SPIEGELS
Binnenspiegel
Controleer, voordat u gaat rijden, of de
binnenspiegel correct is ingesteld. Stel
de binnenspiegel zo af dat het zicht door
de achterruit goed gecentreerd is.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat uw zicht niet wordt
gehinderd. Plaats geen voorwerpen op
de achterstoelen, in de bagageruimte
of achter de hoofdsteunen van de
achterstoelen die het zicht door de
achterruit zouden kunnen belemmeren.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel, om
ernstig letsel bij een ongeval of het
activeren van de airbag te voorkomen.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel NOOIT tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de controle
over de auto verliezen en een ongeval
veroorzaken.
OPMERKING
Gebruik voor het reinigen van
de spiegel een papieren doek of
vergelijkbaar materiaal, bevochtigd met
glasreiniger. Spuit geen glasreiniger
direct op de spiegel om te voorkomen
dat de vloeibare glasreiniger de
spiegelbehuizing binnendringt.
Binnenspiegel met dag-/nachtstand
(indien van toepassing)
[A] : Dag, [B] : Nacht
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
als deze in de dagstand staat.
Trek de dag/nachthendel naar u toe
om verblinding door de koplampen van
achteropkomend verkeer te voorkomen
als u 's nachts rijdt.
Houd er rekening mee dat het beeld
in de spiegel in de nachtstand minder
duidelijk is dan in de dagstand.
05
ODN8059025L
5-27