer er diagonaal oprijden of verlaten (bijvoorbeeld: achteruit wordt gereden en kan moge- een voertuig dat naast uw voertuig...
Pagina 445
Bestuurder hulpsysteem De parkeerplaats oprijden waar zich Wanneer het voertuig achterwaarts een structuur bevindt wordt geparkeerd OJX1079115 OJX1079116 Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem [A]: Structuur, [B]:Muur kan auto's detecteren die achter u Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem voorbijrijden wanneer u achteruit kan auto's detecteren die voor u in een parkeerplaats parkeert.
Pagina 446
De Rear Cross-Traffic Collision-Avoidan- Detectiesensor ce Assist is ontworpen om te helpen bij het detecteren van auto's die van links en rechts naderen terwijl uw auto achteruit rijdt en om de bestuurder te waarschu- wen dat er een aanrijding op handen is met een waarschuwingsbericht en een geluidssignaal.
Pagina 447
Bestuurder hulpsysteem Systeeminstelling Instelfuncties voor het systeem OTM070140L Waarschuwingstiming Selecteer met draaiende motor 'Driver OTM070194L Veiligheid bij achterlangs kruisend instellingenmenu om de aanvankelijke verkeer activeringstijd van de waarschuwing voor het Rear Cross-Traffic Safety-systeem te Selecteer met draaiende motor 'Driver wijzigen. Wanneer het voertuig voor het eerst traffic safety' in het instellingenmenu om wordt afgeleverd, is de waarschuwingsti-...
Pagina 448
Werking systeem Systeemwaarschuwing en -controle Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem waarschuwt en bedient het voertuig afhankelijk van het botsingsniveau: 'Collision warning' (botsingswaarschu- wing), 'Emergency braking' (noodrem) en 'Stopping vehicle and ending brake con- trol' (voertuig en rembediening stoppen). OTM070141L Waarschuwingsvolume Met draaiende motor selecteert u in het instellingenmenu om het waar- schuwingsvolume te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low' voor de Rear Cross-...
Pagina 449
Bestuurder hulpsysteem Het systeem werkt wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan: - De versnelling wordt in R geschakeld (Achteruit) - De voertuigsnelheid is lager dan 8 km/h. - Het naderende voertuig bevindt zich binnen ongeveer 25 m van de linker- en rechterzijde van uw voertuig - De snelheid van het voertuig dat van links en rechts nadert is meer dan 5...
Pagina 450
Het systeem werkt wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan: - De versnelling wordt in R geschakeld (Achteruit) - De voertuigsnelheid is lager dan 8 km/h. - Het naderende voertuig bevindt zich binnen ongeveer 1.5 m van de linker- en rechterzijde van uw voertuig - De snelheid van het voertuig dat van links en rechts nadert is meer dan 5 OBC3070004...
Pagina 451
Bestuurder hulpsysteem De bestuurder blijft verantwoordelijk WAARSCHUWING voor de bediening van de auto. Vertrouw niet blindelings op het Rear Neem de volgende voorzorgsmaatrege- Cross-Traffic Safety-systeem. Bewaar len bij het gebruik van het Rear Cross- altijd voldoende remafstand tot de Traffic Safety-systeem: voorligger, zodat u de auto veilig Wijzig voor uw veiligheid de instel- tot stilstand kunt brengen en trap...
Pagina 452
Het systeem werkt normaal wanneer dergelijk vreemd materiaal of een aanhanger enz. wordt verwijderd. Als het systeem niet normaal werkt nadat het is verwijderd, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten inspecteren. OTM070100L Wanneer waarschuwingslampje...
Pagina 453
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING OPMERKING Hoewel het waarschuwingsbericht Zie voor meer details over de beperkin- niet op het instrumentenpaneel gen van de achterste hoekradar "Blind- verschijnt, is het mogelijk dat het Rear Spot Collision-Avoidance Assist (BCA)" Cross-Traffic Safety-systeem niet in hoofdstuk 7. goed werkt.
Pagina 454
Wanneer het voertuig zich in een Wanneer het voertuig diagonaal is complexe parkeeromgeving bevindt geparkeerd OHY059019 OHY059018 [A]: Voertuig Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem kan auto's detecteren die in de buurt Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem van uw voertuig een parkeerplaats kan beperkt zijn wanneer er diagonaal oprijden of verlaten (bijvoorbeeld: een achteruit wordt gereden en kan moge- voertuig dat naast uw voertuig vertrekt,...
Pagina 455
Bestuurder hulpsysteem De parkeerplaats oprijden waar zich Wanneer het voertuig achterwaarts een structuur bevindt wordt geparkeerd OHY059022 OHY059020 Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem [A]: Structuur, [B]:Muur kan auto's detecteren die achter u Het Rear Cross-Traffic Safety-systeem voorbijrijden wanneer u achteruit kan auto's detecteren die voor u in een parkeerplaats parkeert.
Pagina 456
Werking systeem De Reverse Parking Distance Warning helpt de bestuurder te waarschuwen Bedieningsknop als er binnen een bepaalde afstand een obstakel wordt gedetecteerd wanneer het voertuig met lage snelheden achteruit rijdt. Detectiesensor OBC3070126TU Parking Distance Warning Off-knop Druk op de Parking Distance Warning Off ( )-knop om Reverse Parking Distance Warning uit te schakelen.
Pagina 457
Achteruit geluid is. Als het systeem nog steeds niet goed wordt werkt, raden wij aan om het te laten gereden inspecteren door een officiële HYUNDAI- Zoemer dealer. 60~120 cm klinkt met Het geluidssignaal klinkt niet. (24~48 in.) tussenpozen Zoemer klinkt met tussenpozen.
Pagina 458
- De sensoren of de omgeving wordt snelheid van het voertuig of de vorm van direct besproeid met een hogedrukrei- het obstakel. niger Als de Reverse Parking Distance Warning moet worden gerepareerd, raden wij aan het systeem te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-127...
Pagina 459
Bestuurder hulpsysteem Systeeminstelling De Forward/Reverse Parking Distance Warning helpt de bestuurder te waar- Waarschuwingsvolume schuwen als er binnen een bepaalde afstand een obstakel wordt gedetecteerd wanneer het voertuig bij lage snelheden volume' in het instellingenmenu van het vooruit of achteruit rijdt. instrumentenpaneel of infotainmentsys- teem om het waarschuwingsvolume te wijzigen in 'High', 'Medium' of 'Low'...
Pagina 460
Wanneer Forward/Reverse Parking Wanneer 'Parking Distance Warning Distance Warning inschakelt, gaat het Auto On' is geselecteerd, blijft het controlelampje van de knop branden. controlelampje van de Parking Safety- Als de snelheid van het voertuig knop branden. hoger is dan 30 km/u, gaat Forward/ Wanneer 'Parking Distance Warning Reverse Parking Distance Warning uit Auto On' is uitgeschakeld en de...
Pagina 461
Als het systeem nog steeds niet goed detecteren. De ultrasoonsensoren aan werkt, raden wij aan om het te laten de voorzijde kunnen echter een persoon inspecteren door een officiële HYUNDAI- of dier detecteren wanneer deze zich dealer. binnen 60 cm van de sensoren bevindt.
