Stap niet terug in de auto als u
begonnen bent met tanken. U
kunt statisch geladen raken door
voorwerpen, die zijn bekleed met
textiel die statische elektriciteit
kan genereren door deze aan te
raken, er langs te wrijven of te
schuiven. Statische elektriciteit kan
brandstofdampen doen ontbranden.
Als u tijdens het tanken toch terug
in de auto moet stappen, raak ook
dan even met uw blote hand een
metalen deel aan de voorzijde van
de auto aan om eventuele statische
elektriciteit kwijt te raken. Vermijd
de vulopening, het mondstuk of
andere brandstofbron.
Als u een geschikte jerrycan
wilt vullen, plaats deze dan op
de grond. Een met statische
elektriciteit geladen jerrycan kan
brandstofdampen doen ontbranden.
Zodra u begint te tanken, moet u met
uw blote hand contact maken met de
auto tot het tanken is voltooid.
Gebruik alleen plastic jerrycans die
ontworpen en geschikt zijn voor
brandstof.
Schakel bij het tanken de
transmissie altijd naar de stand P
(Parkeren) (voor automatische/
Double clutch-transmissie) of 1e
versnelling of R (Achteruit) (voor
handgeschakelde transmissie/
intelligente handgeschakelde
transmissie) activeer de parkeerrem
en zet het contact in stand LOCK/
OFF. De elektrische onderdelen van
de motor kunnen vonken produceren
die brandstofdampen kunnen doen
ontbranden.
Gebruik geen lucifers of aansteker en
rook niet. Laat ook geen brandende
sigaret achter in de auto terwijl u
gaat tanken.
Vul niet te veel brandstof bij in de
tank, anders kan er benzine gemorst
worden.
Als er tijdens het tanken brand
uitbreekt, verlaat dan onmiddellijk
de auto en breng de bedrijfsleider
van het tankstation, de politie en de
brandweer op de hoogte. Volg hun
veiligheidsinstructies op.
Als de onder druk staande brandstof
naar buiten spuit, kan deze op uw
kleding of huid terechtkomen en kan
er brandgevaar ontstaan waardoor u
brandwonden zou kunnen oplopen.
Verwijder de brandstoftankdop
altijd voorzichtig en langzaam. Als er
brandstof naar buiten komt of u een
sissend hoort, moet u even wachten
voordat u de dop verder losdraait.
Controleer altijd of de tankdop goed
is vastgedraaid, om morsen van
brandstof in geval van een aanrijding
te voorkomen.
Informatie
Tank alleen de brandstof die in hoofdstuk
1 vermeld is onder "Vereiste brandstof".
OPMERKING
Mors geen brandstof op de
buitenzijde van de auto. Brandstof
kan de lak aantasten.
Als de brandstoftankdop moet
worden vervangen, bevelen we
aan alleen een originele HYUNDAI-
dop of vergelijkbare dop die is
voorgeschreven voor uw auto
te gebruiken. Een verkeerde
tankdop kan een ernstige storing
in het brandstofsysteem of het
emissieregelsysteem veroorzaken.
05
5-53