Instrumentenpaneel
Richtingaanwijzers
Dit controlelampje knippert:
• Als u de richtingaanwijzers inscha-
kelt.
Als een van de volgende condities zich
voordoen, geeft dit een storing aan in
het richtingaanwijzersysteem.
- Het richtingaanwijzer controlelampje
knippert niet, maar blijft branden.
- Het richtingaanwijzer controlelampje
knippert sneller dan normaal.
- Het Richtingaanwijzer controlelampje
licht helemaal niet op.
Als een van de volgende condities zich
voordoen, wij raden u aan uw auto te
laten
nakijken
door
HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
Dimlicht
Dit controlelampje gaat branden:
• Wanneer de koplamp is ingescha-
keld.
Controlelampje
Grootlicht
Dit controlelampje gaat branden:
• Als de koplamp is ingeschakeld en
wordt overgeschakeld op grootlicht.
• Wanneer de hendel van de richting-
aanwijzer in de Flash-to-Pass stand
gezet is.
4-18
High Beam Assist
(HBA) Controlelampje
(indien van toepas-
sing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden:
• Als het grootlicht is ingeschakeld ter-
• Als uw auto tegenliggers of voorlig-
Zie "High Beam Assist (HBA)" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
een
officiële
Licht AAN
Indicatorlamp
Dit controlelampje gaat branden:
• Als de parkeerverlichting of het dim-
Controlelampje
Mistlampen Voor
(indien van toepas-
sing)
Dit controlelampje gaat branden:
• Wanneer de mistlampen voor is inge-
Controlelampje
Mistachterlicht (indien
van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
• Wanneer de mistachterlicht is inge-
wijl de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat.
- Wit: Wanneer het intelligente kop-
lampsysteem klaar is voor gebruik.
- Groen kleur: Wanneer het intelli-
gente koplampsysteem werkt.
gers detecteert, zal het High Beam
Assist het grootlicht automatisch
overschakelen naar dimlicht.
licht wordt ingeschakeld.
schakeld.
schakeld.