BANDEN EN WIELEN
WAARSCHUWING
Klapband kan leiden u de controle
over de auto verliezen waardoor een
ongeluk met ernstig letsel of schade
het gevolg kan zijn. Verminder het
risico
op
ERNSTIG
OVERLIJDEN en houdt u aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
• Controleer
de
maandelijks. Controleer de ban-
den daarnaast op slijtage en be-
schadigingen.
• De aanbevolen bandenspanning
staat in dit instructieboekje en op
het bandenspanningslabel op de
middenstijl aan bestuurderszijde.
Gebruik altijd een bandenspan-
ningsmeter om de bandenspan-
ning te meten. Banden met een te
hoge of een te lage spanning slij-
ten ongelijkmatig, wat een negatie-
ve invloed op de handling heeft.
• Controleer van de bandenspan-
ning ook die van het reservewiel te
controleren.
• Vervang banden die (ongelijkma-
tig) versleten of beschadigd zijn.
Versleten banden hebben een ne-
gatieve invloed op de remwerking,
de besturing of de tractie.
• Vervang banden ALTIJD door ban-
den van dezelfde maat als de origi-
nele banden van deze auto. Het
gebruik van een andere dan de
voorgeschreven bandenmaat kan
een negatieve invloed hebben op
het rijgedrag en kan ervoor zorgen
dat u de controle over de auto ver-
liest of kan invloed hebben op het
antiblokkeersysteem (ABS) van
uw auto, waardoor een ernstig on-
geval kan ontstaan.
LETSEL of
bandenspanning
Verzorging van de banden
Voor uw veiligheid, een maximale le-
vensduur van de banden en een zo
laag mogelijk brandstofverbruik, dient u
de banden steeds op de aanbevolen
spanning te houden en dient u het to-
taalgewicht en de maximale asbelas-
ting niet te overschrijden.
Op het bandenspanningslabel op de
middenstijl aan linkerzijde staan de
bandenspanningen voor de verschillen-
de gebruiksomstandigheden.
09
OAC3019023TU
OAC3019023TU
9-33