Pagina 2
Onderhoud Technische gegevens Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van publicatie. Door HYUNDAI's streven naar een doorlopende ver- betering van haar producten behouden wij ons tussentijdse wijzi- gingen voor. Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting.
Pagina 3
Er mogen geen aanpassingen aan uw HYUNDAI worden gedaan. Aanpassingen kunnen de prestaties, veiligheid of levensduur van uw HYUNDAI in negatieve zin beïnvloeden en kunnen daarnaast in strijd zijn met de bepalingen van de beperkte garantie. Bepaalde aanpassingen kun- nen tevens in strijd zijn met de regelgeving van het betreffende ministerie en andere overheidsinstanties in uw land.
Pagina 4
In dit instructieboekje vindt u informatie onder de koppen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING. Deze koppen geven het volgende aan: GEVAAR GEVAAR verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet verme- den, ernstig letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING WAARSCHUWING verwijst naar een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
Pagina 6
Inhoudsopgave Voorwoord Uw auto in één oogopslag Veiligheidssysteem van uw auto Instrumentenpaneel Handige functies Rijden met uw auto Bestuurder hulpsysteem Noodsituaties Onderhoud Index...
Pagina 8
1. Voorwoord Voorwoord ......................1-2 Hyundai Motor Company ..................1-2 Gebruik van dit instructieboekje ................1-3 Veiligheidsmeldingen ..................1-3 Vereiste brandstof....................1-5 Benzinemotor ....................1-5 Aanpassingen aan de auto ................. 1-8 Inrijprocedure ..................... 1-8 Retourneren van gebruikte auto's (Europa) ............1-8...
Pagina 9
Voorwoord VOORWOORD Gefeliciteerd en hartelijk dank voor het kiezen van een HYUNDAI. We zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige constructie van elke HYUNDAI die we maken. We zijn erg trots op de geavanceerde techniek en hoogwaardige con- structie van elke HYUNDAI die we maken.
Pagina 10
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructie- boekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
Pagina 11
Voorwoord In dit gehele instructieboekje zullen GEVAAR, WAARSCHUWING, OPMERKING, AANWIJZING en het veiligheidswaarschuwingssymbool worden gebruikt Dit is het veiligheidswaarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor mogelijk lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwij- zingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of de dood te voorkomen. Het waarschuwingssymbool gaat vooraf aan de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en OPMERKING.
Pagina 12
Ook kan er ernstige slijtage en barsten van zuigerveren, kleppen enz. optre- den en kan er een kloppend geluid uit uw motor komen. Voeg nooit andere dan de voorgeschreven brandstofadditieven toe aan de brandstoftank (We raden u aan een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen voor meer informatie.) WAARSCHUWING •...
Pagina 13
Loodhoudend (indien van toepassing) In sommige landen moet er loodhoudende benzine worden gebruikt. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als u loodhoudende ben- zine gaat gebruiken. Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
Pagina 14
Brandstofadditieven HYUNDAI raadt u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa). Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige benzine...
Pagina 15
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger. Hyundai promoot de milieuvriendelijke verwerking van afgedankte voertuigen. U kunt uw afgedankte voertuig overlaten aan uw Hyundaiverdeler, in overeenstem- ming met de Europese recyclagerichtlijn voor voertuigen. Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI- importeur.
Pagina 16
2. Uw auto in één oogopslag Overzicht exterieur (vooraanzicht) ..............2-2 Overzicht exterieur (achteraanzicht) ..............2-4 Overzicht interieur ....................2-6 Overzicht middenconsole ................. 2-7 Overzicht motorruimte ..................2-9 Afmetingen ......................2-12 Motor specificatie ....................2-12 Wattage gloeilampen ..................2-13 Banden en wielen ....................2-14 Airconditioningssysteem ...................2-15 Belastingsindex en snelheidsindex banden ............2-15 Maximaal toelaatbaar totaalgewicht ..............
Pagina 17
Uw auto in één oogopslag 5 Portier 5 Portier De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3013001TU OAC3013001TU 1. Motorkap ......................5-32 2. Koplamp .......................9-60 3. Dagrijverlichting ....................9-60 4. Mistlamp voor*.....................9-60, 9-63 5. Banden en wielen ....................9-33 6. Buitenspiegel ......................5-25 7.
Pagina 18
N line N line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3N013001TU OAC3N013001TU 1. Motorkap ......................5-32 2. Koplamp .......................9-60 3. Dagrijverlichting ....................9-60 4. Mistlamp voor*.....................9-60, 9-63 5. Banden en wielen ....................9-33 6. Buitenspiegel ......................5-25 7. Voorruitenwisserbladen ..................9-26 8. Ruiten ........................5-28 *: indien van toepassing...
Pagina 19
Uw auto in één oogopslag 5 Portier 5 Portier De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3013002TU OAC3013002TU 1. Antenne ........................5-86 2. Portieren .......................5-14 3. Tankdopklep ......................5-35 4. Derde remlicht ......................9-74 5. Achterruitenwisserblad* ..................9-27 6. Achterklep ......................5-33 7. Uitgebreide achteruitrijcamera* ................7-45 8.
Pagina 20
N line N line De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3N013002TU OAC3N013002TU 1. Antenne ........................5-86 2. Portieren .......................5-14 3. Tankdopklep ......................5-35 4. Derde remlicht ......................9-74 5. Achterruitenwisserblad* ..................9-27 6. Achterklep ......................5-33 7. Uitgebreide achteruitrijcamera* ................7-45 8. Kentekenplaatverlichting ..................9-74 9.
Pagina 21
Uw auto in één oogopslag De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3013003TU OAC3013003TU 1. Portiergreep ......................5-16 2. Schakelaar buitenspiegelbediening..............5-26 3. Knop voor inklappen buitenspiegel* ..............5-26 4. Schakelaars ruitbediening ...................5-28 5. Blokkeerschakelaar ruitbediening ................5-31 6. Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...............6-36 7.
Pagina 22
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding. OAC3013004TU OAC3013004TU 1. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers.............5-38 2. Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers ...............5-49 3. Instrumentenpaneel ....................4-2 4. Claxon ........................5-23 5. Stuurwielbediening audiosysteem* ..............5-87 6. Driving Assist-knop ....................7-16 7. Bestuurdersairbag ....................3-42 8. Infotainmentsysteem* ...................5-86 9. Schakelaar alarmknipperlichten ................8-3 10.
Pagina 23
Uw auto in één oogopslag 12. Aansluiting ......................5-78 13. Draadloos laadsysteem mobiele telefoon* ............5-80 14. USB-lader ......................5-79 15. Stoelverwarming* ....................3-17 16. Schakelaar stuurwielverwarming* ..............5-23 17. Toets Idle Stop & Go (ISG) OFF* ...............6-43 18. Versnellingshendel ..................6-14, 6-17 19. Airbag voorpassagier..................3-43 20.
Pagina 24
OVERZICHT MOTORRUIMTE Smartstream G1.0 Smartstream G1.0 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3089001TU OAC3089001TU 1. Koelvloeistofreservoir ...................9-15 2. Vuldop motorolie ....................9-13 3. Rem- en koppelingsvloeistof* reservoir..............9-18 ......................9-21 5. Zekeringkast ......................9-42 6. Accu ........................9-28 7. Ruitensproeierreservoir ..................9-20 8.
Pagina 25
Uw auto in één oogopslag Smart stream G1.0 T-GDi Smart stream G1.0 T-GDi De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3N080001TU OAC3N080001TU 1. Koelvloeistofreservoir ...................9-15 2. Vuldop motorolie ....................9-13 3. Rem- en koppelingsvloeistof* reservoir..............9-18 ......................9-21 5. Zekeringkast ......................9-42 6.
Pagina 26
Smartstream G1.2 Smartstream G1.2 - Linkse Besturing - Linkse Besturing De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3089002TU OAC3089002TU 1. Koelvloeistofreservoir ...................9-15 2. Vuldop motorolie ....................9-13 3. Rem- en koppelingsvloeistof* reservoir..............9-18 ......................9-21 5. Zekeringkast ......................9-42 6. Accu ........................9-28 7.
Pagina 27
Uw auto in één oogopslag 5 Portier N line Onderwerpen 3,670 3,675 Totale lengte 1,680 1,680 Totale breedte Totale hoogte 1,480 1,483 175/65R14 1,479 Spoorbreedte 185/55R15 1,467 voor 195/45R16 1,467 1,467 175/65R14 1,490 Spoorbreedte 185/55R15 1,478 achter 195/45R16 1,478 1,478 Wielbasis 2,425 2,425...
Pagina 28
Gloeilamp- Gloeilamp Wattage type Koplamp (grootlicht/dimlicht) 60/55 Type A* Richtingaanwijzerlampen PY21WLL Koplamp (grootlicht/dimlicht) Statische verlichting Low Beam Type B* H7LL Assist Richtingaanwijzerlampen PY21WLL Voor Mistlamp* Parkeerlicht & Type A P21/5WLL 21/5 Dagrijverlichting Type B (DRL) Richtingaanwijzers opzij (Buitenspiegel)* Richtingaanwijzers opzij* WY5W Remlicht en Type A...
Pagina 30
Classificatie Onderwerp R-134a Koudemiddel 430±25 (15.17±0.88) R-1234yf g (oz.) Compressorolie 100 (3.53) g (oz.) We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer voor meer informatie. Belastingsindex Snelheidsindex Bandenmaat Velgmaat Onderwerp LI * SS * km/h 175/65R14 5.5JX14...
Pagina 31
Uw auto in één oogopslag kg (lbs.) 4-persoons Smartstream Smartstream Smartstream G1.0 G1.0 T-GDi G1.2 MT (ECO) 1,340 1,340 1,310 1,380 1,350 1,350 (2,954) (2,954) (2,888) (3,042) (2,976) (2,976) 5-persoons Smartstream Smartstream Smartstream G1.0 G1.0 T-GDi G1.2 1,410 1,410 1,470 1,430 1,430 (3,108)
Pagina 32
Gebruik voor een optimale werking en een lange levensduur van motor en aandrijf- lijn uitsluitend smeermiddelen van de juiste kwaliteit. Het gebruik van de juiste smeermiddelen helpt ook het motorrendement verhogen, wat een gunstiger brand- stofverbruik oplevert. Deze smeermiddelen en vloeistoffen worden aanbevolen voor gebruik in uw auto. Smeermiddel Hoeveelheid Classificatie...
Pagina 33
Uw auto in één oogopslag Aanbevolen SAE-viscositeitsindex OPMERKING Zorg ervoor dat u de omgeving rond vuldoppen, aftappluggen en de peilstok altijd goed reinigt alvorens het peil te controleren of de vloeistof af te tappen. Dit is vooral van belang in gebieden met veel stof of zand en als er met de auto over onverharde wegen wordt gereden.
Pagina 34
Framenumber Framenumber OAC3019021TU OAC3019021TU OAC3019022TU OAC3019022TU Het voertuig-identificatienummer (VIN) Op het voertuigcertificatielabel op de is het nummer dat gebruikt wordt bij de middenstijl aan bestuurderszijde (of registratie van uw auto en bij alle zaken voorpassagierszijde) staat het voertui- die te maken hebben met eigendom, gidentificatienummer (VIN).
Pagina 35
Uw auto in één oogopslag OAC3019023TU OAC3019023TU OAC3019024TU OAC3019024TU De banden waarmee uw nieuwe auto Het motornummer is in het motorblok is uitgerust zijn zorgvuldig geselec- ingeslagen op de plaats die in de teerd voor de beste prestaties onder afbeelding is aangegeven. normale rijomstandigheden.
Pagina 36
Het brandstoflabel zit op de tankdopklep. OTM013030L OTM013030L A. Octaangetal van loodvrije benzine 1) RON/ROZ: Research Octane Number 2) (R+M)/2, AKI: Anti Klop Index B. Identificatie benzinesoorten Dit symbool staat voor bruikbare brandstof. Gebruik geen andere brandstof. C. Voor meer informatie, raadpleeg "Vereiste brandstof" in het hoofdstuk Introductie. 2-21...
Pagina 37
De componenten van het voertuig die werken met een radio frequentie vol- doen aan de eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1995/5/EG. Nadere informatie, inclusief de verkla- ring van de fabrikant over de conformi- teit is beschikbaar op de volgende HYUNDAI website; http://service.hyundai-motor.com 2-22...
Pagina 38
3. Veiligheidssysteem Belangrijke veiligheidsmaatregelen ..............3-2 Draag altijd uw veiligheidsgordel ..............3-2 Gesp ook alle kinderen vast ................3-2 Gevaren airbag ....................3-2 Afleiding van de bestuurder ................3-2 Beheers uw snelheid ..................3-3 Houd uw auto in een veilige toestand ............3-3 Stoelen .........................3-4 Veiligheidsmaatregelen .................3-5 Voorstoelen .....................3-6...
Pagina 39
Veiligheidssysteem BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN U zult in dit hoofdstuk vele veiligheids- Afleiding van de bestuurder maatregelen en aanbevelingen vinden, Afleiding van de bestuurder omvat een alsook in de rest van dit instructieboek- ernstig en potentieel dodelijk gevaar, je. De veiligheidsmaatregelen in deze vooral voor onervaren bestuurders.
Pagina 40
Beheers uw snelheid Te hoge snelheid is een belangrijke fac- tor bij ongevallen met verwondingen en dodelijke afloop. In het algemeen geldt, hoe hoger de snelheid, hoe groter het risico, maar ernstige verwondingen kunnen ook optreden bij lagere snelhe- den. Rijd nooit sneller dan veilig is voor de huidige omstandigheden, ongeacht de aangegeven maximale snelheid.
Pagina 41
Veiligheidssysteem STOELEN Bestuurderszijde Bestuurderszijde Passagierszijde Passagierszijde Achterstoel Achterstoel De aanwezige functie kan afwijken van de afbeelding. OAC3033001TU OAC3033001TU Voorstoelen Achterstoelen 1. Voorwaartse/achterwaartse richting 6. Hoofdsteun (Buitenzijde en/of midden*) 2. Rugleuning 7. Neerklappen rugleuning 3. Stoelhoogte* 4. Hoofdsteunen *: indien van toepassing 5.
Pagina 42
Veiligheidsmaatregelen Airbags U kunt maatregelen nemen om het risi- Het aanpassen van de stoelen, zodat u co op letsel door een opgeblazen air- op een veilige, comfortabele positie zit, speelt een belangrijke rol in de veilig- bag te verminderen. Te dicht bij een airbag zitten verhoogt de kans op letsel heid van de bestuurder en passagier bij wanneer de airbag wordt opgeblazen.
Pagina 43
Veiligheidssysteem Veiligheidsgordels Voorstoelen Gesp uw veiligheidsgordel altijd vast De voorstoel kan worden afgesteld met voordat u begint te rijden. de bedieningshendel (of knop) of -scha- kelaars aan de buitenzijde van de zit- De passagiers moeten te allen tijde kussen. Stel voor het rijden de stoel af rechtop zitten en goed vastgegespt in de juiste stand zodat het stuurwiel, worden.
Pagina 44
• Als er inzittenden aanwezig zijn op Voor- en achterwaartse richting de achterstoelen, wees dan voor- zichtig bij het afstellen van de voorstoelen. • Verzeker u ervan dat de stoel na de afstelling is vergrendeld. Als dit niet het geval is, kan de stoel onverwachts bewegen, wat kan lei- den tot een ongeval.
Pagina 45
Veiligheidssysteem Rugleuning Verstellen van de rugleuning Gebruik NOOIT een teruggeklapte zit- ting terwijl het voertuig in beweging is, deze kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer de veiligheidsgordels vast gegespt zijn, de bescherming die het veiligheidssys- teem (veiligheidsgordels en airbags) bieden, neemt aanzienlijk af als de rug- leuning te ver horizontaal staat.
Pagina 46
Stoelhoogte Armsteun (voor de bestuurdersstoel, (bestuurdersstoel, indien van indien van toepassing) toepassing) OAC3039004TU OAC3039004TU OAC3039005TU OAC3039005TU Om de stoelhoogte te wijzigen: Kantel de armleuning om deze te gebruiken. • Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitkussen lager af te stellen.
Pagina 47
Veiligheidssysteem Achterstoelen 1. Zet de rugleuning van de voorstoel zo veel mogelijk rechtop. (indien van toepassing) 2. Zet de hoofdsteunen achter in de De rugleuning achter kan worden opge- laagste positie (als de auto is voor- klapt om het vervoer van langere voor- zien van een verstelbare hoofd- werpen mogelijk te maken of de baga- steun).
Pagina 48
WAARSCHUWING Bij het terugzetten van de rugleu- ning achter in zijn oorspronkelijke positie nadat de bank is neergeklapt: Let erop dat het materialen van de veiligheidsgordel of de gesp niet beschadigd worden. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel of gesp niet klem komen te zitten.
Pagina 49
Veiligheidssysteem Hoofdsteunen WAARSCHUWING De voor en achterstoelen van de auto Lading hebben verstelbare hoofdsteunen. De Lading moet altijd worden vastgezet hoofdsteunen zorgen voor comfort voor om te voorkomen dat het bij een aan- de passagiers, maar belangrijker nog, rijding door de auto wordt geslin- ze zijn ontworpen om passagiers te gerd, waardoor de inzittenden letsel beschermen tegen een whiplash en...
Pagina 50
OPMERKING Wanneer er geen inzittenden aanwe- zig zijn op de achterstoelen, zet dan de hoofdsteunen in de laagste stand. De hoofdsteunen van de achterstoe- len kunnen het zicht naar achteren belemmeren. Hoofdsteunen op de voorstoelen ODN8039067L ODN8039067L Pas de hoofdsteunen zo aan dat het midden van de hoofdsteun op dezelfde hoogte is als de hoogte van de bovenkant van de ogen.
Pagina 51
Veiligheidssysteem OAC3039039TU OAC3039039TU OAC3039041TU OAC3039041TU Afstellen van de hoogte Verwijderen/Plaatsen De hoofdsteun hoger afstellen: Verwijderen van de hoofdsteun: 1. Trek hem omhoog om hem in de 1. Zet de rugleuning (2) rechtop met de gewenste positie (1) te zetten. hendel of de schakelaar voor de rug- leuningverstelling (1).
Pagina 52
Hoofdsteunen op de achterstoelen OAC3039040TU OAC3039040TU Plaatsen van de hoofdsteun: OAI3039007 OAI3039007 1. Zet de rugleuning rechtop. *: 5-persoons 2. Stop de pennen van de hoofdsteun (2) in de gaten terwijl u de ontgren- Elke achterstoel is voor de veiligheid en delknop (1) indrukt.
Pagina 53
Veiligheidssysteem Stoelverwarming (indien van toepassing) De stoelverwarming is toegepast om de stoelen te verwarmen tijdens koud weer. WAARSCHUWING De stoelverwarming kan ERNSTIGE BRANDWONDEN veroorzaken, zelfs OAI3039009 OAI3039009 bij lage temperaturen, en in het bij- zonder stoelverwarming Verwijderen en plaatsen gedurende langere tijd wordt...
Pagina 54
WAARSCHUWING Plaats NOOIT iets op de zitting dat isoleert tegen warmte wanneer de stoelverwarming in gebruik is, zoals een dekentje of zitkussen. Dit kan ertoe leiden dat de stoelverwarming oververhit geraakt, waardoor iemand brandwonden kan oplopen of scha- de aan de zitting veroorzaakt kan worden.
Pagina 55
Veiligheidssysteem VEILIGHEIDSGORDELS Dit gedeelte beschrijft hoe de veilig- • Zet breekbare voorwerpen nooit vast met een veiligheidsgordel. Bij heidsgordels correct te gebruiken. Het krachtig remmen of een aanrijding beschrijft ook een aantal handelingen kunnen ze beschadigd raken door die u niet mag doen bij het gebruik van de veiligheidsgordel.
Pagina 56
Waarschuwingslampje Veiligheidsgordels van de voorpassagier veiligheidsgordel (indien van toepassing) Bestuurdersgordel Ongeacht of de veiligheidsgordel van Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel de passagiersstoel vast zit, zal het waarschuwingslampje steeds onge- veer 6 seconden wanneer u de contact- schakelaar aanzet. Als de veiligheids- gordel van de passagiersstoel band niet is vastgemaakt, zal het waarschu- wingslampje blijven branden aangezet totdat de veiligheidsgordel van de pas-...
Pagina 57
Veiligheidssysteem Wanneer de veiligheidsgordel niet is Informatie vastgemaakt als het contact in stand • Ook als er niemand op de voorpassa- ON wordt gezet, zal het waarschu- giersstoel zit, zal het waarschuwings- wingslampje van de veiligheidsgordel lampje van de veiligheidsgordel branden totdat de gordel wordt vastge- gedurende 6 seconden knipperen of maakt.
Pagina 58
Middelste achterstoelen (2) WAARSCHUWING (5 persoons, indien van toepassing) Het rijden in een verkeerde zitpositie Als herinnering voor de achterpassa- heeft een nadelige invloed op de gier gaat telkens als het contact in de werking van de waarschuwingsfunc- stand ON wordt gezet het waarschu- tie voor de veiligheidsgordel van de wingslampje van de veiligheidsgordel achterpassagier.
Pagina 59
Veiligheidssysteem WAARSCHUWING OHI038137 OHI038137 Plaats de heupgordel (1) over uw heu- OHI038182L OHI038182L pen en de schoudergordel (2) over uw Onjuist geplaatste veiligheidsgor- borstkast. dels kunnen ernstige letsels veroor- De veiligheidsgordel kan zich automa- zaken tijdens een ongeval. Neem de tisch tot de juiste lengte oprollen als u volgende voorzorgsmaatregelen bij eerst handmatig het heupgedeelte van...
Pagina 60
Veiligheidsgordel met gordelspanners (indien van toepassing) OHI038142 OHI038142 Om uw veiligheidsgordel los te maken: Druk de ontgrendelknop (1) in van de OAC3033047TU OAC3033047TU vergrendelingsgesp. (1) Oprolmechanisme veiligheidsgordel Als de gordel losgemaakt is, moet hij met gordelspanners automatisch oprollen. Controleer als (2) EFD (Emergency Fastening...
