Elektronische
stabiliteitsregeling (Electronic
Stability Control-ESC)
(indien van toepassing)
Type A
Type B
De elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) is ontworpen om de stabiliteit van
de auto in bochten te verbeteren.
Het ESC controleert in welke richting
u stuurt en in welke richting de auto
daadwerkelijk beweegt. De ESC oefent
een remdruk op de remmen van de auto
uit en grijpt in het motorregelsysteem
in, om de bestuurder te helpen de auto
op het juiste pad te houden. Het is geen
vervanging voor veilige rijgewoonten.
Pas uw snelheid en rijstijl altijd aan de
wegtoestand aan.
Rijd nooit te snel door een bocht als
de wegtoestand dit niet toelaat. ESC
voorkomt geen ongelukken.
Te hoge bochtensnelheden, plotselinge
manoeuvres en aquaplaning op een nat
wegdek kunnen nog steeds leiden tot
ernstige ongevallen.
Bediening
voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
Voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
ingeschakeld
Als het contact in stand ON staat, gaan
de controlelampjes ESC en ESC OFF circa
ONX4060011
drie seconden branden. Nadat beide
lampjes doven is de ESC geactiveerd.
In werking
Als u het rempedaal intrapt onder
omstandigheden waarbij de wielen
kunnen blokkeren, kunt u geluiden
van het remsysteem horen en kan het
ONX4H060002
rempedaal gaan trillen. Dit is normaal.
Het betekent dat het ESC in werking is
getreden.
Als de ESC geactiveerd is, reageert
de motor mogelijk niet zo op het
gaspedaal als onder normale
omstandigheden.
Indien cruise control of smart cruise
control ingeschakeld is wanneer
de ESC wordt geactiveerd, wordt
cruise control of smart cruise control
automatisch uitgeschakeld. Cruise
control of smart cruise control kan
opnieuw worden ingeschakeld als de
wegtoestand dit toelaat. Zie "Cruise
control-systeem (CC) of Smart cruise
control-systeem (SCC)" in hoofdstuk
7 (indien van toepassing).
WAARSCHUWING
Wanneer ESC is ingeschakeld,
brandt het ESC-controlelampje.
06
6-59