DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
WAARSCHUWING
Het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan
een auto kan gevaarlijk zijn. Als u
onvoldoende kennis en ervaring
hebt of niet beschikt over het juiste
gereedschap en apparatuur om
de werkzaamheden te verrichten,
laat deze dan uitvoeren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Volg
ALTIJD deze voorzorgsmaatregelen
voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden:
Parkeer uw auto op de begane
grond, schakel de transmissie naar
P (Parkeren, voor automatische/
Double clutch-transmissie) of N
(Neutraal) (voor handgeschakelde
transmissie/intelligente
handgeschakelde transmissie),
activeer de parkeerrem en zet het
contact in stand LOCK/OFF.
Leg blokken voor de wielen (voor en
achter) om te voorkomen dat de auto
gaat bewegen.
Doe loszittende kleding uit en doe
sieraden af. Deze kunnen bekneld
raken in draaiende onderdelen.
Als u tijdens de
onderhoudswerkzaamheden de
motor moet laten draaien, doe dat
dan buiten of in een ruimte die ruim
voldoende geventileerd is.
Houd open vuur, vonken en
rokende materialen uit de buurt
van de accu en onderdelen van het
brandstofsysteem.
WAARSCHUWING
Metalen delen aanraken
Raak geen metalen delen aan (ook geen
veerpoten) als de motor draait of heet
is. Dat leidt tot ernstig persoonlijk letsel.
Zet de motor af en wacht tot de metalen
delen afgekoeld zijn om onderhoud aan
het voertuig uit te voeren.
We raden aan dat de eigenaar of een
officiële HYUNDAI-dealer onderstaande
controles volgens het aangegeven
interval uitvoert om een veilige en
betrouwbare werking van de auto te
garanderen.
Neem bij bijzonderheden zo spoedig
mogelijk contact op met uw dealer.
Eventuele werkzaamheden die uit deze
controles voortvloeien, vallen doorgaans
niet onder de fabrieksgarantie en zullen,
samen het arbeidsloon en eventuele
onderdelen en smeermiddelen, in
rekening gebracht worden.
WAARSCHUWING
Dieselmotor
Wijzig of manipuleer het
injectiesysteem niet als de dieselmotor
draait of binnen de 30 seconden
nadat de dieselmotor is afgezet. De
hogedrukpomp, hogedrukleidingen,
rail, en injectoren staan vlak na het
stoppen van de dieselmotor nog steeds
onder hoge druk.
Als de brandstof lekt, kan dat ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken. Mensen
met een pace maker moeten minstens
30 cm uit de buurt van de ECU of
kabelboom blijven als de dieselmotor
draait. De hoge stroomsterkte van het
elektronische motorcontrolesysteem
produceert aanzienlijke magnetische
velden.
09
9-7