Pagina 61
HYUNDAI-dealer. • Sla niet op de veiligheidsgordel OPMERKING mechanismen. Als de auto is uitgerust met rol-...
Pagina 62
SRS-airbag niet defect is. Indien de SRS airbag waarschuwingslampje niet oplicht, of blijft tijdens het rijden, raden we u aan om de veiligheidsgordels met gordelspanners of het systeem te laten inspecteren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3-25...
Pagina 63
Veiligheidssysteem Extra veiligheidsmaatregelen AANWIJZING veiligheidsgordel • Bij bepaalde frontale of zijdelingse Gebruik van veiligheidsgordels aanrijdingen of koprollen kunnen, bij zwangerschap als de auto is voorzien van een rol- De veiligheidsgordel moet ook altijd tij- lover-sensor, de veiligheidsgor- dens de zwangerschap gedragen wor- dels met gordelspanners worden den.
Pagina 64
Gebruik van de Grotere kinderen veiligheidsgordel bij kinderen Alle kinderen onder 13 jaar die te groot zijn voor een zitverhoger moeten altijd Zuigelingen en kleine kinderen de achterstoelen gebruiken en de In de meeste landen zijn regels over het beschikbare driepuntsgordels dragen. vervoer van kinderen opgesteld die het Een veiligheidsgordel moet geplaatst gebruik van een goedgekeurd kinderzit-...
Pagina 65
Dat is ook het geval als de veiligheids- • Als de rugleuning te ver horizon- gordels niet zichtbaar beschadigd zijn. taal staat, neemt de kans op letsel We adviseren u contact op te nemen bij een aanrijding of een noodstop met een officiële HYUNDAI-dealer. aanzienlijk toe. 3-28...
Pagina 66
• Laat een HYUNDAI-dealer na een per land. Zorg er daarom voor dat u op ongeval het kinderzitje, de veilig- de hoogte bent van de regelgeving in...
Pagina 67
Veiligheidssysteem Kiezen van een kinderzitje (CRS) Let bij het kiezen van een CRS altijd op het volgende: • Verzeker u ervan dat het gecertifi- ceerd is en dus voldoet aan de wette- lijke eisen van uw land. • Kies het kinderzitje op basis van de lengte en het gewicht van uw kind.
Pagina 68
Het installeren van een kinderzitje (CRS) WAARSCHUWING Lees altijd voor de installatie van het kinderzitje: Volg altijd de instructies voor instal- latie en gebruik van de fabrikant van het kinderzitje. OIB034017 OIB034017 Het niet opvolgen van alle waarschu- Kinderzitje waarbij het kind met wingen en instructies kan het risico het gezicht naar voren op ERNSTIG LETSEL of OVERLIJDEN...
Pagina 69
Veiligheidssysteem • Zorg dat het kinderzitje goed vast Het ISOFIX-systeem maakt gebruik zit. Duw het kinderzitje na het plaat- van bevestigingen in het voertuig en bevestigingen op het kinderzitje. Het sen naar voren en achteren en naar links en rechts om te controleren of ISOFIX-systeem elimineert de nood- het stevig is vastgezet op de stoel.
Pagina 70
Type B WAARSCHUWING Probeer niet om het CRS met ISOFIX- bevestigingspunten te gebruiken in het midden van de achterstoelen. Er zijn geen hier geen ISOFIX-bevesti- gingspunten aanwezig. Als u de bevestigingspunten van de buitenste zitplaatsen gebruikt om een kinder- zitje op de midden van de achterstoe- len te monteren, kunnen deze beves- tigingspunten beschadigd raken.
Pagina 71
2. Hall objecten weg van de bevestigin- • Zorg dat uw ISOFIX-systeem na gen indien deze een veilige aanslui- ongeval altijd door ting tussen het kinderzitje en de HYUNDAI dealer gecontroleerd ISOFIX-bevestigingspunten voorko- wordt. Een ongeval kan het ISOFIX- men. systeem beschadigen en dit kan 3.
Pagina 72
Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING met behulp van het Top Neem bij het aanbrengen van de Top Tetherbevestigingssysteem Tether-riem altijd de volgende voor- zorgsmaatregelen in acht: • Lees alle aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje met betrekking tot het plaatsen en volg deze aanwijzingen op.
Pagina 74
N.B. : De van universele gordels voorziene CRS is voor alle leeftijdsgroepen geschikt. N.B. : Zitpositie niet geschikt voor kinderzitjes als de voorairbag aan de passagierszijde geactiveerd is. N.B. : Volg voor het plaatsen van een ISOFIX kinderzitje: - Bestuurdersstoel: U moet de stoel in de middelste stand en de zitting op de hoogste stand zetten en de hoofdsteun in een hoek van 9°...
Pagina 75
Veiligheidssysteem Vastzetten van een kinderzitje WAARSCHUWING met een driepuntsgordel • Vervoer een kind NOOIT op de Als het ISOFIX-systeem niet wordt voorpassagiersstoel in een kinder- gebruikt, moet een kinderzitje altijd met zitje of op een zittingverhoging, het heupgedeelte van een driepunts- tenzij de airbag is uitgeschakeld.
Pagina 76
OHI038146 OHI038146 OHI038183L OHI038183L 2. Zet de gesp vast in de driepuntsgor- 3. Verwijder zoveel mogelijk speling del. Controleer of een klikkend geluid van de gordel door het kinderzitje hoorbaar is. omlaag te duwen terwijl u de schou- dergordel strak trekt. 4.
Pagina 77
Veiligheidssysteem De werkelijke airbags in het voertuig kunnen afwijken van de afbeelding. OAC3039013TU OAC3039013TU 1. Bestuurdersairbag voor 2. Airbag voorpassagier 3. Zijairbag* 4. Gordijnairbag* 5. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier* *: indien van toepassing 3-40...
Pagina 78
Deze auto is uitgerust met een aanvul- Vervoer kinderen jonger dan 13 jaar lend airbagsysteem voor de bestuur- altijd op de achterstoelen met de vei- dersstoel en de voorpassagiersstoel. ligheidsgordels om. Dat is de veilig- ste plaats voor kinderen van alle De voorste airbags zijn ontworpen als leeftijden.
Pagina 79
Veiligheidssysteem Waar zijn de airbags geplaatst? WAARSCHUWING Bestuurdersairbag en passagier- Verminder het risico op ernstig letsel sairbag (indien van toepassing) of overlijden door opgeblazen air- bags en houdt u aan de volgende Bestuurdersairbag voor Bestuurdersairbag voor voorzorgsmaatregelen: • Veiligheidsgordels moeten altijd gedragen worden.
Pagina 80
Type A Type A OAC3039014TU OAC3039014TU OAC3039015TU OAC3039015TU Type B Type B ON/OFF-schakelaar airbag voor- passagier (indien van toepassing) Het doel van de schakelaar is het uit- schakelen van de airbag voorpassagier zodat mensen die vanwege hun leeftijd, grootte, of medische staat niet blootge- steld worden aan letsel gerelateerd aan airbags.
Pagina 81
ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier is ingesteld op de OFF-stand. • Wij adviseren u in dit geval om een officiële HYUNDAI-dealer zo spoe- dig mogelijk de ON/OFF-schakelaar OAC3039018TU OAC3039018TU airbag voorpassagier en SRS-...
Pagina 82
Zijairbags (indien van WAARSCHUWING toepassing) Verminder het risico op ernstig letsel of overlijden door een opgeblazen zijairbag en houdt u aan de volgende voorzorgsmaatregelen: • Veiligheidsgordels moeten altijd gedragen worden. • Laat passagiers niet met het hoofd of andere delen van het lichaam tegen de portier leunen, steek de armen niet uit het raam en plaats geen voorwerpen tussen de stoe-...
Pagina 83
• Sla niet op de portieren als de motor aanstaat, hierdoor kunnen de zijairbags opgeblazen worden. • Als de stoel of de stoelbekleding zijn beschadigd, adviseren u het systeem te laten repareren door een officiële HYUNDAI-dealer. OAC3039021TU OAC3039021TU OAC3039022TU OAC3039022TU De gordijnairbags bevinden zich langs de rand van het dakrails boven de voor- en achterportieren.
Pagina 84
• Probeer niet zelf de gordijnairbags te openen of te repareren. Wij advi- seren de airbag zo nodig door een De SRSCM controleert constant alle officiële HYUNDAI-dealer te laten componenten van het systeem als het nakijken. contact in stand ON staat, om te bepa-...
Pagina 85
Wij adviseren u om een officiële auto's met een rollover-sensor de zij- HYUNDAI-dealer zo spoedig moge- airbags en/of de gordijnairbags opge- lijk het SRS te laten inspecteren als blazen als deze sensor het over de het volgende zich voordoet.
Pagina 86
Wanneer het over de kop slaan van Bestuurdersairbag voor (1) Bestuurdersairbag voor (1) de auto wordt gedetecteerd, zullen de gordijnairbags altijd langer opge- blazen blijven om samen met de vei- ligheidsgordels de kans te beperken dat de inzittenden uit de auto worden geslingerd (als de auto is voorzien van een rollover-sensor).
Pagina 87
• Wij adviseren u het systeem van de passagier opgeblazen wordt. onmiddellijk te laten vervangen • Plaats geen voorwerpen, zoals door een officiële HYUNDAI-dealer bekerhouders, CD houders of stic- nadat de airbag is afgegaan. kers, op het dashboardpaneel Airbags kunnen maar een keer boven het dashboardkastje in worden gebruikt.
Pagina 88
Geluiden en rook van een opge- Plaats geen baby- of kinderzitje blazen airbag op de voorpassagiersstoel Bij het opblazen van de airbags is een Type A Type A hard geluid hoorbaar en komt er rook en poeder vrij. Dit is normaal en wordt veroorzaakt doordat het ontstekings- mechanisme van de airbag geactiveerd wordt.
Pagina 89
HYUNDAI of gelijkwaardig (aan het origineel) onderdeel dat voor uw voertuig is gespecificeerd. • Plaats het contact in de LOCK/ OFF- of ACC-stand, wanneer de auto wordt gesleept om onbedoel- de airbagwerking te voorkomen.
Pagina 90
OAC3033024TU/OAC3033045TU/OAC3033025TU/OAC3033038TU/OAC3039026TU OAC3033024TU/OAC3033045TU/OAC3033025TU/OAC3033038TU/OAC3039026TU 1. SRS-bedieningsmodule/ Rollover-sensor* 2. Airbagsensor voor 3. Druksensoren opzij* 4. Zijairbagsensoren* *: indien van toepassing 3-53...
Pagina 91
Veiligheidssysteem Voorwaarden voor activeren air- bags OAC3033028TU OAC3033028TU OAC3039027TU OAC3039027TU Airbags voor De airbags voor zijn ontworpen om bij frontale aanrijdingen te worden opge- blazen, afhankelijk van de ernst. OAC3039029TU OAC3039029TU Zij- en gordijnairbags De airbags opzij (zijairbags en gordijnair- bags) worden geactiveerd bij een aanrij- ding van opzij, waarbij rekening wordt gehouden met de kracht van de botsing.
Pagina 92
Voorwaarden voor met-activeren van de airbags OAC3033028TU OAC3033028TU De airbags voor worden bij zijdelingse OAC3039030TU OAC3039030TU aanrijdingen soms niet geactiveerd. De inzittenden bewegen altijd in de richting Bij bepaalde aanrijdingen met lage van de aanrijding, waardoor het active- snelheden worden de airbags niet ren van de airbags voor overbodig kan geactiveerd.
Pagina 93
Veiligheidssysteem Informatie • Auto's uitgerust met rollover-sensor De zijairbags en gordijnairbags kun- nen worden geactiveerd als de auto over de kop slaat, wanneer dit door de rollover-sensor wordt gedetec- teerd. • Als de auto is voorzien van een rol- lover-sensor OAC3039033TU OAC3039033TU De zijairbags en/of gordijnairbags,...
Pagina 94
ON staat, of continu blijft branden, afdekkappen of modificaties aan de laat uw auto dan onmiddellijk controle- carrosseriestructuur kunnen ertoe ren door een officiële HYUNDAI-dealer. leiden dat het systeem niet goed We adviseren u alle werkzaamheden werkt, waardoor letsel kan ont- aan het aanvullend veiligheidssysteem, staan.
Pagina 95
Extra veiligheidsmaatregelen Waarschuwingslabels airbag (indien van toepassing) De inzittenden dienen tijdens het rij- den niet uit hun stoel te komen of van plaats te wisselen. Een inzittende die zijn veiligheidsgordel niet draagt kan tij- dens een aanrijding of een noodstop door de auto geslingerd worden, tegen andere inzittenden aan, of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Pagina 96
4. Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel ...................4-2 Bediening Instrumentenpaneel..............4-3 Meters en tellers ....................4-3 Transmissie schakelindicator ................. 4-7 Waarschuwings- en controlelampjes ............4-8 Meldingen van het instrumentenpaneel ............4-20 Instrumentenpaneel ..................4-25 Bediening van het instrumentenpaneel ............4-25 Instrumentenpaneel modi ................4-26 Modus Gebruikersinstellingen ..............4-28 Tripcomputer ....................4-34...
Pagina 97
Instrumentenpaneel INSTRUMENTENPANEEL OAC3043001TU OAC3043001TU 1. Toerenteller 2. Snelheidsmeter 3. Koelvloeistoftemperatuurmeter 4. Brandstofmeter 5. Waarschuwings- en controlelampjes 6. Instrumentenpaneel (inclusief boordcomputer) Het aanwezige instrumentenpaneel kan afwijken van de afbeelding. Zie "Meters en tellers" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 98
Bediening Instrumentenpaneel Toerenteller WAARSCHUWING Stel het instrumentenpaneel nooit af tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waar- door een ongeluk met ernstig letsel of autoschade het gevolg kan zijn. Meters en tellers Snelheidsmeter OAC3043004TU OAC3043004TU De toerenteller geeft het aantal omwen- km/h km/h...
Pagina 99
Instrumentenpaneel AANWIJZING Koelvloeistoftemperatuurmeter Als de naald van de meter buiten het Type A Type A normale bereik komt en in de rich- ting van stand “130” beweegt, duidt dit op oververhitting van de motor, waardoor schade aan de motor kan ontstaan.
Pagina 100
Brandstofmeter WAARSCHUWING Type A Type A Het is gevaarlijk als de auto zonder brandstof komt te staan. Vul de brandstoftank zo snel moge- lijk als het waarschuwingslampje gaat branden of als de naald van de brandstofmeter de “0” nadert. AANWIJZING Voorkom rijden met een extreem OAC3043010TU OAC3043010TU...
Pagina 101
Instrumentenpaneel De temperatuureenheid (van °C naar Kilometerteller °F of van °F naar °C) kan gewijzigd worden met: OIG046114 OIG046114 De kilometerteller geeft de totale OTM048112 OTM048112 afstand aan die met de auto is gereden en dient ook te worden gebruikt om te - Gebruikersinstellingen Modus bepalen wanneer periodiek onderhoud...
Pagina 102
Transmissie schakelindicator Informatie (indien van toepassing) • Als de auto niet op een horizontaal Geautomatiseerde handmatige vlak staat of nadat de accupolen losge- transmissie schakelindicator nomen zijn geweest, kan het gebeuren (indien van toepassing) dat de functie actieradius niet goed werkt.
Pagina 103
• In dat geval adviseren we u de auto versnellingshendel staat in de 2e te laten controleren door een officiële of 1e versnelling). HYUNDAI-dealer. : Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is (de versnellingshendel staat in Waarschuwingslampje de 4e, 5e versnelling).
Pagina 104
Rijd le HYUNDAI-dealer. niet met de auto als er een lekkage is gevonden, als het waarschu- wingslampje blijft branden of als de remmen niet goed werken. We adviseren u de auto te laten contro- leren door een officiële HYUNDAI- dealer.
Pagina 105
In dat geval adviseren we u de auto te In dat geval adviseren we u de auto laten zo snel mogelijk controleren door te laten controleren door een officiële een officiële HYUNDAI-dealer. HYUNDAI-dealer. 4-10...
Pagina 106
OPMERKING Wanneer het Controlelampje Motor- management (MIL) gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen teruglopen. In dat geval adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-11...
Pagina 107
Als de dynamoriem in orde is, Adviseren we u de auto te laten zo snel mogelijk controleren door een bevindt het probleem zich in het officiële HYUNDAI-dealer als het laadsysteem. waarschuwingslampje na het bijvul- In dat geval adviseren we u de auto...
Pagina 108
Informatie AANWIJZING • Als u na het bijvullen van motorolie en Als de motor niet direct uit wordt het warmdraaien van de motor onge- gezet nadat het Oliedruklampje is veer 50 ~ 100 km rijdt, gaat het waar- gaan branden, kan er ernstige motor- schuwingslampje uit.
Pagina 109
- Storing Forward Collision- ciële HYUNDAI-dealer. Avoidance Assist (indien van toe- Zelfs als het lampje niet gaat bran- passing) den als de motor is gestart, moet de - Radar...
Pagina 110
In dat geval adviseren we u de auto met toerental tussen de 1500 en te laten zo snel mogelijk controleren 4000 rpm worden uitgeschakeld. door een officiële HYUNDAI-dealer. Als dit waarschuwingslampje knippert Zie voor meer informatie "Cont- ondanks de procedure (op dit ogenblik...
Pagina 111
In dat geval adviseren we u de auto Zie voor meer informatie “ISG (Idle te laten controleren door een officiële Stop & Go) in hoofdstuk 6. HYUNDAI-dealer. Dit controlelampje knippert: Informatie • Terwijl het ESC in werking is. Als de motor automatisch wordt gestart door het ISG-systeem, gaan een Zie voor meer informatie, "Elektro-...
Pagina 112
In dat geval adviseren we u de auto • Wanneer de Smart Key zich niet in de te laten controleren door een officiële auto bevindt. HYUNDAI-dealer. - Op dat moment kunt u de motor niet starten. Dit controlelampje licht 2 seconden op en gaat uit: •...
Pagina 113
Zie "High Beam Assist (HBA)" in voordoen, wij raden u aan uw auto te hoofdstuk 5 voor meer informatie. laten nakijken door officiële HYUNDAI-dealer. Licht AAN Indicatorlamp Controlelampje Dimlicht Dit controlelampje gaat branden: • Als de parkeerverlichting of het dim- Dit controlelampje gaat branden: licht wordt ingeschakeld.
Pagina 114
In dat geval adviseren we u de auto te Dit controlelampje gaat branden: laten controleren door een officiële • Wanneer het cruise control-systeem HYUNDAI-dealer. is ingesteld. Zie "Forward Collision-Avoidance Zie voor meer informatie, "Cruise Assist (FCA)" in hoofdstuk 7 voor Control”...
Pagina 115
(auto's met Smart Key-systeem) te laten controleren door een officiële Deze waarschuwingsbericht wordt HYUNDAI-dealer. weergegeven als u de Engine Start/ Zie “Lane Keeping Assist (LKA)” in Stop-knop indrukt terwijl de Smart Key hoofdstuk 7 voor meer informatie. niet is gedetecteerd.
Pagina 116
Probeer de motor in dat geval te starten door nogmaals op de startknop te druk- ken. Als het waarschuwingsbericht wordt gaat branden telkens wanneer u de Engine Start/Stop-knop indrukt, raden wij u aan de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 4-21...
Pagina 117
Instrumentenpaneel Portier, motorkap, achterklep Lage bandenspanning (indien open van toepassing) OAC3059001TU OAC3059001TU OAC3073100TU OAC3073100TU Deze waarschuwing wordt weergege- Deze waarschuwingsbericht wordt ven om aan te geven dat een van de weergegeven als de bandenspanning portieren, de motorkap of de achterklep te laag is.
Pagina 118
50 -100 km hebt gereden nadat de motor op bedrijf- stemperatuur is gekomen, raden we u aan het systeem na te laten kijken door een officiële HYUNDAI-dealer. Motor is oververhit (indien van toepassing) Deze waarschuwingsbericht...
Pagina 119
In dat geval, adviseren we u het GPF- gegeven voor die specifieke lamp (rich- systeem te laten controleren door een tingaanwijzer, enz.). Mogelijk moet de officiële HYUNDAI-dealer. desbetreffende gloeilamp worden ver- GPF: Benzineroetfilter vangen. Zie "Waarschuwingslampjes" in dit Zorg ervoor dat de doorgebrande lamp hoofdstuk voor meer informatie.
Pagina 120
INSTRUMENTENPANEEL Bediening van het instrumentenpaneel OAC3053002TU OAC3053002TU De instellingen van het instrumentenpaneel kunnen worden gewijzigd met de bedie- ningstoetsen. : Toets MODE voor het selecteren van modi : VERPLAATS de schakelaar voor het wijzigen van items (3) OK: SELECT/RESET-knop voor het instellen of het opnieuw instellen van het gese- lecteerde item 4-25...
Pagina 121
Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel modi Modi Symbool Toelichting Deze modus geeft rij-informatie weer zoals de tripmeter, het Tripcomputer brandstofverbruik, enz. Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie. Turn By Turn Deze modus toont de status van het navigatiesysteem. (TBT) Deze modus geeft de status van de Bestuurder hulpsystemen Rijassistentie van de auto weer.
Pagina 122
Tripcomputer modus Master Waarschuwing modus OAC3069038TU OAC3069038TU OAC3063028TU OAC3063028TU De tripcomputermodus geeft de infor- Dit waarschuwingslampje informeert de matie weer met betrekking tot de rijpa- bestuurder over de volgende situaties. rameters, waaronder brandstofver- - Storing in Forward Collision-Avoidance bruik, dagteller en rijsnelheid. Assist (indien van toepassing) - Radar Forward...
Pagina 123
Instrumentenpaneel Modus Gebruikersinstellingen Instellingen beschikbaar na inscha- kelen parkeerrem Via deze modus kunt u de instellingen Deze waarschuwingsbericht wordt met betrekking tot het instrumentenpa- weergegeven wanneer u tijdens het rij- neel, de portieren, de verlichting, enz. den selecteren een item uit de modus wijzigen.