Pagina 462
- De sensoren of de omgeving wordt snelheid van het voertuig of de vorm van direct besproeid met een hogedrukrei- het obstakel. niger Forward/Reverse Parking Distance Warning moet worden gere- pareerd, raden wij aan het systeem te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-131...
Pagina 463
Bestuurder hulpsysteem Reverse Parking Collision-Avoidance Systeeminstelling Assist waarschuwt de bestuurder of Instelfuncties voor het systeem helpt bij het remmen om de kans op een aanrijding met een voetganger of een voorwerp bij het achteruitrijden te verkleinen. Detectiesensor OBC3070116TU Parking Safety Selecteer of deselecteer met draaiende in het instellingenmenu om in te stellen of u elke functie al dan niet wilt gebruiken.
Pagina 464
OBC3070117TU OBC3070115TU Waarschuwingstiming Waarschuwingsvolume Als de motor is ingeschakeld, selecteert Selecteer met draaiende motor 'Driver het instellingenmenu om de activerings- instellingenmenu om het waarschuwings- tijd voor de eerste waarschuwing voor volume te wijzigen in 'High', 'Medium' of Reverse Parking Collision-Avoidance 'Low' voor het Reverse Parking Collision- Assist te wijzigen.
Pagina 465
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Active assist (Actieve hulp) Als het systeem een risico op een Werking aanrijding met een voetganger of een Als 'Active assist' of 'Warning only' is voorwerp detecteert, waarschuwt het ingesteld in het instellingenmenu, zal de bestuurder met een geluidssignaal, de Reverse Parking Collision-Avoidance een trilling van het stuurwiel en een Assist in de actieve status staan als aan...
Pagina 466
We adviseren u het zijn met vreemd materiaal, zoals sneeuw systeem te laten controleren door een of regen, kan dit de prestaties van de officiële HYUNDAI-dealer. sensor nadelig beïnvloeden en kan de Reverse Parking Collision-Avoidance Assist mogelijk niet normaal functioneren.
Pagina 467
Bestuurder hulpsysteem Beperkingen van het systeem Achteruitrijcamera Ultrasoonsensoren achter Reverse Parking Collision-Avoidance Assist zal onder de volgende omstan- digheden mogelijk niet helpen bij het remmen en de bestuurder niet waar- schuwen, zelfs niet als er voetgangers of voorwerpen zijn: Als er niet-fabrieksmatige apparatuur of accessoires zijn geïnstalleerd Als uw auto instabiel is door een ongeval of andere oorzaken...
Pagina 468
Als de voetganger zich aan de achter- Reverse Parking Collision-Avoidance kant van het voertuig bevindt Assist kan de bestuurder onder de vol- gende omstandigheden onnodig waar- Als de voetganger niet rechtop staat schuwen of bij het remmen assisteren, Als de voetganger erg klein of erg lang zelfs als er geen voetgangers of voorwer- is voor het systeem om te detecteren pen zijn:...
Pagina 469
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING OPMERKING Neem bij het gebruik van de Reverse Als er plotseling wordt geremd om Parking Collision-Avoidance Assist altijd een aanrijding te voorkomen, kunnen de volgende voorzorgsmaatregelen in er geluiden optreden. acht: Als er al een ander waarschuwings- Wees altijd uiterst...
Pagina 470
Het sys- teem werkt mogelijk niet goed als de achteruitrijcamera of de ultrasoon- sensor(en) aan de achterzijde gefor- ceerd uit de juiste richting wordt bewogen. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 7-139...
Pagina 471
Bestuurder hulpsysteem Detectiesensor Parallel achteruit parkeren ORG3070083 Haaks achteruit parkeren OBC3070080TU ORG3070082 Parallel voorwaarts uitrijden OBC3070081TU [1]: Ultrasoonsensoren aan de voorkant, [2]: Ultrasoonsensoren aan de voorzijde, [3]: Ultrasoonsensoren aan de voorzijde, 4 Ultrasoonsensoren achter Zie de bovenstaande afbeelding voor de gedetailleerde locatie van de detectie- sensoren.
Pagina 472
Als de detectiesensor is vervangen of gerepareerd, raden wij u aan uw voertuig te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. De correcte werking van het Parking Assist kan verstoord raken als de OBC3070115TU bumperhoogte of de inbouwpositie...
Pagina 473
Bestuurder hulpsysteem Werking systeem Parkeermodus Bedieningsknop Haaks achteruit parkeren Parkeer-/weergaveknop OTM048444L Parallel achteruit parkeren OBC3070044 Naam Beschrijving Houd de Parkeer-/ weergaveknop ingedrukt Parkeer-/ om Parking Assist in weerga- te schakelen. Ook zal veknop de Forward/Reverse Parking Distance warning automatisch worden ingeschakeld.
Pagina 474
Volgorde van bediening Als de motor wordt aangezet wanneer de versnelling in N (Neutraal) staat, De parkeermodus werkt in de volgende wordt de uitrijmodus geselecteerd. volgorde: De parkeermodus wordt automatisch 1. Klaarmaken voor parkeren geselecteerd nadat het voertuig heeft 2. Selectie van de parkeermodus en type gereden.
Pagina 475
Bestuurder hulpsysteem Haaks achteruit parkeren Haaks achteruit parkeren OBC3070095TU OBC3070128TU Parallel achteruit parkeren Parallel achteruit parkeren OBC3070129TU OBC3070096TU 3. Zoeken naar een parkeerplaats 4. Herkennen van parkeerplaats (1) Rijd langzaam vooruit en houd de (1) Wanneer er een parkeerplaats wordt afstand van ongeveer 100 cm tot de gevonden, verschijnt er een lege geparkeerde voertuigen aan.
Pagina 476
Informatie Haaks achteruit parkeren OBC3070097TU Parallel achteruit parkeren ORG3070089 [A]: Zoeken naar een parkeerplaats Als de afstand minder dan 50 cm of meer dan 150 cm is, kan de Parking Assist mogelijk niet naar een parkeerplaats zoeken. Als u geen bepaalde afstand tot het geparkeerde voertuig aanhoudt, werkt het zoeken naar een parkeerplaats mogelijk minder goed.
Pagina 477
Bestuurder hulpsysteem OBC3070099TU 6. Bediening van het stuurwiel OBC3070100TU/OBC3070101TU (1) Zet de versnelling in R (Achteruit). (2) De Parking Assist geeft instructies over het instrumentenpaneel en het stuurwiel wordt bediend. - Als het stuurwiel strak wordt vast- gehouden, wordt de Parking Assist geannuleerd.
Pagina 478
De parkeermodus wordt onder de vol- gende omstandigheden geannuleerd: Bij het zoeken naar een parkeerplaats - Het schakelen van de versnelling naar R (Achteruit) - De voertuigsnelheid boven 30 km/u (18 mph) is. - De parkeerplaats is smal - Het stuurwiel, de versnellingspook, de remmen en de bedieningselementen OBC3070103TU van de aandrijving werken niet...
