Handige functies
VERLICHTING
Exterieurverlichting
Bediening verlichting
Draai, om de verlichting te bedienen,
de knop op het uiteinde van de com-
bischakelaar naar een van de volgende
standen:
(1) OFF (O)
(2) Automatische
van toepassing)
(3) Parkeerlicht
(4) Koplamp
5-38
OAC3059022TU
OAC3059022TU
verlichting
(indien
Automatische verlichting (indien
van toepassing)
Als de lichtschakelaar in stand AUTO
staat, worden het parkeerlicht (positie)
en de koplampen automatisch in- of uit-
geschakeld, afhankelijk van hoe donker
het buiten is.
Zelfs met de AUTO lichtfunctie in wer-
king, is het raadzaam om de verlichting
handmatig in te schakelen bij het rijden
's nachts of in mist, of wanneer u don-
kere gebieden inrijdt, zoals tunnels en
parkeerfaciliteiten.
AANWIJZING
• Bedek of mors niets op de sensor
(1) op het dashboard.
• Reinig de sensor niet met een rui-
tenreiniger. Deze laat een dunne
laag achter op de sensor, waar-
door deze niet meer goed werkt.
• Als de voorruit van uw auto getint
glas heeft of is voorzien van een
coating,
functioneert
AUTOMATISCHE verlichting moge-
lijk niet goed.
OAC3059024TU
OAC3059024TU
de