Pagina 124
1. Bestuurdershulp Toelichting Onderwerpen Om de eigenschappen van het Snelheidslimietsysteem in te stellen. • Selecteer land: Selecteert het land voor het Snelheidslimietsysteem. • Snelheidslimietmarge: Geeft een waarschuwing en past de ingestelde snelheid van het voertuig aan op basis van de huidige snelheidslimiet van de weg en de geselecteerde offset.
Pagina 125
Instrumentenpaneel 2. Instrumentenpaneel Onderwerpen Toelichting • Thema A Themaselectie • Thema B • Thema C Ruitenwissers-/ Om de ruitenwisser/verlichtingsmodus te activeren of te deactiveren. verlichting dis- Indien geactiveerd toont het instrumentenpaneel de geselecteerde ruitenwisser/ play verlichtingsmodus telkens als u de modus wijzigt. Verkeersborden Om de weergegeven verkeersborden in te stellen.
Pagina 126
4. Portier Onderwerpen Toelichting • Inschakelen op schakelen: Alle portieren worden automatisch vergrendeld als de versnellingshendel van de IVT/double clutch-transmissie wordt ver- plaatst van de stand P (Park-parkeren) naar de stand R (Reverse- Automatische achteruit), N (Neutraal) of D (Drive-rijden). (Alleen als de motor draait) vergrendeling •...
Pagina 127
Informatie Om het service-intervalmenu te gebruiken, raden wij u aan een officiële HYUNDAI-dealer te raadplegen. Als het service-intervalmenu geactiveerd is en het tijdstip en de afstand ingesteld zijn, worden er meldingen weergegeven in de volgende situaties, elke keer als het contact in stand ON gezet wordt.
Pagina 128
Eenheden Onderwerpen Toelichting Snelheidseenheid Om de snelheidseenheid te selecteren. (km/h, MPH) Temperatuureenheid Selecteren van de eenheid voor temperatuur. (°C, °F) Selecteren van de eenheid voor brandstofverbruik. (km/L, L/100km) Brandstofverbruik Eenheid 7. Taal (indien van toepassing) Onderwerpen Toelichting Kies de taal. U kunt de taal kiezen in het infotainment systeem. Taal (indien van toepassing) 8.
Pagina 129
Instrumentenpaneel Tripcomputer Tripmodi De boordcomputer voorziet de bestuur- Brandstofverbruik der via een display van informatie over de rit. • Gemiddeld Brandstofverbruik • Actueel Brandstofverbruik Informatie Bepaalde rij informatie die door de Cumulatieve informatie tripcomputer is opgeslagen (bijvoor- • Dagteller beeld de gemiddelde rijsnelheid) wordt gereset als de accu wordt losgekoppeld.
Pagina 130
Handmatig resetten Type A Type A Om het gemiddelde brandstofverbruik handmatig te wissen, druk langer dan 1 seconde op de [OK] knop op het stuur- wiel wanneer het gemiddelde brand- stofverbruik wordt weergegeven. Type B Type B Automatisch resetten gemiddelde brandstofver- bruik sinds het tanken automatisch OAC3063073TU...
Pagina 131
Instrumentenpaneel Cumulatieve informatie Ritinformatie OAC3063041TU OAC3063041TU OAC3063040TU OAC3063040TU Dit display toont de gereden afstand Dit display toont de totale gereden (1), het gemiddelde brandstofverbruik afstand (1), het totale gemiddelde (3) en de totale reisduur (2). brandstofverbruik (3) en de totale reis- duur (2).
Pagina 132
Transmissie Informatie (indien van toepassing) Er moet minimaal 300 m met de auto gereden zijn nadat het contact AAN gezet is voordat het gemiddelde brand- stofverbruik opnieuw wordt berekend. Digitale snelheidsmeter OAC3069029TU OAC3069029TU Deze modus geeft de temperatuur van geautomatiseerde handmatige transmissie weer.
Pagina 134
5. Handige functies Toegang tot uw auto ...................5-4 Afstandsbediening ..................5-4 Voorzorgsmaatregelen voor de afstandsbediening ........5-6 Smart Key ......................5-8 Voorzorgsmaatregelen voor de Smart Key ........... 5-11 Startblokkeersysteem ..................5-13 Portiersloten ..................... 5-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ......5-14 Portiersloten van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ......5-16 Portier vergrendel/ontgrendel-functies ............5-17 Kindersloten achterportieren ...............
Pagina 135
Ruitenwissers en ruitensproeiers ..............5-49 Ruitenwissers voor ..................5-49 Ruitensproeier voorruit ................5-50 Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ..........5-50 Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ........5-51 Verwarming en airconditioning ..............5-52 Werking van het systeem ................5-56 Onderhoudssysteem ..................5-57 Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ......... 5-60 Automatische verwarming en airconditioning..........
Pagina 136
5. Handige functies Audiobediening op stuurwiel ...............5-87 Audio / Video / Navigatiesysteem .............. 5-88 Bluetooth Draadloze technologie handsfree ..........5-89 ® Uitleg werking autoradio ................5-89 AUDIO (Zonder Touchscreen) ................5-93 Systeemindeling - bedieningspaneel ............5-93 Systeemindeling - Audiobediening op stuurwiel ........5-97 Het systeem in- of uitschakelen ..............
Pagina 137
Ontgrendelen OIB034040 OIB034040 Om te ontgrendelen: Uw HYUNDAI maakt gebruik van een 1. Druk op de portierontgrendelings- sleutel met afstandsbediening, die u knop (2) op de afstandsbediening. kunt gebruiken om een portier (en de 2. De portieren ontgrendeld. De alarm- achterklep) te vergrendelen of ontgren- knipperlichten knipperen twee keer.
Pagina 138
Mechanische sleutel Informatie Type A Type A • Na het openen van de achterklep, zal de achterklep automatisch vergren- delen. • Op de toets staat “HOLD” (inge- drukt houden) om aan te geven dat u de toets moet indrukken en inge- drukt moet houden.
Pagina 139
Als u een probleem hebt met de afstandsbediening, adviseren we u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. Wanneer de sleutel met afstandsbedie- ning zich erg dicht bij uw mobiele tele- foon of smartphone bevindt, kan het...
Pagina 140
Vervangen van batterij Type B Als de sleutel met afstandsbediening niet goed werkt, probeer de batterij te vervangen door een nieuwe. Type A OAEPH059696C OAEPH059696C Type batterij: CR2032 Om de batterij te vervangen: 1. Plaats een smal stukje gereedschap in de opening en wrik de deksel. 2.
Pagina 141
'Convenience > Welcome mir- OAC3053069TU OAC3053069TU ror > On door unlock of On driver Uw HYUNDAI maakt gebruik van een approach' is geselecteerd in de sleutel met afstandsbediening, die u gebruikersinstellingen op het instru- kunt gebruiken om een portier (en de...
Pagina 142
Als u op de knop aan de buitenkant van Ontgrendelen de portiergrepen drukt, zullen in de onderstaande gevallen de portieren niet worden vergrendeld en zal de waarschuwingszoemer drie seconden klinken: • De Smart Key bevindt zich in de auto. • De Engine Start/Stop knop staat in de stand ACC of ON.
Pagina 143
Handige functies Ontgrendelen van de achterklep Starten Om te ontgrendelen: U kunt de motor starten zonder de sleu- tel in het contactslot te plaatsen. Zie 1. Neem de smart key mee. voor meer informatie "Engine Start/ 2. Druk langer dan een seconde op de Stop-knop "...
Pagina 144
HYUNDAI-dealer brengt of de auto afstand is tussen beide apparaten. sleept, indien nodig. Informatie...
Pagina 145
3. Plaats het deksel aan de achterzijde van de Smart Key. Als u vermoedt dat uw Smart Key scha- de kan opgelopen hebben, of u voelt dat uw Smart Key niet goed werkt, is het raadzaam contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer 5-12...
Pagina 146
Als het systeem nog steeds de code van de sleutel niet herkent, is het raad- zaam contact op te nemen met uw HYUNDAI-dealer. Probeer niet om dit systeem te wijzigen of er andere apparaten aan toe te voe- gen. Dit kan elektrische problemen ver- oorzaken die uw auto onbruikbaar kun- nen maken.
Pagina 147
Handige functies PORTIERSLOTEN Portiersloten van buitenaf Trek de portiergreep na het ontgrende- len omhoog om de portier te openen. vergrendelen/ontgrendelen Druk de portier met de hand dicht om Mechanische sleutel het te sluiten. Zorg ervoor dat de portie- Afstandsbediening Afstandsbediening ren goed dicht zitten.
Pagina 148
Afstandsbediening Smart Key OIB034040 OIB034040 OAC3059004TU OAC3059004TU Om de portieren te vergrendelen, druk op de portiervergrendelingknop (1) op de sleutel met afstandsbediening. Om de portieren te openen, druk op de portierontgrendelingsknop (2) op de sleutel met afstandsbediening. Trek de portiergreep na het ontgrende- len omhoog om de portier te openen.
Pagina 149
Handige functies Met schakelaar Informatie portiervergrendeling • In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portier- mechanismen mogelijk niet door bevriezingsverschijnselen. • Als de portier een aantal keren snel achter elkaar wordt vergrendeld en weer ontgrendeld, ofwel met de sleu- tel ofwel met de schakelaar portier- vergrendeling, zal de werking van het systeem tijdelijk worden onder-...
Pagina 150
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Laat ouderen, kinderen en huisdie- Het openen van een portier als ren nooit zonder toezicht achter in iemand of iets de auto nadert, kan de auto. Een afgesloten auto kan schade of letsel veroorzaken. Let bij binnenin erg warm worden, waar- het openen van portieren goed op of door achtergelaten ouderen, kinde- er geen ander verkeer aankomt.
Pagina 151
Handige functies Kindersloten achterportieren Het vergrendelen van de deur (indien van toepassing) in geval van nood OAC3053060TU OAC3053060TU OAC3053061TU OAC3053061TU Het kinderslot zorgt ervoor dat kinderen In geval van nood (lege batterij, enz.) de achterportieren niet per ongeluk van kunt u de deur handmatig vergrendelen binnenuit kunnen openen.
Pagina 152
WAARSCHUWING VOOR DE ANTIDIEFSTALSYSTEEM Dit systeem helpt uw auto en waarde- volle spullen te beschermen. De claxon Waarschuwing voor de achterpassa- zal klinken en de alarmknipperlichten gier voorkomt dat de bestuurder een knipperen onafgebroken als een van de passagier op de achterstoelen laat zit- volgende situaties zich voordoet: ten.
Pagina 153
30 seconden, zal het systeem weer ingeschakeld worden. WAARSCHUWING Wij adviseren u de service met betrekking tot het inbraakalarmsys- teem door een officiële HYUNDAI- dealer laten voeren. Willekeurige wijziging of aanpassing van het inbraakalarmsysteem kan een storing veroorzaken.
Pagina 154
Wij adviseren u om een vreemd geluid te horen zijn. uw auto naar een officiële HYUNDAI- Wanneer de temperatuur stijgt, zal dealer of naar een servicestation te het geluid verdwijnen. Dit is een nor- brengen en het systeem zo snel maal verschijnsel.
Pagina 155
Handige functies Kantelbesturing / Telescoopbesturing WAARSCHUWING Stel het stuurwiel NOOIT af tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ongevallen en letsel kun- nen worden veroorzaakt. OAC3053009TU OAC3053009TU De hoek en hoogte van het stuurwiel Informatie wijzigen: Na afstelling zal de ontgrendelingshen-...
Pagina 156
Stuurwielverwarming Claxon (indien van toepassing) OAC3043006TU OAC3043006TU OAC3059010TU OAC3059010TU Om te claxonneren, drukt u het gedeel- te van het stuurwiel bij het claxonsym- Wanneer het contactslot in de AAN- bool (zie afbeelding). De claxon wordt positie staat of wanneer de motor alleen bediend wanneer op dit gedeelte draait, drukt u op de verwarmingsstuur- wordt gedrukt.
Pagina 157
Handige functies SPIEGELS Binnenspiegel Binnenspiegel met dag-/ nachtstand Stel de binnenspiegel zo af dat u in het (indien van toepassing) midden van de spiegel het midden van de achterruit ziet voordat u gaat rijden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de lijn van uw zicht niet wordt belemmerd.
Pagina 158
Buitenspiegel WAARSCHUWING Verstel de buitenspiegels niet en klap ze ook niet in tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controle over de auto verliezen waardoor een onge- luk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn. AANWIJZING • Gebruik geen krabber om de spie- OAI3059018 OAI3059018 gel ijsvrij te maken;...
Pagina 159
Handige functies Het instellen van de AANWIJZING buitenspiegels: • De spiegels stoppen hun bewe- ging als de maximale stelhoek bereikt is. De stelmotor blijft ech- ter draaien zolang de schakelaar ingedrukt blijft. Houd de schake- laar niet langer ingedrukt dan nodig om te voorkomen dat de stelmotor beschadigd wordt.
Pagina 160
OAC3053117TU OAC3053117TU Elektrisch De buitenspiegel kan worden in- of uit- geklapt door de schakelaar in te druk- ken. AANWIJZING De elektrische buitenspiegel werkt ook als het contactslot in de stand LOCK/OFF-positie. Stel om te voor- komen dat de accu leegraakt, de spiegels niet langer dan noodzake- lijk af als de motor niet loopt.
Pagina 162
Om de ruiten te kunnen sluiten of ope- Ruiten openen en sluiten (indien nen, moet het contact in stand ON van toepassing) staan. Leder portier is voorzien van een schakelaar voor de bediening van de desbetreffende ruit. De bestuurder heeft een schakelaar voor de vergren- deling van de elektrische ruiten, die de bediening van de ramen van de achter- passagier kan blokkeren.
Pagina 163
Als de elektrisch bedienbare ruiten na het resetten niet goed werken, raden Informatie we u aan het systeem te laten controle- ren door een officiële HYUNDAI-dealer. De automatische reverse functie is alleen actief wanneer de "auto-up"- functie wordt gebruikt door het volle-...
Pagina 164
Blokkeerschakelaar WAARSCHUWING ruitbediening • Laat kinderen NOOIT zonder toe- zicht achter met de contactsleutel in de auto als de motor draait. • Laat een kind NOOIT zonder toe- zicht achter in de auto. Ook zeer jonge kinderen kunnen per onge- luk de auto in beweging zetten, bekneld raken tussen de portier- ruiten of zichzelf of anderen letsel...
Pagina 165
Handige functies EXTERIEUR Motorkap Openen van motorkap OAC3059019TU OAC3059019TU 4. Trek de stang uit de motorkap. 5. Ondersteun de motorkap met de OAC3059017TU OAC3059017TU steun. 1. Zorg ervoor dat de versnellingshen- del in stand N (Neutraal, bij een auto met geautomatiseerde handmatige Sluiten van motorkap transmissie) of de eerste versnelling 1.
Pagina 166
Achterklep WAARSCHUWING Open van de achterklep • Controleer altijd nogmaals o de motorkap goed is vergrendeld alvorens met de auto te gaan rij- den. • Voer daarna een dubbele controle uit om er zeker van te zijn dat de kap beveiligd is. Controleer of er geen waarschuwingslampje voor een open kap oplicht of een bericht weergegeven wordt op het instru-...
Pagina 167
Handige functies AANWIJZING WAARSCHUWING Controleer of de achterklep gesloten Uitlaatgassen is voordat u met de auto gaat rijden. Als u met een geopende achterklep Er kan schade ontstaan aan de gas- rijdt, worden gevaarlijke uitlaatgas- veren van de achterklep en de beves- sen in het interieur gezogen, het- tigingsmaterialen, als u de achter- geen kan leiden tot ernstig letsel.
Pagina 168
WAARSCHUWING OAC3059053TU OAC3059053TU 3. Open de tankdopklep (1) volledig. OAC3059062TU OAC3059062TU 4. Draai de tankdop (2) linksom om Houdt het onderdeel dat de achter- deze te verwijderen. U kan een sis- klep ondersteunt (de gasveer) niet send geluid horen als de druk binnen vast.
Pagina 169
Handige functies Sluiten van de tankdopklep • Stap niet in de auto nadat u begon- nen bent met tanken. U kunt stati- 1. Plaats de tankdopklep, terug en sche elektriciteit opwekken door draai hem rechtsom totdat deze klikt. het aanraken, wrijven of schuiven 2.
Pagina 170
• Indien vervanging van de tankdop rand, dit kan leiden tot het morsen nodig is, gebruik een originele van benzine. HYUNDAI dop voor uw voertuig. • Als er tijdens het tanken brand uit- Een verkeerde tankdop kan een breekt, verlaat dan onmiddellijk de...
Pagina 171
Handige functies VERLICHTING Exterieurverlichting Bediening verlichting OAC3059024TU OAC3059024TU Automatische verlichting (indien van toepassing) OAC3059022TU OAC3059022TU Als de lichtschakelaar in stand AUTO Draai, om de verlichting te bedienen, staat, worden het parkeerlicht (positie) de knop op het uiteinde van de com- en de koplampen automatisch in- of uit- bischakelaar naar een van de volgende geschakeld, afhankelijk van hoe donker...
Pagina 172
Grootlicht OHCR046344 OHCR046344 Parkeerlicht ( OHCR046346 OHCR046346 Druk de combischakelaar van u af om Het parkeerlicht, de kentekenplaatver- het grootlicht in te schakelen. lichting en instrumentenpaneelverlich- Het controlelampje voor het grootlicht ting gaan aan. gaat branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld. Trek de hendel naar u toe om het groot- licht uit te schakelen.
Pagina 173
Handige functies Richtingaanwijzers Mistlampen voor (indien van toe- passing) OHCR046350 OHCR046350 OHCR046362 OHCR046362 Als u richting wilt aangeven, beweeg de hendel dan omlaag als u links afslaat De mistlampen dienen voor een beter en omhoog als u rechts afslaat, in stand zicht en ter voorkoming van ongevallen (A).
Pagina 174
Mistachterlicht Energiebesparingsfunctie (indien van toepassing) Deze functie voorkomt dat de accu ont- laden raakt. Het systeem schakelt auto- matisch de parkeerlichten uit wanneer de bestuurder de motor uitschakelt en het bestuurdersportier opent. De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker langs de kant van de weg geparkeerd wordt.
Pagina 175
Handige functies AANWIJZING Koplampverstelling Als de bestuurder de auto verlaat via een ander portier dan het bestuur- dersportier, werkt de energiebespa- ringsfunctie niet en worden de fol- home-functie niet automatisch uitgeschakeld. Hierdoor zal de accu ontladen raken. Schakel om ontlading van de accu te voorkomen voordat u de auto verlaat de koplampen handmatig uit met de koplampschakelaar.
Pagina 176
Statische verlichting van de Low Interieurverlichting Beam Assist (indien van toepassing) AANWIJZING Wanneer u door een bocht rijdt, wordt Laat de interieurverlichting niet te de statische verlichting van de Low lang branden als de motor niet draait Beam Assist links of rechts automatisch of zal de accu ontladen raken.
Pagina 177
Handige functies Interieurverlichting voor Verlichting bagageruimte OAC3059063TU OAC3059063TU OAC3053029TU OAC3053029TU De bagageruimteverlichting gaat bran- : De voorste of achterste comparti- den zodra de achterklep geopend mentverlichting gaat branden wordt. wanneer de voorste of achterste portieren worden geopend of de motor nu loopt of niet. Als de deu- AANWIJZING ren met Afstandsbediening of Smart Key worden ontgrendeld,...
Pagina 178
Voetlicht OAC3053115TU OAC3053115TU Voetlicht (A): De lamp gaat aan wan- neer een deur wordt geopend en gaat uit wanneer de deur wordt gesloten 5-45...
Pagina 179
Handige functies AANWIJZING • Houd de frontcamera altijd in goede conditie om de optimale prestaties van High Beam Assist te behouden. • Zie voor meer informatie over de voorzorgsmaatregelen frontcamera het gedeelte "Forward Collision-Avoidance Assist (FCA)" in hoofdstuk 7. OAC3059025TU OAC3059025TU High Beam Assist schakelt automatisch Instellingen voor High Beam...
Pagina 180
Werking van de High Beam • Wanneer High Beam Assist actief is, functioneert het systeem als volgt Assist wanneer de hendel of schakelaar Weergave en controle voor de koplampen wordt gebruikt: • Nadat u High Beam Assist heeft - Als u de hendel voor de koplampen geselecteerd in het Instellingenmenu, naar zich toe trekt wanneer het werkt High Beam Assist zoals hieron-...
Pagina 181
We adviseren u de auto te sneeuw of water op de weg, of con- laten controleren door een officiële dens in de lamp, enz. HYUNDAI-dealer. Informatie Beperkingen van de HBA (High Beam Assist) Zie voor meer informatie over de beper-...
Pagina 182
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS Voor Voor Ruitenwissers voor De werking is als volgt als het contact in stand ON staat. MIST ( ): Voor een enkele wiscyclus, duw de hendel omhoog en laat los. De ruitenwissers zullen blijven werken zolang de combischakelaar in deze stand wordt gehou- den.
Pagina 183
Handige functies Ruitensproeier voorruit • Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen om beschadiging van de ruitenwisser- armen en van andere onderdelen te voorkomen. • Gebruik om mogelijke schade aan het ruitenwisser- en ruitensproei- ersysteem te voorkomen in de win- ter of bij lage buitentemperaturen speciale ruitensproeiervloeistof.
Pagina 184
OAI3059100L OAI3059100L 1. Temperatuurregelknop 5. Toets A/C (Airco) (indien van toepassing) 2. Aanjagerknop 6. Toets achterruitverwarming 3. Luchtcirculatietoets (indien van toepassing) 4. Toets A/C (stand recirculatie of stand buiten- lucht) 5-51...
Pagina 185
Handige functies Verwarming en airconditioning 3. Stel de temperatuur in op de gewens- te waarde. 1. Start de motor. 4. Stel de luchttoevoerbediening in op 2. Zet de luchtcirculatietoets in de koud. gewenste stand. 5. Zet de aanjager op de gewenste Voor een effectieve verwarming en snelheid.