Pagina 479
Bestuurder hulpsysteem Uitrijmodus (Exit mode) Parallel uitrijden OTM048445L OBC3070104TU/OBC3070105TU Gebruik de uitrijmodus als aan de volgen- Aanvullende instructies (berichten) de voorwaarden is voldaan. Wanneer de Parking Assist in werking is Er is genoeg ruimte om het voertuig te kan er een bericht verschijnen, ongeacht verplaatsen de volgorde van bediening.
Pagina 480
OBC3070044 OBC3070106TU 1. Klaar maken voor vertrek 2. Selecteren van uitrijmodus en type (1) Druk bij ingeschakelde motor het (1) Selecteer de uitrijmodus door kort op de rempedaal in en schakel de versnelling Parkeer-/weergaveknop ( ) te druk- in P (Parkeren) of N (Neutraal). ken.
Pagina 481
Bestuurder hulpsysteem OBC3070118TU OBC3070100TU/OBC3070102TU 3. Controle van de ruimte (1) Wanneer het voertuig parallel wordt geparkeerd, zullen de voertuigsensoren de afstand tot nabijgelegen objecten detecteren en controleren of er ruimte is om uit te rijden. Als het voorste of achterste voertuig (of object) te dichtbij is, kan het systeem geen ruimte meer zoeken en schakelt het uit.
Pagina 482
Controleer de omgeving altijd op voetgangers, dieren of voorwerpen voordat u uw voet van het rempedaal haalt. Als het voertuig niet beweegt, ook al wordt het rempedaal niet ingedrukt, controleer dan de omgeving voordat u het gaspedaal indrukt. Rijd niet harder dan 7 km/u. De Parking Assist wordt geannuleerd als de snelheid van het voertuig hoger is dan OBC3070127TU...
Pagina 483
Bestuurder hulpsysteem itschakelen van de uitrijmodus tij- dens het gebruik Druk op de Parkeer-/weergaveknop ) of op de Parking Safety-knop De uitrijmodus wordt in de volgende condities geannuleerd: Bij het controleren van de ruimte om uit te rijden OBC3070104TU/OBC3070120TU - Het schakelen van de versnelling naar R (Achteruit) Aanvullende instructies (berichten) - Het voertuig beweegt...
Pagina 484
HYUNDAI-dealer. een vrachtwagen, enz. De parkeerplaats is hellend Beperkingen van het systeem Er waait een sterke wind...
Pagina 485
Bestuurder hulpsysteem Parking Assist werkt onder de volgende Parkeren op een oneffen weg omstandigheden mogelijk niet normaal: Parkeren op hellingen OBC3070084TU De Parking Assist kan worden gean- nuleerd wanneer het voertuig slipt, of OBC3070082TU wanneer het voertuig niet kan bewe- Parkeer handmatig bij het parkeren op gen vanwege de toestand van de weg, hellingen.
Pagina 486
Parkeren bij een zuil Het verlaten van een parkeerplaats bij een muur of parkeren in een smalle ruimte OBC3070086TU De prestaties van de Parking Assist OBC3070088TU kunnen afnemen wanneer er een pilaar of een zuil in de buurt van de par- - Voor uw veiligheid zoekt Parking keerplaats omringd is door voorwerpen Assist niet naar parkeerplaatsen die...
Pagina 487
één kant overhelt. We adviseren u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Gebruik het systeem alleen op een parkeerplaats die groot genoeg is om het voertuig veilig te kunnen verplaatsen.
Pagina 488
VERKLARING VAN CONFORMITEIT INDIEN VAN TOEPASSING - Voor Oekraïne - Voor Servië OANATEL121 - Voor Paraguay OANATEL118 - Voor Ghana OANATEL122 OANATEL119 - Voor Republiek Zuid-Afrika OANATEL120 7-157...
Pagina 489
Bestuurder hulpsysteem - Voor Maleisië - Voor Europa en CE-gecertificeerde landen OANATEL057 - Voor Singapore OANATEL116 OANATEL058 7-158...
Pagina 490
8. Noodsituaties Waarschuwingsknipperlicht ................8-3 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ..........8-4 Als de motor afslaat tijdens het rijden ..............8-4 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing ..........8-4 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt............8-4 Als de motor niet gestart kan worden ............8-5 Als de motor niet of langzaam ronddraait ...............
Pagina 492
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT OBC3080002 De alarmknipperlichten dienen ervoor om de overige weggebruikers te waar- schuwen om extra voorzichtigheid in acht te nemen bij het naderen, inhalen of passeren van uw auto. Ze dienen te worden gebruikt in noodsituaties of als de auto aan de kant van de weg tot stilstand is gekomen.
Pagina 493
We adviseren u contact op te nemen een ongeval zou kunnen veroorzaken. met een officiële HYUNDAI-dealer als Rem voorzichtig zodra de snelheid zo de motor niet start. laag is dat u dat veilig kunt doen en zet de auto aan de kant van de weg.
Pagina 494
Als de motor nog steeds niet start, neem transmissie/Double clutch-transmissie. dan telefonisch contact op met een motor start alleen officiële HYUNDAI-dealer voor hulp. selectiehendel in stand N (neutraal) of stand P (parkeren) staat. Controleer of de accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten. Schakel de interieurverlichting aan. Als...
Pagina 495
Noodsituaties STARTEN MET EEN HULPACCU Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk Spoel uw ogen gedurende ten minste 15 zijn als dit niet op de juiste manier minuten en roep onmiddellijk medische gebeurt. Volg de procedures voor het hulp in wanneer u zuur in uw ogen starten met een hulpaccu in dit hoofdstuk krijgt.
Pagina 496
Als uw auto na enkele pogingen nog niet start, is er mogelijk wat anders aan de hand. Roep in dat geval deskundige hulp in. Laat uw auto controleren door een officiële HYUNDAI-dealer als de oorzaak van de lege accu niet duidelijk is.
Pagina 497
Noodsituaties Neem de startkabels los in exact de omgekeerde volgorde van aansluiten: 1. Neem de startkabel los van de zwarte, negatieve (-) pool van de massa van uw auto (4). 2. Neem het andere uiteinde van de startkabel los van de zwarte, negatieve (-) pool van de accu/massa van de andere auto (3).
Pagina 498
5. Zet de motor onmiddellijk uit als er koelvloeistof lekt en neem contact op 2. Zet de selectiehendel in stand P met een officiële HYUNDAI- dealer. (Parkeren, bij een auto met automati- sche transmissie/Double clutch-trans- missie) of de neutraal (bij een auto...
Pagina 499
7. Rijd voorzichtig verder en wees alert op verdere tekenen van oververhitting. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als de motor opnieuw oververhit raakt voor hulp. AANWIJZING Als er veel koelvloeistof verdwenen...
Pagina 500
CONTROLES STEEM LAGE ANDENSPANNING TPMS INDIEN VAN TOEPASSING Het TPMS op deze auto bewaakt en ver- gelijkt de rolradius en de rotatie eigen- schappen van elk wiel en elke band tij- dens het rijden. En het controleert of een band een duidelijk te lage bandenspan- ning heeft.
Pagina 501
Noodsituaties OPMERKING Als u TPMS reset zonder de banden op de juiste spanning te brengen, geeft het systeem u mogelijk niet de juiste informatie, ook al hebben de banden een veel te lage spanning. U moet controleren of de bandenspanning juist is voordat u het TPMS reset.
