Handige functies
AANWIJZING
Controleer of de achterklep gesloten
is voordat u met de auto gaat rijden.
Er kan schade ontstaan aan de gas-
veren van de achterklep en de beves-
tigingsmaterialen, als u de achter-
klep niet sluit voordat u gaat rijden.
Sluiten van de achterklep
Trek de achterklep naar beneden en
druk hem stevig vast om hem te sluiten.
Zorg ervoor dat de achterklep goed ver-
grendeld is.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat geen handen, voe-
ten of andere lichaamsdelen bekneld
kunnen raken bij het sluiten van de
achterklep.
OPMERKING
Zorg dat er niets in de buurt van de
achterklepslot bevindt wanneer u de
achterklep sluit. Dit kan het slot van
de achterklep beschadigen.
5-34
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen
Als u met een geopende achterklep
rijdt, worden gevaarlijke uitlaatgas-
sen in het interieur gezogen, het-
geen kan leiden tot ernstig letsel.
Wanneer het noodzakelijk is dat u
met een geopende achterklep rijdt,
houd dan de uitstroomopeningen en
alle ruiten open, zodat extra frisse
lucht in het interieur stroomt.
WAARSCHUWING
Houd de achterklep tijdens het rijden
altijd volledig gesloten. Als met een
(gedeeltelijk) geopende achterklep
wordt gereden, kunnen schadelijke
uitlaatgassen,
die
(CO) bevatten, in het interieur bin-
nendringen.
WAARSCHUWING
Bagageruimte
Passagiers dienen niet plaats te
nemen in de bagageruimte, waar
geen veiligheidsgordels aanwezig
zijn. Om bij een aanrijding of plotse-
ling remmen letsel te voorkomen,
dienen inzittenden altijd hun veilig-
heidsgordel te dragen.
koolmonoxide