Pagina 186
Stand Floor/Defrost (A, C, D) De meeste lucht stroomt naar de vloer en de voorruit een klein gedeelte stroomt door de zijruitontwaseming en de uitstroomopeningen opzij. OAC3059101TU OAC3059101TU Stand Defrost (A, D) De luchtcirculatietoets regelt de circula- tie van de lucht door het ventilatiesys- De meeste lucht stroomt naar de voor- teem.
Pagina 187
Handige functies Luchttoevoertoets OAC3053103TU OAC3053103TU Uitstroomopeningen dashboard OAC3059104TU OAC3059104TU De luchtstroom uit de uitstroomopening De luchtinlaatregelknop wordt gebruikt van het dashboard kan naar boven/ om de koude lucht- (buitenlucht) of de beneden gericht worden of naar links/ recirculatiemodus (cabinelucht) rechts door de hendel te gebruiken. selecteren.
Pagina 188
Aanjagerschakelaar Informatie Het wordt geadviseerd het systeem voornamelijk in de koude buitenlucht te gebruiken. Gebruik recirculatie alleen tijdelijk wanneer dat nodig is. Door langdurig gebruik van de ver- warming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, kan de voorruit beslaan.
Pagina 189
2. Stel de luchttoevoerbediening in op ratuur in te stellen. koud. 3. Stel de temperatuur in op de gewens- Airconditioning te waarde. HYUNDAI-airconditioningssystemen 4. Zet de aanjager op de gewenste zijn gevuld met koudemiddel R-134a of snelheid. R-1234yf. 1. Start de motor.
Pagina 190
• Schakel de airconditioning iedere Informatie maand enkele minuten in om het sys- • Houd de temperatuurmeter nauw- teem in een optimale staat te houden. lettend in de gaten wanneer de air- • Na gebruik van de airconditioning conditioning wordt gebruikt als u kan onder de rechterzijde van de lange hellingen oprijdt of als u in auto een plas heldere vloeistof gelekt...
Pagina 191
Handige functies AANWIJZING Wij raden aan dat de luchtfilter van de klimaatcontrole vervangen wordt door Het is belangrijk het systeem bij te een officiële HYUNDAI-dealer. Als er vullen met de juiste soort en hoe- onder ongunstige omstandigheden veelheid olie koudemiddel.
Pagina 192
Voorbeeld Voorbeeld WAARSCHUWING • Type A • Type A Auto's uitgerust met R-1234yf Omdat het koudemiddel licht ontvlambaar is en onder zeer hoge druk staat, onderhoud aan het airconditionings- systeem alleen worden uitgevoerd door geschoolde en gecertifi- OHYK059004 OHYK059004 ceerde technici. Het is •...
Pagina 193
Handige functies OAC3059106TU OAC3059106TU 1. Aanjagerknop 6. Toets voorruitontwaseming 2. A/C (Airconditioning) Toets 7. Toets OFF 3. Stand recirculatie/ Stand buitenlucht 8. Temperatuurregelknop 4. Luchtcirculatietoets 9. Toets AUTO (automatische regeling) 5. Achterruitverwarming toets 10. Verwarmings- en ventilatie display (indien van toepassing) 5-60...
Pagina 194
Automatische verwarming en scherm weergegeven.) airconditioning - Regeling ventilatorsnelheid De geselecteerde functie wordt handmatig bediend terwijl de ande- re functies automatisch werken. • Voor uw gemak kunt u de toets AUTO gebruiken en de tempera- tuur instellen op 22°C. OAC3059113TU OAC3059113TU 1.
Pagina 195
Handige functies Handmatig bediende verwar- 3. Stel de temperatuur in op de gewens- te waarde. ming en airconditioning 4. Stel de luchttoevoerbediening in op Het verwarmings- en ventilatiesysteem koud. kan ook handmatig geregeld worden met drukknoppen dan de toets AUTO. 5.
Pagina 196
Floor & Defrost (A, C, D) De meeste lucht stroomt naar de vloer en de voorruit een klein gedeelte stroomt door de zijruitontwaseming. OAC3059109TU OAC3059109TU De luchtcirculatietoets regelt de circula- tie van de lucht door het ventilatiesys- teem. De uitstroomrichting wordt als volgt geregeld: OAC3059110TU OAC3059110TU...
Pagina 197
Handige functies Temperatuurregelknop Luchttoevoertoets OAC3059114TU OAC3059114TU OAC3059111TU OAC3059111TU De temperatuur zal toenemen door de Hiermee kan de stand BUITENLUCHT knop naar rechts te draaien. of de stand RECIRCULATIE worden gekozen. De temperatuur zal verlagen door de knop naar links te draaien. Druk op de desbetreffende toets om de stand van de luchttoevoer te wijzigen.
Pagina 198
Aanjagerschakelaar Informatie Het wordt geadviseerd het systeem voornamelijk in de koude buitenlucht te gebruiken. Gebruik recirculatie alleen tijdelijk wanneer dat nodig is. Door langdurig gebruik van de ver- warming in de recirculatiemodus en zonder de airco aan, kan de voorruit beslaan.
Pagina 199
Handige functies Airconditioning Werking van het systeem Ventilatie 1. Selecteer de gezichtsniveau modus. 2. Stel de luchttoevoerbediening in op koud. 3. Stel de temperatuur in op de gewens- te waarde. 4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. OAC3059107TU OAC3059107TU Druk op de toets A/C handmatig om de Verwarmen airconditioning in te schakelen (het...
Pagina 200
Door het gebruik van het airconditioningssysteem kan de motor oververhit raken. Blijf de aan- Airconditioning jager gebruiken en schakel het air- HYUNDAI-airconditioningssystemen conditioningssysteem uit wanneer de zijn gevuld met koudemiddel R-134a of temperatuurmeter aangeeft dat de R-1234yf. motor oververhit raakt.
Pagina 201
In dit geval raden we u aan het luchtfil- kan onder de rechterzijde van de ter van de klimaatregeling te laten ver- auto een plas heldere vloeistof gelekt vangen door een officiële HYUNDAI- zijn. Dit is een normaal verschijnsel dealer. tijdens de werking van het systeem.
Pagina 202
Omdat het koudemiddel Daarom adviseren we u het systeem te licht ontvlambaar is en laten controleren door een officiële onder zeer hoge druk HYUNDAI-dealer als het systeem niet staat, onderhoud normaal werkt. aan het airconditionings- systeem alleen worden uitgevoerd...
Pagina 203
Handige functies Voorbeeld Voorbeeld • Type A • Type A OHYK059004 OHYK059004 OAC3013020TU OAC3013020TU • Type B • Type B Sticker koudemiddel airconditioning (indien van toepassing) Op het label aan de binnenzijde van de motorkap staat welk type koudemiddel wordt gebruikt voor de airconditioning in uw auto.
Pagina 204
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN • Stel voor maximale ontdooiing de WAARSCHUWING temperatuurregelknop in op de hoog- Voorruitverwarming ste temperatuurinstelling (helemaal naar rechts gedraaid) en de ventila- Gebruik de standen niet torsnelheidsregeling op de hoogste in combinatie met koelen bij een stand.
Pagina 205
Handige functies Automatisch verwarmings- en Buitenzijde voorruit ontdooien ventilatiesysteem Binnenzijde voorruit ontwase- OAI3059109I OAI3059109I 1. Zet de aanjager in de hoogste stand. 2. Stel de temperatuur in op maximaal OAI3059108I OAI3059108I (HI). 1. Stel de gewenste aanjagersnelheid 3. Druk op de toets voorruitontwase- ming ( 2.
Pagina 206
Ontwaseming Achterruitverwarming Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem AANWIJZING Gebruik om beschadiging van de verwarmingsdraden te voorkomen nooit scherpe voorwerpen of reini- gingsmiddelen schurende bestanddelen om de achterruit te rei- nigen. OAI3059102 OAI3059102 Informatie Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem Zie "Voorruit ontdooien en ontwase- men"...
Pagina 207
Handige functies OPBERGVAK Opbergvak middenconsole WAARSCHUWING Bewaar geen aanstekers of andere brandbare of explosieve materialen in de auto. Deze kunnen ontploffen of vlam vatten wanneer de auto gedurende lange tijd blootgesteld staat aan hoge temperaturen. WAARSCHUWING Houd ALTIJD de deksels van de OAC3059041TU OAC3059041TU opbergvakken tijdens het rijden...
Pagina 208
Dashboardkastje Opbergvak OAC3059042TU OAC3059042TU OAC3059052TU OAC3059052TU Het dashboardkastje gaat automatisch WAARSCHUWING als er aan de hendel getrokken wordt. Sluit het dashboardkastje na gebruik. Plaats geen zware, scherpe of breek- bare objecten in het opbergvak. Andere voorwerpen kunnen bij een WAARSCHUWING aanrijding of een noodstop uit het opbergvak worden geslingerd, waar- Sluit ALTIJD het dashboardkastje na...
Pagina 209
Handige functies OVERIGE VOORZIENINGEN Asbak (indien van toepassing) Bekerhouder (indien van toepassing) OIB044025 OIB044025 Open het deksel om de asbak te gebrui- OAC3059043TU OAC3059043TU ken. In de bekerhouders kunnen bekers en blikjes frisdrank worden geplaatst. Trek de asbak omhoog om hem te ver- wijderen en hem leeg of schoon te kun- WAARSCHUWING nen maken.
Pagina 210
AANWIJZING De make-up spiegel kunt u gebruiken door de zonneklep (4) te openen. • Houd uw drankjes gesloten tijdens het rijden om zo het morsen van Sluit het afdekkapje van de makeup- uw drankje te voorkomen. Als er spiegel goed en klap de zonneklep vloeistof gemorst is, kan deze in omhoog na gebruik.
Pagina 211
Handige functies Aansluiting AANWIJZING Om schade aan de aansluiting te voorkomen: • Gebruik de 12 V-aansluiting alleen als de motor draait en verwijder de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Het gebruik van de 12 V-aansluiting gedurende lan- gere tijd als de motor niet draait, kan ertoe leiden dat de accu te ver ontladen raakt.
Pagina 212
USB-lader • Een smartphone of een tablet-pc, die een andere oplaadmethode gebruikt, Voorstoel Voorstoel kan mogelijk niet correct opgeladen zijn. Gebruik in dit geval een exclu- sieve lader van uw apparaat. • De oplaadterminal is alleen om een apparaat op te laden. Gebruik de oplaadterminal niet om ofwel een audio in te schakelen of om media af te spelen op de Infotainmentsysteem.
Pagina 213
Handige functies Draadloos laadsysteem Opladen van een mobiele telefoon mobiele telefoon (indien van toepassing) draadloze laadsysteem voor mobiele telefoons kan alleen mobiele telefoons die compatibel zijn met de Qi-standaard ( ) opladen. Raadpleeg de sticker op de batterij van uw mobiele telefoon of ga naar de website van de fabrikant van uw mobiele telefoon om te zien of uw mobiele telefoon de...
Pagina 214
Als uw mobiele telefoon niet wordt AANWIJZING geladen: • Het draadloze laadsysteem voor - Verander de positie van de mobiele mobiele telefoons ondersteunt telefoon op de laadunit iets. bepaalde mobiele telefoons die - Controleer of het controlelampje niet compatibel zijn oranje is.
Pagina 215
Handige functies • Bij bepaalde mobiele telefoon met Klok een eigen beveiliging neemt de draadloze-laadsnelheid mogelijk WAARSCHUWING af en wordt het draadloze laden mogelijk onderbroken. Probeer nooit de klok tijdens het rij- den te verstellen. Als u dat wel doet, •...
Pagina 216
Bevestigingspunt (EN) WAARSCHUWING vloermat (indien van toepassing) OJS048057 OJS048057 Hang geen andere voorwerpen zoals OAC3059049TU OAC3059049TU hangers of harde voorwerpen op Gebruik ALTIJD de vloermatankers om dan kleding. Plaats ook geen zware, de voorste vloermatten aan de auto te scherpe of breekbare voorwerpen in bevestigen.
Pagina 217
Om te voorkomen dat de vloermat de bediening van de pedalen belem- mert, adviseert HYUNDAI vloermat- ten van HYUNDAI te plaatsen die ontworpen zijn voor gebruik in uw OAC3059055TU OAC3059055TU auto.
Pagina 218
Afdekscherm bagageruimte (indien van toepassing) OAC3059056TU OAC3059056TU Gebruik de afdekscherm om te voorko- men dat de bagage in de bagageruimte van buitenaf zichtbaar is. Het afdekscherm kan worden opgerold of uitgenomen. WAARSCHUWING • Plaats niets op de afdekscherm bagageruimte. Dergelijke voorwer- pen kunnen bij een ongeval of remmen door de auto geslingerd worden en inzittenden verwonden.
Pagina 219
AANWIJZING bare apparaat. Installatie alternatieve antenne kan leiden tot lekkage, windgeruis, rammelen en slechte werking van de radio. Wij raden u aan om de antenne te gebruiken die verkrijgbaar is bij een officiële HYUNDAI-dealer. 5-86...
Pagina 220
Als u dus een originele of andere radio wilt aansluiten voor het beluisteren van radiostations, raden wij u aan om de voedingskabel te gebruiken die ver- krijgbaar is bij een officiële HYUNDAI- dealer. OAC3053065TU OAC3053065TU Type B...
Pagina 221
Handige functies VOLUME ( ) (1) MODE ( ) (3) • Druk op de (+)-schakelaar om het Druk op de toets MODE om radio/ volume te verhogen. media/Bluetooth Audio, enz. te selecte- ren. • Druk op de (-)-schakelaar om het volume te verlagen.
Pagina 222
® Bluetooth Wireless De werking van een autoradio Technology hands-free FM-ontvangst (indien van toepassing) OJF045308L OJF045308L OAC3053068TU OAC3053068TU AM en FM radiosignalen worden door het radiostation uitgezonden. Deze sig- nalen worden ontvangen door de radio- antenne op het spatscherm van uw wagen.
Pagina 223
Handige functies AM (MW, LW)-ontvangst FM radiostation OJF045309L OJF045309L OJF045310L OJF045310L In het algemeen is de ontvangst van FM signalen worden met een hoge fre- AM signalen beter dan van FM signa- quentie uitgezonden en volgen hierbij len. Dit komt doordat AM radiogolven niet het aardoppervlak.
Pagina 224
JBM004 JBM004 OJF045311L OJF045311L • Vervorming - Tijdens het rijden kan • Radiostation Wisselen - Bij het zwak- de afstand ten opzichte van het radio- ker worden van het FM signaal is het station gewijzigd worden, het signaal mogelijk dat het signaal van een nabij wordt zwakker en er treedt vervor- gelegen, krachtige zender op dezelf- ming op.
Pagina 225
Handige functies Gebruik van een mobiele telefoon of radiozender Bij gebruik van een mobiele telefoon in de auto kan de audio apparatuur sto- rende geluiden voortbrengen. Dit bete- kent niet dat er iets verkeerd is met de audioapparatuur. In dat geval moet de mobiele telefoon op een zo groot moge- lijke afstand van de audioapparatuur worden gebruikt.
Pagina 226
Systeemindeling - bedieningspaneel Type A Type A (1) Toets RADIO (3) Toets FAV • Druk hierop om het selectievenster • Tijdens het luisteren naar de radio, voor de radiomodus weer te geven. drukt u op de knop om naar de vol- gende pagina van de voorkeuzelijst •...
Pagina 227
Handige functies Type A Type A (6) Toets MENU/Toets CLOCK (8) Nummerknoppen (1 RPT~ 4 BACK) • Druk op de knop om naar het menus- cherm voor de huidige modus te • Tijdens het luisteren naar de radio, gaan. drukt u op de knop om te luisteren naar een radiozender.
Pagina 228
Type B Type B (met Bluetooth Wireless Technology) ® (1) Toets AUDIO (3) Toets FAV • Druk hierop om het radio-/media • Tijdens het luisteren naar de radio, modusselectievenster weer te geven. drukt u op de knop om naar de vol- gende pagina van de voorkeuzelijst •...
Pagina 229
Handige functies Type B Type B (met Bluetooth Wireless Technology) ® (6) Toets MENU/Toets CLOCK (8) Nummerknoppen (1 RPT~ 4 BACK) • Druk op de knop om naar het menus- cherm voor de huidige modus te • Tijdens het luisteren naar de radio, gaan.
Pagina 230
Systeemindeling - naar de vorige/volgende opgeslagen radiozender. Audiobediening op stuurwiel • Tijdens het luisteren naar de radio, druk en houd de knop ingedrukt om naar een zender te zoeken. • Tijdens het afspelen van media, druk en houd de knop ingedrukt om terug- of snel vooruit te spoelen (uitgezon- derd voor de Bluetooth-audiomodus*).
Pagina 231
• Stop eerst uw voertuig voordat u AANWIJZING uw mobiele telefoon gebruikt. Het gebruik van een mobiele telefoon Fabrikant: HYUNDAI MOBIS Co., Ltd. tijdens het rijden kan leiden tot een 203, Teheran-ro, Gangnam-gu, Seoul, verkeersongeval. Gebruik indien 06141, Korea...
Pagina 232
Het systeem in- of uitschakelen Informatie - Over het omgaan Start de motor om de radio in te scha- met het systeem kelen. • Oefen geen overmatige kracht uit op • Als u het systeem tijdens het rijden het systeem. Overmatige druk op het niet wilt gebruiken, kunt u het sys- scherm kan het LCD-paneel of het teem uitschakelen door op de knop...
Pagina 233
Handige functies Het display in- of uitschakelen Ongenummerde items Draai de knop [TUNE] om het gewens- Om verblinding te voorkomen, kunt u te item te selecteren en druk vervol- het scherm uitschakelen. Het scherm gens de knop in. kan alleen worden uitgeschakeld als het systeem is ingeschakeld.
Pagina 234
RADIO De radio inschakelen - Equalizer (Toon): Pas het uitvoer- niveau aan voor elke geluidstoon 1. Op het bedieningspaneel, drukt u op modus. de gewenste [RADIO] / [AUDIO] toets. - Snelheidsafhankelijke volumere- geling.: Stel het volume in dat 2. Wanneer het modusselectievenster automatisch moet worden aange- wordt weergegeven, draai de knop past aan uw rijsnelheid.
Pagina 235
Handige functies - Equalizer (Toon): Pas het uitvoer- FM/AM-modus (Met RDS) niveau aan voor elke geluidstoon modus. - Snelheidsafhankelijke volumere- geling.: Stel het volume in dat automatisch moet worden aange- past aan uw rijsnelheid. (indien van toepassing) (1) Ingeschakelde radiomodus (2) Informatie over de radiozender AANWIJZING (3) Voorkeuzelijst...
Pagina 236
- Equalizer (Toon): Pas het uitvoer- DAB-MODUS niveau aan voor elke geluidstoon modus. - Snelheidsafhankelijke volumere- geling.: Stel het volume in dat automatisch moet worden aange- past aan uw rijsnelheid. (indien van toepassing) (1) Ingeschakelde radiomodus (2) Informatie over de radiozender AANWIJZING (3) Voorkeuzelijst •...
Pagina 237
Handige functies De radiomodus wijzigen Scannen voor beschikbare radiozenders 1. Op het bedieningspaneel, drukt u op de gewenste [RADIO] / [AUDIO] U kunt een paar seconden naar elke toets. radiozender luisteren om de ontvangst te testen en degene die u wenst te 2.
Pagina 238
Radiozenders opslaan Luisteren naar opgeslagen radiozenders U kunt uw favoriete radiozenders opslaan en ernaar luisteren door ze te FM / AM-modus selecteren uit de voorkeuzelijst. 1. Bevestig het voorkeuzenummer voor de radiozender waarnaar u wilt luis- teren. De huidige radiozender opslaan •...
Pagina 239
Handige functies MEDIASPELER Gebruik van de mediaspeler • Afhankelijk van de voertuigmodel- len en specificaties, kunnen de U kunt muziek afspelen die is opgesla- beschikbare toetspen of het uiter- gen op verschillende media-opslagap- lijk en de indeling van de USB- paraten, zoals USB-opslagapparaten, poort in uw voertuig variëren.
Pagina 240
AANWIJZING • Afhankelijk van de voertuigmodel- len of specificaties, kunnen de beschikbare opties variëren. • Afhankelijk van de systeem- of ver- sterkerspecificaties die op uw voer- tuig worden toegepast, kunnen de (1) Huidig bestandsnummer en totaal beschikbare opties variëren. aantal bestanden (2) Afspeeltijd •...
Pagina 241
Handige functies Herstarten van het huidige eenkomstige moduspictogram op het afspelen scherm worden weergegeven. Druk op de knop [< SEEK] op het AANWIJZING bedieningspaneel nadat het nummer gedurende 2 seconden is afgespeeld. Afhankelijk verbonden Bluetooth-apparaat of mobiele tele- • U kunt ook de omhoogschakelaar op foon worden RPT &...
Pagina 242
• Gebruik het USB-apparaat niet voor andere doeleinden dan het afspelen Verbinding maken met van muziekbestanden. Het gebruik Bluetooth-apparaten van USB-accessoires voor opladen of Bluetooth is een draadloze netwerktech- verwarmen kan slechte prestaties of nologie met een kort bereik. Via Bluetooth een systeemstoring veroorzaken.
Pagina 243
Handige functies • Als de Bluetooth-verbinding niet • Controleer de Bluetooth-naam van stabiel is, volgt u deze stappen om het systeem, die wordt weergege- het opnieuw te proberen. ven in het nieuwe pop-upvenster 1. Deactiveer Bluetooth en reacti- voor registratie op het systeem- veer apparaat.
Pagina 244
AANWIJZING • U kunt de toestemminginstellingen wijzigen via het Bluetooth-instellin- • Als een verbinding eindigt omdat een genmenu van de mobiele telefoon. apparaat buiten het verbindingsbe- Raadpleeg voor meer informatie de reik is of als er een apparaatfout gebruikershandleiding optreedt, wordt de aansluiting auto- mobiele telefoon.