Pagina 502
Controlesysteem lage Het TPMS dient niet ter vervanging van onderhoud van de banden te worden bandenspanning gebruikt. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder dat de banden op de juiste spanning zijn, ook al is de banden- WAARSCHUWING spanning nog niet zo laag dat het waar- schuwingslampje lage bandenspanning Een te hoge of een te lage bandenspan- gaat branden.
Pagina 503
Noodsituaties AANWIJZING Waarschuwingslampje lage bandenspanning Als een van de onderstaande gebeurt, raden we u aan het systeem te laten controleren bij een officiële HYUNDAI- dealer. Waarschuwingslampje positie 1. Het waarschuwingslampje lage ban- lage bandenspanning en denspanning/controlelampje storing aanduiding bandenspanning TPMS gaat niet gedurende 3 secon-...
Pagina 504
(TPMS). - U rijdt op een besneeuwd of glad We raden u aan het systeem door een wegdek. officiële HYUNDAI-dealer na te laten kijken. - U accelereert of vertragen snel of verdraait het stuurwiel. - U rijdt te langzaam of te hard.
Pagina 505
OPMERKING denspanning (TPMS) vervalt mogelijk de Gebruik nooit een niet door HYUNDAI garantie voor dat deel van de auto. goedgekeurd banden- reparatiemiddel om de band met een te lage spanning te WAARSCHUWING repareren.
Pagina 506
LEKKE AND MET RESERVEWIEL INDIEN VAN TOEPASSING WAARSCHUWING Verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit gedeelte bij het wisselen van een band om het risico van ernstig letsel of de dood te vermijden OPMERKING Pak de krikslinger niet vast bij het vlakke OLF064031N gedeelte.
Pagina 507
Noodsituaties Banden verwisselen WAARSCHUWING De auto kan van de krik afglijden of rol- len, waardoor u of omstanders ernstig letsel zouden kunnen oplopen. Neem de volgende veiligheidsvoorzorgsmaat- regelen: Ga niet onder een auto liggen die wordt ondersteund door een krik. OBC3080005 Vervang een band NOOIT op de [A]: Blokken...
Pagina 508
Controleer nogmaals of alle wielmoeren vastgedraaid zijn. Laat na het verwisselen van een band zo snel mogelijk een officiële HYUNDAI- OBC3080008 dealer de wielmoeren met het juiste 8. Steek de krikslinger in de krik en draai aanhaalmoment vastzetten.
Pagina 509
We adviseren u voor hulp contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Bel de wegenwacht en probeer niet zelf de band te verwisselen als de krik, de...
Pagina 510
Bij het rijden met een op de auto OPMERKING gemonteerd compact reserveband: Om beschadiging aan de compacte Controleer de bandenspanning nadat reserveband en uw auto te voorkomen: het compacte reservewiel gemonteerd is. De compacte reserveband moet een Rijd langzaam genoeg gezien de weg- spanning hebben van 420 kPa (60 psi).
Pagina 511
Noodsituaties Kriklabel Type A Type B OHYK065011/OAC3N070038TU Het werkelijkelabel op de krik in de auto kan afwijken van de afbeelding. Meer informatie vindt u op het label op de krik. 1. Modelnaam 2. Maximaal toegestane belasting 3. Activeer de parkeerrem wanneer u de krik gebruikt. 4.
Pagina 512
EU conformiteitsverklaring voor krik Type A OBC3080031TU 8-23...
Pagina 516
Zodra u er zeker van bent dat de lekkage door een officiële HYUNDAI-dealer. is verholpen, kunt u voorzichtig met een AANWIJZING maximumsnelheid van 80 km/h verder rijden (maximaal 200 km) naar een gara- - Eén afdichtingsmiddel voor één band...
Pagina 517
De bandenreparatieset kan mogelijk niet effectief worden gebruikt wanneer het lek groter is dan ca. 6 mm. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 8-28...
Pagina 518
Onderdelen van de bandenreparatieset OIA0630007/Q 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Fles met afdichtingsmiddel en snelheidsbeperkingslabel 3. Vulslang naar band 4. Stekkers en kabel voor directe aansluiting op de aansluiting 5. Houder voor de fles met afdichtingsmiddel 6. Compressor 7. AAN/U IT-schakelaar 8. Drukmeter voor de bandenspanning 9.
Pagina 519
Noodsituaties Gebruik van de WAARSCHUWING bandenreparatieset Afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken OPMERKING Gebruik geen afdichtingsmiddel waar- van de houdbaarheidsdatum is verstre- Neem het label met de snelheidsbeper- ken (deze datum staat vermeld op de king (1) los van de fles afdichtingsmiddel verpakking).
Pagina 520
OBC3080025 ODN8079020 5. Plaats de fles afdichtingsmiddel recht- 7. Sluit de compressor met behulp op in de behuizing (5) van de compres- van de kabel en stekkers aan op de sor. accessoireaansluiting van de auto (4). 6. Zorg ervoor dat de compressor is 8.
Pagina 521
Wij raden aan het - Drukventiel drukventiel en de velg te laten controle- Wij raden u aan het afdichtingsmiddel ren door een officiële HYUNDAI-dealer. van de bandenreparatieset van een offi- ciële HYUNDAI-dealer te gebruiken. Het afdichtingsmiddel op het autobandven-...
Pagina 522
Gebruik een wiel lift of flatbed afsleepwagen. OBC3080014 [A]: Slepen Laat de auto bij voorkeur wegschiepen door een officiële HYUNDAI-dealer of een erkend bergingsbedrijf. De juiste procedures voor het slepen OBC3080016 zijn noodzakelijk om beschadigingen aan uw auto te voorkomen. Wij bevelen het gebruik van dollies aan.
Pagina 523
Noodsituaties Slepen in noodgevallen zonder dollies: Afneembare trekhaak 1. Zet het contact in stand ACC. 2. Zet de selectiehendel in stand N (neutraal). 3. Ontgrendel de parkeerrem. OPMERKING Als de selectiehendel niet in stand N (neutraal) wordt gezet, kan dit inwendige schade in de transmissie tot gevolg hebben.
Pagina 524
We raden u aan contact op te nemen andere manier beschadigd zijn. met een officiële HYUNDAI-dealer of een Bevestig de kabel of ketting goed aan deskundig bergingsbedrijf voor hulp. de sleepogen.
Pagina 525
Noodsituaties AANWIJZING Om beschadiging aan uw voertuig en voertuigonderdelen tijdens het slepen te voorkomen: Trek alleen in de lengterichting van de auto bij gebruik van de trekhaken. Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan de trekhaak. Gebruik de trekhaken niet om een andere auto weg te slepen die vastzit in de modder of iets dergelijks waar OBC3080021...
Pagina 526
NOODUITRUSTING INDIEN VAN TOEPASSING Uw auto is uitgerust met een nooduitrus- Bandenspanningsmeter ting waarmee u kunt inspelen op nood- Het is normaal dat banden wat lucht ver- situaties. liezen tijdens dagelijks gebruik en het is mogelijk dat u regelmatig wat lucht moet Brandblusser toevoegen.
