Het 2e alarm wordt alleen geactiveerd
na een eerdere activering van het 1e
alarm.
Voorzorgsmaatregelen voor het
systeem
Zorg ervoor dat alle ruiten zijn
gesloten. Als er een ruit geopend is,
kan het alarm afgaan omdat de sensor
een onbedoelde beweging detecteert
(bijv. wind of insecten).
Instrumentenpaneel
OTM048165L
Als u het Rear Occupant Alert-systeem
(ROA) niet wilt gebruiken, druk dan op
de toets OK op het stuurwiel wanneer
de 1e waarschuwingsmelding op
het instrumentenpaneel verschijnt.
Hierdoor wordt het 2e alarm eenmalig
uitgeschakeld.
Er kan een alarm worden gegeven als
er een impact op het dak is.
Als er dozen of andere voorwerpen
in het voertuig zijn opgestapeld, zal
het systeem de dozen of voorwerpen
mogelijk niet detecteren. Of het alarm
kan weerklinken als de dozen of
voorwerpen vallen.
De sensor werkt mogelijk niet normaal
als de sensor wordt geblokkeerd door
vreemde voorwerpen.
Het alarm kan worden geactiveerd
wanneer er beweging wordt
gedetecteerd op de bestuurders- of
passagiersstoel.
Het alarm kan worden geactiveerd
terwijl de portieren zijn vergrendeld
in een wasstraat of door trillingen of
lawaai in de omgeving.
Stuurwiel
OCN7050079
Als het voertuig op afstand wordt
gestart (indien voorzien van starten op
afstand) wordt beweging in de auto
niet meer gedetecteerd.
WAARSCHUWING
Zelfs als uw voertuig is uitgerust met
het Rear Occupant Alert-systeem (ROA)
moet u de achterbank altijd controleren
voordat u het voertuig verlaat.
Het achterbank-passagiers-alarm werkt
mogelijk niet als:
De beweging duurt slechts een korte
periode of de beweging is gering.
De achterpassagier is bedekt met
een voorwerp, zoals een deken.
Let altijd op de veiligheid van
de passagier, aangezien de
detectiefunctie en het 2e alarm
mogelijk niet zullen werken
afhankelijk van de omgeving en
bepaalde omstandigheden.
03
3-25