Pagina 245
Handige functies AANWIJZING - Stand: Selecteer een locatie waar het geluid in het voertuig gecon- • Wanneer u een gekoppeld appa- centreerd zal worden. Selecteer raat verwijdert, worden ook de Fade (Fader) of Balance, draai de oproepgeschiedenis en de contac- knop [TUNE] om de gewenste posi- ten die in het systeem zijn opge- tie te selecteren en druk vervolgens...
Pagina 246
AANWIJZING - Tijdsweergave: Selecteer om de tijd weer te geven in het 12-uursfor- • Afhankelijk van het verbonden maat of het 24-uursformaat. Bluetooth-apparaat, mobiele tele- - Display (Aan/uit-knop Off): Stel foon of de muziekspeler die u de klok in die moet worden weerge- gebruikt, kunnen de bedieningsele- geven wanneer het systeem is uit- menten voor afspelen verschillen.
Pagina 247
Handige functies AANWIJZING Gebruik van een Bluetooth- telefoon • U heeft geen toegang tot het tele- foonscherm als er geen verbonden U kunt Bluetooth gebruiken om hands- mobiele telefoon free over de telefoon te praten. Bekijk Bluetooth-telefoonfunctie oproepinformatie systeem- gebruiken, verbind u een mobiele scherm en maak of ontvang veilig en telefoon met het systeem.
Pagina 248
Bellen Gebruik van de lijst met favorieten Als uw mobiele telefoon met het sys- 1. Vanop het telefoonscherm draait u teem is verbonden, kunt u een gesprek aan de knop [TUNE] op het bedie- aangaan door een naam uit uw oproep- ningspaneel Favorieten geschiedenis of contactenlijst te selec-...
Pagina 249
Handige functies AANWIJZING • Zelfs als de contactinformatie op de mobiele telefoon zijn bewerkt, • De downloadfunctie wordt door worden de favorieten op het sys- sommige mobiele telefoons moge- teem niet automatisch bewerkt. lijk niet ondersteund. Verwijder en voeg het item opnieuw •...
Pagina 250
• Toestemming is vereist om uw Contactpersonen vanuit de mobiele telefoon te downloaden. Wanneer u probeert gegevens te downloaden, moet u mogelijk de download op de mobiele telefoon toestaan. Als de download mislukt, controleer dan Druk op de toets [MENU/CLOCK] op het scherm van de mobiele telefoon het bedieningspaneel voor toegang tot op een eventuele melding of de toe-...
Pagina 251
Handige functies Om een oproep te weigeren, drukt u op Om een oproep te beëindigen, druk op de knop [2 SHFL] op het bedie- de toets [2 SHFL] op het bedie- ningspaneel. ningspaneel. • U kunt ook op de toets gesprek •...
Pagina 252
Het Pan-Europees eCall-systeem is SOS Test een automatische noodoproepservice U kunt de Pan-Europees eCall-testmo- voor verkeersongevallen of andere dus starten door op de SOS-testknop te ongevallen op de weg. drukken. • Stopt al het geluid en op het scherm wordt SOS TEST weergegeven. De bestuurder of passagier kan hand- matig noodoproep...
Pagina 253
Handige functies STATUSPICTOGRAMMEN Statuspictogrammen verschijnen aan Signaalsterkte de bovenkant van het scherm om de Icoon Beschrijving huidige systeemstatus weer te geven. Signaalsterkte van de mobiele tele- Maak uzelf vertrouwd met de statuspic- foon verbonden via Bluetooth togrammen die verschijnen wanneer u bepaalde acties of functies en hun betekenis uitvoert.
Pagina 254
SPECIFICATIES INFOTAINMENTSYSTEEM AANWIJZING • Bestanden die niet in een onder- Ondersteunde audio-indelingen steund formaat zijn, worden moge- • Audiobestand specificaties lijk niet herkend of afgespeeld, of - WAVeform-audioformaat informatie over hen, zoals de - MPEG1/2/2.5 Audio Layer3 bestandsnaam, wordt mogelijk niet correct weergegeven.
Pagina 255
- USB-opslagapparaten met een zijn geregistreerde handelsmerken plastic stekker worden mogelijk van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik niet herkend. hiervan door HYUNDAI is toegestaan onder licentie. - USB-opslagapparaten van typen geheugenkaarten, zoals CF-kaar- ten of SD-kaarten, worden moge- lijk niet herkend.
Pagina 256
VERKLARING VAN CONFORMITEIT CE RED voor de EU 5-123...
Pagina 258
6. Rijden met uw auto Vóór het rijden ....................6-4 Vóór het instappen ..................6-4 Vóór het starten ..................... 6-4 Contactslot ......................6-6 Sleutel contactslot ..................6-6 Engine Start/Stop-knop ................6-9 Handmatige transmissie .................. 6-14 Werking van de handmatige transmissie ........... 6-14 Goed rijgedrag ....................
Pagina 259
Rijden onder speciale rijomstandigheden ............. 6-48 Rijden onder moeilijke omstandigheden ........... 6-48 Op eigen kracht lostrekken van de auto ............ 6-48 Rijden in het donker ..................6-49 Vloeiend nemen van bochten ..............6-49 Rijden in de regen ..................6-49 Doorwaden van water .................. 6-50 Rijden op de snelweg ...................
Pagina 260
We adviseren u het uitlaatsysteem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer zo snel mogelijk als u merkt dat het geluid van de uitlaat verandert of als u over iets heen gereden bent dat de onderzijde van de auto heeft geraakt.
Pagina 261
Rijden met uw auto VOOR HET RIJDEN Vóór het instappen WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat alle ruiten, buiten- Om verminder het risico op ERNSTIG spiegel(s) en lampen schoon zijn en LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt onbelemmerd. u aan de volgende voorzorgsmaatre- •...
Pagina 262
WAARSCHUWING Ga NOOIT rijden onder invloed van alcohol of drugs. Rijden onder invloed is gevaarlijk en waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan en tot ERNSTIG LETSEL of OVERLIJDEN. Rijden onder invloed is de belang- rijkste doodsoorzaak in het verkeer. Zelfs een geringe hoeveelheid alco- hol zal het reactie-, waarnemingen en beoordelingsvermogen vermin- deren.
Pagina 263
Rijden met uw auto CONTACTSLOT WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om verminder het risico op ERNSTIG • NOOIT draai de sleutel in het con- LETSEL of OVERLIJDEN door, houdt tactslot naar LOCK en ACC, vooral u aan de volgende voorzorgsmaatre- tijdens het rijden behalve in een gelen: noodgeval.
Pagina 264
Standen contactslot Schakelaar Actie Aanwijzing Stand De contactsleutel kan uit het con- Het stuurslot beschermt tegen dief- tact worden verwijderd als het con- LOCK stal. (indien van toepassing) tact in stand LOCK staat. Het stuurwiel wordt ontgrendeld. Draai het stuurwiel iets naar links Elektrische accessoires zijn bruik- en naar rechts om het contact baar.
Pagina 265
Rijden met uw auto Motor starten Auto met geautomatiseerde handmati- ge transmissie: 1. Controleer of de parkeerrem is geac- WAARSCHUWING tiveerd. • Draag altijd geschikte schoenen 2. Zorg ervoor dat de versnellingshen- tijdens rijden. Ongeschikt del in N (neutraal) staat. schoeisel, zoals hoge hakken, ski- 3.
Pagina 266
Engine Start/Stop-knop AANWIJZING (indien van toepassing) Om beschadigingen aan uw auto te voorkomen: • Houd de ontstekingssleutel niet langer dan 10 seconden in de START stand. Wacht 5 tot 10 seconden voordat u het opnieuw probeert. • Zet het contact niet in stand START terwijl de motor draait.
Pagina 267
Rijden met uw auto WAARSCHUWING • Druk NOOIT de Engine Start/ Stop knop in terwijl de auto rijdt behalve in een noodgeval. Hierdoor wordt de motor uitgeschakeld en verlie- zen stuur- en remsystemen hun voeding. Hierdoor kunt u de con- trole over de auto verliezen en neemt de rem kracht af, wat tot een ongeval kan leiden.
Pagina 268
Posities van de Engine Start/Stop knop Positie van de Actie Aanwijzing knop • Om de motor uit te schakelen, Als het stuurwiel niet correct ver- grendeld wanneer brengt u de auto tot stilstand en bestuurdersportier opent, zal er drukt u op de Engine Start/Stop een waarschuwingszoemer klin- knop.
Pagina 269
Rijden met uw auto Motor starten Auto met Handmatige Transmissie: 1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u dragen. WAARSCHUWING 2. Controleer of de parkeerrem is geac- • Draag altijd geschikte schoenen tiveerd. tijdens rijden. Ongeschikt 3. Zorg ervoor dat de versnellingshen- schoeisel, zoals hoge hakken, ski- del in N (neutraal) staat.
Pagina 270
Starten met hulpaccu AANWIJZING Om beschadigingen aan uw auto te voorkomen: • Als de verkeersomstandigheden het toelaten kunt u de versnelling- shendel in stand N (Neutraal) zet- ten terwijl de auto nog rijdt en ver- volgens de Engine Start/Stop-knop indrukken om te proberen de motor opnieuw te starten.
Pagina 271
Rijden met uw auto Type A Type A WAARSCHUWING Zorg dat u, voordat u de bestuur- dersstoel verlaat, zet de versnelling- shendel in de 1e versnelling als de auto op een vlakke ondergrond of opwaartse helling staat, of schakel de (R) achteruitversnelling in als de auto op een neerwaartse helling staat, zet de parkeerrem op, en plaats het contactslot in LOCK/OFF-...
Pagina 272
Bedienen van de koppeling Terugschakelen (indien van toepassing) U moet terug schakelen als u bij veel Het koppelingspedaal moet geheel verkeer moet vertragen of als u een worden ingetrapt alvorens: steile helling op rijdt zodat u voorkomt dat u de motor belast. - Motor starten Ook, door terug te schakelen wordt de De motor niet zal aanslaan zonder...
Pagina 273
• HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle van de aangedreven velgen, waar- aanwezige snelheidslimieten door u de controle over uw auto kunt opvolgt.
Pagina 274
OAC3069069TU OAC3069069TU Druk op de schakelknop en verplaats de versnellingshendel. Verzet de versnellingshendel. De geautomatiseerde handmatige transmissie (AMT) is een versnellingsbak die naast de conventionele handmatige transmissie is voorzien van actuatoren voor de versnelling en de koppeling. Om het rijgemak te verbeteren wordt het schakelen automatisch uitgevoerd door de transmissiebesturing en de koppelings-/versnel- lingsbakbediening.
Pagina 275
Rijden met uw auto Werking van de geautomati- • Als gevolg van deze start is het scha- kelen soms merkbaarder dan bij een seerde handmatige transmissie conventionele automatische trans- (AMT) missie en kan tijdens het wegrijden geautomatiseerde handmatige een lichte trilling worden gevoeld transmissie (AMT) heeft 5 versnellin- omdat het toerental van de transmis- gen vooruit en 1 versnelling achteruit.
Pagina 276
• Als u het contact aan en uit zet, kunt Geautomatiseerde handmatige u een klikkend geluid horen. Dit wordt transmissie (AMT) Instructielabel veroorzaakt door de zelftest die het systeem uitvoert. Dit is een normaal geluid voor de geautomatiseerde handmatige transmissie (AMT). •...
Pagina 278
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om verminder het risico op ernstig • Controleer altijd of stand N is inge- letsel of overlijden door: schakeld, trek de parkeerrem vol- ledig aan en zet de motor uit voor- • Controleer ALTIJD de omgeving dat u de auto verlaat. rond de auto op de aanwezigheid van anderen, in het bijzonder kin- •...
Pagina 279
Rijden met uw auto Instrumentenpaneel voor Informatie transmissietemperatuur en Het AMT-waarschuwingslampje kan waarschuwingsberichten gaan branden wanneer overmatige Transmissietemperatuurmeter koppelingsslip optreedt als gevolg van herhaaldelijk stoppen en wegrijden op steile hellingen of wanneer de auto langdurig op een helling blijft staan. Gebruik de rem tijdens het langzaam rijden op een heuvel of bij het stoppen van het voertuig op een helling om te...
Pagina 280
OAC3069029TU OAC3069029TU OAC3069030TU OAC3069030TU Normaal (onder markering 10) Voor het invoeren van Hoog/ Oververhitting (van markering 10 • Om de optimale schakelprestaties te tot 14) behouden, moet u zo rijden dat de temperatuurmeter onder het punt is • Wanneer de koppelingstemperatuur (onder markering 10).
Pagina 281
Rijden met uw auto AMT waarschuwingsbericht OAC3069031TU OAC3069031TU Hoog/Oververhitting OAC3069033TU OAC3069033TU (van markering 15 tot 16) Helling op rijden of rijden op een steile • Deze zone toont aan dat de koppe- helling: lingstemperatuur van de AMT is bin- • Gebruik de voetrem of de parkeerrem nengetreden in de hoge/oververhit- om de auto op een helling op zijn tingszone.
Pagina 282
• Na de eerste waarschuwing zal de temperatuur van de koppeling voort- durend stijgen. Dan klinkt er een waarschuwingssignaal en knippert de schakelindicator continu (tweede waarschuwing). • Zet de auto als dit zich voordoet op een veilige plaats langs de kant, stop de auto met draaiende motor, trap de rem in en laat de koppeling met draai- OAC3069032TU...
Pagina 283
• Probeer indien mogelijk soepel te rij- den. • Neem voor uw veiligheid contact op met een officiële HYUNDAI-dealer als een waarschuwingen blijft knippe- OAC3069035TU/OAC3069063TU OAC3069035TU/OAC3069063TU ren en laat het systeem controleren.
Pagina 284
Standen versnellingshendel N (neutraal) De wielen en de transmissie zijn niet R (achteruit) geblokkeerd. Gebruik deze stand om de auto achter- Gebruik N (Neutraal) als u een uitgeval- uit te rijden. len motor opnieuw wilt starten, of als het noodzakelijk is om de motor AAN te AANWIJZING laten.
Pagina 285
Rijden met uw auto Bij het starten op een opwaartse AANWIJZING helling • Als de versnelling niet wordt inge- • Trek de parkeerrem stevig aan om te schakeld nadat de versnellings- voorkomen dat het voertuig achteruit hendel van N (Neutraal) naar D rolt.
Pagina 286
N (Neutraal) wordt gezet wan- neer de snelheid van de auto onder de 10 km/u komt, kan dit wijzen op een storing in het systeem. In dat geval adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 6-29...
Pagina 287
Rijden met uw auto Parkeren Goed rijgedrag Om uw auto parkeren, stop altijd volle- • Houd het gaspedaal nooit ingetrapt dig en blijf op het rempedaal drukken. als de versnellingshendel van stand N (neutraal) in een andere stand • Wanneer u op de vlakke weg par- wordt gezet.
Pagina 288
• Gooi het stuur niet om wanneer uw auto van de weg raakt. Minder in plaats daarvan snelheid voordat u de auto terug de weg op stuurt. • HYUNDAI raadt altijd aan dat u alle aanwezige snelheidslimieten opvolgt. 6-31...
Pagina 289
Rijden met uw auto REMSYSTEEM Rembekrachtiging • Schakel bij het afdalen van een lange of steile helling terug naar Uw auto is voorzien van bekrachtigde een lagere versnelling om uw snel- remmen die bij normaal gebruik auto- heid onder controle te houden matisch afgesteld worden.
Pagina 290
Als de parkeerrem niet of niet helemaal in de vrijstaand terugkeert, raden we u aan het systeem door een officiële OAC3069002TU OAC3069002TU HYUNDAI-dealer te laten controleren. Trek de parkeerrem van het voertuig WAARSCHUWING altijd aan als u het voertuig verlaat: Druk stevig het rempedaal in.
Pagina 291
Rijden met uw auto Waarschuwingslampje Antiblokkeersysteem (ABS) ingeschakelde parkeerrem Controleer de werking van WAARSCHUWING Waarschuwingslampje Antiblokkeersysteem (ABS) of Elek- Parkeerrem door het con- tronische Stabiliteitsregelingsys- tact in de ON positie te zet- teem (ESC) kan geen ongelukken ten (start de motor niet). voorkomen die het gevolg zijn van Dit lampje gaat branden wanneer het gevaarlijk rijgedrag.
Pagina 292
Anders is er mogelijk een storing in stuurbewegingen kunnen er nog steeds het ABS. We adviseren u contact op toe leiden dat uw voertuig op de ver- te nemen met een officiële HYUNDAI- keerde baan terecht komt of van de dealer zo snel mogelijk. weg raakt.
Pagina 293
Rijden met uw auto Elektronische WAARSCHUWING Stabiliteitsregeling (ESC) Rijd niet harder dan de toestand van de weg toelaat en neem boch- ten niet met een te hoge snelheid. Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) kan geen ongelukken voorko- men. Te hoge bochtensnelheden, abrupte uitwijkmanoeuvres en aquaplaning op een nat wegdek kunnen nog steeds leiden tot ernstige ongeluk-...
Pagina 294
ESC-bediening ESC OFF conditie ESC -bewerking om te Voertuigstabiliteitsregeling (ESC) annuleren: ingeschakeld Als het contact in stand ON wordt gezet, gaan de controlelampjes ESC en ESC OFF gedurende ongeveer 3 seconden branden. Na beide lampjes • Status 1 uitgaan is de ESC ingeschakeld. In werking Als de elektronische stabili- teitsregeling (ESC) in wer-...
Pagina 295
ESC (remmanagement) uitge- teem te laten controleren door een schakeld. officiële HYUNDAI-dealer snel Indien het contact op de LOCK/UIT mogelijk. positie is wanneer ESC uit is, blijft ESC Het controlelampje ESC OFF gaat uit.
Pagina 296
Informatie AANWIJZING Het uitschakelen van de elektronische Als er banden en wielen met een ver- stabiliteitsregeling heeft geen gevolgen schillende maat onder de auto voor een correcte werking van het ABS gemonteerd zijn, kan dat een storing en het standaard remsysteem. in het ESC-systeem veroorzaken.
Pagina 297
Rijden met uw auto Werking VSM Hill-start Assist Control (HAC) In werking De HAC (Hill-Start Assist Control) helpt voorkomen dat het voertuig terug rolt Wanneer de remmen worden gebruikt als het voertuig gestart wordt vanuit onder condities die de ESC kunnen een stop op een helling.
Pagina 298
Noodstopsignaal (ESS - Remhulpsysteem (Brake Assist Emergency stop signal) System - BAS) Het Noodstopsignaal systeem waar- Het Brake Assistant System geeft extra schuwt de bestuurder door de stop druk wanneer het rempedaal kort en lamp te laten knipperen als de auto krachtig wordt ingetrapt in een situatie hard remt.
Pagina 299
Wanneer de auto wordt geparkeerd werkt, breng dan de auto op een veilige en de parkeerrem niet of niet goed plaats tot stilstand en neem voor hulp wordt geactiveerd, kan de auto contact op met een officiële HYUNDAI- onbedoeld beweging komen, dealer.
Pagina 300
ISG- • De veiligheidsgordel van de bestuur- systeem te laten controleren door een der is vastgemaakt. officiële HYUNDAI-dealer. • Het bestuurdersportier en de motor- kap zijn gesloten. • De remdruk is toereikend. • De accusensor is geactiveerd en de accu is voldoende geladen •...
Pagina 301
Rijden met uw auto Automatisch uitzetten Wanneer de bestuurder in de Auto Stop-modus de motorkap opent, wordt Om de motor te stoppen in de onbe- het ISG-systeem gedeactiveerd. laste modus. Wanneer het systeem wordt gedeacti- Auto met handmatige transmissie veerd: 1.
Pagina 302
Op dat moment kunt u de auto als volgt De motor wordt automatisch opnieuw starten: opnieuw gestart in de volgende situ- aties. Auto met handmatige transmissie • De remdruk is te laag. Trap het koppelingspedaal en het rem- pedaal in terwijl de transmissie in stand •...
Pagina 303
ISG OFF-knop blijft branden, advi- Het ISG-systeem werkt mogelijk seren we u contact op te nemen met niet: een officiële HYUNDAI-dealer. Als er een storing is in de ISG sensoren of het ISG-systeem. WAARSCHUWING Het volgende gebeurt als er een sto-...
Pagina 304
- Er een storing is in het ISG-systeem. - De accuspanning is laag. - De remdruk is te laag. In dat geval, adviseren we u het ISG- systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. OAC3069006TU OAC3069006TU AANWIJZING [A]: Accusensor •...
Pagina 305
Rijden met uw auto RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN Rijden onder moeilijke Op eigen kracht lostrekken van de auto omstandigheden Verdraai eerst het stuurwiel een aantal Neem onderstaande voorzorgsmaatre- keren naar rechts en naar links om de gelen als er sprake is van gevaarlijke voorwielen vrij te maken wanneer de omstandigheden, zoals water, sneeuw, auto vastzit in ijs, modder of sneeuw...
Pagina 306
Rijden in de regen Informatie Regen en natte wegen kunnen het rij- De elektronische stabiliteitsregeling den gevaarlijk maken. Hier volgen een (ESC) moet in stand OFF wordt gezet aantal aandachtspunten voor het rijden voordat de auto op eigen kracht losge- in de regen en natte wegen: trokken wordt.
Pagina 307
Rijden met uw auto Aquaplanning Rijden op de snelweg Uw voertuig maakt nog maar weinig Banden contact met de weg, en rijdt eigenlijk op Verhoog de bandenspanning aan zoals het water, als er veel water op de weg is aangegeven. Een te lage spanning kan en u snel genoeg hiervoor gaat.
Pagina 308
RIJDEN IN DE WINTER De slechtere weersomstandigheden in Winterbanden de winter leiden tot meer slijtage van de banden en andere problemen. Om pro- WAARSCHUWING blemen bij het rijden in de winter tot een minimum te beperken adviseren we u De maat en het type van de winter- het volgende: banden moeten gelijk zijn aan die van de standaard gemonteerde ban-...
Pagina 309
Als er sneeuwkettin- voorste banden. Het monteren van gen moeten worden gebruikt, gebruik sneeuwkettingen zorgt wel voor een dan originele HYUNDAI-onderdelen of betere grip maar kan niet voorko- het equivalent daarvan voor uw voer- men dat de auto in een slip raakt.