Pagina 527
Noodsituaties PAN EUROPEES ECALL S STEEM INDIEN VAN TOEPASSING De auto is uitgerust met een apparaat* dat is verbonden met het Pan-Europees eCall- systeem voor het maken van een noodoproep naar de hulpdiensten. Het pan-Europese eCall-systeem is een automatische noodoproepservice voor verkeersongevallen of andere** ongevallen op de Europese wegen.
Pagina 528
De gegevens die in het Pan-Europees eCall-systeem zijn opgeslagen worden aan de meldkamer doorgegeven om de bestuurder en passagiers de juiste hulpverlening te bieden en deze gegevens zullen worden gewist nadat de reddingsoperatie is voltooid. Beschrijving van het eCall-systeem in de auto Antenne Toets SOS Noodgeval...
Pagina 529
Noodsituaties Het wordt ook automatisch geactiveerd Soorten gegevens en zijn wanneer de auto is uitgerust met een ontvangers TPS-systeem dat bij een ernstig ongeval Het 112 gebaseerde eCall-systeem in niet werkt. het voertuig mag alleen de volgende Het 112 gebaseerde eCall-systeem in de gegevens verzamelen en verwerken: auto kan indien nodig ook handmatig - Voertuigidentificatienummer...
Pagina 530
(1) Richtlijn 95/46/EG van het Europese Regelgeving voor Parlement en de Raad van 24 oktober gegevensverwerking 1995 betreffende de bescherming Het 112 gebaseerde eCall-systeem is zo van personen met betrekking tot de ontworpen dat de in het systeemgeheu- verwerking van persoonsgegevens en gen opgeslagen gegevens niet buiten het vrije verkeer van die gegevens (OJ het systeem beschikbaar zijn voordat een...
Pagina 531
Noodsituaties Modaliteiten voor de uitoefening Pan-Europees eCall-systeem van de rechten van de betrokkene De betrokkene (de eigenaar van de auto) heeft recht op toegang tot de gegevens en op het verzoek om rectificatie, verwij- dering of afscherming van de gegevens die hem of haar betreffen en waarvan de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van Richtlijn 95/46/...
Pagina 532
Automatische ongevalsmelding Werking van het systeem Verbinding met de Hulpdiensten bij een verkeersongeval meldkamer (PSAP) OBC3080024 Het Pan-Europees eCall genereert bij een verkeersongeval automatisch een noodoproep naar de alarmcentrale voor de juiste hulpverlening. Voor de juiste hulpdiensten en ondersteuning stuurt het Pan-Europees eCall-systeem de ongevalgegevens automatisch door naar de alarmcentrale wanneer er een verkeersongeval wordt gedetecteerd.
Pagina 533
Noodsituaties Handmatige ongevalsmelding OBC3080026 De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep naar de meldkamer doen door op de SOS-toets te drukken om de nodige hulpdiensten te bellen. Een oproep naar de hulpdiensten via het Pan-Europees eCall-systeem kan alleen worden geannuleerd door nogmaals op de SOS-toets te drukken voordat de oproepverbinding tot stand komt.
Pagina 534
Pan-Europees eCall-systeem. We adviseren u het Pan- Europees eCall-systeem te laten con- troleren door een officiële HYUNDAI- dealer. Anders kan de correcte werking van het Pan-Europees eCall-systeem dat in uw voertuig is geïnstalleerd niet worden gegarandeerd.
Pagina 536
9. Onderhoud Motorruimte ....................9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-6 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ..............9-6 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud uitgevoerd door eigenaar ......................9-6 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk zaamheden ....9-7 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ..9-7 Uitleg bij onderhoudsschema ................9-9 Motorolie ......................9-12 Motoroliepeil controleren ..................
Pagina 537
Banden en velgen ..................9-31 Verzorging van de banden ..................9-31 Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ............ 9-32 Controleer bandenspanning .................. 9-32 Banden verwisselen ....................9-33 Banden uitlijnen en balanceren ................9-34 Banden vervangen ....................9-34 Velgen vervangen ....................9-36 Grip ........................... 9-36 Onderhoud van banden ..................
Pagina 538
MOTORRUIMTE Smartstream G 1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090001 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 539
Onderhoud Smartstream G1.2 De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090003 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 540
Benzine 1.4 De werkelijke uitvoering kan verschillen met de afbeelding. OBC3090004 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 4. Luchtfilter 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 541
HYUNDAI-dealer. Een officiële HYUNDAI- ongeval of persoonlijk letsel. In dit hoofd- dealer voldoet aan de hoge kwaliteitsei- stuk worden alleen aanwijzingen gege- sen van HYUNDAI en krijgt technische ven voor werkzaamheden die eenvoudig ondersteuning van HYUNDAI om ervoor uit te voeren zijn.
Pagina 542
DOOR DE EIGENAAR UITTE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De eigenaar of officiële HYUNDAI-dealer WAARSCHUWING moet onderstaande controles volgens het aangegeven interval uitvoeren om Het uitvoeren van onderhoudswerk- een veilige en betrouwbare werking van zaamheden aan een auto kan gevaarlijk de auto te garanderen.
Pagina 543
Onderhoud Tijdens het rijden: Twee keer per jaar: (in het voorjaar en in het najaar): Let op veranderingen in het uitlaatge- luid en let erop dat u in het interieur Controleer de radiateurslangen en de geen uitlaatgassen ruikt. slangen van de verwarming en de air- conditioning op lekkage en beschadi- Controleer op trillingen in het stuurwiel.
Pagina 544
We adviseren u de brandstofleidingen, brandstofslangen en randstoffilter ehalve uropa) aansluitingen te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer. Door een verstopt filter kan de snelheid waarmee gereden kan worden, afnemen, het emissiesysteem beschadigd raken of Ontluchtingsslang en tankdop slecht aanslaan veroorzaakt worden.
Pagina 545
Wij raden u aan de automatische oudering of beschadigingen gevonden transmissievloeistof door een officiële worden. HYUNDAI-dealer en volgens het onder- houdsschema te laten vervangen. Luchtfilter We adviseren u het luchtfilter te laten Informatie vervangen door een officiële HYUNDAI-...
Pagina 546
Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloei- stoflekkage. Zie de website van Hyundai voor meer informatie over het controleren van de remblokken en remvoeringen. http://service.hyundai-motor.com) 9-11...
Pagina 547
Onderhoud MOTOROLIE Motoroliepeil controleren 1. Volg alle voorzorgsmaatregelen van de oliefabrikant op. Smartstream G 1.0 T-GDi/ 2. Zorg ervoor dat het voertuig zich op Smartstream G1.0 T-GDi (48V) MHEV de vlakke ondergrond in P (Parkeren) bevindt met de parkeerrem ingesteld en de velgen geblokkeerd.
Pagina 548
OBC3090013 Benzine 1.4 We adviseren u de motorolie en het oliefilter te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer. WAARSCHUWING OBC3090013R Gebruikte motorolie kan irritatie of 7. Als het peil zich bij of op de L bevindt, huidkanker veroorzaken indien de huid moet u olie bijvullen tot de F.
Pagina 549
Vul als het niveau laag is voldoende gedestilleerd of gedemineraliseerd water bij. Vul bij tot de F (Full), maar vul niet te veel bij. Als frequent bijvullen van koelvloei- stof noodzakelijk is, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 9-14...
