Bestuurder hulpsysteem
Verhogen van de ingestelde
snelheid
• Duw de schakelaar naar boven + en
laat hem los direct. De ingestelde
snelheid zal iedere keer als u de
schakelaar op deze manier omhoog
beweegt met 1 km/h toenemen.
• Druk de + schakelaar omhoog en
houd deze vast terwijl u de ingestelde
snelheid op het instrumentenpaneel
bewaakt. De ingestelde snelheid zal
eerst toenemen tot het dichtstbijzijn-
de veelvoud van tien km/u en daarna
telkens met 10 km/u afnemen als de
schakelaar op deze manier wordt
bediend.
Laat de versnellingsschakelaar los
wanneer de gewenste snelheid
wordt weergegeven en de auto zal
versnellen tot die snelheid.
7-38
Verlagen van de ingestelde
snelheid
OAC3073047TU
OAC3073047TU
• Duw de schakelaar naar beneden
(SET-) en laat hem onmiddellijk los.
De ingestelde snelheid zal 1 km/h
afnemen telkens wanneer de schake-
laar op deze manier bediend wordt.
• Duw de schakelaar naar beneden
(SET-) en houd deze vast terwijl u de
ingestelde snelheid op het instrumen-
tenpaneel bewaakt. De ingestelde
snelheid zal eerst afnemen tot het
dichtstbijzijnde veelvoud van tien
km/u en daarna telkens met 10 km/u
afnemen als de schakelaar op deze
manier wordt bediend. Laat de scha-
kelaar los op het moment dat de
gewenste snelheid is bereikt.
Tijdelijk versnellen
Als u tijdelijk wilt versnellen als de Crui-
se Control is ingeschakeld, drukt u het
gaspedaal in.
Neem uw voet van het gaspedaal om
naar de ingestelde snelheid terug te
keren.
Als u bij een verhoogde snelheid de
plus-schakelaar omhoog of min-scha-
kelaar omlaag drukt, wordt de ingestel-
de snelheid ingesteld op de huidige
verhoogde snelheid.
OAC3073048TU
OAC3073048TU