Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
Wanneer de oliedruk laag is.
Als de oliedruk van de motor te laag is:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand.
2. Zet de motor uit en controleer
het motoroliepeil (Zie voor meer
informatie 'Motorolie' in hoofdstuk 9).
Vul indien nodig olie bij wanneer het
peil laag is.
Laat uw auto zo snel mogelijk
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is.
(Blijven rijden terwijl het
waarschuwingslampje brandt, kan
leiden tot een motorstoring.)
Informatie
Als de oliedruk daalt omdat er
bijvoorbeeld onvoldoende motorolie
is, gaat het oliedruklampje branden.
Daarnaast wordt er een verbeterd
motorbeschermingssysteem geactiveerd
dat het motorvermogen beperkt. Als
de motoroliedruk hersteld is, zullen
het oliedruklampje en het verbeterde
motorbeschermingssysteem doven.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt
gezet nadat het oliedruklampje is gaan
branden, kan er ernstige motorschade
ontstaan.
Waarschuwingslampje
motoroliepeil
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE
START/STOP (motor starten/stoppen)
in de stand ON wordt gezet
- Het blijft branden tot de motor
wordt gestart.
Wanneer het motoroliepeil moet
worden gecontroleerd.
Als het motoroliepeil laag is:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer
het motoroliepeil (zie voor meer
informatie "Motorolie" in hoofdstuk
9). Vul indien nodig olie bij wanneer
het peil laag is. Laat uw auto zo
snel mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
waarschuwingslampje na het bijvullen
blijft branden of als er geen olie
beschikbaar is.
04
4-15