Noodsituaties
Slepen in een noodgeval
Voor
Voor
Achter
Achter
Als er nauwelijks beweging in de auto
zit, ga dan niet onnodig door met sle-
pen. We raden u aan contact op te
nemen
met
een
DAI-dealer of een deskundig bergings-
bedrijf voor hulp.
Als dit niet mogelijk is, mag de auto tij-
delijk worden gesleept met een sleep-
kabel of -ketting die aan het trekhaak
aan de voor- of achterzijde van de auto
is bevestigd.
Wees uiterst voorzichtig bij het slepen
van de auto met een kabel of een ket-
ting. Laat een ervaren bestuurder in de
gesleepte auto achter om te sturen en
de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheden. Bovendien
moeten de wielen, aandrijfassen, trans-
missie, stuurinrichting en remmen in
orde zijn.
8-34
OAC3073017TU
OAC3073017TU
OAC3073018TU
OAC3073018TU
officiële
HYUN-
OPMERKING
Wanneer de auto wordtgesleept,
moet de bestuurder inde auto blijven
om te sturen en remmen. Er mogen
zich geen passagiers in de auto
bevinden dan de bestuurder.
Volg altijd onderstaande voorzorgs-
maatregelen bij slepen in een noodge-
val:
• Zet het contact in stand ACC, zodat
het stuurwiel niet vergrendeld wordt.
• Zet de versnellingshendel in stand N
(neutraal).
• Ontgrendel de parkeerrem.
• Vanwege de verminderde remwer-
king, moet het rempedaal krachtiger
worden bediend.
Het sturen gaat zwaarder omdat de
stuurbekrachtiging niet werkt.
• Gebruik een voertuig dat zwaarder is
dan dat van uzelf om uw voertuig te
slepen.
• De bestuurders van beide auto's die-
nen goed met elkaar te communice-
ren.
• Controleer voor het slepen of de
sleepogen niet gebroken of op een
andere manier beschadigd zijn.
• Bevestig de sleepkabel of ketting
goed aan de sleepogen.
• Voorkom schokbewegingen tijdens
het slepen. Sleep met een gelijkmati-
ge kracht.