Pagina 310
Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie. op auto's met lichtmetalen velgen. We adviseren u contact op te nemen Indien onvermijdelijk moet een met een officiële HYUNDAI-dealer als u draad soort ketting. niet weet welk type winterolie u moet • Gebruik sneeuwkettingen die min- gebruiken.
Pagina 311
Ruitensproei- nemen. Onder deze zaken vallen bij- erantivries is verkrijgbaar bij een offi- voorbeeld sneeuwkettingen, een sleep- ciële HYUNDAI-dealer en de meeste kabel of -ketting, een zaklantaarn, een automaterialenzaken. Gebruik geen alarmknipperlicht, zand, een schep, motorkoelvloeistof of andere soorten...
Pagina 312
MASSA VAN DE AUTO Twee labels op de deur van de bestuur- GVW (Maximaal toelaatbaar totaal- der tonen hoeveel gewicht uw voertuig gewicht) mag trekken: het band en lading infor- Dit is het rijklaar gewicht plus het matielabel en het certificaatlabel. gewicht van de lading en van de passa- Zorg ervoor dat u, voordat u uw auto giers.
Pagina 313
Rijden met uw auto RIJDEN MET EEN AANHANGER Wij adviseren de auto niet voor het trek- ken van aanhangwagens te gebruiken. 6-56...
Pagina 314
7. Bestuurder hulpsysteem Door de update van de infotainmentsoftware kan de beschrijving van elke functie van het bestuurder hulpsysteem afwijken van de gebruikershandleiding. Scan in dat geval de QR-code in de apart geleverde eenvoudige handleiding voor gedetailleerde informatie over updates. Forward Collision-Avoidance Assist-systeem (FCA) ..........
Pagina 315
OAC3073079TU OAC3073079TU aan uw voertuig te laten inspecte- Forward Collision-Avoidance Assist is ren door een officiële HYUNDAI- ontworpen om de voorligger te helpen dealer. detecteren en te bewaken of om een • Plaats geen accessoires of stic-...
Pagina 316
De bestuurder kan de AAN/UIT-status van Forward Collision-Avoidance Assist controleren via het menu Instellingen. Als het waarschuwingslampje blijft branden wanneer Forward Collisi- on-Avoidance Assist is ingeschakeld, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren.
Pagina 317
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwingstijdsip Forward Waarschuwingsmethoden Safety OAC3073075TU OAC3073075TU OAC3073044TU OAC3073044TU De waarschuwingsmethoden kunnen • Selecteer User settings > Driver worden ingesteld wanneer het voertuig assistance > Driving safety > in de stand ON staat. Forward Safety Warning Timing in • Waarschuwingsvolume: Selecteer het instellingenmenu in het instru- User settings >...
Pagina 318
Werking Forward Collision- OPMERKING Avoidance Assist • De instelling van de waarschu- Waarschuwing en bediening wingstiming en het waarschu- De basisfunctie van Forward Collisi- wingsvolume geldt voor alle on-Avoidance Assist is het waarschu- functies van de Forward Collisi- wen en helpen controleren van het on-Avoidance Assist.
Pagina 319
Bestuurder hulpsysteem OAC3073045TU OAC3073045TU OAC3073056TU OAC3073056TU Emergency braking (noodrem) Stoppen van het voertuig en rembediening • Om de bestuurder te waarschuwen dat er een noodstop zal plaatsvinden, • Wanneer het voertuig vanwege een verschijnt het waarschuwingsbericht noodremmen tot stilstand komt, ver- 'Emergency Braking' op het instru- schijnt waarschuwingsbericht...
Pagina 320
• Bedien nooit opzettelijk het For- WAARSCHUWING ward Collision-Avoidance Assist op mensen, dieren, voorwerpen, • Zelfs als er een probleem is met de remregelfunctie FCA- enz. Het kan ernstig letsel of de systeem, werkt het remsysteem in dood veroorzaken. basis normaal. •...
Pagina 321
Als de Forward collision-avoidance assist niet goed werkt nadat de obstruc- tie (sneeuw, regen of vreemd materi- aal) is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. OTM070094N OTM070094N Wanneer Forward Collision-Avoidance Assist niet goed werkt, verschijnt het...
Pagina 322
Beperkingen van de Forward • Rijdend door stoom, rook of schaduw Collision-Avoidance Assist • Slechts een deel van het voertuig of de voetganger wordt gedetecteerd Forward Collision-Avoidance Assist werkt mogelijk niet goed functioneert of • Het ervoor rijdende voertuig is een onverwachts onder volgende...
Pagina 323
Bestuurder hulpsysteem • U verlaat of keert terug naar de rij- • Er is een groep voetgangers, fietsers strook of een grote menigte voor de auto • Onstabiel rijden • De voetganger draagt kleding die gemakkelijk opgaat in de achter- •...
Pagina 324
WAARSCHUWING • Rijden op een bochtige weg OAC3073082TU OAC3073082TU OAC3073080TU OAC3073080TU OAC3073083TU OAC3073083TU Forward Collision-Avoidance Assist kan een voertuig, een voetganger of een fietser op de volgende rijstrook OAC3073081TU OAC3073081TU of buiten de rijstrook detecteren bij Forward Collision-Avoidance Assist het rijden op een bochtige weg. detecteert mogelijk geen ander Als dit gebeurt, kan de Forward voertuig, een voetganger of een...
Pagina 325
Bestuurder hulpsysteem • Rijden op een hellende weg • Wisselen van rijstrook OAC3073084TU OAC3073084TU OAC3073081TU OAC3073081TU Forward Collision-Avoidance Assist OAC3073086TU OAC3073086TU detecteert mogelijk geen ander [A]: Uw voertuig, voertuig, een voetganger of een [B]: Voertuig wisselt van rijstrook fietser voor u tijdens het op- of afrij- Wanneer een voertuig vanaf een den van hellingen die de prestaties aangrenzende rijstrook op uw rij-...
Pagina 326
• Signaleren van voertuigen OAC3073085TU OAC3073085TU Als uw voorligger een grote, naar achteren uitstekende lading heeft grotere bodemvrijheid heeft dan uw auto, moet u extra goed opletten. Mogelijk wordt de naar achteren uitstekende lading niet door het FCA gesignaleerd. Bewaar in deze gevallen altijd vol- doende remafstand tot het object dat het dichtst voor u is, zodat u OAC3073087TU...
Pagina 327
Bestuurder hulpsysteem WAARSCHUWING • Schakel om veiligheidsredenen de Forward Collision-Avoidance Assist uit wanneer u een aanhang- wagen of een ander voertuig trekt. • Forward Collision-Avoidance Assist kan werken als er objecten worden gedetecteerd die qua vorm of eigen- schappen vergelijkbaar zijn met voertuig, een voetgangers of een fietsers.
Pagina 328
Bij het rijden boven een bepaalde snel- Instellingen voor Lane Keeping heid detecteert de Lane Keeping Assist Assist rijstrookmarkeringen (of wegranden) en Rijbaanveiligheid (Lane safety) kan hij u waarschuwen als uw voertuig de rijstrook verlaat zonder de richting- aanwijzer te gebruiken, en kan hij hel- pen bij het sturen om te voorkomen dat uw voertuig van zijn rijstrook afwijkt.
Pagina 329
Bestuurder hulpsysteem Waarschuwingsmethoden Werking van de Lane Keeping Assist Lane Keeping Assist in-/uitschakelen OAC3073075TU OAC3073075TU De waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld wanneer het voertuig in de stand ON staat. OAC3073058TU OAC3073058TU • Waarschuwingsvolume: Selecteer Wanneer het voertuig uit- en ingescha- User settings > Driver assistance > keld wordt, wordt de Lane Keeping Warning volume op het instrumen- Assist altijd ingeschakeld en verschijnt...
Pagina 330
Waarschuwing en bediening Hands-off-waarschuwing Lane Keeping Assist waarschuwt en bedient het voertuig met Lane Departu- re Warning en Lane Keeping Assist. Lane Departure Warning-systeem (LDW) Links Links Rechts Rechts OAC3073061TU OAC3073061TU Als de bestuurder zijn handen enkele seconden van het stuurwiel neemt, ver- schijnt het waarschuwingsbericht 'Keep hands on the steering wheel' (Houd uw handen op het stuur) op het instrumen-...
Pagina 331
Lane Safety system' en gaat het gele controlelampje op het instrumentenpa- neel branden. Als dit zich voordoet, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. OAC3073062TU OAC3073062TU OAC3073063TU OAC3073063TU • De afbeeldingen en kleuren van in...
Pagina 332
(of wegranden) op de weg werkt nadat deze is verwijderd, raden voor u. wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. • De rijstrookmarkeringen (of wegran- den) gecompliceerd zijn of een struc- tuur in de plaats komt van de rijstro- WAARSCHUWING ken zoals een constructiezone.
Pagina 333
Bestuurder hulpsysteem • Er is een wegrand zonder rijstrook • Als het waarschuwingsbericht van een ander functie wordt weergege- • Er is een grensstructuur in de rijbaan, ven of als er een geluidssignaal zoals een tolhuisje, trottoir, stoep, wordt gegenereerd, wordt enz.
Pagina 334
OAC3073047TU OAC3073047TU B0327KO01 B0327KO01 (1) Indicator voor Manual Speed Limit Assist ingeschakeld (2) Ingestelde snelheid U kunt de snelheidslimiet instellen als u niet hoger dan een specifieke snelheid wilt rijden. Als u sneller rijdt dan de vooringestelde snelheidslimiet werkt het Manual Speed Limit Assist (ingestelde snelheidslimiet OAC3073048TU OAC3073048TU...
Pagina 335
Bestuurder hulpsysteem Handmatige Speed Limit Assist tijdelijk pauzeren B0328KO03 B0328KO03 3. De ingestelde snelheidslimiet wordt op het instrumentenpaneel weerge- geven. OAC3073049TU OAC3073049TU Druk op de -schakelaar om de Als u harder dan de vooraf ingestel- ingestelde snelheidslimiet tijdelijk te de snelheidslimiet wilt rijden, moet u pauzeren.
Pagina 336
Hervatten van handmatige Uitschakelen van de handmatige Speed Limit Assist Speed Limit Assist OAC3073050TU OAC3073050TU OAC3073046TU OAC3073046TU Om de Manual Speed Limit Assist te Druk op de Driving Assist-knop ( hervatten nadat de functie is gepau- om de Manual Speed Limit Assist uit te zeerd, bedient u de +, -, -schake- schakelen.
Pagina 337
Bestuurder hulpsysteem Intelligent Speed Limit Assist maakt Detectiesensor gebruik van informatie van het gedetec- teerde verkeersbord en het navigatie- systeem om de bestuurder te informe- ren over de snelheidslimiet over de huidige weg. Ook helpt de Intelligent Speed Limit Assist de bestuurder om zich aan de maximumsnelheid op de weg te houden.
Pagina 338
Instellingen voor Intelligent WAARSCHUWING Speed Limit Assist Wijzig voor uw veiligheid de instel- Snelheidslimiet lingen pas nadat u het voertuig op een veilige plaats hebt geparkeerd. Waarschuwingsmethoden OAC3073064TU OAC3073064TU Met de motor aan, selecteert of deselec- teert u User settings > Driver assistan- OAC3073077TU OAC3073077TU ce >...
Pagina 339
Bestuurder hulpsysteem Werking van de Intelligent Informatie Speed Limit Assist • Als de informatie over de maximum Waarschuwing en bediening snelheid van de weg niet kan worden De Intelligent Speed Limit Assist waar- herkend, wordt het teken "---" weer- schuwt en controleert het voertuig door gegeven.
Pagina 340
OAC3073067TU OAC3073067TU B0328KO03 B0328KO03 Waarschuwing voor te hoge snelheid Automatische snelheidsverandering (Speed Auto Change) instellen (uit- Wanneer u met een hogere snelheid gerust met navigatie) dan de weergegeven maximumsnel- heid rijdt, knippert de rode snelheidsli- De handmatige Speed Limit Assist helpt het voertuig zijn ingestelde snelheid aan mietindicator en klinkt er een waar- te passen aan de maximumsnelheid.
Pagina 341
( ) en het waarschu- officiële HYUNDAI-dealer te laten con- wingslampje ( ) op het instrumenten- troleren. paneel branden. Als dit gebeurt, raden wij u de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
Pagina 342
• De afstand tussen het voertuig en de WAARSCHUWING verkeersborden is te groot • Hoewel het waarschuwingsbericht • Het voertuig komt verlichte verkeers- of waarschuwingslampje niet op borden tegen het instrumentenpaneel verschijnt, • Intelligent Speed Limit Assist herkent is het mogelijk dat het Intelligent nummers of afbeeldingen op straat- Speed Limit Assist niet goed werkt.
Pagina 343
Bestuurder hulpsysteem • Het voertuig schudt zwaar • Rijden op een pas geopende weg • De navigatiesoftware wordt tijdens het rijden geüpdatet • De navigatie wordt tijdens het rijden opnieuw gestart WAARSCHUWING • Intelligent Speed Limit Assist is een aanvullende functie dat de bestuurder helpt om de snelheids- limiet op de weg te respecteren en dat mogelijk niet de juiste snel-...
Pagina 344
Basisfunctie OPMERKING Driver Attention Warning controleert uw Houd de frontcamera altijd in goede rijpatroon tijdens het rijden. Wanneer conditie om de optimale prestaties het aandachtsniveau van de bestuur- van Driver Attention Warning te der onder een bepaald niveau komt, behouden. beveelt Driver Attention Warning een Zie voor meer informatie over de pauze aan om veiliger te kunnen rijden.
Pagina 345
Bestuurder hulpsysteem Werking Driver Attention OPMERKING Warning (Bestuurderalertheid- Driver Attention Warning kan een waarschuwingssysteem) pauze suggereren, afhankelijk van Basisfunctie het rijpatroon of de rijgewoonten De basisfunctie van Driver Attention van de bestuurder, zelfs als de Warning is de bestuurder te waarschu- bestuurder zich niet vermoeid voelt.
Pagina 346
Als dit • De bestuurder heeft de verant- zich voordoet, raden wij aan de auto woordelijkheid om het voertuig door een officiële HYUNDAI-dealer te veilig te besturen en onder contro- laten controleren. le te houden. OPMERKING •...
Pagina 347
Als de Driver Attention Warning niet goed werkt nadat deze is verwijderd, raden wij aan de auto door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. WAARSCHUWING • Driver Attention Warning werkt OAC3073089TU OAC3073089TU...
Pagina 348
• Wanneer het voertuig scherp stuurt • Als er een voetganger of fietser tus- sen u en het voorliggende voertuig staat OAC3073090TU OAC3073090TU [A]: Uw voertuig, [B]: Ervoor rijdend voertuig afsnijdt OAC3073092TU OAC3073092TU Als het ervoor rijdende voertuig een Als er een voetganger(s) of fietser(s) scherpe bocht maakt, bijvoorbeeld tussen u en het voertuig voor u staat/ om naar links of rechts te draaien of...
Pagina 349
Bestuurder hulpsysteem • Bij het rijden door een tolpoort of op een kruispunt, enz. OAC3073078TU OAC3073078TU Als u een tolpoort of een kruispunt met veel auto's passeert of als de rij- stroken vaak worden samengevoegd of opgedeeld, is het mogelijk dat de Leading Vehicle Departure Alert niet goed werkt.
Pagina 350
Werking van de Cruise Control Instellen van de ingestelde snel- heid 1. Accelereer naar de gewenste snel- heid, die hoger moet zijn dan 30 km/u. OAC3073101TU OAC3073101TU (1) Controlelampje CRUISE (2) Ingestelde snelheid Het Cruise Control stelt u in staat om harder te rijden dan 30 km/h zonder dat OAC3073046TU OAC3073046TU...
Pagina 351
Bestuurder hulpsysteem Verhogen van de ingestelde Verlagen van de ingestelde snelheid snelheid OAC3073047TU OAC3073047TU OAC3073048TU OAC3073048TU • Duw de schakelaar naar boven + en • Duw de schakelaar naar beneden laat hem los direct. De ingestelde (SET-) en laat hem onmiddellijk los. snelheid zal iedere keer als u de De ingestelde snelheid zal 1 km/h schakelaar op deze manier omhoog...
Pagina 352
-knop gebruikt. De rijsnelheid branden. kan sterk toenemen of afnemen wan- neer u op de -knop drukt. AANWIJZING Als de Cruise Control tijdens een niet genoemde situatie pauzeert, raden wij aan het voertuig door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-39...
Pagina 353
Bestuurder hulpsysteem Cruise Control uitschakelen WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaat- regelen bij het gebruik van het Crui- se Control: • Stel de snelheid van de auto altijd in op de snelheidslimiet in uw land. • Houd de Cruise Control uit wan- neer de functie niet wordt gebruikt, om te voorkomen dat u per ongeluk een snelheid instelt.
Pagina 354
Lane Following Assist detecteert rij- Instellingen voor Lane strookmarkeringen en/of een voorligger Following Assist-systeem op de weg en centreert uw voertuig in Waarschuwingsmethoden de rijstrook. Detectiesensor OAC3073075TU OAC3073075TU De waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld wanneer het voertuig OAC3073042TU OAC3073042TU in de stand ON staat. [1]: Frontcamera •...
Pagina 355
Bestuurder hulpsysteem Lane Following Assist Lane Following Assist-systeem in-/uitschakelen OAC3073072TU OAC3073072TU Als het voorliggende voertuig en/of bei- OAC3073058TU OAC3073058TU de rijstrookmarkeringen worden gede- Druk met draaiende motor kort op de tecteerd en uw voertuigsnelheid lager knop Lane Driving Assist op het stuur- is dan 200 km/u, gaat het groene wiel om Lane Following Assist in te -controlelampje op het instrumentenpa-...
Pagina 356
Hands-off-waarschuwing WAARSCHUWING • Het stuurwiel wordt mogelijk niet ondersteund als het stuurwiel zeer strak wordt vastgehouden of als het stuurwiel onder een bepaalde hoek wordt gestuurd. • Lane Following Assist werkt niet altijd. Het is de verantwoordelijk- heid van de bestuurder om het voertuig veilig te besturen en in zijn rijstrook te houden.
Pagina 357
Als • De afbeeldingen en kleuren van in dit zich voordoet, raden wij aan de auto het instrumentenpaneel kunnen ver- door een officiële HYUNDAI-dealer te schillen afhankelijk van het type laten controleren. instrumentenpaneel of het geselec- teerde instellingenmenu.
Pagina 358
Achteruitkijkmonitor toont het gebied Instellingen achter uw voertuig om u te helpen veilig achteruitkijkmonitor te parkeren of te rijden. Waarschuwingsmethoden Detectiesensor OAC3073076TU OAC3073076TU De waarschuwingsmethoden kunnen OAC3073053TU OAC3073053TU worden ingesteld wanneer het voertuig [1]: Uitgebreide achteruitrijcamera in de stand ON staat. Zie de bovenstaande illustratie voor de •...
Pagina 359
Bestuurder hulpsysteem Camera-instellingen Werking van de achteruitkijk- monitor Achteruitrijcamera OAC3073074TU OAC3073074TU U kunt de Content selection (Inhoud selectie) van de achteruitkijkmonitor wij- OAC3059040TU OAC3059040TU zigen door het instellingspictogram ( Werking op het scherm aan te raken terwijl de • Zet de versnelling in R (Achteruit), achteruitkijkmonitor in werking is, of door het achteruitrijcamera verschijnt op Settings >...
Pagina 360
HYUNDAI-dealer te laten con- uit te rijden. troleren. • Het beeld op het scherm kan afwij-...
Pagina 361
Bestuurder hulpsysteem Parking Distance Warning helpt de Instellingen voor Reverse bestuurder te waarschuwen als er bin- Parking Distance Warning nen een bepaalde afstand een obstakel Waarschuwingsmethoden wordt gedetecteerd wanneer het voer- tuig met lage snelheden achteruit rijdt. Detectiesensor OAC3073077TU OAC3073077TU De waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld wanneer het voertuig in de stand ON staat.
Pagina 362
Afstand tot het Waarschu- dicatie bij voorwerp wingsgeluid goed werkt, raden wij aan de auto door achteruitrij- een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. Zoemer klinkt 60-100 cm • Het geluidssignaal klinkt niet. met tussen- (24-40 in.) • Zoemer klinkt met tussenpozen.
Pagina 363
(sneeuw, regen of vreemd materiaal) - De sensoren of de omgeving wordt van de achterbumper is verwijderd direct besproeid met een hoge- (inclusief aanhanger, fietsendrager, drukreiniger enz.), raden wij aan het voertuig door een officiële HYUNDAI-dealer te laten controleren. 7-50...
Pagina 364
HYUNDAI-dealer te laten controle- - Voorwerpen die kleiner zijn dan ren. 100 cm in lengte en smaller dan 14 cm in doorsnede.
Pagina 366
8. Noodsituaties Alarmknipperlichten ..................8-3 Wat te doen in een noodgeval tijdens het rijden ..........8-4 Als de motor afslaat tijdens het rijden ............8-4 Als de motor afslaat op een kruispunt of splitsing ........8-4 Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt ..........8-4 Als de motor niet gestart kan worden ...............8-5 Als de motor niet of langzaam ronddraait ............8-5 Als de motor normaal ronddraait maar niet aanslaat ........8-5...
Pagina 368
ALARMKNIPPERLICHTEN OAC3079001TU OAC3079001TU De alarmknipperlichten dienen ervoor om de overige weggebruikers te waar- schuwen om extra voorzichtigheid in acht te nemen bij het naderen, inhalen of passeren van uw auto. Ze dienen te worden gebruikt in noodsi- tuaties of als de auto aan de kant van de weg tot stilstand is gekomen.
Pagina 369
Noodsituaties WAT TE DOEN IN EEN NOODGEVAL TIJDENS HET RIJDEN Als de motor afslaat tijdens het Als u tijdens het rijden een rijden lekke band krijgt • Laat de auto geleidelijk uitrollen en Als tijdens het rijden een band leeg- blijf daarbij rechtuit rijden.
