Plaatsen van een kinderzitje
WAARSCHUWING
Doe altijd het volgende voordat u een
kinderzitje installeert:
Lees altijd de aanwijzingen die door
de fabrikant van het kinderzitje zijn
opgesteld en volg deze aanwijzingen
op.
Het niet naleven van alle
waarschuwingen en instructies kan het
risico op ERNSTIG of DODELIJK LETSEL
verhogen in geval van een ongeval.
WAARSCHUWING
Wanneer de hoofdsteun een juiste
plaatsing van het kinderzitje verhindert,
verstel of verwijder dan de hoofdsteun
van de desbetreffende stoel.
Nadat u een goed kinderzitje heb
gekozen voor uw kind en gecontroleerd
hebt of het kinderzitje goed past goed
op de zitplaats, moeten deze drie
stappen gevolgd worden voor een juiste
installatie:
Bevestig het kinderzitje correct in
de auto. Alle kinderzitjes moeten in
de auto worden bevestigd met de
heupgordel of het heupgedeelte van
de driepuntsgordel of met de ISOFIX
bevestigingspunten en/of ISOFIX top-
tether en/of met de steunvoet.
Zorg dat het kinderzitje stevig
bevestigd is. Beweeg het kinderzitje
naar voren en naar achteren en van
links naar rechts om te controleren of
het stevig is bevestigd. Een kinderzitje
dat met een veiligheidsgordel wordt
bevestigd, moet zo stevig mogelijk
worden bevestigd. Een beetje
zijwaartse beweging is echter niet te
verhinderen.
Verstel de stoel en de rugleuning
(op of neer, naar voren of achteren)
wanneer u het kinderzitje installeert
om ervoor te zorgen dat uw kind
comfortabel in het kinderzitje kan
zitten.
Zet het kind vast in het kinderzitje.
Controleer of het kind correct is
vastgemaakt in het kinderzitje volgens
de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
OPGELET
Een kinderzitje in een afgesloten
auto kan zeer heet worden. Om
brandwonden te voorkomen, moet u
het zitoppervlak en de riempjes van het
kinderzitje controleren voordat u uw
kind erin plaatst.
03
3-41