Pagina 550
as als u zeker weet dat er geen over- Type A druk meer is, drukt u de dop met de doek in en draait u hem verder links- om om hem te verwijderen. Zelfs als de motor niet draait, mag u de dop van de radiateur/koelvloei- stofreservoir of de aftapplug niet ver- wijderen terwijl de motor en de radi-...
Pagina 551
Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof WAARSCHUWING Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd (gedemineraliseerd) water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater. Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken. De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen.
Pagina 552
Vervangen van de koelvloeistof Wij raden aan om de koelvloeistof door een geautoriseerde HYUNDAI-dealer volgens het onderhoudsschema aan het begin van dit hoofdstuk te laten vervan- gen. AANWIJZING Leg een flinke doek rond de radiateurdop om te voorkomen dat als er gemorst...
Pagina 553
MAX wanneer het niveau te laag is. Het niveau zal na verloop van tijd dalen. Dit is een normaal gevolg van slijtage van de remvoeringen. Als het vloeistofniveau extreem laag is, we raden u aan het systeem door een officiële HYUNDAI-dealer na te laten kijken. 9-18...
Pagina 554
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat rem- en koppelings- vloeistof niet in contact komt met uw ogen. Spoel uw ogen gedurende ten minste 15 minuten met schoon water en roep onmiddellijk medische hulp in wanneer u rem- en koppelingsvloeistof in uw ogen krijgt. AANWIJZING Zorg ervoor dat rem- en koppelings- vloeistof niet in contact komt met het...
Pagina 555
IMT-systeem bescha- den bijgevuld, dient u het systeem door digen. een professionele werkplaats te laten inspecteren. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 9-20...
Pagina 556
Gebruik in koude klimaten echter speciale te laten inspecteren door een officiële ruitensproeiervloeistof om bevriezing te HYUNDAI-dealer. voorkomen. Slag: 5~7 klikjes bij een kracht van 20 kg WAARSCHUWING Ibs, 1 Tref bij het gebruik van ruitensproeier-...
Pagina 557
Onderhoud LUCHTFILTER Filter vervangen OBC3090019 OBC3090018 Het luchtfilter kan voor controle worden gereinigd met perslucht. Was het niet uit en spoel het niet af, want water veroorzaakt schade aan het filter. Vervang het luchtfilter als het vervuild is. OBC3090020 1. Maak de bevestigingsclips van het luchtfilterdeksel los en open het deksel.
Pagina 558
Gebruik originele HYUNDAI- onderdelen of het equivalent daar- van voor uw voertuig. Het gebruik van niet-originele onderdelen kan de luchtstroomsensor beschadigen. 9-23...
Pagina 559
Onderhoud INTERIEURFILTER Filter controleren Het interieurfilter moeten worden ver- vangen door volgens het onderhouds- schema. Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Als u het inte- rieurfilter zelf wilt vervangen, volg dan onderstaande procedure en let erop geen andere onderdelen te beschadigen.
Pagina 560
RUITENWISSERBLADEN Bladen controleren Bladen vervangen Verontreiniging van de voorruit of de rui- Wanneer de ruitenwissers de voorruit tenwisserbladen door bepaalde substan- niet meer voldoende reinigen, kunnen ties kan het effect van de ruitenwissers de bladen versleten of gebarsten zijn en verminderen.
Pagina 561
4. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 9-26...
Pagina 562
ACCU Bij het optillen van een accu met een WAARSCHUWING kunststof behuizing kan door de druk accuzuur naar buiten komen. Houd bij Volg altijd onderstaande voorzorgs- het optillen uw handen aan de zijkant maatregelen bij het werken in de buurt van de accu.
Pagina 563
Bovendien, voeg nooit te veel vloeistof bij. Dat kan corrosie van de accu of van andere onderdelen veroorzaken. Zet tot slot de doppen van de cellen stevig vast. We adviseren u echter voor optimaal accuonderhoud contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 9-28...
Pagina 564
Houd de accu tijdens het laden in de gaten; beëindig het laden of wijzig de 1. AGM50L-DIN: De door HYUNDAI laadstroom wanneer het elektrolyt in gebruikte naam van de accu de accucellen begint te borrelen of de 2.
Pagina 565
We adviseren u voor het vervan- gen van de AGM-accu vervangende onderdelen te gebruiken die gele- Informatie verd zijn door een officiële HYUNDAI- dealer. Een onjuist afgevoerde accu Open of verwijder de afdekkap kan schadelijk zijn voor het bovenop de accu niet.
Pagina 566
BANDEN EN VELGEN Verzorging van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale Klapband kan leiden u de controle over levensduur van de banden en een zo de auto verliezen waardoor een ongeluk laag mogelijk brandstofverbruik, dient met ernstig letsel of schade het gevolg u de banden steeds op de aanbevolen kan zijn.
Pagina 567
Wanneer banden warm zijn, zal de band te laten controleren door een bandenspanning normaal gesproken 0,3 officiële HYUNDAI-dealer. tot 0,4 bar hoger zijn dan wanneer ze en te hoge bandenspanning heeft koud zijn. Laat om de banden op de...
Pagina 568
Banden met een specifieke draairichting Wielen verwisselen (indien van toepassing) Om de banden zo gelijkmatig mogelijk te laten slijten Hyundai wordt aanbevolen de wielen iedere 15.000 km (10.000 mijlen) of eerder, indien het slijtagepatroon daartoe aanleiding geeft, te verwisselen. Controleer bij het verwisselen van de banden tevens de balans.
Pagina 569
Onderhoud Banden vervangen Informatie De binnenzijde en de buitenzijde van een Slijtage-indicatoren asymmetrische band zijn verschillend. Bij het monteren van een asymmetrische band moet erop worden gelet dat de zijde met de tekst "outside" zich aan de buitenzijde bevindt. Als het merkteken "inside" zich aan de buitenzijde bevindt, heeft dat een negatieve invloed op het rijgedrag van de auto.
Pagina 570
Banden verouderen na verloop van noodgevallen. Rijd niet harder dan 80 tijd, zelfs wanneer ze niet worden km/h bij gebruik van het compacte gebruikt. HYUNDAI wordt aanbevolen reservewiel. om banden bij normaal gebruik over het algemeen na zes ) jaar te vervangen, ongeacht de resterende profieldiepte.
Pagina 571
Vraag uw Voorbeeld aanduiding bandenmaat: Erkend HYUNDAI Reparateur advies als (Deze maat dient slechts ter illustratie; de u ziet dat een band onregelmatig is ver- bandenmaat van uw auto is afhankelijk sleten.
Pagina 572
3. Controleren van de leeftijd Aanduiding velgmaat van de banden (TIN: Band Ook velgen zijn voorzien van informatie Identificatienummer) die van belang kan zijn bij eventuele vervanging. De letters en cijfers in de Alle banden die ouder zijn dan zes jaar, aanduiding van de velgmaat hebben de gebaseerd of de fabricagedatum, (inclu- volgende betekenis.
Pagina 573
Onderhoud 5. Maximale bandenspanning De levensduur van de banden zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van de Dit getal geeft aan hoe hoog de banden- gebruiksomstandigheden. De levensduur spanning maximaal mag zijn. Overschrijd kan echter van de norm afwijken door de deze maximale bandenspanning niet.