Pagina 370
Als de motor nog steeds niet start, tige transmissie is. De motor start neem dan telefonisch contact op met alleen als de versnellingshendel in een officiële HYUNDAI-dealer voor stand N (neutraal) staat. hulp. • Controleer accuklemmen schoon zijn en goed vastzitten.
Pagina 371
Noodsituaties STARTEN MET EEN HULPACCU Starten met een hulpaccu kan gevaar- Spoel uw ogen gedurende ten min- lijk zijn als dit niet op de juiste manier ste 15 minuten en roep onmiddellijk gebeurt. Volg de procedures voor het medische hulp in wanneer u zuur in starten met een hulpaccu in dit hoofd- uw ogen krijgt.
Pagina 372
Informatie Een onjuist afgevoerde batte- rij kan schadelijk zijn voor het milieu en voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat de accu vol- gens de wettelijke voorschrif- ten wordt afgevoerd. Startprocedure met behulp van OAC3073002TU OAC3073002TU een hulpaccu 4. Sluit de startkabels aan in de volgor- 1.
Pagina 373
Roep in dat geval deskundige startkabel los van de rode, positieve hulp in. Laat uw auto controleren door (+) hulpstartaansluiting van uw auto een officiële HYUNDAI-dealer als de (1). oorzaak van de lege accu niet duidelijk WAARSCHUWING Voorkom dat de positieve (+) en...
Pagina 374
5. Zet de motor onmiddellijk uit als er koelvloeistof lekt en neem contact 2. Zet de versnellingshendel in stand N op met een officiële HYUNDAI- dea- (Neutraal, bij een auto met geauto- ler. matiseerde handmatige transmissie)
Pagina 375
• Als er veel koelvloeistof verdwe- nen is, duidt dit op een lekkage in het koelsysteem en adviseren we u contact op te nemen met een offi- ciële HYUNDAI-dealer. • Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistof kan het plotseling bijvullen van koel- vloeistof barsten in de motor ver- oorzaken.
Pagina 376
Controlesysteem voor lage bandenspanning WAARSCHUWING Een te hoge of een te lage banden- spanning reduceert de levensduur van de banden, beïnvloedt de hand- ling van de auto in negatieve zin en kan tot onverwachte bandproblemen OAC3073003TU OAC3073003TU leiden, waardoor u de controle over de auto kunt verliezen met een onge- val tot gevolg.
Pagina 377
HYUNDAI-dealer. denspanning nog niet zo laag dat het waarschuwingslampje lage banden- 1. Het waarschuwingslampje lage spanning gaat branden.
Pagina 378
Waarschuwings- OPMERKING lampje lage Mogelijk gaat het waarschuwings- bandenspanning lampje lage bandenspanning in de winter of bij koud weer branden als de banden bij warm weer op de aan- bevolen spanning zijn gebracht. Het betekent niet dat uw TPMS-defect is, omdat de lagere temperatuur een evenredig lagere bandenspanning tot gevolg heeft.
Pagina 379
Wij adviseren om een lekke Bandenspanning) band zo snel mogelijk door een erken- de HYUNDAI-dealer te laten repareren Het controlelampje storing TPMS gaat of de lekke band door het reservewiel branden nadat het ongeveer 1 minuut te vervangen.
Pagina 380
WAARSCHUWING • Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge schade aan de banden veroorzaakt door exter- ne factoren, zoals spijkers en der- gelijke. • Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet van het gaspedaal, trap het rempedaal licht in en breng uw auto op een veilige plaats tot stilstand.
Pagina 381
Noodsituaties WAARSCHUWING Verwisselen van een band kan gevaarlijk zijn. Volg de instructies in dit gedeelte bij het wisselen van een band om het risico van ernstig letsel of de dood te vermijden OPMERKING Pak de krikslinger niet vast bij het OAC3073004TU OAC3073004TU vlakke gedeelte.
Pagina 382
Banden verwisselen 3. Druk op de schakelaar van de alarm- knipperlichten. WAARSCHUWING 4. Neem de wielmoersleutel, de krik, de krikslinger en het reservewiel uit De auto kan van de krik afglijden of de auto. rollen, waardoor u of omstanders ernstig letsel zouden kunnen oplo- pen.
Pagina 383
Laat na het verwisselen van een band zo snel mogelijk een offi- 8. Steek de krikslinger in de krik en ciële HYUNDAI-dealer de wielmoe- draai de slinger rechtsom totdat het ren met het juiste aanhaalmoment wiel net van de grond loskomt. Con- vastzetten.
Pagina 384
We adviseren u voor hulp contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer. 8-19...
Pagina 385
Noodsituaties Bij het rijden met een op de auto OPMERKING gemonteerd compact reservewiel: Om beschadiging aan de compact • Controleer de bandenspanning nadat reservewiel en uw auto te voorko- het compact reservewiel gemonteerd men: is. De compact reservewiel moet een •...
Pagina 386
Kriklabel OAC3073038TU OAC3073038TU Het werkelijkelabel op de krik in de auto 7. Bij het ondersteunen van de auto kan afwijken van de afbeelding. moet de voetplaat van de krik verti- caal onder het opkrikpunt worden Meer informatie vindt u op het label op geplaatst.
Pagina 387
Noodsituaties EU conformiteitsverklaring voor krik Type A JACKDOC14S JACKDOC14S 8-22...
Pagina 388
Type B OAC3N070039TU OAC3N070039TU 8-23...
Pagina 389
Noodsituaties EU conformiteitsverklaring voor krik OAC3073039TU OAC3073039TU 8-24...
Pagina 390
We raden u aan het systeem te lage bandenspanning heeft een negatie- laten controleren door een officiële ve invloed op de prestaties van de band. HYUNDAI-dealer. U dient daarom abrupte stuurbewegin- gen of andere manoeuvres te mijden, OPMERKING vooral als de auto zwaar beladen is of als er een aanhanger wordt getrokken.
Pagina 391
6 mm. We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer als de band niet gerepareerd kan worden met de bandenreparatieset. • Gebruik de bandenreparatieset niet...
Pagina 392
Onderdelen van de bandenreparatieset OAX081006 OAX081006 1. Snelheidsbeperkingslabel 2. Fles met afdichtingsmiddel en snelheidsbeperkingslabel 3. Vulslang van fles met afdichtingsmiddel naar band 4. Stekkers en kabel voor directe aansluiting op de aansluiting 5. Houder voor de fles met afdichtingsmiddel 6. Compressor 7.
Pagina 393
Noodsituaties 1. Schud de fles bandenreparatievloei- WAARSCHUWING stof (2). Afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum is verstre- Gebruik geen afdichtingsmiddel waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken (deze datum staat ver- meld op de verpakking). Dit verhoogt het risico dat de band uitvalt. WAARSCHUWING OAX081008 OAX081008 Afdichtingsmiddel...
Pagina 394
6. Zet het contact in stand ON, zet de compressor aan en laat de compres- sor gedurende 5 - 7 minuten lopen, zodat de band tot de juiste spanning met bandenreparatievloeistof wordt gevuld. (zie Banden en Wielen, hoofdstuk 2). De bandenspanning na het vullen van de band is niet belangrijk;...
Pagina 395
Noodsituaties Afdichtingsmiddel verdelen Controleren van de banden- spanning OLMF064106 OLMF064106 9. Rijd onmiddellijk ongeveer 7-10 km OAC3079012TU OAC3079012TU (of ongeveer 10 minuten) met de auto, zodat het afdichtingsmiddel 1. Stop, nadat u ongeveer 7-10 km (of gelijkmatig in de band wordt ver- ongeveer 10 minuten) hebt gereden, deeld.
Pagina 396
Informatie Wij raden u aan dit bij een officiële HYUNDAI-dealer te laten doen. Wanneer de compressor loopt kan de drukmeter een hogere waarde weerge- ven dan de werkelijke waarde. Om de...
Pagina 397
Hier- [A]: Slepen door kan de auto beschadigd Laat de auto bij voorkeur wegschiepen raken. door een officiële HYUNDAI-dealer of een erkend bergingsbedrijf. De juiste procedures voor het slepen zijn noodzakelijk om beschadigingen aan uw auto te voorkomen. Wij bevelen het gebruik van dollies aan.
Pagina 398
Slepen in noodgevallen zonder wiel Afneembare trekhaak dollies: 1. Zet het contact in stand ACC. 2. Zet de versnellingshendel in stand N (neutraal). 3. Ontgrendel de parkeerrem. OPMERKING Als de versnellingshendel niet in stand N (neutraal) wordt gezet, kan dit inwendige schade in de transmis- OAC3079015TU OAC3079015TU 1.
Pagina 399
Noodsituaties Slepen in een noodgeval OPMERKING Voor Voor Wanneer de auto wordtgesleept, moet de bestuurder inde auto blijven om te sturen en remmen. Er mogen zich geen passagiers in de auto bevinden dan de bestuurder. Volg altijd onderstaande voorzorgs- maatregelen bij slepen in een noodge- val: •...
Pagina 400
AANWIJZING Om beschadiging aan uw voertuig en voertuigonderdelen tijdens het slepen te voorkomen: • Trek alleen in de lengterichting van de auto bij gebruik van de trekha- ken. Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan de trek- haak.
Pagina 401
Noodsituaties Uw auto is uitgerust met een nooduit- Bandenspanningsmeter rusting waarmee u kunt inspelen op (indien van toepassing) noodsituaties. Het is normaal dat banden wat lucht verliezen tijdens dagelijks gebruik en het is mogelijk dat u regelmatig wat Brandblusser lucht moet toevoegen. Controleer de Als er sprake is van een kleine brand bandenspanning altijd bij koude ban- en u weet hoe u de brandblusser moet...
Pagina 402
De auto is uitgerust met een apparaat* dat is verbonden met het Pan-Europees eCall-systeem voor het maken van een noodoproep naar de hulpdiensten. Het Pan-Eu- ropees eCall-systeem is een automatische noodoproepdienst bij een verkeersongeval of andere** ongevallen op de Europese wegen. (alleen in landen met regelgeving voor dit systeem) Het systeem maakt het mogelijk om bij ongevallen op de Europese wegen contact op te nemen met een medewerker van de hulpdienst.
Pagina 403
Noodsituaties De gegevens die in het Pan-Europees eCall-systeem zijn opgeslagen worden aan de meldkamer doorgegeven om de bestuurder en passagiers de juiste hulpverle- ning te bieden en deze gegevens zullen worden gewist nadat de reddingsoperatie is voltooid. Beschrijving van het eCall-systeem in de auto Antenne Toets SOS Noodoproep-...
Pagina 404
Het wordt ook automatisch geactiveerd Soorten gegevens en zijn ont- wanneer de auto is uitgerust met een vangers TPS-systeem dat bij een ernstig onge- Het eCall-systeem in het voertuig mag val niet werkt. alleen de volgende gegevens verzame- Het 112 gebaseerde eCall-systeem in len en verwerken: de auto kan indien nodig ook handma- - Voertuig-identificatienummer...
Pagina 405
Noodsituaties (1) Richtlijn 95/46/EG van het Europe- Regelgeving voor gegevensver- se Parlement en de Raad van 24 werking oktober 1995 betreffende Het eCall-systeem is zo ontworpen dat bescherming van personen met de in het systeemgeheugen opgesla- betrekking tot de verwerking van gen gegevens niet buiten het systeem persoonsgegevens en het vrije ver- beschikbaar zijn voordat een eCall...
Pagina 406
Modaliteiten voor de uitoefening Pan-Europees eCall-systeem van de rechten van de betrokke- De betrokkene (de eigenaar van de auto) heeft recht op toegang tot de gegevens en op het verzoek om rectifi- catie, verwijdering of afscherming van de gegevens die hem of haar betreffen en waarvan de verwerking niet in over- eenstemming is met de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG.
Pagina 407
Noodsituaties Automatische ongevalsmelding Werking van het systeem Werking van het systeem Verbinding met de Verbinding met de Hulpdiensten Hulpdiensten bij een verkeersongeval bij een verkeersongeval meldkamer (PSAP) meldkamer (PSAP) OAC3073022TU OAC3073022TU Het Pan-Europees eCall genereert bij een verkeersongeval automatisch een noodoproep naar de meldkamer voor de juiste hulpverlening.
Pagina 408
Handmatige ongevalsmelding OAC3083052TU OAC3083052TU De bestuurder of passagier kan handmatig een noodoproep naar de meldkamer doen door op de SOS-toets te drukken om de nodige hulpdiensten te bellen. Een oproep naar de hulpdiensten via het Pan-Europees eCall-systeem kan alleen worden geannuleerd door nogmaals op de SOS-toets te drukken voordat de oproepverbinding tot stand komt.
Pagina 409
Pan-Europees eCall-systeem. We adviseren Pan-Europees eCall-systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. Anders kan de correcte werking van het Pan-Europees eCall-systeem dat in uw voertuig is geïnstalleerd niet worden gegarandeerd. De eigenaar van het voertuig is aansprakelijk...
Pagina 410
9. Onderhoud Motorruimte ......................9-3 Onderhoudswerkzaamheden ................9-6 Verantwoordelijkheid van de eigenaar ............9-6 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het onderhoud uitgevoerd door eigenaar ................9-6 Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerk zaamheden ....... 9-7 Schema voor door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden ................
Pagina 411
Banden en wielen ....................9-33 Verzorging van de banden ................9-33 Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ..........9-34 Controleer bandenspanning .................9-34 Banden verwisselen ..................9-35 Wielen uitlijnen en balanceren ..............9-36 Banden vervangen ..................9-36 Wielen vervangen ..................9-38 Grip ........................ 9-38 Onderhoud van banden ................9-38 Informatie op de wang van de band ............
Pagina 412
MOTORRUIMTE Smartstream G1.0 Smartstream G1.0 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3089001TU OAC3089001TU 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 413
Onderhoud Smart stream G1.0 T-GDi Smart stream G1.0 T-GDi De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3N080001TU OAC3N080001TU 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 414
Smartstream G1.2 Smartstream G1.2 De werkelijke motorruimte van de auto kan afwijken van de afbeelding. OAC3089002TU OAC3089002TU 1. Koelvloeistofreservoir 2. Vuldop motorolie 3. Rem- en koppelingsvloeistofreservoir* 5. Zekeringkast 6. Accu 7. Ruitensproeierreservoir 8. Radiateurdop 9. Peilstok motorolie *: indien van toepassing...
Pagina 415
HYUNDAI gegeven voor werkzaamheden die en krijgt technische ondersteuning van eenvoudig uit te voeren zijn. HYUNDAI om ervoor te zorgen dat u Er mogen geen aanpassingen aan uw tevreden bent met de service. auto worden gedaan. Aanpassingen...
Pagina 416
DOOR DE EIGENAAR UITTE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN De eigenaar of officiële HYUNDAI- WAARSCHUWING dealer moet onderstaande controles Het uitvoeren van onderhoudswerk- volgens het aangegeven interval uit- zaamheden aan een auto kan gevaar- voeren om een veilige en betrouwbare lijk zijn. Als u niet over voldoende werking van de auto te garanderen.
Pagina 417
Onderhoud Tijdens het rijden: Minstens twee keer per jaar: (bijvoorbeeld elk voor- en na- • Let op veranderingen in het uitlaatge- jaar) luid en let erop dat u in het interieur geen uitlaatgassen ruikt. • Controleer de radiateurslangen en de slangen van de verwarming en de air- •...
Pagina 418
ACC. lekkage en beschadigingen. We advi- seren u de brandstofleidingen, brand- stofslangen en aansluitingen te laten Brandstoffilter (Behalve vervangen door een officiële HYUNDAI- Europa) dealer. Door een verstopt filter kan de snelheid waarmee gereden kan worden, afne- Ontluchtingsslang en tankdop...
Pagina 419
Vervang beschadigde onderdelen. Luchtfilter Koelvloeistof We adviseren u het luchtfilter te laten De koelvloeistof moet worden ververst vervangen door een officiële HYUNDAI- volgens de intervallen van het onder- dealer. houdsschema. Handmatige transmissievloei- stof (indien van toepassing) Controleer de handmatige transmissie transmissievloeistof volgens het onder- houdsschema.
Pagina 420
Zie de website van Hyundai voor meer sie. informatie over het controleren van de Gebruik alleen de voorgeschreven remblokken en remvoeringen.
Pagina 421
Onderhoud MOTOROLIE Motoroliepeil controleren WAARSCHUWING Motorolie wordt gebruikt voor de sme- Radiateurslang ring, koeling en werking van diverse Wees voorzichtig met de radiateurs- hydraulische componenten in de motor. lang tijdens het controleren of bijvul- Motorolieverbruik tijdens het rijden is len van de motorolie. Deze kan na- normaal en het is noodzakelijk om de melijk nog zo warm zijn, dat u zich motorolie regelmatig te controleren en...
Pagina 422
• We adviseren u de motorolie en het Gebruik een trechter om morsen van oliefilter te laten vervangen door een olie op motoronderdelen te voorkomen. officiële HYUNDAI-dealer. Gebruik alleen de voorgeschreven mo- • Als u zich niet houdt aan het onder- torolie. (Zie "Aanbevolen smeer midde- houdsschema voor het vervangen len en hoeveelheden"...
Pagina 423
Onderhoud Informatie Wanneer de oliedruk laag is als ge- volg onvoldoende motorolie, gaat het waarschuwingslampje van de motoroliedruk ( ) branden. Bovendien wordt het geavanceerde motorbeveiligingssysteem dat het mo- torvermogen beperkt geactiveerd en gaat het storingslampje ( ) bran- den wanneer de auto continu in deze toestand wordt gereden.
Pagina 424
Vul als het peil laag is voldoende gede- stilleerd of gedemineraliseerd water bij. Vul bij tot de F (Full), maar vul niet te veel bij. Als frequent bijvullen van koel- vloeistof noodzakelijk is, adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 9-15...
Pagina 425
Onderhoud Aanbevolen koelvloeistof • Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd (gedemineraliseerd) water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon kraanwater. Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorza- ken. • De motor van uw auto heeft alumini- um onderdelen.
Pagina 426
Vervangen van de koelvloeistof We adviseren u de koelvloeistof te la- vervangen door officiële HYUNDAI-dealer. AANWIJZING Leg een flinke doek rond de radia- teurdop om te voorkomen dat als er gemorst wordt, koelvloeistof te- rechtkomt of de dynamo of andere onderdelen van de motor.
Pagina 427
We MAX wanneer het niveau te laag is. Het adviseren u de auto te laten contro- niveau zal na verloop van tijd dalen. Dit leren door een officiële HYUNDAI- is een normaal gevolg van slijtage van dealer. de remvoeringen.
Pagina 428
Ruitensproeiervloeistofniveau WAARSCHUWING controleren Laat geen rem-/koppelingsvloeistof in uw ogen komen. Als er rem-/kop- pelingsvloeistof in uw ogen komt, spoel dan uw ogen gedurende ten minste 15 minuten met schoon water en roep onmiddellijk medische hulp AANWIJZING • Laat rem-/koppelingsvloeistof niet in contact komen met de carrosse- OAC3089008TU OAC3089008TU...
Pagina 429
• Drink geen ruitensproeiervloeistof officiële HYUNDAI-dealer. en vermijd contact met ruiten- sproeiervloeistof. Ruitensproeier- vloeistof is giftig voor mensen en Slag: 5-7 klikjes bij een kracht van 20 dieren.
Pagina 430
LUCHTFILTER Filter vervangen Type A OAC3089010TU OAC3089010TU OAC3089009TU OAC3089009TU Het luchtfilter kan voor controle worden gereinigd met perslucht. Was het niet uit en spoel het niet af, want water veroorzaakt schade aan het filter. Vervang het luchtfilter als het vervuild OAC3089011TU OAC3089011TU 1.
Pagina 431
Onderhoud Type B OAC3089050TU OAC3089050TU 5. De uitsteeksels van het filter moeten OAC3N080053TU OAC3N080053TU aan de linker of rechter bovenkant Het luchtfilter kan voor controle worden van het luchtfilter worden gemon- gereinigd met perslucht. teerd. Bij verkeerde montage aan de Was het niet uit en spoel het niet af, onderzijde kan het moeilijk te monte- want water veroorzaakt schade aan het...
Pagina 432
• Zorg er om schade aan de motor te voorkomen voor dat bij het verwij- deren van het luchtfilter geen stof en vuil in de luchtinlaat komt. • Gebruik de originele HYUNDAI- onderdelen of het equivalent daar- OAC3N080055TU OAC3N080055TU van voor uw voertuig. Het gebruik 2.
Pagina 433
Onderhoud INTERIEURFILTER Filter controleren Het interieurfilter moeten worden ver- vangen door volgens het onderhouds- schema. Als er veelvuldig met de auto gereden wordt in druk stadsverkeer of een stoffige omgeving, moet het filter vaker worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Als u het inte- rieurfilter zelf wilt vervangen, volg dan onderstaande procedure en let erop OAC3089012TU...
Pagina 434
ODH073012 ODH073012 4. Verwijder het interieurfilter. 5. Plaats de onderdelen in omgekeer- de volgorde van verwijderen. AANWIJZING Plaats het interieurfilter in de juiste stand, met het pijlsymbool ( ) naar beneden, anders kunnen er te veel bijgeluiden ontstaan en kan het filter minder effectief zijn.
Pagina 435
Onderhoud RUITENWISSERBLADEN Bladen controleren Bladen vervangen Verontreiniging van de voorruit of de Als de ruitenwissers de ruit niet langer ruitenwisserbladen door bepaalde sub- goed schoonmaken, kan het zijn dat ze stanties kan het effect van de ruitenwis- versleten of gescheurd zijn en dienen sers verminderen.
Pagina 436
4. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te trekken. Laat de ruitenwisserbladen vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer om schade aan de ruitenwisserarmen en andere onderdelen te voorkomen. 9-27...
Pagina 437
Dat kan corrosie van de accu of van andere onderdelen veroorzaken. Zet tot slot de doppen van de cellen stevig vast. We adviseren u echter voor opti- maal accuonderhoud contact op te ne- men met een officiële HYUNDAI- dealer. 9-28...
