Instellingen Smart Cruise
Control
Smart Cruise Control inschakelen
Druk op de toets Driving Assist
(
) om de Smart Cruise
Control in te schakelen. Op het
instrumentenpaneel wordt de huidige
snelheid als snelheid ingesteld.
Als er geen voertuig vóór u is,
dan wordt de ingestelde snelheid
aangehouden. Als er wel een voertuig
vóór u is, dan kan de snelheid
worden verlaagd om de afstand tot
uw voorligger te bewaren. Als uw
voorligger accelereert, houdt uw auto
een constante kruissnelheid aan nadat
hij tot de ingestelde snelheid heeft
geaccelereerd.
Informatie
Als de snelheid van uw auto tussen
ongeveer 0-30 km/h ligt en u de toets
Driving Assist (Bestuurdershulp) (
indrukt, wordt de snelheid van Smart
Cruise Control ingesteld op 30 km/h.
Als de bestuurder naar een lagere
versnelling schakelt, bereikt de
rijsnelheid mogelijk niet de ingestelde
snelheid.
Tussenafstand instellen
Elke keer als u op de toets drukt,
ONX4070032
verandert de tussenafstand als volgt:
Afstand 4
Informatie
Bij een rijsnelheid van 90 km/h, wordt
de afstand als volgt gehandhaafd:
Afstand 4 - ca. 52,5 m
Afstand 3 - ca. 40 m
Afstand 2 - ca. 32,5 m
Afstand 1 - ca. 25 m
Wanneer de motor opnieuw wordt
gestart, of nadat de Smart Cruise
Control tijdelijk is geannuleerd, wordt
laatste ingestelde afstand opnieuw
ingesteld.
)
OCN7060069
Afstand 3
Afstand 2
Afstand 1
07
7-91