Pagina 574
De temperatuurclassificatie van deze de band en het wiel te laten inspec- band geldt voor een band die de juiste teren door een officiële HYUNDAI- spanning heeft en niet overbelast is. dealer. xtreem hoge rijsnelheden, een te lage...
Pagina 575
Cartridge type Als de vervangende zekering ook door- brandt, duidt dit op een elektrische sto- ring. Vermijd het gebruik van het betrok- ken systeem en wij adviseren om een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen. Normaal Doorgebrand Multizekering Informatie Er worden drie soorten zekeringen...
Pagina 576
7. Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en controleer of de zekering goed vastzit. Bij los- zitten, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI- dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u de zekering van een ander circuit gebruiken, bijvoorbeeld van de aansteker, mits de zekering dezelfde stroomsterkte heeft.
Pagina 577
Bij los- zitten, adviseren we u contact op te Als de multizekering is doorgebrand, nemen met een officiële HYUNDAI- adviseren we u contact op te nemen met dealer. een officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING...
Pagina 578
Zekering-/relaiskast Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de Zekeringkast zijpaneel zekeringen en relais en classificaties. bestuurderszijde Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
Pagina 581
Onderhoud Zekeringkast motorruimte Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en classificaties. Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert.
Pagina 582
Benzine 1.4 Smartstream G1.2 OBC3090033 OBC3090032 9-47...
Pagina 583
Onderhoud Smartstream G1.0 T-GDi/Smartstream G1.0 T-GDi (48 HEV) Naam zekering Symbool Naam van het relais Type A RLY.1 Hoofdrelais MINI RLY.2 Koelventilatorrelais MINI RLY.3 Ruitenwisserrelais (Hoog) MICRO RLY.4 Ruitenwisserrelais (Laag) MICRO RLY.5 Brandstofpomprelais MICRO RLY.6 Startrelais MICRO RLY.7 Ruitenwisserrelais RR MICRO RLY.10 A/CON-relais...
Pagina 592
GLOEILAM EN Wij adviseren u om een officiële Informatie HYUNDAI-dealer te raadplegen om de autolampen te vervangen. Kan het zelf De koplamp en de achterlichten kunnen vervangen van lampen problemen ople- bevroren lijken als de auto na het rijden veren vanwege het feit dat om bij de...
Pagina 593
Onderhoud Vervangen van koplampen, Behandel halogeenlampen altijd voor- zichtig om krassen te voorkomen. parkeerlichten, Voorkom contact met vloeistoffen richtingaanwijzerlampen wanneer de lampen branden. Type A Raak het glas nooit met de vingers aan. Door achtergebleven vet kan de lamp te heet worden en knappen wanneer deze brandt.
Pagina 594
Koplampen (grootlicht/dimlicht) 1. Draai het voorwiel naar binnen. OBC3090038 4. Neem de stekker los van de koplamp. 5. Maak de klem van de koplamp los OAC3089042TU door het uiteinde in te drukken en dit omhoog te duwen. 6. Verwijder de lamp uit de koplampunit. 7.
Pagina 595
Dagrijverlichting & Parkeerlichten (indien van toepassing) Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- dealer te laten controleren. De ledlampen kunnen niet als een enkele unit worden vervangen, omdat het een geïntegreerde unit is. De ledlamp moet met het apparaat worden vervangen.
Pagina 596
Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan huis. Duw de fitting in het huis en draai het systeem door een officiële HYUNDAI- de fitting een kwartslag rechtsom. dealer te laten controleren. De ledlampen 6.
Pagina 597
Onderhoud Koplampen en mistlampen voor 5. Verdraai de schroevendraaier rechts- om of linksom om de dimlichtbun- afstellen voor uropa, indien del omhoog of omlaag te verstellen. van toepassing) Verdraai de schroevendraaier rechts- om of linksom om de dimlichtbundel Afstellen koplampen omhoog of omlaag te verstellen.
Pagina 598
Richtpunt <Afstand tussen lampen> <Hoogte vanaf de grond> Scherm H1 : Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H3 : Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde W1 : Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W3 : Afstand tussen mistlamp voorzijde OBC3090043 1. Koplamp (LOW - H1, W1 / GROOTLICHT - H2, W2) Conditie auto “H1”...
Pagina 599
Onderhoud Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Links/O TISCH WAG NAS O/L) C NTRUM LAM verticale lijn Rechts/O TISCH C NTRUM LAM verticale lijn H/O TISCH C NTRUM LAM horizontale lijn B GR NZINGSLIJN CRIT RIA) DIMLICHT) DIMLICHT)
Pagina 600
Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Links/O TISCH WAG NAS O/L) C NTRUM LAM verticale lijn Rechts/O TISCH C NTRUM LAM verticale lijn H/O TISCH C NTRUM LAM horizontale lijn B GR NZINGSLIJN CRIT RIA) DIMLICHT) DIMLICHT) GROND...
Pagina 601
Onderhoud Mistlamp vóór Gebaseerd op een scherm van 10 meter V RTICAL LIJN DOOR WAG NAS O/L) V RTICAL LIJN DOOR HART HART GLO ILAM GLO ILAM R CHT R BOV NST LINK R MISTLAM MISTLAM LIMI T HORIZONTAL LIJN 200 mm DOOR HART GLO ILAM MISTLAM...
Pagina 602
We adviseren u, als de ledlamp niet 2. Koppel de elektrische aansluiting van werkt, de auto te laten controleren door de gloeilamp los. een officiële HYUNDAI-dealer. 3. Verwijder de lamphouder en de lens delen door de lamphouder linksom te draaien, totdat de nokken op de houder in lijn staan met de openingen in de lens delen.
Pagina 603
Onderhoud Lamp achterlichtunit vervangen Type A OIB074037 OBC3090045 (1) Richtingaanwijzerlampen (2) Achterlicht/Stoplicht (3) Achterlicht (4) Mistachterlicht /Reflectielicht achter (5) Achteruitrijlicht /Reflectielicht achter OIB074038A 1. Open de achterklep 2. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een kruiskop- schroevendraaier. 3. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie.
Pagina 604
OBC3090047 OBC3090049 [1] : Richtingaanwijzerlampen, [1] : Mistachterlicht, [2] : Achteruitrijlicht [2] : Achterlicht/Stoplicht, Mistachterlicht, Achteruitrijlicht [3] : Achterlicht 1. Verwijder de achterste band en de Richtingaanwijzerlampen, wieldop. Achterlicht/Stoplicht 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit 4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met...
Pagina 605
Onderhoud Type B OIB074037 OBC3090046 (1) Achterlicht (2) Stoplicht (3) Richtingaanwijzerlampen (4) Achterlicht (5) Mistachterlicht /Reflectielicht achter (6) Achteruitrijlicht OIB074038A 1. Open de achterklep 2. Draai de bevestigingsschroeven van de lichtunit los met een kruiskop- schroevendraaier. 3. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie.
Pagina 606
Achterlicht en Stoplicht deksel. Als de ledlamp niet werkt, raden wij aan het systeem door een officiële HYUNDAI- 3. Maak de connector los en verwijder dealer te laten controleren. De ledlampen vervolgens de moeren door deze kunnen niet als een enkele unit worden tegen de klok in te draaien.
