Het intelligente handgeschakelde
transmissiesysteem (iMT) maakt gebruik
van E-Clutch-technologie (Elektronische
koppeling) en SSC-technologie (Start
Stop Coasting). Wanneer de auto in de
zeilfunctie rijdt ('coasting'), wordt de
motor automatisch uitgeschakeld om het
brandstofverbruik te verlagen.
Bediening van de intelligente
handgeschakelde transmissie
(iMT)
De intelligente handgeschakelde
transmissie (iMT) heeft zes versnellingen
vooruit. Het schakelpatroon is
aangebracht in de pookknop.
Alle vooruitversnellingen zijn
volledig gesynchroniseerd zodat het
schakelen naar een hogere of lagere
versnelling soepel verloopt. Trap het
koppelingspedaal tijdens het schakelen
geheel in en laat het langzaam opkomen.
Wanneer uw auto is uitgerust met
een startknop, kunt u de motor niet
starten zonder het rempedaal en
koppelingspedaal in te trappen. (indien
van toepassing)
Voordat de achteruitversnelling (R)
kan worden ingeschakeld, moet de
selectiehendel eerst in de vrijstand
worden gezet. Trek ring omhoog en de
selectiehendel voldoende naar links
en schakel de achteruitversnelling (R)
in. Zorg ervoor dat de auto volledig
tot stilstand is gekomen voordat u de
achteruit (R) inschakelt.
Laat de motor nooit met een toerental
draaien dat in het rode gebied van de
toerenteller ligt.
Bij het terugschakelen van de
vijfde naar de vierde versnelling
moet erop worden gelet dat de
versnellingspook niet zo ver opzij
wordt gedrukt dat per ongeluk
de tweede versnelling wordt
ingeschakeld. Hierdoor zou het
motortoerental zo hoog kunnen
oplopen dat de naald van de
toerenteller in het rode gebied
terecht zou kunnen komen.
Dergelijke hoge toerentallen van
de motor en de transmissie kunnen
schade aan de motor veroorzaken.
Schakel niet meer dan 2
versnellingen tegelijk terug en
schakel niet terug als de motor met
een hoog toerental draait (5.000
ONX4E060038
omw/min of meer). Terugschakelen
onder dergelijke omstandigheden
kan schade aan de motor, de
koppeling en de transmissie
veroorzaken.
Bij zeer lage buitentemperaturen kan
het schakelen wat moeizamer gaan
zolang de transmissieolie nog koud
is. Dat is normaal en is niet schadelijk
voor de transmissie.
Als de auto geheel tot stilstand
is gekomen en de 1e versnelling
of de achteruit (R) moeilijk
ingeschakeld kan worden, moet
u de versnellingspook in de
stand N (Neutraal) zetten en het
koppelingspedaal loslaten. Trap het
koppelingspedaal weer in en schakel
vervolgens de 1e versnelling of de
achteruit (R) in.
OPGELET
06
i
6-21