OPGELET
Als het voertuig vastzit in sneeuw,
zand of modder, plaatst u niet glijdend
materiaal onder de aandrijfwielen
voor grip OF laat u de wielen traag
voorwaarts en achterwaarts draaien;
dat veroorzaakt een wiegende
beweging waardoor het voertuig
mogelijk los komt. Zorg er echter voor
dat de motor niet voortdurend op een
hoog toerental draait, dat kan het 4WD-
systeem beschadigen.
Bergopwaarts en -afwaarts rijden
Bergopwaarts rijden
- Kijk voor u vertrekt of het mogelijk is
om bergopwaarts te rijden.
- Rijd zo recht mogelijk.
Bergafwaarts rijden
- Verander niet van versnelling als
u bergafwaarts rijdt. Kies een
versnelling voor u bergafwaarts
rijdt.
- Rijd zo langzaam heuvelaf dat u op
de motor kunt remmen.
- Rijd zo recht mogelijk.
WAARSCHUWING
Wees zeer voorzichtig als u steile
hellingen op- en afrijdt. Afhankelijk
van de hellingsgraad, de ondergrond
en water/modder kan het voertuig
kantelen.
WAARSCHUWING
Rijd niet over de omtreklijn van steile
heuvels. Een kleine verandering van
de wielhoek kan de stabiliteit van
het voertuig in het gedrang brengen
of een stabiel voertuig kan zijn
stabiliteit verliezen als het voertuig
zijn voorwaartse beweging stopt. Uw
voertuig kan omrollen en ernstig letsel
of overlijden veroorzaken.
Door water rijden
OLMB053017
Probeer om niet door diep stilstaand
water te rijden. De motor kan afslaan
en het water kan uw uitlaatpijpen
verstoppen.
Als u door water moet rijden, stopt u
het voertuig, zet het in 4WD LOCK-
modus en rijdt minder dan 8 km/h.
Verander niet van versnelling als u
door water rijdt.
Overige rijomstandigheden
Controleer de toestand van de weg
voor u vertrekt.
Let altijd goed op als u op ongebaand
terrein rijdt en vermijd gevaarlijke
gebieden.
Rijd traag in hevige wind.
Vertraag in bochten. Het zwaartepunt
van 4WD-voertuigen ligt hoger
dan dat van conventionele 2WD-
voertuigen, waardoor ze makkelijker
kunnen omrollen als bochten te snel
worden genomen.
06
OLMB053018
6-73