Pagina 438
• Bij het optillen van een accu met WAARSCHUWING een kunststof behuizing kan door Volg altijd onderstaande voorzorgs- de druk accuzuur naar buiten ko- maatregelen bij het werken in de men. Houd bij het optillen uw han- buurt van of aan de accu om den aan de zijkant van de accu.
Pagina 439
• Voorkom dat vloeistof de accupo- len nat maakt. De prestaties van de accu kunnen worden aangetast en 1. AGM50L-DIN: De door HYUNDAI deze ken letsel veroorzaken. Wees gebruikte naam van de accu voorzichtig met het inladen van 2.
Pagina 440
Neem bij het laden van de accu de zijn onderhoudsvrij. We adviseren volgende voorzorgsmaatregelen in u het AGM-accu te laten onderhou- acht: den door een officiële HYUNDAI- • Schakel vóór het uitvoeren van on- dealer. Gebruik voor het laden van derhoudswerkzaamheden aan de uw AGM-accu alleen volautomati-...
Pagina 441
Onderhoud Starten met een hulpaccu Te resetten onderdelen Rijd na een hulpstart met een goede Te resetten onderdelen nadat de accu accu minstens 30 minuten met de auto is ontladen of na het weer aansluiten of laat de auto minstens 60 minuten van de accukabels.
Pagina 442
BANDEN EN WIELEN Verzorging van de banden WAARSCHUWING Voor uw veiligheid, een maximale le- Klapband kan leiden u de controle vensduur van de banden en een zo over de auto verliezen waardoor een laag mogelijk brandstofverbruik, dient u ongeluk met ernstig letsel of schade de banden steeds op de aanbevolen het gevolg kan zijn.
Pagina 443
41 kPa (4 tot 6 psi) hoger zijn dan wan- te laten controleren door een offi- neer ze koud zijn. Laat om de banden ciële HYUNDAI-dealer. op de juiste spanning te brengen geen • Een te hoge bandenspanning heeft lucht ontsnappen uit warme banden.
Pagina 444
CBGQ0707 CBGQ0707 Om de loopvlakslijtage te egaliseren Banden met een specifieke draairichting Banden met een specifieke draairichting raadt HYUNDAI aan de banden te rou- (indien van toepassing) (indien van toepassing) leren volgens het onderhoudsschema of eerder als er onregelmatige slijtage optreedt.
Pagina 445
Onderhoud Informatie AANWIJZING De binnenzijde en de buitenzijde van De verkeerde balanceergewichtjes een asymmetrische band zijn verschil- kunnen de lichtmetalen velgen van lend. Bij het monteren van een asym- uw auto beschadigen. Gebruik al- metrische band moet erop worden ge- leen goedgekeurde balanceerge-...
Pagina 446
• Banden verouderen na verloop van tijd, zelfs wanneer ze niet wor- den gebruikt. HYUNDAI wordt aan- bevolen om banden bij normaal gebruik over het algemeen na zes (6) jaar te vervangen, ongeacht de resterende profieldiepte.
Pagina 447
Vraag nis. uw Erkend HYUNDAI Reparateur ad- Voorbeeld aanduiding bandenmaat: vies als u ziet dat een band onregelma- (Deze maat dient slechts ter illustratie;...
Pagina 448
3. Controleren van de leeftijd Aanduiding velgmaat van de banden (TIN: Band Ook wielen zijn voorzien van informatie Identificatienummer) die van belang kan zijn bij eventuele vervanging. De letters en cijfers in de Alle banden die ouder zijn dan zes jaar, aanduiding van de velgmaat hebben de gebaseerd of de fabricagedatum, (in- volgende betekenis.
Pagina 449
Onderhoud 5. Maximale bandenspanning De levensduur van de banden zal in be- langrijke mate afhankelijk zijn van de Dit getal geeft aan hoe hoog de ban- gebruiksomstandigheden. De levens- denspanning maximaal zijn. duur kan echter van de norm afwijken Overschrijd deze maximale banden- door de rijstijl van de bestuurder, onder- spanning niet.
Pagina 450
HYUNDAI-dealer. • Controleer de staat van de band en Banden met een lage hoogte-/ de bandenspanning elke 3.000 km,...
Pagina 451
Vermijd het gebruik van het des- betreffende systeem. We adviseren u aan om onmiddellijk een officiële Normaal Normaal Doorgebrand Doorgebrand HYUNDAI-dealer te raadplegen. Multizekering Multizekering Informatie Er worden drie soorten zekeringen ge- bruikt: Een plat type voor lagere stroomsterkte, en een cartridge type en...
Pagina 452
Bij loszit- ten, adviseren we u contact op te ne- men met een officiële HYUNDAI- dealer. Als u geen reservezekering hebt, kunt u de zekering van een ander circuit ge-...
Pagina 453
Bij loszit- adviseren we u contact op te nemen ten, adviseren we u contact op te ne- met een officiële HYUNDAI-dealer. men met een officiële HYUNDAI- dealer. AANWIJZING Plaats het deksel op de juiste manier nadat de zekeringkast in de motorruimte gecontroleerd is.
Pagina 454
Zekering-/relaiskast Informatie Zekeringkast zijpaneel bestuur- Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen derszijde van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert. OAC3083020TU OAC3083020TU Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam...
Pagina 458
Zekeringkast motorruimte Informatie Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen van de zekeringkast van toepassing op uw auto. Deze golden ten tijde van het ter perse gaan. Raadpleeg het label in de zekeringkast als u de zekeringkast controleert. OAC3089018TU OAC3089018TU Aan de binnenzijde van de deksels vindt u een label met daarop de naam van de zekeringen en relais en classifi- caties.
Pagina 459
Onderhoud Zekeringkast motorruimte (voor Smartstream G1.0) SYMBOOL RELAIS NAAM TYPE RELAIS NUMMER MAIN Hoofdrelais MINI RLY.1 E178 FUEL Brandstofpomprelais MICRO RLY.2 E179 PUMP Achterruitenwisserrelais MICRO RLY.3 E180 Relais koelventilator laag MICRO RLY.4 E181 Voorruitenwisserrelais (Hoog) MICRO RLY.5 E182 A/CON-relais MICRO RLY.6 E183 Startrelais...
Pagina 468
Wij adviseren u om een officiële Informatie HYUNDAI-dealer te raadplegen om de De koplamp en de achterlichten kun- autolampen te vervangen. Kan het zelf nen bevroren lijken als de auto na het vervangen van lampen problemen op- rijden gewassen is of als het voertuig 's leveren vanwege het feit dat om bij de nachts in nat weer wordt gereden.
Pagina 469
Onderhoud Vervangen van koplampen, Type B Type B parkeerlichten, richtingaanwijzerlampen, mist- lampen voor en dagrijverlich- ting, statische verlichting Low Beam Assist Type A Type A OAC3083023TU OAC3083023TU Type C Type C OAC3083024TU OAC3083024TU (1) Koplamp (Dimlicht/Grootlicht) * (2) Richtingaanwijzerlampen (3) Dagrijverlichting OAC3N082023TU OAC3N082023TU &...
Pagina 470
Koplampen (grootlicht/dimlicht) 1. Draai het voorwiel naar binnen. OLMB073042L OLMB073042L WAARSCHUWING OAC3089042TU OAC3089042TU • Behandel halogeenlampen voor- zichtig. Halogeenlampen bevatten gas onder druk, zodat er kleine glasdeeltjes vrijkomen die letsel kunnen veroorzaken als de lamp breekt. • Draag bij het vervangen van een lamp een veiligheidsbril.
Pagina 471
Onderhoud Type A Type A Informatie Bi-functionele koplamp Deze koplamp is van het bi-functionele type dat het dimlicht naar grootlicht of grootlicht naar dimlicht schakelt met behulp van een solenoïdesysteem. Er kan dus bewegingsgeluid hoorbaar zijn wanneer de koplamp tussen dim- licht en grootlicht schakelt en dit duidt niet op een storing in de koplamp.
Pagina 472
Richtingaanwijzerlampen, Dagrijverlichting & Statische verlichting Low Beam Parkeerlichten, Mistlampen voor Assist (indien van toepassing) 1. Open de motorkap. Dagrijverlichting & Parkeerlichten Dagrijverlichting & Parkeerlichten 2. Verwijder de afdekkap van de rich- tingaanwijzer- of dimlichtlamp door deze linksom te draaien. 3. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uitsparingen van de lichtunit.
Pagina 473
Uw auto is uitgerust met LED lampen. Type A Type A LED-lampen hebben geen vervangba- re gloeilampen. Als de LED lamp niet brandt, raden u aan het auto door een officiële HYUNDAI-dealer na te laten kijken. OAC3089039TU OAC3089039TU Type B, C Type B, C...
Pagina 474
4. Controleer of de accu voldoende ge- Afstellen mistlampen voor laden is, schakel de koplampen in en Type A Type A stel de koplampen zo af dat het hel- derste gedeelte van de lichtbundel op de horizontale en verticale lijnen valt.
Pagina 475
Onderhoud Richtpunt (5 Portier) <Hoogte vanaf de grond> <Hoogte vanaf de grond> <Afstand tussen lampen> <Afstand tussen lampen> H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W3: Afstand tussen mistlamp voorzijde...
Pagina 476
Richtpunt (N line) <Hoogte vanaf de grond> <Hoogte vanaf de grond> <Afstand tussen lampen> <Afstand tussen lampen> H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H1: Bodemvrijheid van koplampen dim- en grootlicht H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde H3: Bodemvrijheid van mistlamp voorzijde W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W1: Afstand tussen koplampen dim- en grootlicht W3: Afstand tussen mistlamp voorzijde...
Pagina 477
Onderhoud Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter Verticale Lijn van het WAGENAS (O/L) Midden van de Lamp van de Linker Koplamp Verticale Lijn van het Midden van de Lamp van de Rechter Koplamp Horizontale Lijn van het Midden van de Lamp van de Koplamp...
Pagina 478
Dimlicht (auto's met linkse besturing) Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter Verticale Lijn van het WAGENAS (O/L) Midden van de Lamp van de Linker Koplamp Verticale Lijn van het Midden van de Lamp van de Rechter Koplamp Horizontale Lijn van het Midden van de Lamp van de Koplamp...
Pagina 479
Onderhoud Mistlamp voor Gebaseerd op een scherm van 10 meter Gebaseerd op een scherm van 10 meter VERTICALE LIJN DOOR VERTICALE LIJN VAN HET HART GLOEILAMP MIDDEN VAN DE LAMP VAN DE LINKER MISTLAMP WAGENAS (O/L) RECHTER KOPLAMP HORIZONTALE LIJN DOOR BOVENSTE HART GLOEILAMP MISTLAMP LIMIET...
Pagina 480
We adviseren u, als de ledlamp niet 2. Koppel de elektrische aansluiting van de gloeilamp los. werkt, de auto te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer. 3. Verwijder de lamphouder en de lens delen door de lamphouder linksom te draaien, totdat de nokken op de houder in lijn staan met de ope- ningen in de lens delen.
Pagina 481
Onderhoud Lamp achterlichtunit vervan- Type B Type B Type A Type A OAC3N083057TU OAC3N083057TU (1) Achterlicht (2) Stoplicht OAC3083025TU OAC3083025TU (1) Richtingaanwijzerlampen (3) Richtingaanwijzerlampen (2) Parkeerverlichting/Stoplicht (4) Reflex Reflector Licht (3) Reflex Reflector Licht (5) Mistachterlicht (4) Mistachterlicht (6) Achteruitrijlicht (5) Achteruitrijlicht 9-72...
Pagina 482
Richtingaanwijzerlampen, Parkeerverlichting/Stoplicht OAC3089041TU OAC3089041TU [1]: Richtingaanwijzerlampen, OAC3089048TU OAC3089048TU [2]: Parkeerverlichting/Stoplicht 4. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de uitsparingen van de lichtunit. 5. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en deze een willekeurige kant op te draaien tot de nokjes van de lamp in lijn liggen met...
Pagina 483
[1]: Mistachterlicht, [2]: Achteruitrijlicht We adviseren u, als de ledlamp niet werkt, de auto te laten controleren door 1. Verwijder de achterste band en de een officiële HYUNDAI-dealer. wieldop. 2. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de...
Pagina 484
Lamp interieurverlichting ver- 1. Wrik de lens met een platte schroe- vendraaier voorzichtig los uit het vangen huis van de interieurverlichting. Interieurverlichting Interieurverlichting 2. Trek de lamp naar buiten. • Type A • Type A 3. Steek een nieuwe lamp in de fitting. 4.
Pagina 485
Onderhoud ONDERHOUD EXTERIEUR Onderhoud exterieur Insecten, teer, sap van bomen, uitwerp- selen van vogels, industrieel vuil en AANWIJZING dergelijke kunnen de lak van uw auto Als u uw auto in de buurt van een aantasten als ze niet direct verwijderd roestvrijstalen uithangbord of een worden.
Pagina 486
Wassen met een hogedrukreiniger AANWIJZING • Houd bij het gebruik van een hoge- Auto met matte lak drukreiniger voldoende afstand tot de (indien van toepassing) auto. Maak geen gebruik van automati- Wanneer u onvoldoende afstand sche wasstraten met ronddraaiende houdt of de druk te hoog is, kunnen borstels, aan- gezien deze het opper- onderdelen van de beschadigd raken vlak van uw auto kunnen beschadi-...
Pagina 487
Maar oefen niet te veel kracht uit op reren door een officiële HYUNDAI- de lak. dealer. Wees uiterst voorzichtig, om- dat het moeilijk is de kwaliteit na reparatie te herstellen.
Pagina 488
Onderhoud van verchroomde WAARSCHUWING onderdelen Test na het wassen de remmen van • Gebruik een teerverwijderaar en uw auto bij lage snelheid om te con- geen schraper of ander scherp voor- troleren of de remwerking door bin- werp voor het verwijderen van teer of nengedrongen water beïnvloed is.
Pagina 489
Onderhoud Bescherming tegen roest Vocht werkt roest in de hand Vocht creëert omstandigheden waaron- Bescherming van uw auto tegen der roestvorming gemakkelijk optreedt. roest Roestvorming wordt bijvoorbeeld be- Met behulp van de meest geavanceer- vorderd door een hoge luchtvochtig- de technologie in ontwerp en construc- heid, met name als de temperatuur net tie om roestvorming tegen te gaan, pro- boven het vriespunt ligt.
Pagina 490
Houd uw auto schoon Houd uw garage vochtvrij De beste manier om roest tegen te Parkeer uw auto niet in een vochtige, gaan is uw auto schoon te houden en slecht geventileerde garage. Dit is de vrij van agressieve stoffen. Aandacht perfecte omgeving voor roestvorming.
Pagina 491
Onderhoud Verzorging interieur Interieurbekleding reinigen Algemene voorzorgsmaatrege- Oppervlakken in het interieur van len interieur het voertuig (indien uitgerust) Algemeen Voorkom dat chemicaliën als Verwijder stof en los vuil van het interi- parfum, cosmetische oliën, zonne- eur met een bezem of een stofzuiger. brandcrème en luchtverfrisser in aanra- king komen met onderdelen van het in- Reinig indien nodig de binnenkant met...
Pagina 492
• Verzorgen van lederen stoelbekle- Leder (indien van toepassing) ding • Kenmerken van leder - Reinig de stoel regelmatig met een - Leder wordt vervaardigd van de op- stofzuiger om stof en zand van de perhuid van een dier, die via een stoel te verwijderen.
Pagina 493
Onderhoud • Reinigen van lederen stoelbekleding Veiligheidsgordels reinigen - Verwijder alle verontreinigingen di- Reinig de gordels met een zachte zee- rect. Zie onderstaande aanwijzin- poplossing die speciaal geschikt is voor gen voor het verwijderen van elke het reinigen van bekleding en tapijt. soort verontreiniging.
Pagina 494
Om de goede werking van de emissie- men. regelsystemen te garanderen, is het aan te raden uw auto door een officiële Reservoir HYUNDAI-dealer te laten controleren en onderhouden volgens het onder- De brandstofdampen die vrijkomen in houdsschema in dit boekje. de brandstoftank worden geabsorbeerd en opgeslagen in een reservoir.
Pagina 495
Onderhoud Magneetklep dampafvoer (PCSV WAARSCHUWING - Purge Control Solenoid valve) Motor uitlaatgassen bevatten kool- De magneetklep dampafvoer wordt monoxide (CO). Hoewel kleur- en aangestuurd door de motor-ECU; als geurloos, is het gevaarlijk en kan het de koelvloeistoftemperatuur laag is bij dodelijk zijn bij inademing.
Pagina 496
We adviseren u om breng geen coating aan om corro- alle inspecties en afstellingen door sie tegen te gaan. Onder bepaalde een officiële HYUNDAI-dealer uit te omstandigheden kan er brandge- laten voeren. vaar ontstaan. • Voorkom rijden met een extreem laag brandstofniveau.
Pagina 497
Als het benzineroetfilterlampje gaat knipperen of de waarschuwingsmel- ding "Check exhaust system" (contro- leer uitlaatsysteem) wordt weergege- ven, ook al is met de auto gereden zoals hierboven vermeld, adviseren wij u het benzineroetfiltersysteem te laten nakijken door een officiële HYUNDAI- dealer. 9-88...
Pagina 499
Index Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ............. 2-17 Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ..............2-18 Aanpassingen aan de auto ..................1-8 Accu ........................9-28 Accucapaciteitsticker ..................9-28 Accu opladen ....................9-31 Optimale werking van de accu ................. 9-28 Te resetten onderdelen ..................9-32 Achteruitkijkmonitor (RVM) ................7-45 Storing en beperkingen van de achteruitkijkmonitor ........
Pagina 500
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem ..........5-60 Automatische verwarming en airconditioning ..........5-61 Handmatig bediende verwarming en airconditioning ........5-62 Onderhoudssysteem ..................5-68 Werking van het systeem .................. 5-66 Banden en wielen ..................2-14, 9-33 Controleer bandenspanning ................9-34 Banden met een lage hoogte-/breedteverhouding ..........9-31 Aanbevolen bandenspanning (koude banden) ..........
Pagina 501
Index Contactslot ......................6-6 Engine Start/Stop-knop ..................6-9 Sleutel contactslot ..................... 6-6 Controlesysteem voor Lage Bandenspanning (TPMS) ........8-11 Controlesysteem voor lage bandenspanning ............8-11 Waarschuwingslampje lage bandenspanning............8-13 Controlelampje storing TPMS (Controlesysteem voor lage bandenspanning) ..........8-14 Een wiel verwisselen met TPMS ................. 8-14 Cruise control (CC) ....................
Pagina 502
Werking van de handmatige transmissie ............6-14 High Beam Assist (HBA) ................... 5-46 Storing en beperkingen in HBA (High Beam Assist) ........5-48 Werking van de High Beam Assist ..............5-47 Instellingen voor High Beam Assist (grootlichtassistentie) ......5-46 Hyundai Motor Company ..................1-2...
Pagina 503
Index Infotainmentsysteem .................... 5-86 Antenne ......................5-86 Audio / Video / Navigatiesysteem ..............5-88 Bluetooth® Wireless Technology handsfree ............ 5-89 Uitleg werking autoradio .................. 5-89 Audiobediening op stuurwiel ................5-87 USB-poort ......................5-86 Inhoud bagageruimte ................... 2-16 Inrijprocedure ......................1-8 Instrumentenpaneel ....................
Pagina 504
Koelvloeistof ....................... 9-15 Koelvloeistofniveau controleren ..............9-15 Vervangen van de koelvloeistof ............... 9-17 Label aircocompressor ..................2-20 Lane Following Assist (LFA) ................7-41 Storing en beperkingen van de Lane Following Assist-systeem ...... 7-44 Instellingen voor Lane Following Assist ............7-41 Lane Following Assist in-/uitschakelen ............
Pagina 505
Index Motor specificatie ....................2-12 Motornummer ...................... 2-25 Motorolie ......................9-12 Motoroliepeil controleren ................. 9-12 Motorolie verversen en filter controleren ............9-13 Motorruimte ......................9-3 Nooduitrusting ....................8-36 Brandblusser ....................8-36 Eerstehulpset ....................8-36 Gevarendriehoek ..................... 8-36 Bandenspanningsmeter ..................8-36 Onderhoud exterieur ....................
Pagina 506
Overzicht interieur ....................2-6 Overzicht middenconsole ..................2-7 Overzicht motorruimte ..................2-9 Pan-europees eCall .................... 5-119 SOS......................... 5-119 SOS Test ......................5-119 Pan-Europees eCall-systeem ................8-37 Informatie over gegevensverwerking .............. 8-39 Pan-Europees eCall-systeem ................8-41 Parkeerrem ......................9-20 Parkeerrem controleren ..................9-20 Portiersloten ......................
Pagina 507
Index Rembekrachtiging ................... 6-32 Trommelremmen achter ................... 6-33 Vehicle Stability Management (VSM) ............6-39 Reserve Parking Distance Warning-systeem (PDW) .......... 7-48 Storing en beperkingen van de Reverse Parking Distance Warning ....7-49 Werking van de Reverse Parking Distance Warning ........7-49 Instellingen voor Reverse Parking Distance Warning ........
Pagina 508
Specificaties infotainmentsysteem..............5-121 USB ........................ 5-121 Bluetooth ......................5-122 Spiegels ........................ 5-24 Binnenspiegel ....................5-24 Buitenspiegel ....................5-25 Starten met een hulpaccu ..................8-6 Statuspictogrammen ..................5-120 Stoelen ........................3-4 Voorstoelen ......................3-6 Hoofdsteun ...................... 3-12 Achterstoelen ....................3-10 Veiligheidsmaatregelen ..................3-5 Stoelverwarming ....................
Pagina 509
Index Veiligheidsmeldingen .................... 1-3 Vereiste brandstof ....................1-5 Benzinemotor ..................... 1-5 Verklaring van conformiteit ...............2-22/5-123 CE RED voor de EU ..................5-123 Verlichting ......................5-38 Exterieurverlichting ..................5-38 Interieurverlichting ................... 5-43 Voertuigcertificatielabel ..................2-19 Voertuig-identificatienummer (VIN) ..............2-19 Vóór het rijden ...................... 6-4 Vóór het instappen ....................