WAARSCHUWING
Als de motor draait en de schakelaar
voor de ruitenwissers voor in stand
AUTO staat, neem dan onderstaande
aanwijzingen in acht om letsel te
voorkomen:
Raak het bovenste deel van de
voorruit, waar de regensensor zich
bevindt, niet aan.
Veeg het bovenste deel van de
voorruit niet schoon met een
vochtige doek.
Oefen geen druk uit op de voorruit.
OPMERKING
Zet de schakelaar tijdens het wassen
van de auto in stand OFF (O) om te
voorkomen dat de ruitenwissers
automatisch worden ingeschakeld.
Als de ruitenwissers tijdens het
wassen in de stand AUTO wordt
gezet, raken ze mogelijk beschadigd.
Verwijder de behuizing van de
sensor boven aan de voorruit aan
passagierszijde niet. Eventuele
schade aan componenten die
hierdoor kan ontstaan, valt niet
onder de fabrieksgarantie.
Door het gebruik van een fotosensor
kan een tijdelijke storing optreden
als gevolg van plotselinge
veranderingen in de intensiteit van
het omgevingslicht door steentjes en
stof tijdens het rijden.
Ruitensproeiers voorruit
Als met de ruitenwisser in stand OFF
(O) de hendel naar voren trekt om de
ruitensproeier in te schakelen, maakt
deze 1-3 wisslagen. De ruitensproeier
en de ruitenwissers blijven werken tot u
de hendel loslaat. Als de ruitensproeiers
niet werken, moet u mogelijk
ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Lucht opnieuw laten circuleren na
gebruik van sproeivloeistof
Als u ruitensproeiervloeistof gebruikt
om te verhinderen dat de onaangename
geur van de sproeivloeistof in het
interieur dringt, worden afhankelijk
van de buitentemperatuur de
recirculatiemodus en de airconditioning
automatisch geactiveerd. Als u de modus
verse lucht kiest terwijl de functie actief
is, wordt de functie na een bepaalde tijd
hervat. Mogelijk werkt het niet onder
bepaalde omstandigheden, zoals bij kou
of als de motor uitgeschakeld is.
Zie "Extra voorzieningen verwarmings-
en ventilatiesysteem" in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
05
ONX4E050044
5-69