Pagina 607
Onderhoud Derde remlicht vervangen Kentekenplaatverlichting vervangen OBC3090051 1. Open de achterklep. OAI3089029 1. Wrik deksel van de lens met een platte 2. Verwijder stekkerdoos door schroevendraaier voorzichtig los uit deze tegen de wijzers van de klok het huis van de verlichting. in te draaien totdat de lipjes op de stekkerdoos op één lijn liggen met de 2.
Pagina 608
Lamp interieurverlichting 1. Wrik de lens met een platte schroe- vendraaier voorzichtig los uit het huis vervangen van de interieurverlichting. Interieurverlichting 2. Trek de lamp naar buiten. 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de interieurverlichting en klik de lens vast.
Pagina 609
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR AANWIJZING Onderhoud exterieur Gebruik geen agressieve reinigings- Onderhoud exterieur - Algemeen middelen, oplosmiddelen of te heet Het is van groot belang bij gebruik van water en was de auto niet in de volle chemische reinigingsmiddelen of polish zon of wanneer de carrosserie warm de aanwijzingen op het etiket van het desbetreffende product op te volgen.
Pagina 610
In de was zetten Zet de auto in de was wanneer het water niet langer druppels op de lak vormt. Was en droog de auto altijd eerst voordat u hem in de was zet. Gebruik een goede kwaliteit vaste of vloeibare was en volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Pagina 611
HYUNDAI-dealer. Wees uiterst teem, ook al zijn deze onderdelen tegen voorzichtig, omdat het moeilijk is de corrosie beschermd.
Pagina 612
Bescherming tegen roest WAARSCHUWING Bescherming van uw auto tegen roest Test na het wassen de remmen van uw Met behulp van de meest geavanceerde auto bij lage snelheid om te controle- technologie in ontwerp en constructie om ren of de remwerking door binnenge- roestvorming tegen te gaan, produceren drongen water beïnvloed is.
Pagina 613
Onderhoud Houd uw auto schoon Vocht werkt roest in de hand De beste manier om roest tegen te gaan Vocht creëert omstandigheden waaron- is uw auto schoon te houden en vrij der roestvorming gemakkelijk optreedt. van agressieve stoffen. Aandacht voor de Roestvorming wordt bijvoorbeeld bevor- onderkant van de auto is zeer belangrijk.
Pagina 614
Houd uw garage vochtvrij Verzorging interieur Parkeer uw auto niet in een vochtige, Algemene voorzorgsmaatregelen slecht geventileerde garage. Dit is de interieur perfecte omgeving voor roestvorming. Algemeen Voorkom dat chemicaliën als Dit geldt met name als u uw auto in de parfum, cosmetische oliën, zonnebrand- garage wast of in de garage parkeert als crème en luchtverfrisser in aanraking...
Pagina 615
Onderhoud Interieurbekleding reinigen Leder (indien van toepassing) Kenmerken van leder Kunststof (indien van toepassing) - Leder wordt vervaardigd van de Verwijder stof en los vuil van de kunststof opperhuid van een dier, die via bekleding met een plumeau of een stof- een speciaal proces geschikt voor zuiger.
Pagina 616
Verzorgen van lederen stoelbekleding Veiligheidsgordels reinigen - Reinig de stoel regelmatig met een Reinig de gordels met een zachte zee- stofzuiger om stof en zand van poplossing die speciaal geschikt is voor de stoel te verwijderen. Hiermee het reinigen van bekleding en tapijt. Volg voorkomt u slijtage of beschadiging de aanwijzingen op het etiket van het van het leder en blijft de kwaliteit...
Pagina 617
Om de goede werking van de emissie- regelsystemen te garanderen, is het Reservoir aan te raden uw auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren en De brandstofdampen die vrijkomen in de onderhouden volgens het onderhouds- brandstoftank worden geabsorbeerd en opgeslagen in een reservoir.
Pagina 618
Voer zelf geen aanpassingen of wijzig- en er teveel startpogingen ondernomen ingen uit aan de motor of het emis- worden, kan het emissieregelsysteem sieregelsysteem. We adviseren u om beschadigd raken. alle inspecties en afstellingen door een officiële HYUNDAI-dealer uit te laten voeren. 9-83...
Pagina 619
Wanneer bovenstaande voorzorgsmaat filtersysteem te laten nakijken door een regelen niet in acht worden genomen, officiële HYUNDAI-dealer. kan schade aan de katalysator en aan uw Als het benzineroetfilterlampje gedurende auto ontstaan. Bovendien kan hierdoor een langere periode knippert, kan er de garantie vervallen.
Pagina 621
Index Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ............. 2-14 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ..............2-16 Accu ........................9-27 Accucapaciteitsticker ..................9-29 Accu opladen ....................9-29 Optimale werking van de accu ................. 9-28 Te resetten onderdelen ..................9-30 Actuatorvloeistofniveau van het Intelligente Handgeschakelde Transmissie (IMT)-systeem ..................... 9-20 Controle van het actuatorvloeistofniveau van het IMT-systeem ......
Pagina 622
Banden en wielen ..................2-11, 9-31 Controleer bandenspanning ................9-32 Banden met een lage hoogte-/breedteverhouding ..........9-39 Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ..........9-32 Verzorging van de banden ................9-31 Onderhoud van banden ..................9-36 Banden vervangen .................... 9-34 Wielen verwisselen ................... 9-33 Informatie op de wang van de band ..............
Pagina 623
Index Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk zaamheden ........ 8-6 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ..9-7 Double clutch-transmissie ................... 6-25 Bediening double clutch-transmissie ............... 6-25 Goed rijgedrag ....................6-33 Parkeren ......................6-32 Emissieregelsysteem .................... 9-82 Carterventilatiesysteem ..................
Pagina 628
Rijden onder speciale rijomstandigheden ............6-57 Vloeiend nemen van bochten ................6-58 Doorwaden van water ..................6-59 Rijden in de regen .................... 6-58 Rijden onder moeilijke omstandigheden ............6-57 Rijden op de snelweg ..................6-59 Op eigen kracht lostrekken van de auto ............6-57 Rijden in het donker ..................
Pagina 629
Index Schuifdak ......................5-31 Resetten van het schuifdak ................5-34 Waarschuwing geopend schuif-/kanteldak ............5-34 Schuifdak openen en sluiten ................5-32 Zonnescherm ....................5-33 Kantelen van het schuif-/kanteldak ..............5-33 Slepen ........................7-32 Slepen in een noodgeval .................. 8-35 Afneembare trekhaak ..................8-34 Slepen .......................
Pagina 630
Veiligheidsgordels ....................3-18 Extra voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel ..........3-27 Verzorging van veiligheidsgordels ..............3-29 Gordelspanner veiligheidsgordel ..............3-24 Veiligheidsgordels .................... 3-22 Voorzorgsmaatregelen veiligheidsgordel ............3-19 Waarschuwingslampje veiligheidsgordel ............3-20 Verklaring van conformiteit ..............2-20, 7-157 Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend ..........5-56 Verwarming en airconditioning ................ 5-57 Onderhoudssysteem ..................