Handige functies
Informatie
i
- Omgaan met het systeem
Oefen geen overmatige kracht op het
systeem uit. Overmatige druk op het
LCD-scherm of het touchscreen kan
beschadiging ervan tot gevolg hebben.
Reinig het scherm en het
bedieningspaneel alleen wanneer de
motor uitstaat en gebruik een zachte,
droge doek. Afvegen van het scherm
of de toetsen met een ruwe doek
en het gebruik van oplosmiddelen
(alcohol, benzeen, verfverdunner, enz.)
hierbij, kunnen krassen of chemische
beschadiging van het oppervlak
veroorzaken.
Bevestiging van een luchtverfrisser van
vloeibaar type op het ventilatierooster
kan vervorming van het
roosteroppervlak door de uitstromende
lucht tot gevolg hebben.
Als u de positie van het geïnstalleerde
apparaat wilt wijzigen, neem dan
contact op met uw verkoop- of
servicepunt. Voor het installeren
of demonteren van het apparaat is
technische expertise vereist.
OPMERKING
Als u problemen ondervindt met het
systeem, neem dan contact op met
het verkooppunt of de dealer.
Wanneer het infotainmentsysteem in
een elektromagnetische omgeving
wordt geplaatst, ontstaat mogelijk
ruis.
5-128
Het systeem in- of uitschakelen
Om het systeem in te schakelen, start u
de motor.
Als u het systeem tijdens het rijden
niet wilt gebruiken, kunt u het sys-
teem uitschakelen door op de toets
[POWER] (Aan/Uit) op het bedie-
ningspaneel te drukken. Druk nog-
maals op de toets [POWER] (Aan/Uit)
om het systeem weer te gebruiken.
Het systeem schakelt na een tijdje
automatisch uit wanneer u de motor
hebt uitgeschakeld of zodra het portier
aan bestuurderszijde opent.
Afhankelijk van het model of de
specificaties kan het systeem
uitgeschakeld worden zodra u de
motor uitschakelt.
Wanneer u het systeem weer
inschakelt, worden de modus en
instellingen geactiveerd die bij het
uitschakelen actief waren.
WAARSCHUWING
Sommige functies worden om
veiligheidsredenen uitgeschakeld
wanneer de auto in beweging
is. Ze werken alleen wanneer de
auto stilstaat. Parkeer uw auto op
een veilige plaats wanneer u deze
functies wilt gebruiken.
Stop met het gebruik van het sys-
teem als het niet goed functioneert
en bijvoorbeeld de geluidsweergave
of het display uitvalt. Als u het sys-
teem blijft gebruiken terwijl het niet
goed functioneert, kan dit leiden tot
brand, een elektrische schok of uitval
van het systeem.
i
Informatie
U kunt het systeem inschakelen als de
contactsleutel in stand ACC of ON staat. Als
u het systeem gedurende langere tijd gebruikt
zonder dat de motor draait, raakt de accu
ontladen. Start de motor als u van plan bent
om het systeem lange tijd te gebruiken.