Noodsituaties
7. Plaats de krik onder het speciale
kriksteunpunt onder het chassis dat
zich het dichtst bij het te verwisselen
wiel bevindt. De kriksteunpunten zijn
op het chassis gelaste platen met
twee inkepingen en twee deukjes.
Plaats de krik nooit onder een ander
onderdeel van de auto. Anders kan
er schade aan de dorpellijst ontstaan
of andere delen van het voertuig.
8. Steek de krikslinger in de krik en
draai de slinger rechtsom totdat het
wiel net van de grond loskomt. Con-
troleer of de auto stabiel op de krik
staat.
8-18
9. Draai de wielmoeren los met de wiel-
moersleutel en verwijder ze met de
hand. Verwijder het wiel van de
tapeinden en leg het wiel plat neer
op een plaats waar het niet in de
weg ligt. Verwijder vuil en andere
verontreinigingen van de tapeinden,
de pasvlakken en het wiel.
10. Plaats het reservewiel op de tapein-
den in de naaf.
OAC3073008TU
OAC3073008TU
11. Draai de wielmoeren met de hand
vast op de tapeinden met de afge-
schuinde zijde naar het wiel toe.
12. Laat de auto zakken door de kriks-
linger linksom te draaien.
13. Draai de wielmoeren in de aange-
geven volgorde vast met de wiel-
moersleutel. Controleer nogmaals
of alle wielmoeren vastgedraaid
OAC3073009TU
OAC3073009TU
zijn. Laat na het verwisselen van
een band zo snel mogelijk een offi-
ciële HYUNDAI-dealer de wielmoe-
ren met het juiste aanhaalmoment
vastzetten. De wielmoeren moe-
ten vastgedraaid worden met 11
- 13 Kgf·m.
OAC3073027TU
OAC3073027TU